• No results found

14-09-2011    Paul van Egmond en Paul Hulshof, Rogier van der Groep (O&S), Sander Flight Evaluatie cameratoezicht Amsterdam – West (Jan van Galenstraat)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "14-09-2011    Paul van Egmond en Paul Hulshof, Rogier van der Groep (O&S), Sander Flight Evaluatie cameratoezicht Amsterdam – West (Jan van Galenstraat)"

Copied!
43
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Cameratoezicht stadsdeel West

Proces- en effectevaluatie

Paul van E gmond Sander Flight Paul Hulshof

(2)

Cameratoezicht stadsdeel West

Proc es - en effecte valuat ie

Amsterdam, 26 s ept ember 2011

Paul van E gmond Sander Flight Paul Hulshof

Met medewerking van:

Willem Bos veld en Rogier van der Groep,O + S (dataverzameling en analyse)

DSP – groep BV Van Diemenstraat 374 1013 CR A msterdam T: +31 (0)20 625 75 37 F: +31 (0)20 627 47 59

(3)

Inhoudsopgave

Management samenva tting 3

Concl usie s 8

1 Inleiding 12

1.1 Beleidscont ext cameraproject 12

1.2 Onderz oeksopz et 12

2 Be schrijvi ng cameraproject 16

2.1 Aanleiding c amerat oez icht en aantal c amera's 16

2.2 Doelstellingen 17

2.3 Breed pakk et maatregelen 19

2.4 Project organis atie 20

2.5 Kosten 20

Deel I Effectevalua tie 21

3 Ontwikkeling objectieve veiligheid 22

3.1 Veiligheidsindex 22

3.2 Objectieve veiligheid volgens politiec ijfers 24

3.4 Objectieve veiligheid volgens enquêt e 27

3.5 Objectieve veiligheid: moeilijk meet baar 28

4 Veiligheidsgevoel en opinie s 29

4.1 Gevoel van veiligheid 29

4.2 Bekendheid met c amerat oezicht 30

4.3 Opinies over c amerat oez icht 31

Deel II Proce seval uatie 33

5 Proce seval uatie - Hoe werkt cameratoezicht? 34

5.1 Tec hniek 34

5.2 Live toezic ht 35

5.3 Result at en live t oezic ht 36

5.4 Ops poring acht eraf 37

Bijlagen

Bijlage 1 Geïnt erviewde personen 40

Bijlage 2 Enquêt e bewoners en bez oekers 41

Bijlage 3 Polit iecijfers 42

(4)

Management samenvatting

Beleidscontext

In de Jan van Galenst raat in st adsdeel Amst erdam W est zijn in okt ober 2010 camera's opgehangen met als primaire aanleiding de jeugdoverlast in het gebied. Daarnaast was er sprake van over vallen op wink els, aut o- inbrak en en vernielingen waardoor de veiligheid in het gebied onder druk stond. Het project moest onder grot e tijds druk worden gerealis eerd omdat de behoefte bestond snel maat regelen t e t reffen. Het c amerat oez icht maakt deel uit van een breder pakket aan maat regelen. De burgemeest er heeft toest emming gegeven voor dit c ameraproject t ot 31 dec ember 2011. De burgemeest er besluit of hij toest emming verleent voor verlenging van het cameraproject. Dit doet hij op basis van de evaluat ie en op bas is van een afweging, in overleg met de s ubdriehoek, van de noodz akelijk heid, proporti- onaliteit en subsidiariteit van camerat oezic ht in het gebied. Op bas is van dez e effect - en proc es evaluatie moet het stads deel nu eerst bepalen of wel of niet (meer) voor c amerat oez icht als in t e zett en inst rument wordt gekoz en en of er wijzigingen in de aanpak nodig zijn. De tot ale kost en van het c am e- raproject bedragen tot nu toe € 130.000,- exclusief de pers oneelsk osten van het st adsdeel (projectleiding, evaluatie en begeleiding van de toezic hthou- ders ) en de politie (dagelijks t oez icht, ops poring acht eraf).

Evaluatie 2011

Voor het eerst worden elf cameraprojecten in vijf st adsdelen (Oost, W est, Zuidoost, Noord en Cent rum) gelijktijdig en volgens dez elfde methodiek g e- ëvalueerd in 2011. Er z ijn enquêt es gehouden onder bewoners, bezoek ers en ondernemers, politiecijfers zijn geanalyseerd en de gemeent elijk e veili g- heidsindex is onderz ocht. Daarnaast zijn gesprekken gevoerd met vert e- genwoordigers van st adsdeel, politie en openbaar minist erie. Om de opbrengsten van het cameratoezic ht te bepalen, zijn rapport ages bij de t o e- zichtcent rale en politie opgevraagd en is een bez oek ter plaats e afgelegd.

Om inzic ht te k unnen geven in de werking van het c amerat oez icht is naast de effectevaluat ie een proc es evaluatie uitgevoerd. In de proces evaluatie nemen we een kijkje acht er de (beeld)sc hermen: hoe verloopt het live t oe- zicht, hoeveel incident en worden er waargenomen en wat gebeurt daar ve r- volgens mee? Daarmee k an niet worden bewez en of c amerat oez icht effect heeft gehad op de objectieve en s ubjectieve veiligheid, maar het maakt wel duidelijk in hoeverre dit aannemelijk is.

Deel I – Effe cte valuatie : Werkt cameratoezicht?

Objectieve veiligheid

Volgens de veiligheidsi ndex is de objectieve veiligheid i n de buurtcombina- tie Landlust/Slot erdijk t ussen 2009 en 2011 verbet erd. Op basis van de in- dex k unnen ec ht er geen c onclusies worden getrokk en over de waarde van camerat oez icht: 1) de veiligheidsindex heeft betrekking op een grot er gebied dan alleen de strat en met c amera's, 2) de veiligheid in de wijk Lan d-

(5)

lust/Slot erdijk k an hebben meegelift op de bredere positieve trend in het stads deel en de hele gemeent e en 3) de verbetering heeft zich al ingez et voordat het cameraproject van start ging.

Er zijn ook poli tiecij fers over 2009, 2010 en 2011 opgevraagd voor de st ra- ten met c amera's en voor de strat en in de direct e omgeving. Op basis daa r- van k unnen twee conclusies worden get rokken. Ten eerste is het aant al geregistreerde incident en in de st raten met c amera's gest egen. Dat k an komen doordat mens en eerder aangifte doen, maar z ek er is dit niet. Het is in elk geval niet zo dat de geregist reerde c riminaliteit is gedaald sinds invo e- ring van de c amera's. E en t weede conclusie die k an worden get rokken is dat er uit de cijfers geen aanwijz ingen k omen voor verplaatsing van problemen naar strat en z onder camera's. Het aant al incident en in de strat en z onder camerat oez icht is gedaald tuss en 2010 en 2011. De t wee gebieden zijn geen dus geen communicerende vat en. P olitie en st ads deel namen wel een verplaatsing van de jeugdoverlast waar. Zij ont vingen ook meer meldingen van ondernemers in de st rat en zonder c amera's.

Uit de e nquê te s onder bewoners en bez oek ers blijkt dat het percent age slacht offers in de strat en met c amera's in 2011 veel lager is dan eind 2010.

Gezien het grot e aant al andere maatregelen dat is getroffen in het gebied is het niet aannemelijk dat het alleen de c amera's waren die dit versc hil ve r- oorz aakt en. Dit wordt bevestigd door de proc es evaluatie (zie onder).

Subjectieve veiligheid

De subjectieve veiligheidsindex in Landlust/Sloterdijk is de afgelopen t wee jaar verslec ht erd, maar de negatieve t rend is in 2011 wel op een stabiel niveau gebleven. Het is ec ht er, net als met de objectieve veiligheidsindex, niet aannemelijk dat de c amera's hier de hoofdrol in hebben ges peeld: de index heeft namelijk betrekking op een veel grot er gebied dan de strat en met c amera's. Uit de enquê te s in de st rat en waar de c amera's hangen blijkt (in 2011) dat een k leine groep bewoners (8%) en bez oek ers (5% ) zic h vaak of soms onveilig voelt. Het veiligheids gevoel is veel bet er dan in 2010. Maar des gevraagd geeft slechts een k leine groep mens en aan dat dez e verbet e- ring door de c amera's k omt. V erschillende (wet ensc happelijk e) onderz oe- ken1 tonen aan dat er geen aanwijzingen zijn dat c amerat oezicht leidt t ot een verbetering van het gevoel van veiligheid. De verbet ering is waarsc hij n- lijk het gevolg van andere factoren dan de camera's.

Bekendheid van he t camera toezi cht

Van de bewoners weet in 2011 een ruime meerderheid (82% ) dat er came- rat oezic ht in hun buurt is. Onder de bez oekers ligt dat perc entage bijna de helft lager: ongeveer één op de t wee (47% ) bez oekers weet dat er camera's hangen. De bek endheid is fors toegenomen bij de bewoners, maar licht af- genomen bij de bez oekers.

Er is een redelijk e mat e van st eun voor c amerat oez icht. E en meerderheid

Noot 1 Het Sociaal Cultureel Planbureau (2008) concludeerde op basis van een meta-evaluatie van cameratoezicht dat er geen aanw ijzingen zijn dat cameratoezicht het gevoel van veiligheid verbetert. Tot diezelfde conclusie kw amen tw ee Britse onderzoekers (Gill & Spriggs, 2005) op basis van veertien onderzochte cameraprojecten. Nergens bleken de veiligheidsgevoelens significant te zijn verbeterd. Ook het Britse Home Office concludeerde op basis van enquêtes in tw aalf gebieden dat cameratoezicht geen verbetering van de onveiligheidsbeleving opleverde.

(6)

van de bewoners (65%) en de helft van de bezoek ers (47% ) is vóór c amera- toez icht. Tuss en 2010 en 2011 is weinig veranderd in dez e opinies.

Een kleine minderheid (21% van de bewoners, 23% van de bezoek ers en 1 van de 6 ondernemers ) beschouwt cameratoezic ht als een aantast ing van de privacy. Er zijn ook mens en die aangeven c amera's een aantast ing van de privacy te vinden, maar het des ondanks een goed inst rument vinden.

Vergeleken met 2010 is de angst voor sc hending van de privacy afgenomen.

Maar de groep die denkt dat c amerat oez icht leidt t ot een daling van de c ri- minalit eit is ook kleiner geworden. De c amera's hebben k ennelijk minder impact gehad dan mens en vooraf hoopten (of juist vrees den).

Deel II – Proce sevalua tie: Hoe werkt cameratoezicht?

Preventie, pro-a ctie en repre ssie

Afgaand op wet enschappelijk onderz oek én op ervaringen van professi o- nals, blijkt dat c amerat oez icht alleen een preventief effect kan hebben op calculerende daders. Dat zijn daders die vooraf rekening houden met de cons equenties en risic o's van hun handelen. In de Jan van Galenst raat gaat het dan bijvoorbeeld om overvallen, aut o-inbraken en jeugdoverlast. A f- gaand op de enquêtes onder be woners en bez oek ers en de gesprekken met ondernemers lijk en de camera's niet preventief gewerkt t e hebben. Zij heb- ben in meerderheid niet het idee dat c amera's leiden t ot een daling van de criminalit eit. Ook de geregist reerde c riminaliteit is niet gedaald. De politie geeft aan dat in de periode dat de camera's er hingen, mede door de inzet van st raatc oaches en de ext ra inz et van politie, de jeugdoverlast is gedaald.

Volgens de politie t rekk en de jongeren zic h wel degelijk iets van de c a- mera's aan.

Camera's hebben sowies o geen, of hooguit een zeer gering, preventief e f- fect op impulsieve daders. Dat z ijn daders die, bijvoorbeeld onder invloed van alc ohol, drugs of hevige emot ies, geen rek ening houden met de conse- quenties van hun handelen en hun gedrag dus ook niet veranderen door camera's. Dan gaat het bijvoorbeeld over geweld en vernielingen. Dat de camera's hier geen preventieve werking op hebben wordt bevestigd in dit onderz oek. Dez e problemen worden veroorz aakt door daders die, in de woorden van een ondernemer, 'gewoon onder het oog van de c amera blij- ven st aan'.

De grootst e meerwaarde van c amera’s is ec hter niet de preventieve waarde.

Met c amerabeelden k an je immers ook pro-actief werken door live inciden- ten waar t e nemen en daar met een op te reageren. Daarnaast kan je came- rat oezic ht als repressief middel inz ett en door acht eraf daders op t e sporen met behulp van opgenomen beelden. Op t ermijn k an een dergelijke inz et ook een preventief effect sort eren. Het s ucces van een cameraproject wordt dus – in elk geval in het begin – voor het grootste deel bepaald door de acti- vit eit en ac hter de sc hermen. Daarom is voor deze evaluatie de dagelijkse praktijk in de toezic htcent rale en bij de politie grondig onderzoc ht.

Techniek

Vanaf het begin heeft het cameraproject veel t echnisc he problemen gek end, vooral met de draadloze verbindingen. Het heeft na het ophangen van de camera's vijf maanden geduurd voordat er beelden bekek en konden worden in de t oezichtc entrale. Daardoor kon het live t oezicht niet als gepland in

(7)

januari beginnen, maar pas in maart. V olgens de t eamleider van de to e- zichtcent rale heeft het ec ht er nog t ot mei geduurd voordat de beelden - on- danks de vele storingen – ec ht goed genoeg waren om uit te kijk en. De poli- tie heeft wel sinds januari 2011 de besc hikk ing over live beelden die ook werden opgeslagen.

De tec hnische problemen z ijn overigens nog niet opgelost: bij sneeuw, mist of zware regen valt de verbinding vaak weg, soms voor een paar minut en, maar regelmat ig ook langer (uren tot z elfs dagen). De politie meldt dat het in vier maanden tijd 26 k eer is gebeurd dat de c amera's langer dan een uur uit vielen. V erder blijkt dat de draadloz e verbinding van de toezic htcent rale naar de c amera's niet s nel is, waardoor er een vert raging zit in de bedie- ning. Het best uren van de c amera's of het inz oomen op een persoon is hie r- door moeilijk, z o niet onmogelijk. V erder bl ijkt dat het draadloze syst eem niet zo makk elijk en goedk oop t e verplaatsen is als vooraf gedac ht. De ver- plaatsing van een c amera naar een andere st raat k ostte € 10.000, - en nam twee maanden tijd in beslag. De t echnisc he problemen zijn, k ort om, groot en staan een goed dagelijks gebruik van het syst eem in de weg.

Live toezicht

Er is van maandag tot en met zat erdag van 15. 00 tot 24.00 uur live t oez icht door gec ert ificeerde t oezicht houders van Trigion vanuit de cent rale op het Delflandplein. Ook de politie op de plot van het wijk bureau k an de beelden bek ijken en de camera's bedienen. De t oez icht houders en de politie blijk en bij aanvang versc hillende opvatt ingen t e hebben gehad over de doelen van het live t oezic ht. De t oezic ht houders dacht en dat ze moest en k ijken naar groepjes jongeren en parkeeroverlast. De politie geeft aan dat z e de inst ruc - tie hebben gegeven om t e kijk en naar groepjes jongeren, verdac hte z ak en, het erdaad en de sluitingstijd van een belwinkel.

Aanvankelijk was er onduidelijk heid t ussen s t ads deel en politie over wie over de k walit eits bewaking en dagelijks e aanst uring gaat. Het st adsdeel zei alleen de tec hniek in de gat en t e houden en van de politie te verwac hten dat zij de operationele regie voeren en dus aangeven w aar op moet worden gelet. De politie had het idee dat z ij geen enkele invloed op de t oezicht hou- ders hadden omdat het stads deel opdracht gever is van de toezic ht houders.

Sinds mei 2011 is hier verbetering in aangebrac ht door het werk proc es aan te pass en.

Aantal incidenten

In de maanden maart t ot en met juli 2011 zijn in tot aal 99 incidenten gereg i- streerd door de t oezic hthouders in de cent rale. Dat k omt neer op één regi- strat ie per t wee dagen. Tac htig van de 99 incidenten hadden bet rekking op park eeroverlast. Jeugdoverlast is elf k eer waargenomen, oft ewel eens in de veertien dagen. Criminalit eit is nauwelijks waargenomen met de c amera's:

er is in vijf maanden tijd één k eer een auto-inbraak gezien. Andere vormen van c riminaliteit z ijn niet waargenomen. De dagelijks e rapport en van de t oe- zichthouders worden aan de polit ie doorgegeven, maar die heeft daar naar eigen z eggen niets aan. Het st adsdeel bekijkt de rapport en alleen om t e zien of er tec hnische problemen zijn.

Reactie en opspori ng

Voor de krac ht van cameratoezic ht is het ess entieel dat er een reactie op

(8)

straat volgt als zic h een incident voordoet onder het oog van de camera. Als dat niet gebeurt, merken de daders dit snel op en gaat het pot entiële pre- vent ieve effect van de camera's verloren. Daarom is de afspraak gemaakt dat dringende z aken direct worden doorgegeven vanuit de toezic htcent rale aan de politie. Dit is sinds de st art van het c amerat oezic ht één k eer gebeurd en het bleek om een vals alarm t e gaan. E r is dus nog geen enk ele keer actie ondernomen op basis van het live toezic ht uit de cent rale. De concl u- sie luidt dan ook dat het live toezic ht vanuit de t oezichtc entrale t ot nu toe vrijwel niets heeft opgeleverd: geen relevant e informatie voor de polit ie en geen reactie op st raat naar aanleiding van de beelden. De polit ie heeft z elf ook live meegek ek en en heeft daar naar eigen z eggen veel aan gehad. Hier is geen regist rat ie van bijgehouden.

Voor opsporing acht eraf wordt het systeem wel gebruikt, zij het in geringe mat e. De politie van het wijkteam Bos en Lommer heeft sinds de start van het project begin 2011 t ot medio juli 2011 z even k eer beelden t eruggek ek en, dus een k eer per maand. Vier k eer daarvan werd bruik baar mat eriaal aange- troffen; in de drie andere gevallen bleken de beelden niet bruik baar.

(9)

Conclusies

Hoofddoel stellingen

Bij de st art van het cameraproject zijn in het Plan van Aanpak – Flexibel ca- merat oezicht stadsdeel West (december 2010) van het stadsdeel drie hoofd- doelst ellingen geformuleerd:

• In 2011 is de objectieve veiligheidsindex voor de Geuzenbuurt2 en Land- lust/Sloterdijk verbet erd ten opzichte van 2010.

• In 2011 is het slachtofferschap van bewoners en bezoekers van het cameragebied verbeterd ten opzichte van 2010.

• In 2011 voelen bewoners en bezoekers zich minder vaak onveilig dan in 2010.

Deze hoofddoelst ellingen zijn behaald: de objectieve veiligheidsindex voor Landlust/Sloterdijk is verbet erd en uit de enquêt es blijkt dat de objectieve en subjectieve veili gheid van bewoners en bezoek ers z ijn verbet erd.

Het is echter niet waarschijnlijk dat deze resultaten aan het cameratoezicht te danken zijn. Gezien het grot e aant al andere maat regelen dat is getroffen in het gebied en gezien de dagelijkse praktijk achter de schermen, is het zelfs zeer onwaarschijnlijk dat de camera's een verschil hebben gemaakt.

Subdoelstellingen

Naast de drie hoofddoelstellingen zijn in het totaal veertien subdoelstellingen gekozen die aangaven welke concrete resultaten er behaald moes ten worden met het cameratoezicht. Daarvan is er één behaald en één gedeeltelijk. Bij ze- ven doelstellingen is onbekend of deze zijn behaald, ofwel omdat hierover geen logboek is bijgehouden ofwel omdat de doorlooptijd van het project niet toerei- kend bleek om uitspraken te kunnen doen. De overige vijf doelstelling zijn niet behaald.

a) Preventie

• Camera’s voorkomen criminaliteit en overlast – ze hebben door hun aanwe- zigheid een positief effect op het gedrag van calculerende plegers van crim i- naliteit en veroorzakers van overlast.

> Onduidelijk: Volgens bewoners, bezoek ers en ondernemers én op basis van een analyse van de problemen waar het cameratoezicht zich op zou moeten richten, kan niet worden geconcludeerd dat de camera's preventief hebben gewerkt. De politie heeft wel een preventief op jeugdoverlast waa r- genomen.

Noot 2 In dit onderzoek is ervoor gekozen de veiligheidsindex voor de Geuzenbuurt buiten

beschouw ing te laten. Er valt s lechts een heel klein gedeelte van het cameragebied, te w eten de zuidzijde van de Jan van Galenstraat tussen de Adm. de Ruijterw eg en de W. de Zw ijger- laan, in deze buurt. De cijfers van de veiligheids index van deze buurt zeggen daarom zeer w einig over het cameragebied.

(10)

• Van de bewoners en bezoek ers van het gebied weet 75% dat er camerato e- zicht is.

> Gedeelt elijk behaald: de bewoners zijn in ruime meerderheid op de hoogte (82%), maar bez oek ers niet (47% ).

b) Effectievere en efficiëntere inzet politie en toezichthouders

• Met behulp van live cameratoezicht, kan de inzet van politie en andere handhavers en toezichthouders effectiever en efficiënter worden.

> Niet behaald: het live toezicht heeft tot nu toe vrijwel niets opgeleverd:

geen informatie voor de politie en geen reacties op st raat naar aanleiding van live beelden.

c) Opsporing ac hteraf

• Opgenomen beelden worden achteraf door de politie gebruikt als bewijsma- teriaal in het kader van opsporingsonderzoeken.

> Behaald: sinds de start van het project heeft de politie vier keer bruikbaar materiaal gevonden in de opgenomen beelden (oa bij diefstal auto en aan- houding met verzet). Deze doelstelling is dus behaald.

• Het aantal sepots bij gebrek aan bewijs (sepots02) in het cameratoezichtge- bied daalt met 10%.

> Onbekend: niet in onderzoek meegenomen, daarvoor is de doorlooptijd van het project te kort.

• Bij incidenten die a) zijn waargenomen en geregistreerd door cameratoe- zicht en b) die leiden tot een strafzaak wordt in 50% van de gevallen beeld- materiaal veilig gesteld en ter beschikking gesteld.

> Onbekend: er zijn camerabeelden ter beschikking gesteld. Het is echter onduidelijk of het bij deze gevallen tot een strafzaak is gekomen. Hiervoor is de doorlooptijd van het project te kort.

• De beelden van incidenten die live door de toezichthouders worden waarge- nomen zijn voor 75% bruikbaar voor opsporingsdoeleinden.

> Niet behaald: er zijn door de toezichthouders geen incidenten waargeno- men die tot een opsporingsonderzoek kunnen leiden.

• Bij incidenten binnen het bereik van de camera's die niet live zijn waarge- nomen, maar waarvan een aangifte achteraf (binnen zeven dagen na het in- cident) wordt gedaan, vraagt de politie in 75% van de gevallen beelden op ten behoeve van opsporing.

> Niet behaald: er is zeven keer beeldmateriaal doorzocht door de politie.

Op basis van de cijfers in paragraaf 3.2 zijn er naar schatting in de eerste helft van 2011 minstens vijftig aangiften gedaan die betrekking hadden op criminaliteit in de straten met camera's.

d) Verbetering informatiepositie

• Cameratoezicht leidt tot een betere informatiepositie voor gemeente en poli- tie waardoor problemen beter kunnen worden aangepakt.

> Niet behaald. Het stadsdeel gebruikt de rapportages uit de toezichtcentral e niet voor de aanpak van problemen en de politie geeft aan niets aan de rap- portages te hebben.

e) Snelle storingsafhandeling

• Storingen worden verholpen binnen de met de leverancier overeengekomen hersteltijd van 48 uur.

(11)

> Onbekend. Er is geen logboek bijgehouden van de hersteltijden. Wel kan worden geconstateerd (of dit nu door de leverancier komt of door externe factoren) dat het systeem te vaak en te lang niet functioneer de.

f) Camera's zijn snel verplaatsbaar

• Verplaatsingen van camera's vinden plaats binnen de met de leverancier overeengekomen tijdsduur van 24 uur.

> Niet behaald. De verplaatsing kostte (overigens buiten de schuld van de leverancier) twee maanden tijd in plaats van 24 uur.3

g) Live toezicht

• Tijdens live toezicht worden alle geweldsincidenten die worden waargeno- men door de obs ervant en geregistreerd en doorgegeven aan de politie.

• Van alle aan de politie gemelde incidenten, waarvan vooraf is bepaald dat de politie in actie moet komen, wordt in 80% ook daadwerkelijk opvolging door de politie ter plaatse gegeven.

• Van alle inzetten die politie doet naar aanleiding van meldingen van live camerat oezicht, is de politie in 75 % van de gevallen binnen 10 minuten ter plaatse.

> Kan geen uitspraak over gedaan worden. Er zijn geen geweldsincidenten waargenomen, er is slechts één incident doorgegeven aan de politie en de politie is niet op basis van meldingen vanuit het live toezicht in actie geko- men.

Aanbevelingen

Het cameratoezic ht in de Jan van Galenst raat levert qua preventie, reactie en opsporing niet op wat er vooraf van werd verwac ht. De hoofddoelst elli n- gen om de objectieve en s ubjectieve veiligheid in het gebied t e verbeteren zijn behaald. Dit s ucc es moet t oegeschreven worden aan een breed pakk et aan maatregelen in de buurt. De verbet ering k an aan de hand van dit onde r- zoek niet toegesc hreven worden aan de c amera's. Tec hnische en organis a- torische problemen hebben een goed funct ionerend c amerat oezic ht tot nu toe in de weg gest aan. V an de veertien meet bare out putdoelst ellingen voor het c amerat oezic ht is er één gehaald, één gedeelt elijk , vijf zijn niet behaald en de rest is onbekend.

Er kunnen drie aanbevelingen worden geformuleerd, waarvan de derde de belangrijkste is.

1. Invest eer in de t echniek

Door allerlei tec hnische problemen functioneert het cameratoezic ht niet goed. Het syst eem van draadloz e verbindingen heeft te k ampen met st orin- gen waardoor regelmatig camera's uit vallen. Ook blijk en de c amera's niet flexibel verplaats baar. V oorts werkt de bediening te t raag om het volgen van pers onen of het inzoomen op incident en mogelijk te mak en. Dez e proble- men moet en worden opgelost, voordat een begin k an worden gemaakt met het slim inric hten van het live toezic ht en de opsporing ac hteraf.

2. Invest eer in de k eten van c amerat oezic ht

De bet rokk en partijen lijk en er niet in t e slagen cons equent en gez amenlijk

Noot 3 Deze doelstelling lijkt niet realistisch.

(12)

samen t e werk en aan het behalen van de doelst ellingen. Het live toezic ht levert geen relevante informatie op voor het st ads deel, noch voor de politie.

Het gevolg daarvan is dat de meerwaarde van elk aars werk niet (meer) wordt gezien en partijen eerder naast elk aar, dan met elk aar werk en. De gemank eerde start van het project, de nog alt ijd wankele t ec hnische basis en de ervaringen in de afgelopen maanden, mak en het moeilijk de project- organisat ie in de gewenst e richting bij te st uren.

3. Terug naar de basis

De belangrijkst e aanbeveling is om opnieuw een grondige afweging t e m a- ken of dit cameraproject nuttig en nodig is. Rec ht vaardigen de problemen in de buurt (nog steeds) c amerat oezic ht? A ls het ant woord daarop posit ief is, moet worden nagedac ht over een manier om alle bet rokken partijen goed samen t e lat en werken aan het bereik en van de doelst ellingen.

(13)

1 Inleiding

1.1 Beleidscontext cameraproje ct

In de Jan van Galenst raat in st adsdeel West zijn i n november 2010 c a- mera's opgehangen met als doel de overlast van jongeren aan te pakken.

Camera-inzet is een van de maatregelen, die genomen zijn om de overlast terug te dringen. Met name overvallen op winkels, inbraak in en vanaf m o- torvoert uigen, intimiderend gedrag van hangjongeren en vernielingen scoo r- den in 2010 hoog. Naast de inzet van flex ibel c amerat oezicht houden politie en t oezicht houders (st raatc oac hes) ext ra t oezic ht in de buurt

De burgemeester heeft voor dit project toest emming gegeven t/m 31 de- cember 2011. Om te k ijken hoe het project ervoor staat, de eerst e effect en in beeld te brengen en eventueel verlenging van de toest emming aan t e vragen heeft het stads deel DSP -groep de opdrac ht gegeven een proc es- en effect evaluatie t e houden.

Tot nu t oe hield elk st ads deel met cameratoezic ht periodiek een eigen eva- luatie, maar nu worden onder regie van de cent rale st ad elf c ameraproject en in één k eer geëvalueerd door DSP -groep. Daardoor k an de ont wikk eling van de veiligheidssituatie in het c amerat oezicht gebied in stads deel W est verge- lek en worden met die in tien andere gebieden.

1.2 Onde rzoeksopzet

Evaluat ie in vijf stadsdelen tegelijk

In 2011 worden alle cameraprojecten in vijf st ads delen voor het eerst gelij k- tijdig en volgens één met hodiek geëvalueerd. DS P-groep heeft opdrac ht gek regen van de c entrale st ad en de vijf st ads delen Noord, Cent rum, Oost, West en Zuidoost om in t otaal elf c ameraproject en t e evalueren. Dat maakt het mogelijk een vergelijking t uss en de cameragebieden te mak en en alle project en volgens één s et van c riteria t e beoordelen. Dit z al gebeuren in een separaat onderz oeksrapport dat in de t weede helft van 2011 z al verschijnen als alle deelrapport en per st adsdeel zijn vastgesteld.

Onderz oek svragen

Met dez e evaluatie moet en de vol gende onderzoeks vragen worden beant - woord:

1 Zijn de doelst ellingen van de cameraprojecten gehaald?

2 Wat zijn de effect en op subjectieve en objectieve veiligheid?

3 Wordt er gereageerd op waargenomen incident en en zo ja, hoe?

4 Wat is de waarden van c amerat oezicht voor opsporing?

5 Wat zijn de ervaringen van professionals ?

6 Wat zijn de ervaringen van bewoners, bez oek ers en ondernemers?

7 Welke k nelpunt en zijn er en hoe k an het cameratoezic ht bet er?

8 Wat zijn aandac htspunten voor de regionale c ameratoezic htruimte?

(14)

Scientific Met hods Sc ale

Het ideale evaluatiemodel voor maat regelen z oals cameratoezic ht is een evaluatie die voldoet aan de eis en van de Scientific Met hods Scale (SMS)4. Dit is een beschrijving van vijf niveaus van evaluat ieonderzoek. De indeling maakt het mogelijk de met hodologisc he k walit eit van evaluaties t e beoorde- len: hoe hoger een evaluatie scoort op dez e sc haal, hoe grot er de z ekerheid waarmee kan worden gesteld dat een event ueel positief result aat het gevolg is van c ameratoezic ht.

Ni veau 1 Meting ac ht eraf in het c ameragebied

Ni veau 2 Niveau 1 + een 0-meting vóóraf in het cameragebied Ni veau 3 Niveau 2 + metingen in een cont rolegebied (quasi -

experimentele opzet )

Ni veau 4 Niveau 3 + rek ening houden met s pec ifieke andere factoren die de resultat en van de effectmet ing mogelijk beïnvloeden

Ni veau 5 Niveau 4 + willek eurige toewijz ing van het cameragebied (exp e- rimentele opzet ). Op deze manier worden aut omatisc h alle m o- gelijk e ext erne invloeden uit geschak eld, inc lusief factoren die bij de onderzoek er niet bek end zijn.

Niveau 3 (quasi-ex periment eel design) is de minimale onderzoeks opz et die nodig is om verant woorde c onc lusies t e trekk en over de effectivit eit van c a- merat oezic ht.

Toen de camera's er net hingen in november 2010 heeft DSP -groep in op- drac ht van het st adsdeel een 0-meting uitgevoerd5. Een t weede meting (de 1-met ing: het onderzoek dat voor u ligt ) is in de z omer van 2011 herhaald.

De ont wikk elingen in het c ameragebied van de geregist reerde c riminalit eit (politiec ijfers ) en het slac ht offersc hap en onvei ligheidsgevoelens (uit enquê- tes) worden vergelek en met een cont rolegebied. Ook houden we rek ening met s pecifiek e andere factoren die de resultat en van de effect met ing moge- lijk beïnvloeden. Dat bet ekent dat we uitkomen op niveau 4 van de SMS.

Proces evaluatie – Hoe werk t het?

Om het c ameraproject t e beoordelen kijken we niet alleen naar de ont wikke- ling van de objectieve en subjectieve veiligheid na invoering van de c a- mera's (hoofdstuk 3 en 4), maar ook naar het proc es acht er de schermen (hoofdst uk 5). A ls de c amera's effect hebben gehad op de veiligheid op straat, dan z ou dit moeten blijken uit het feit dat er goed live t oezicht in de toez ichtc ent rale en bij de polit ie wordt gehouden en dat er een adequate reactie volgt als zic h een incident voordoet. Als er veel st rafbare feit en wor- den gec onstat eerd, veel daders worden herk end en veel bewijsmateriaal of andere nutt ige informat ie wordt verz ameld, dan is dat een aanwijzing dat het camerat oez icht goed werkt. Daarmee kan nog st eeds niet onomstot elijk worden b ewez en of c amerat oezicht effect heeft, maar het maakt het wel mogelijk t e bepalen of het aannemelijk is.

Als daarent egen blijkt dat er in de t oezichtc entrale weinig resultat en worden

Noot 4 Farrington et al. (2002), 'The Maryland Scientific Methods Scale', in: Sher man et al. (eds.) Evidence-based crime prevention, Londen: Routledge.

Noot 5 Deze 0- meting is niet helemaal zuiver omdat de camera's zelf al w aren opgehangen. Het systeem w as echter nog niet in gebruik en de informatiebordjes hingen er ook nog niet. Aange- zien mensen camera's nauw elijks actief w aarnemen, maar vooral reageren op de bordjes en op (communicatie over) de reactie die op incidenten w ordt gegeven, beschouw en w e deze meting toch als een redelijke peiling van de veiligheidssituatie vóór invoering van het cameratoezicht.

(15)

geboekt, dan is het niet waarsc hijnlijk dat event uele positieve ontwikkelingen in de objectieve en s ubjectieve veiligheid aan de camera's t e dank en z ijn.

Dat kan allerlei oorzak en hebben, waaronder t echnisc he st oringen, geen goede opvolging van incident en of het niet of weinig gebruiken van beelden voor ops poring.

Er zijn dus t wee onderzoeksmet hoden naast elk aar ingezet: een effect eva- luatie (W erkt het?) en een proc es evaluatie (Hoe werkt het ?). Hieronder staan de informatiebronnen die voor elk van beiden zijn geraadpleegd:

Deel I – Effe cte valuatie Werkt het?

Deel II – Proce sevalua tie Hoe werkt het?

Enquêt es

Veiligheidsindex Politiecijfers

Diept e-interviews professionals

Rapport ages t oezichtc entrale Bezoek t er plaatse

Deel I – Effe cte valuatie

• Enquêtes bewoners, bezoek ers

Er zijn in de z omer van 2011 op straat enquêt es ingevuld door 100 be- zoek ers en 100 bewoners van het cameragebied. Ook in 2010 is een en- quêt e gehouden. Toen vulden 124 bewoners thuis een schrift elijke en- quêt e in en werden 98 bez oek ers op straat bevraagd. Het blijkt dat onder bewoners en bezoek ers dezelfde trends in veiligheid zicht baar zijn. Dat maakt het aannemelijk dat het versc hil in onderz oeksmethode bij de b e- woners (t huis invullen of op st raat ) een beperkt e invloed z al hebben g e- had op de uitkomsten. Hoe groot dez e invloed precies is, kan echt er ni et worden gezegd. Ten t weede blijkt dat de s amenst elling van de steekproef versc hillend is. Bij de 0 -meting deden meer vrouwen dan mannen mee (60% vrouwen versus 40% mannen), t erwijl dit bij de 1 -meting anders om was (60% mannen, 40% vrouwen). Ook het perc e ntage mensen van Ne- derlands e afkomst varieert: bij de 0 -meting was t weederde aut ocht oon, terwijl dit bij de 1-meting eenderde was. Ook dit betek ent dat de uitk om- sten van de enquêt es met enige voorzic htigheid moeten worden geïnt e r- pret eerd.

• Veiligheidsindex

O+S heeft gegevens voor de object ieve en s ubject ieve veiligheidsindex aangeleverd van 2003 t/ m 2011. Daarbij wordt ingezoomd t ot op het laagst mogelijk niveau: de wijk Landlust.

• Politiecijfers

De polit ie heeft informatie aangeleverd over aangiften, meldin gen, inci- dent en en mis drijven van 2006 t/ m medio 2011.

(16)

Deel II – Proce sevalua tie

• Interviews profess ionals

We hebben zes professionals die bij het c amerat oezicht betrokk en zijn ges prok en: t wee beleids ambtenaren van het st adsdeel, de wijkteamc hef en de projectleider camerat oezic ht van het wijkt eam Bos en lommer, de teamleider van de cameratoezic hthouders van Trigion en een beleids - ambtenaar van het openbaar ministerie.

• Rapportages toezichtc entrale

De beelden van de het cameraproject worden uit gek ek en in een t oezicht - cent rale aan het Delflandplein in st adsdeel Nieuw -W est. We hebben de regist raties van het live t oez icht opgevraagd.

• Bezoek ter plaatse

We hebben een kort e schouw gehouden van het cameragebied en de omgeving en de cameraposities bek ek en. B ij dit bez oek hebben we z es ondernemers kort geïnterviewd.

Door de c ombinatie van dez e onderz oeks met hoden wordt alle relevant e informat ie over het cameratoezic htproject in stadsdeel West verzameld.

(17)

2 Beschrijving cameraproject

In sept ember 2010 gaf de burgemeester van A msterdam stads deel A mste r- dam West t oest emming voor c amerat oezic ht in een gebied dat grotendeels in de wijk Landlust en deels in de Geuzenbuurt ligt. In okt ober 2010 liet het stads deel drie camera's plaatsen op de Jan van Galenst raat.

2.1 Aanleiding cameratoezi cht en aantal camera's

In het voorjaar van 2010 was er een st erk e t oename van de jeugdoverlast en -c riminalit eit op de hoek van de Best evaerst raat en in de Jan van Gale n- straat. het ging hierbij met name om vernielingen, auto-inbrak en, fiets en- diefstal, geluidsoverlast en brandstic hting.

Bij de rot izaak Ram's Roti W est, gelegen aan de Jan van Galenstraat, we r- den begin mei de ramen ingegooid en een brandende scooter t egen de z aak geplaatst. Naar aanleiding van dit incident werd een bijeenk omst georgani- seerd met veront ruste ondernemers. Ook de burgemeester was hier aanwe- zig en deze z egde camerat oezic ht t oe in de straat. Het doel van deze ext ra maatregel was het terugdringen van de overlast en het verbet eren van de veiligheid en leefbaarheid.

Cam erat oez icht gebied

Uit angst voor verplaatsing van overlast naar andere plekken, is bes lot en een grot er c ameratoezic htgebied t e s elect eren, dan alleen de plekk en waar de overlast en criminaliteit zich c oncent reerden. Bij verplaatsing van pro- blemen k onden de c amera's dan worden verplaatst zonder opnieuw to e- stemming aan de burgemeester te hoeven vragen. Het aangewezen c am e- rat oezic htgebied wordt begrens d door vier k ruis ingen:

• Admiraal de Ruyterweg en De Rijpgracht

• De Rijpgracht en Willem de Zwijgerlaan

• Willem de Zwijgerlaan en Jan van Galenstraat

• Jan van Galenstraat en Admiraal de Ruyterweg

De drie camera's zijn opgehangen in okt ober 2010 in het zuidelijke deel van dit gebied, zoals onderst aande kaart laat zien. Naar aanleiding van de ver- plaatsing van jeugdoverlast is i n het voorjaar van 2011 de camera die st ond op de hoek van de Jan van Galenstraat en de Willem de Zwijgerlaan ve r- plaatst naar het k ruispunt van de B est evaerstraat en de Rijpst raat. De z war- te lijn t oont de grens van het aangewezen gebied en de drie kleine rode cirkels onderin t onen de c ameraloc aties.

(18)

Tec hniek

De drie domec amera's zijn op afst and t e best uren (draaien en inz oomen).

De beelden worden draadloos verz onden naar de t oezic htc ent rale aan het Delflandplein en naar het bureau van het wijk t eam B os en Lommer. Op bei- de plekk en k an live meegekek en worden. De beelden worden z even dagen opgeslagen op een s erver in het politiebureau. Op dat bureau k unnen de opgenomen beelden ook door de polit ie t eruggek ek en worden voor ops po- rings doeleinden. Ramen van woningen worden digit aal via 'privacy blokk en' zwart gemaakt. B ij weinig licht (schemering en 's nac hts) sc hak elt het beeld aut omatisc h van kleur naar z wart -wit, omdat hierdoor de lic ht gevoeligheid van de camera verbet ert en er dus ook in het donk er no g iets k an worden gez ien. Als er voldoende lic ht is verdient een kleurencamera echt er de voo r- keur, omdat s ignalement en van pers onen dan bet er t e geven zijn.

2.2 Doel stellingen

Bij de st art van het cameraproject zijn in het Plan van Aanpak – Flexibel ca- merat oezicht stadsdeel West (december 2010) van het stadsdeel drie hoofd- doelst ellingen en veertien s ubdoelstellingen geformuleerd.

Hoof ddoelstellingen

Het verbeteren van de objectieve en subjectieve veiligheid.

Deze hoofddoelstelling is als volgt uitgewerkt in indicatoren en informatiebron- nen:

• In 2011 is de objectieve veiligheidsindex voor de Geuz enbuurt en Land- lust verbeterd ten opzic ht e van 2010.

• In 2011 is het slachtoffersc hap van bewoners en bez oek ers van het cameragebied verbet erd t en opzic ht e van 2010.

• In 2011 voelen bewoners en bezoekers zich minder vaak onveilig dan in 2010.

Subdoelstellingen

(19)

a) preventie

• camera’s voorkomen criminaliteit en overlast - ze hebben door hun aan- wezigheid een positief effect op het gedrag van calculerende plegers van criminaliteit en veroorzakers van overlast.

• van de bewoners en bezoekers van het gebied weet 75% dat er camera- toezicht is.

b) effectievere en efficiëntere inzet politie en toezichthouders:

• met behulp van live cameratoezicht, kan de inzet van politie en andere handhavers en toezichthouders effectiever en efficiënter worden.

c) opsporing achteraf:

• opgenomen beelden worden achteraf door de politie gebruikt als bewijs- materiaal in het kader van opsporingsonderzoeken.

• het aantal sepots bij gebrek aan bewijs (sepots02) in het cameratoezicht- gebied daalt met 10%.6

• bij incidenten die a) zijn waargenomen en geregistreerd door camerato e- zicht en b) die leiden tot een strafzaak wordt in 50% van de gevallen beeldmateriaal veilig gesteld en ter beschikking gesteld.

• de beelden van incidenten die live door de toezichthouders worden waargenomen zijn voor 75% bruikbaar voor opsporingsdoeleinden.

• bij incidenten binnen het bereik van de camera's die niet live zijn waarg e- nomen, maar waarvan een aangifte achteraf (binnen ze ven dagen na het incident) wordt gedaan, vraagt de politie in 75% van de gevallen beelden op ten behoeve van opsporing.

d) verbetering informatiepositie:

• cameratoezicht leidt tot een betere informatiepositie voor gemeente en politie waardoor problemen bet er kunnen worden aangepakt.

e) snelle storingsafhandeling:

• Storingen worden verholpen binnen de met de leverancier overeengeko- men hersteltijd van 48 uur.

f) Camera's zijn snel verplaatsbaar

• Verplaatsingen van camera's vinden plaats binnen de met de leverancier overeengekomen tijdsduur van 24 uur.

g) Live toezicht

• Tijdens live toezicht worden alle geweldsincidenten die worden waarge- nomen door de observanten geregistreerd en doorgegeven aan de poli- tie.

• Van alle aan de politie gemelde incidenten, waarvan vooraf is bepaald dat de politie in actie moet komen, wordt in 80% ook daadwerkelijk o p- volging door de politie ter plaatse gegeven.

• Van alle inzetten die politie doet naar aanleiding van meldingen van live camerat oezicht, is de politie in 75 % van de gevallen binnen 10 minuten ter plaatse.

Noot 6 Cameratoezicht kan ook zorgen voor toename sepots: aan de hand van beelden kunnen verdachten uitgesloten w orden van het plegen van een delict. Bij dit punt gaat het erom dat het totaal aantal sepots daalt.

(20)

2.3 Breed pakket maatregelen

Camerat oez icht mag alleen worden ingezet als andere minder ingrijpende maatregelen onvoldoende effect hebben gehad. Dat bet ekent dat c amera- toez icht altijd als onderdeel van een brede r pakk et aan maatregelen wordt ingez et. Ook in st ads deel W est zijn de c amera's niet de enige maatregel:

• Extra politie

De wijkt eams Bos en Lommerplein en S urinameplein, waar het c amera- gebied in ligt, hebben van s ept ember 2010 t ot en met februari 2011 extra mankrac ht ingez et. Vier avonden per week werden vier bik ers ingezet.

De inz et werd bepaald door de moment en waaro p de meest e aangift en en meldingen binnenk wam en. V erder wordt zeven dagen per week de 'roofrout e' door het gebied gereden door de politie.

• Straatc oac hes

Er lopen drie k oppels st raatcoac hes in de Geuzenbuurt van maandag t/ m zaterdag van 15:00-24: 00 uur.

• Gezinsbez oek en

Naar aanleiding van signalen van de st raatc oac hes en van politie leggen gez ins bezoekers huisbez oek en af bij de ouders van kinderen die voor overlast zorgen op straat.

• Task -Forc e

Er is een Task -Force van st adsdeel, politie en openbaar ministerie opge- ric ht waarbij de directie Openbare Orde en Veiligheid onderst euning biedt aan het st adsdeel. Dez e Task -Forc e k omt wekel ijks bijeen om t e zorgen dat alle bij veiligheid bet rokk en partijen optimaal samenwerken. Divers e acties zijn in gang gez et, onder andere het aanbieden van collectieve be- veiliging en het inz etten van het Jeugd P reventie Team. Het plan van de Task -Forc e is inmiddels uit gevoe rd en de Task-Forc e is opgeheven.

• Plan van Aanpak Veilige wink elgebieden

Het stadsdeel heeft een plan van aanpak V eilige Winkelgebieden opge- steld en in werking gez et. Er is ondermeer een gebiedsscan gehouden, winkels hebben een veiligheidsscan gehad en er is ext ra t oezicht gehou- den.

• Ondernemersvereniging

Eind 2010 is een ondernemers vereniging in de Jan van Galenstraat opge- richt.

Naast deze s pec ifiek e aanpak voor de t wee buurten worden er ook st ads - deelbrede maat regelen genomen:

• Jeugd- en veiligheidsbeleid: Groepsaanpak jeugd

In 2004 is de groepsaanpak jeugd gestart. Hierbij worden de groepen jong e- ren in West in kaart gebracht en in drie groepen onderverdeeld: overlastg e- vend, hinderlijk en crimineel. In 2009 is de Chasségroep uit de Geuzenbuurt als priorit eit aangewezen met het predicaat crimineel. De Bestevaergroep heeft het predicaat hinderlijk. Stadsdeel, politie en OM stellen per jeugd- groep een plan van aanpak op die bestaat uit groepsgerichte interventies (jongerenwerk, toezicht etc.), domeingerichte interventies (fysieke aanpas- singen, bewonersbijeenkomsten) en persoons - en gezinsgerichte maat rege- len (opsporing, strafrechtelijke vervolging, hulpverlening, toeleiding naar werk/school).

• Preventief fouilleren

Sinds oktober 2010 is een gedeelte van stadsdeel West aangewezen als veiligheidsrisicogebied. Het gedeelte van de Jan van Galenstraat dat in het

(21)

camerat oezichtgebied valt maakt deel uit van dit veiligheidsrisicogebied. Dat betekent dat hier preventief gefouilleerd mag worden.

Uit dit overzic ht blijkt dat er divers e maat regelen tegelijk ertijd zijn ingez et.

Als de veiligheid (objectief en s ubjectief) in het gebied verbet ert, bet ekent dit dus niet aut omatisc h dat dit aan de c amera's t e danken is. Om c aus ale uit - sprak en t e k unnen doen, moet worden onderz oc ht op welke wijze de ca- mera's precies hebben bijgedragen aan de best rijding van c riminalit eit en overlast en hoe zic h dat verhoudt t ot de andere maat regelen (zie paragraaf 1.2).

2.4 Projectorgani sa tie

Het stadsdeel is eigenaar van het camerasysteem en op drac htgever van de camerat oez icht houders. De politie heeft c onform de Gemeentewet en het Amsterdamse beleidsk ader c amerat oez icht de operationele regie. Hiervoor is eenmaal per week t elefonisch c ont act t ussen de projectleider van de pol i- tie en de teamleider van de t oez ichtc entrale. S poradisch geeft de politie specifiek e z aken door aan de t oezic ht houders.

Eens per twee maanden is er overleg t uss en het stadsdeel en de polit ie over het c amerat oezic ht. Trigion sluit daar op verz oek soms bij aan. Bij dit over- leg wordt tot nu t oe vooral ges prok en over de tec hnische werk ing van het systeem.

2.5 Koste n

De kost en van het c amerat oez icht vallen uiteen in inc identele (eenmalige) en st ructurele (jaarlijks t erugkerende) post en:

Incident eel

• aansc haf c amerasysteem 61. 000, -

• stroomvoorz iening 13. 500, -

• bebording 2.300,-

• verplaatsing c amera in 2011 10. 000, -

• vervangen monitor wijkteam 8.000,- Subtotaal inci denteel € 94.800,-

Structureel vanaf 2011

• onderhoud 2.000, -

• live toez icht 32. 500, -

Subtotaal structureel 34. 500, -

Totale kosten (2010 en 2011) € 129.300,-

In dit bedrag zijn de pers oneelsk osten van het st adsdeel (projectleiding, evaluatie en begeleiding van de t oezic ht houders ) en de politie (dagelijks toez icht, ops poring acht eraf) niet meegeteld.

(22)

Deel I Effectevaluatie

(23)

3 Ontwikkeling objectieve veiligheid

Twee van de drie hoofddoelstellingen van het c amerat oezicht hebben be- trekking op de objectieve veiligheid:

• In 2011 is de objectieve veiligheidsindex voor de Geuzenbuurt7 en Landlust verbeterd ten opzichte van 2010.

• In 2011 is het slachtofferschap van bewoners en bezoekers van het cameragebied verbeterd ten opzichte van 2010.

In de doelst ellingen die door het stads deel z ijn vast gest eld is de gemeent e- lijke objectieve veiligheidsindex als indic ator gek oz en. Deze wordt dan ook bes prok en. Helaas is de index niet besc hik baar tot op het niveau van de combinatie van st raten waar de c amera's hangen. Daarom worden naast de veiligheidsindex nog t wee andere informatiebronnen gepres enteerd die wel precies over de st rat en met camera's gaan: politieregist raties en een slacht - offerenquêt e onder bewoners en bez oek ers.

3.1 Veiligheidsi ndex

De gemeent elijke veiligheidsindex voor de objectieve veiligheid wordt sinds 2003 berek end voor heel Amst erdam, voor de stadsdelen en voor buurt en binnen elk stadsdeel8. De objectieve index is gebas eerd op geregist reerde aangift en (politiecijfers ) en s lac ht offerschap (enquêt es onder bewoners ). De veiligheidsindex kan maximaal inzoomen tot op het niveau van de wijk Land- lust/Slot erdijk. E en verdere t oes pitsing op alleen de st raten waar de c am e- ra’s hangen is niet mogelijk, omdat daar niet genoeg mensen zijn onder- vraagd om st atistisc h bet rouwbare uitspraken t e kunnen doen.

Noot 7 In dit onderzoek is ervoor gekozen de veiligheidsindex voor de Geuzenbuurt buiten

beschouw ing te laten. Er valt s lechts een heel klein gedeelte van het cameragebied, te w eten de zuidzijde van de Jan van Galenstraat tussen de Adm. de Ruijterw eg en de W. de Zw ijger- laan, in deze buurt. De cijfers van de veiligheids index van deze buurt zeggen daarom zeer w einig over het cameragebied.

Noot 8 Zie voor de index: http://w ww .eenveiligamsterdam.nl/cijfers_leefbaarheid/ .

(24)

De w ijk Landlust/Sloterdijk w aar de veiligheidsindex betrekking op heeft

In de grafiek hieronder wordt de ont wikk eling van 2003 tot april 2011 van de objecti eve veiligheidsindex voor de wijk Landlust/S lot erdijk weergegeven.

Ter vergelijking zijn ook de indexcijfers opgenomen van st adsdeel West en de gemeent e Amst erdam als geheel. Hoe lager de sc ore, hoe grot er de ob- jectieve veiligheid.

Figuur 3. 1 Objectieve veiligheidsindex Landlust/Sloterdijk, St adsdeel West en Amsterdam, 2003 – 20119

60 70 80 90 100

2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 apr-11

Landlust/Sloterdijk

West

Amsterdam

Noot 9 De cijfers voor 2011 zijn berekend tot en met apr il 2011.

(25)

De objectieve veiligheid was in Landlust/Sloterdijk t ot 2008 beter dan in stads deel West en A msterdam. Ondanks sc hommelingen per jaar is de a l- gemene trend positief. V ergeleken met st ads deel W est en A msterdam als geheel is sinds 2009 echt er sprake van een relatieve verslec ht ering. Dit is niet veranderd sinds het moment dat de c amera's zijn geïnst alleerd in okt o- ber 2010. Maar al met al is dus wel s prak e van een verbetering van de o b- jectieve veiligheid tuss en 2009 en 2011.

In hoeverre is de verbetering tuss en 2009 en 2011 t e danken aan het cam e- rat oezic ht? Op basis van de veiligheidsindex k unnen daar geen harde ui t - sprak en over worden gedaan en wel om drie redenen:

• Ten eerste heeft de veiligheidsindex betrekking op een veel groter gebied dan alleen de straten met c amera’s. De index is niet besc hik baar voor het ex acte c ameragebied. Dat betek ent dat zic h 'onder de oppervlakte' van deze cijfers allerlei ont wikk elingen kunnen hebben voorgedaan die onz icht baar blijven.

• Ten tweede blijkt dat de veiligheid niet alleen in de wijk Lan d-

lust/Slot erdijk is verbet erd, maar ook in stads deel W est en A msterdam.

Het is op bas is van dez e cijfers onmogelijk te z eggen in hoeverre de wijk heeft 'meegelift ' op deze bredere positieve t rend.

• Ten derde zien we dat de objectieve veiligheid al beter werd voordat het cameraproject van st art ging in 2010. De c amera’s k unnen hebben bijge- dragen aan de positieve ont wikk eling na 2008, maar ze k unnen niet de enige verklaring z ijn voor de ve rbetering t uss en 2008 en 2011.

Kortom: de objectieve veiligheid in de wijk Landlust/Slot erdijk laat de laatste twee jaar een positieve ont wikk eling z ien. De vraag in hoeverre dit aan de camera’s te dank en is k an ec hter niet worden beantwoord op basis van de index, omdat daarvoor dieper moet worden ingez oomd.

3.2 Objectieve veiligheid vol gens poli tiecij fers

Een tweede bron van informat ie over de objectieve veiligheid zijn de door de politie geregist reerde c riminaliteitscijfers. De politie heeft voor alle st raten met c amera's het aant al aangift en, incident en, meldingen en misdrijven voor een aant al incidentty pen aangeleverd. Omdat niet verwac ht mag worden dat camerat oez icht effect heeft op alle vormen van criminalit eit (denk aan huis e- lijk geweld en burenruzies ) is een s electie gemaakt van een aant al incident - typen waarvan redelijkerwijs wél verwac ht mag worden dat c amerat oezic ht daar effect op k an hebben:

• Zakk enrollerij

• Straatroof

• Diefstal van fiets, bromfiets, snorfiets

• Diefstal (ook braak ) uit/vanaf personenauto

• Inbraak woning, bedrijf, k antoor (met of z onder braak )

• Vernielingen van/aan auto's, gebouwen, overige objecten

• Vandalis me, baldadigheid

• Openlijk e geweldpleging tegen goederen of personen

• Mishandeling

• Vechtpartij

• Steekpartij

• Jeugdoverlast

• Drank - en drugsgebruik openlijk en/of hinderlijk

• Verkoop van nepdope

(26)

Deze lijst is niet uit puttend, maar geeft wel een goede indic atie van de ont- wikk elingen in de object ieve criminalit eit voor z over die iets t e mak en k an hebben met c amerat oezicht.

Het aantal meldingen van jeugdoverlast in de strat en met c amerat oezic ht blijkt vergelek en met het aantal aangift en en incident en z eer k lein t e zijn:

zo'n tien tot t wintig overlastmeldingen per jaar. Ze beïnvloeden de t otale hoeveelheid geregistreerde inc identen daardoor nauwelijks en zijn om die reden niet in onderst aande grafiek meegenomen. In de bijlage worden wel alle gedetailleerde grafiek en gepres ent eerd.

Figuur 3. 2 Polit ieregistraties voor ges electeerde incidentty pen (aantal aangift en en incident en10) in de st raten met c amera's11 en omliggende strat en, 2009 - 2011

Uit bovenstaande grafiek blijkt dat het aant al geregist reerde inc identen in de strat en met cameratoezic ht is t oegenomen in 2010 en 2011. In de st raten zonder c amera's is het aantal geregist reerde incident en ook gest egen t us- sen 2009 en 2010, maar ver volgens afgenomen tuss en 2010 en 2011. Er kunnen t wee conclusies worden get rokken op bas is van dez e grafiek.

Geregistreerde criminalit eit is gest egen

De grafiek laat zien dat het aant al aangift en en incidente n in de st raten met camera's is t oegenomen in 2010 en 2011. Bet ek ent dit dat c amerat oezic ht leidt tot een st ijging van de criminalit eit ? Dat is onwaarschijnlijk. Ten eerste zien we dat ook tuss en 2009 en 2010 s prak e was van een stijging en toen hingen de c amera's er nog niet. Maar hoe zit het dan met de stijging tuss en 2010 en 2011? Hebben de c amera's geleid t ot een verder doorstijgen van

Noot 10 Bij het aantal aangiften en incidenten moeten tw ee kanttekeningen geplaatst w orden. Ten eerste w ordt niet van alle incidenten die in w erkelijkheid gebeuren een registratie of aangifte gedaan. Het is dus een onderschatting van de w erkelijke hoeveelheid criminaliteit. De tw eede kanttekening gaat over het optellen van beide aantallen. De categor ieën kennen namelijk een overlap: van de incidenten die de polit ie registreert kan ( later) ook aangifte w orden gedaan.

Deze overlap is er echter elk jaar in ongeveer gelijke mate en daarom kan de figuur w el goed gebruikt w orden om het verloop van het totaal aan aangiften en incidenten in beeld te brengen.

Deze figuur is uitdrukkelijk niet bedoeld als overzicht van de absolute hoeveelheid criminaliteit.

Noot 11 Een camerapositie is tussentijds veranderd. Dit is in deze cijfers meegenomen.

(27)

de geregist reerde c riminalit eit ? Uit onderz oek onder slac htoffers is bek end dat slec hts een derde van alle delict en wordt aangegeven12. Er zit dus een groot versc hil t ussen wat de politie registreert en wat er in werkelijk heid g e- beurt. Als er meer aangiften binnenkomen hoeft dit dus niet altijd te betek e- nen dat er meer c riminalit eit wordt gepleegd. Het zou k unnen dat burgers eerder aangift e doen als ergens camera's hangen, bijvoorbeeld omdat z e denk en dat er bewijsmateriaal is. Ook is het mogelijk dat de politie extra aandac ht best eedt aan het gebied en daardoor z elf meer incident en regi- streert. In beide geval len z al het aant al regist raties toenemen, z onder dat de criminalit eit z elf hoeft t e veranderen13. Hier k unnen geen harde uitspraken over worden gedaan z onder aanvullend onderz oek, maar het is een mogeli j- ke verklaring voor de c ontra -intuït ieve uitkomst. In elk geval is het niet z o dat de geregist reerde c riminaliteit in het cameragebied is gedaald sinds de start van het cameraproject.

Mogelijk e verplaatsing

Velen denk en dat c amerat oezicht t ot verplaats ing van problemen leidt, om- dat daders eenvoudig een straat verder k unnen lopen om buit en beeld hun slag te slaan. Dit fenomeen zien we niet in de geregist reerde c riminaliteit rondom de Jan van Galenstraat. Sterk er nog: het aantal aangiften en inc i- dent en in de strat en mét c amera's stijgt, t erwijl dit aant al in de omliggende strat en juist daalt. E r zijn dus geen aanwijzingen dat de problemen zic h hebben verplaatst.

Deze uitk omst wordt bevestigd door ander onderz oek naar c amerat oez icht.

De meest e vormen van c riminaliteit en overlast blijk en zic h niet of nauwelijks naar andere plekk en te verplaats en als gevolg van c amerat oezicht. Dat heeft t e maken met het feit dat een groot deel van de c riminalit eit en ove r- last niet wordt veroorzaakt door rationele daders die vooraf rek ening houden met risic o's en dus ook niet met c amerat oez icht. V e el criminalit eit en over- last wordt gepleegd door impulsieve daders, bijvoorbeeld onder invloed van drank, drugs of hevige emoties. Dez e daders z ullen zic h niet verplaats en als gevolg van c amerat oezicht. Maar ook rat ionele daders verplaatsen zic h niet altijd. Zij hebben vaak een voork eur voor een gebied dat z e goed k ennen, omdat verandering van loc atie nieuwe risic o's met zic h meebrengt. Daarom is verplaatsing, z elfs áls dez e zic h al voordoet, bijna nooit volledig en is het nett ores ult aat vrijwel alt ijd positief.

Het is zelfs mogelijk dat camera's niet leiden t ot verplaatsing, maar t ot het tegenovergest elde: een positieve uitst raling in een gebied dat grot er is dan het gebied dat 'in beeld' is. De reden hiervoor is dat daders vaak niet pr e- cies wet en waar het c amerat oez icht precies ophoudt. Internat ionaal onde r- zoek laat in elk geval zien dat cameratoezic ht eerder zal leiden tot positieve uitst raling dan t ot verplaatsing van problemen14.

Dat wil overigens niet zeggen dat c amerat oezicht alt ijd t ot pos itieve uitst ra- ling leidt. Ten eerst e hebben c amera´s zoals gezegd alleen maar effect op rat ionele of c alc ulerende daders, t erwijl er ook veel impulsieve daders zijn.

Impulsieve daders houden geen rek ening met de risic o's en dus ook niet

Noot 12 CBS en Ministerie van Veiligheid en Justitie (2011), Integrale Veiligheidsmonitor 2010, Landelijke rapportage, Den Haag/Heerlen.

Noot 13 Overigens zijn er ook onderzoekers die denken dat burgers juist minder snel aangifte doen als er camera's hangen, omdat zij denken dat de politie het zelf w el heeft gezien. Dit zal echter voornamelijk gelden voor zaken als drugshandel, jeugdoverlast en vernielingen, maar niet voor diefstal of inbraak w aar men vaak aangifte van doet omdat een aangifte nodig is als bew ijs voor de verzekering.

Noot 14 M. Gill (2003), CCTV, Leicester: University Press.

(28)

met c amerat oez icht. Zij z ullen z ich niet verplaats en. Ten t weede z ullen c a- mera's, indien er sprake is van calculerende daders, alleen effect hebben als zij weten dat er camera's hangen en als ze geloven dat de camera´s effectief zijn. A ls aan één van beide voorwaarden niet is voldaan, z al came- rat oezic ht geen effect op hun gedrag hebben. In dat geval leidt camerat oe- zicht niet t ot een daling van de criminalit eit, maar ook niet t ot verplaatsing naar andere strat en.

Volgens st ads deel en politie heeft er wel degelijk verplaatsing van, met n a- me, jeugdoverlast plaats gevonden. Groepen jongeren z ijn op andere plek- ken z onder camera's gaan st aan. Op die plekken nam het aant al meldingen van ondernemers toe. Daarom is er ook een c amera verplaatst.

Concluderend k an gesteld worden dat de geregist reerd e c riminalit eit sinds de k omst van de camera's is gest egen in het c ameragebied, maar dat dit kan k omen doordat het gat t uss en de geregist reerde c riminaliteit en de wer- kelijk e c riminalit eit kleiner is geworden. Het hoeft niet t e bet ekenen dat het ook daadwerk elijk onveiliger is geworden. Ten t weede geven de c ijfers over de geregist reerde c riminalit eit geen aanwijz ing dat de problemen zic h he b- ben verplaatst naar st raten zonder c amera's. V olgens politie en st ads deel heeft er wel een duidelijke verplaatsing van jeugdoverlast plaatsgevonden.

Het grote nadeel van politiecijfers is dat z e gebas eerd zijn op geregist reerde criminalit eit en dat is maar c irc a een derde van de t otale hoeveelheid c rim i- naliteit en overlast. Daarom zijn enquêt es een bet ere bron van informatie over wat er werk elijk gebeurt.

3.4 Objectieve veiligheid vol gens enquê te

De derde informat iebron voor de objectieve veiligheid in de cameragebieden zijn enquêt es die zijn gehouden onder bewoners en bez oekers. Daarin is gevraagd of men z elf het slac htoffer is geworden van criminalit eit of ove r- last. Eind 2010 is hiervoor een 0 -meting gehouden en in de zomer van 2011 een 1-met ing, waardoor we een vergelijking k unnen maken t ussen de sit u a- tie vóór en na de invoering van cameratoezic ht.

Tabel 3. 1 Feit elijke c riminaliteit en overlast: bent u in de afgelopen 12 maanden slacht offer geworden van c riminaliteit of overlast ? (% slac ht offers )

2010 2011

Bew oners 35% 13%

Bezoekers 23% 2%

Gemiddeld 30% 8%

Het percent age slacht offers onder zowel bewoners als bez oekers is st erk gedaald sinds de invoering van het c amerat oezicht in 2010. In de bijlagen staat een t abel met het aant al slacht offers per incidentty pe.

Van de zes ondernemers in het gebied waar wij mee spraken is er één het slacht offer geworden van di efst al uit de winkel. De andere ondernemers zijn zelf nooit slac htoffer geworden van c riminaliteit, maar k ennen de verhalen van anderen hierover wel. E én van hen gaf aan dat vooral de overvallen die zijn gepleegd een grot e impact hebben gehad.

(29)

Hoewel de enquêtes en de ges prekk en met ondernemers alleen z ijn geho u- den in het c ameragebied z elf, kan niet worden gec oncludeerd of de verbet e- ring van de veiligheid door de c amera's of door iets anders is veroorz aakt.

Gezien het grot e aant al andere maatregelen dat is getroffen in het gebied is het niet aannemelijk dat het alleen de c amera's waren die het verschil he b- ben gemaakt. Dit wordt ook bevestigd door de proc esevaluat ie die in het tweede deel van dit rapport wordt bes prok en.

3.5 Objectieve veiligheid: m oeilijk meetbaar

In dit hoofdst uk zijn drie versc hillende informatiebronnen voor de objectieve veiligheid gepresent eerd. Geen van de bronnen is perfect.

De gemeent elijke veiligheidsindex geeft een zeer goed beeld van de ont wik - keling van de objectieve veiligheid sinds 2003. Helaas k an met de index niet worden ingezoomd op alleen het cameragebied; de index is alleen beschi k- baar voor het veel grotere gebied waar z owel strat en met als st rat en zonder camera's in vallen.

Polit iest atistieken hebben als voordeel boven de index dat dez e wel per straat k unnen worden opgevraagd, waardoor het mogelijk wordt om alleen het gebied dat 'in beeld' is t e onderz oek en. Maar politiecijfers hebben een ander groot nadeel: ze gaan alleen over incident en die geregist reerd wo r- den. Uit het meest rec ente landelijk onderz oek blijkt dat slec hts 35 proc ent van alle delict en wordt gemeld bij de politie. Politiestat istiek en geven dus een ondersc hatting van de werk elijk e c riminalit eit en alleen delicten die de moeit e waard zijn om t e melden of aan t e geven worden geregist reerd. Su b- jectieve problemen zoals overlast en onveiligheids gevoelens k omen nauw e- lijks voor in politieregist raties. Politiecijfers k unnen dan ook stijgen of dalen zonder dat dit hoeft te betek enen dat de veiligheid verandert: het k an ook een regist ratie-effect zijn.

Enquêt es onder bewoners en bezoekers, t en s lott e, geven wel een goed beeld van alle aspect en van veiligheid, inclusief overlast en onveiligheids ge- voelens en zijn ook alleen afk omstig uit de st raten met c amerat oez icht , maar hebben eigen nadelen. Ten eerst e zijn ze gebas eerd op z elfrapport age, waardoor ze gevoelig zijn voor geheugeneffect en en kunnen worden beïn- vloed door de opvattingen van de ondervraagde. Daarnaast zijn z e geb a- seerd op een st eek proef uit de hele populatie waardoor ze onbet rouwbaa r- heids marges k ennen.

Kortom: geen enkele informat iebron is perfect. In hoofdst uk vijf z ullen we nader inz oomen op de res ult at en die acht er de (beeld)sc hermen zijn be- haald, om t e onderz oek en in hoeverre het aannemelijk is dat het a an de camera's te dank en is dat de objectieve veiligheid in het cameragebied is verbeterd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de afgelopen jaren zijn er door alle betrokken partijen (stadsdeel, politie, zorginstellingen) veel maatregelen getroffen om deze overlast terug te drin- gen en de camera's

De vraag of camerabeelden vanaf ambulances een bijdrage kunnen leveren aan de opsporing, vervol- ging en veroordeling van daders van agressie en geweld, kan niet worden beantwoord

De vraag of cameratoezicht in Zuidoost heeft geleid tot minder criminaliteit en overlast en tot een groter gevoel van veiligheid op straat, kan op basis van deze evaluatie niet

Voor deze evaluatie zijn gesprekken gevoerd met tien experts (gemeente, politie, leve- rancier, observanten, toezichthouders), is een bezoek gebracht aan de toe- zichtcentrale

hoe goed werkt het live toezicht, hoeveel incidenten zijn waargenomen, hoe vaak zijn opgenomen beelden gebruikt voor opsporing en hoe verloopt de onderlinge samenwerking

Om dit enigszins te compenseren zijn ook vragen gesteld over de ontwikkelingen in de afgelopen twee jaren (“Is het veiliger of onveiliger geworden?”). Dergelij- ke vragen geven

Om te voorkomen dat beelden van camera’s door anderen kunnen worden onderschept, moeten de verbindingen tussen de camera’s en de toezicht- centrale waar de beelden worden bekeken

In Amsterdam is de sluiting anders georganiseerd: de zone werd hier ei- genlijk vrij snel na het besluit gesloten, maar de gemeenteraad kreeg het voor elkaar dat de voorzieningen op