Dierentuin
Woordenlijst
Deze woorden vormen de basis van het thema. In verhalen en/of woordenschatactiviteiten hebben ze een plaats gekregen.
de aap achteraan de afstand de alpaca het applaus de beer de bever de boerderij de bok de boomstam bulderen
de brokken (droogvoer) de dolfijn
doorlopen de eekhoorn de egel het everzwijn de ezel genieten de giraffe glibberig de haai herkennen het hol het hooi de ijsvogel de ingang het insect de kaart de kameel de kameleon
de kanarie de kangoeroe knabbelen de kooi de krokodil de lama de leeuw links de marmot meekomen het meer de modder de muis de neusbeer de neushoorn het nijlpaard de Noordpool de oceaan de oehoe de olifant opschieten opzoeken overheen (plaats) het pad (weg) de papegaai de pinguïn de plattegrond het prairiehondje rechtdoor rechts de richting
de rots de schildpad schrokken de slang de stal staren het stro de struisvogel tegenover de tijger de uil de uitgang verdergaan verderop verdwalen
vers voer (vlees of vis) de vijver
de vis de vlinder het voer voeren vooraan voorbij (plaats) de vos
de walrus de waterkant de ijsbeer de zebra de zeehond de Zuidpool
66 Dierentuin