Thema 1 – De nieuwe groep ik leer:
• woorden in stukken hakken
• woorden spellen met
r
end
• woorden spellen met
i
• woorden spellen met
k
• woorden spellen met
aa
• woorden spellen met
n
d i k r i k
d aa n r aa k
ik hak ...
Thema 2 – De boom ik leer:
• woorden spellen met
e
• woorden spellen met
s
• woorden spellen met
b
• woorden spellen met
oo
• woorden spellen met
m
• woorden spellen met
ee
r e n
r oo s
m ee s
r aa m
b ee n
Thema 3 – Smakelijk eten ik leer:
• woorden spellen met
t
• woorden spellen met
a
• woorden spellen met
ie
• het woord
de
spellen• woorden spellen met
l
• woorden spellen met
u
• woorden spellen met
o
b
de ie t
m a n
de m ie r
de b e l
k ie s
Thema 4 – Op wielen ik leer:
• woorden spellen met
p
• woorden spellen met
oe
• woorden spellen met
h
• woorden spellen als
loopt
enrent
• woorden spellen met
ei
• woorden spellen met
w
b oe k
k a m t r oe p t
w ei
Thema 5 – Mijn lijf ik leer:
• woorden spellen met
g
• woorden spellen met
eu
• w oorden spellen met
f
• woorden spellen met
au
metauw
• het woord
het
spellen• woorden spellen met
ij
n eu s
het g i p s
het ij s
Thema 6 – Het is feest!
ik leer:
• woorden spellen met
v
• woorden spellen met
ui
• woorden spellen met
sch
• woorden spellen met
uu
• woorden spellen met
z
• woorden spellen met
ou
de p r ui k
de sch uu r
het f ee s t i s l eu k.
Thema 7 – Zon, maan en sterren ik leer:
• woorden spellen met
j
• woorden spellen met twee medeklinkers vooraan, achteraan, of beiden
• woorden spellen met twee medeklinkers achteraan waar je nog een letter tussenhoort, zoals berg en wolk
e
b r g
u
ng
nk ch t
u
ng
nk
ch
u
ng
nk
w o l ku
ng
nk
• woorden spellen met ng, zoals tong en zing
u
ng
nk
t o ngu
ng
nk ch t
jas
jas
jas
jas
Thema 8 – De schat ik leer:
• woorden spellen die eindigen op een d, zoals hond en blond
ng
nk
ch
h o n d
u
ng
nk ch t
e
• woorden spellen met nk, zoals bank en slank
u
ng
nk
ch
ch t
b a nk
u
ng
nk
ch
ch t
e
Thema 9 – Kunst ik leer:
• woorden spellen met drie medeklinkers vooraan of achteraan
• woorden spellen met aai en ooi, zoals haai en kooi
u
ng
nk
ch
ch t
e
h aai
u
ng
nk
ch
ch t
e
k ooi
u
ng
nk
ch
ch t
Thema 10 – Dieren ik leer:
• woorden spellen met oei, zoals boei en stoei
u
ng
nk ch t
e
b oei
u
ng
nk ch t
• woorden spellen met ch en cht, zoals lach en wacht
e
u
ng
nk
ch
ch t
e
n a ch t l a ch
u
ch t
e
u
ng
nk
ch
ch t
e
Thema 11 – Een hut bouwen ik leer:
• woorden spellen zoals me en te
nk
ch
ch t
de te me e
ze je we
• woorden spellen met eer en oor, zoals beer en boor
ch e
eer
oor
eur
ch e
eer
oor
eur
b ee r
ch e
eer
oor
eur
b oo r
Thema 12 – Overal water ik leer:
• woorden spellen met eur, zoals deur en kleur
ch e
eer
oor
eur
e
eur
d eu r