Woordenlijst
Deze woorden vormen de basis van dit thema. In verhalen en/of woordenschatactiviteiten hebben ze een plaats gekregen.
afzakken de appelboom de bezem de bij blauw de bloembol de bloempot de blouse het boeket de brievenbus de broek de broekspijp de centimeter het dekbed dicht het ei het eitje geel de gieter groeien groen de hanger heet het hemd de hyacint het jong de jurk de kievit de kip knellen de kniekous
het kompas kort (korter, kortst) de korte broek de kraag
krap (krapper, krapst) krimpen
de krokus het kuiken kwispelen
lang (langer, langst) de maat
de maillot mopperen de narcis (op)vouwen oranje de overgooier het overhemd paars
de paniek passen de perenboom de picknick de pofmouw puffen
het regenwater het riet de rok rood roze de rups
het schepnet de schors het shirt de sloot de sok de steel stikken strijken het T-shirt de tuinslang de tulp
het vergrootglas de verrekijker de vlinder het voorjaar (te) warm de (was)knijper de waslijn de wasmachine de wasmand de waterkant de weide
wijd (wijder, wijdst) de worm
het zaad zaaien de zaklamp het zakmes de zomerjas
66 Lente
560033_Kleuterplein_Lente.indb 66 12-11-14 13:39