RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE
EDUCATIE
peutergroep Kibeo Emil Sandströmweg Zierikzee
Plaats : Zierikzee
LRKP nummer : 227297222
Onderzoeksnummer : 290088
Datum onderzoek : 4 oktober 2016 Datum vaststelling : 12 december 2016
1 INLEIDING . . . 5
2 BEVINDINGEN . . . 7
3 CONCLUSIE. . . 11
4 REACTIE VAN DE HOUDER . . . 13
BIJLAGE 1 OORDELEN . . . 15
INHOUDSOPGAVE
Op 4 oktober 2016 heeft de inspectie peutergroep Kibeo Emil Sandströmweg onderzocht. Het onderzoek is uitgevoerd vanwege het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs op de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve). Peutergroep Kibeo Emil Sandströmweg is opgenomen in een steekproef waarbij we gegevens verzamelen over de kwaliteit van de voorschoolse educatie ten behoeve van de jaarlijkse rapportage "De staat van het onderwijs".
Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie beoordeeld met een set indicatoren, waarmee zij overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de vve-locaties op belangrijke onderdelen vve van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op:
• De voorwaarden voor vve
• De ouders
• De kwaliteit van de educatie
◦ Het vve-programma, zoals dat wordt aangeboden
◦ Het pedagogisch klimaat
◦ Het educatief handelen
• De ontwikkeling, zorg en begeleiding
• De kwaliteitszorg
• De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool
• De resultaten van vve
Het onderzoek bestond uit een vve-locatiebezoek, waarbij:
• Documenten over planning, begeleiding en zorg zijn bestudeerd;
• enkele groepsobservaties zijn uitgevoerd. Deze vve-bezoeken vonden plaats in twee groepen;
• gesprekken met de pedagogisch medewerkers, de unitmanager, de pedagogisch specialist, ouders en een vertegenwoordiging van de houder zijn gevoerd.
INLEIDING 1
Onderzoeksopzet
De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader vve 2010 en de werkinstructie toezichtkader voor- en vroegschoolse educatie, maart 2014. Dit document is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.
In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. In hoofdstuk 4 wordt de houder van de kinderopvanglocatie uitgenodigd om kort te reflecteren op de bevindingen van de inspectie en zo mogelijk aan te geven welke kwaliteitsontwikkelingen hieraan verbonden worden. Bijlage 1 van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover.
Toezichtkader
Opbouw rapport
Uit het overzicht in bijlage 1 valt op te maken dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op alle aspecten op orde is.
Totaalbeeld
De kwaliteit van vve op peutergroep Kibeo Emil Sandströmweg is over de hele linie als tenminste voldoende gewaardeerd.
Het team op de locatie is voortdurend in ontwikkeling. Zo is er afgelopen jaar veel tijd gestoken in ontwikkeltassen die de ouders moeten stimuleren om thuis activiteiten met de kinderen te doen. De volgende stap is een vve-scan die door de houder wordt ontwikkeld om de eigen kwaliteit op de locaties te bewaken.
De pedagogisch medewerkers zijn sterk in hun responsieve houding en zorgen voor een rustige en respectvolle sfeer in de groepen. Tussen de twee groepen met vve-kinderen is onderling veel collegiale uitwisseling. Pedagogisch medewerkers kennen elkaars kinderen en werken op eenzelfde manier.
Sterk is daarnaast de zorg en begeleiding voor kinderen die extra hulp nodig hebben. Na de signalering volgt een extra observatie die vaak leidt tot een handelingsplan met een uitgebreide analyse en planning van extra activiteiten.
Het team is trots op de eigen betrokkenheid, het enthousiasme en de veranderingsbereidheid van de collega's.
Toelichting
Condities
De peutergroep voldoet aan de vve-condities. De GGD heeft dit vastgesteld in haar rapport van 24 augustus 2016. Deze oordelen hebben we in dit onderzoek geverifieerd en overgenomen.
Ouders
De peutergroep valt onder een grote organisatie die het ouderbeleid heeft uitgewerkt. Tijdens de intake worden ouders (mondeling) geïnformeerd over de peutergroep en de (vve)aanpak. Ouders gaven tijdens het oudergesprek aan graag ook nog een informatieboekje te ontvangen.
Bij elk thema ontvangen de ouders een ouderbrief. Deze is ook via de app toegankelijk. In de brief staat het thema beschreven, de themawoorden maar ook verschillende activiteiten die ouders kunnen ondernemen. De themabrief is aantrekkelijk vormgegeven en biedt ideeën die aansluiten bij verschillende ontwikkelingsgebieden.
Als extra aanzet voor de ouderbetrokkenheid, heeft de peutergroep gewerkt aan 'ontwikkeltassen'. Voor kinderen die extra hulp nodig hebben op
BEVINDINGEN
2
een bepaald ontwikkelingsgebied, is een tas ontwikkeld met aantrekkelijk materiaal en heldere uitleg voor ouders. Er is onder meer een 'ik kan het zelf'- tas om de zelfredzaamheid te stimuleren, een plustas voor kinderen die extra uitdaging nodig hebben, de 'boos en blij' tas voor sociaal-emotionele
ontwikkeling. Een sterk punt is dat er een evaluatieformulier in zit, waarop ouders kunnen aangeven hoe vaak ze met de tas gewerkt hebben en wat de ervaringen zijn.
Na elk observatiemoment van hun kind, plannen pm'ers een gesprek met ouders. Zodra er zorgen zijn over de ontwikkeling, wordt aan ouders
toestemming gevraagd voor een extra observatie. Ouders worden zorgvuldig betrokken bij en geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind. In het oudergesprek bevestigen ouders dit beeld.
Kwaliteit van de uitvoering van vve
Het aanbod is verwerkt in een 'plan van aanpak'. De locatie werkt met thema's uit een methode en een klein aantal eigen thema's. Sterk punt is dat het thema en de activiteiten worden vertaald naar drie niveaus: baby's, dreumesen en peuters. Ook in de babygroep zijn al elementen van de vve-peutergroepen terug te zien.
De pedagogisch medewerkers (pm'ers) creëren een veilig en positief klimaat in de groep. Alle kinderen worden 'waargenomen' en betrokken bij activiteiten. Ook de ruimte draagt positief bij aan de sfeer in de groep. De groepsruimte is
voorzien van aantrekkelijke hoeken, is verzorgd en gericht op ontwikkeling van het kind.
De pm'ers zijn gedurende de dag steeds actief educatief bezig met de kinderen.
Tijdens of na werktijd wisselen ze relevante informatie uit met duo-collega's of met de pm'ers van de andere groep. Collega's vallen regelmatig voor elkaar in en merken op dat zij op een zelfde manier werken. Ook ouders bevestigen dat beeld.
De pm'ers zijn zich voortdurend bewust van hun belangrijke rol en laten consequent een luisterende houding zien, ze tonen interesse en gaan positief in op reacties van kinderen. Ook als zij met een klein groepje bezig zijn, houden ze oog voor de andere kinderen in de groep.
Ontwikkeling, begeleiding en zorg
Er stromen kinderen met vve-indicatie in op de peutergroep. Maar ook kan een kind worden gesignaleerd en in aanmerking komen voor extra zorg, als het eenmaal op de zaal zit. Bij alle kinderen wordt standaard twee keer een
observatielijst ingevuld. In overleg met de pedagogisch specialist kan een extra
observatie worden gedaan als een pm'er zich zorgen maakt. Dit wordt altijd besproken met ouders. Als de uitkomst daar aanleiding toe geeft - achterstand op één of meerdere ontwikkelingsgebieden - wordt een handelingsplan gemaakt.
De looptijd is drie maanden en het plan is voorzien van een doel, bevorderende en belemmerende factoren voor het kind en passende activiteiten. Het team is terecht trots op een aantal dossiers van kinderen met complexe zorg. Ook ouders bevestigen het beeld van de betrokkenheid van het team en de specifieke aandacht voor kinderen met een hulpvraag.
Kwaliteitszorg
Ook de kwaliteitszorg is over de hele linie als voldoende gewaardeerd. De locatie is voortdurend in ontwikkeling om zich te verbeteren. Afgelopen jaar zijn
bijvoorbeeld de ontwikkeltassen gemaakt. Eén van de ontwikkelpunten voor de komende tijd is de vve-scan, een instrument om de kwaliteit van de locaties met regelmaat te evalueren.
Als punt van aandacht is meegegeven dat de eindverantwoordelijkheid voor vve op de locatie nu wisselend is belegd en dat meer helderheid wenselijk kan zijn.
Er liggen kwaliteitsaspecten bij de pedagogisch specialist, de unitmanager en de vve-coördinator van de gehele organisatie.
Doorgaande lijn
De unitmanager is samen met de directeur van de basisschool in de Brede School bezig om toe te werken naar een integraal kindcentrum. Er wordt dus gebouwd aan de doorgaande lijn. Groep 1 en 2 en de peuters doen regelmatig samen activiteiten en feesten. Ook is de warme overdracht afgestemd met elkaar.
De Inspectie van het Onderwijs constateert dat de kwaliteit van de voorschoolse educatie op peutergroepKibeo Emil Sandströmweg Zierikzee geheel op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de vve-locatie geen tekortkomingen kent.
CONCLUSIE
3
Dit rapport beschrijft de oordelen van de inspectie over de kwaliteit van de educatie op peutergroepKibeo Emil Sandströmweg Zierikzee. Daarnaast heeft de inspectie peutergroepKibeo Emil Sandströmweg Zierikzee gevraagd te reflecteren op de uitkomsten van het onderzoek en zo mogelijk aan te geven welke kwaliteitsontwikkelingen hieraan verbonden worden.
Hieronder geeft de houder haar reactie:
Hartelijk dank voor uw rapportage. Hierbij sturen wij u onze reactie.
Uw rapportage zullen wij ook naar de gemeente Schouwen-Duiveland en naar de betrokken basisscholen zenden. Met hen zullen we in gesprek gaan over de door u genoemde aandachtspunten maar zeker ook over de onderdelen die goed zijn en een voorbeeld voor anderen.
Onderstaand het door u genoemde aandachtspunt en onze reactie hierop.
Aandachtspunt Kwaliteitszorg
Punt van aandacht is de eindverantwoordelijkheid voor vve op de locatie. Dit is nu wisselend meer helderheid kan wenselijk zijn (pagina 9).
Kibeo zal in werkinstructies en beleid duidelijk beschrijven wie voor wat verantwoordelijk is.
REACTIE VAN DE HOUDER
4
In de onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid.
De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.
Legenda:
1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig. Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.
2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk. Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.
3. Voldoende.
4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen. Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.
BIJLAGE 1 OORDELEN
Condities 1 2 3 4
•
•
• Voldoende vve-tijd
• Kwaliteit pedagogisch medewerkers
•
•
•
• A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar
A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) A3 Beroepskracht - kind ratio ("dubbele bezetting")
A4.1 De peuters volgen gedurende voldoende tijd (per week) een vve-programma op de voorschool
A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding)
A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend vve-geschoold A5.5 Er is een jaarlijks vve-opleidingsplan
Ouders 1 2 3 4
•
•
•
•
•
• B1 Gericht vve-ouderbeleid
B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd
B3 Intake
B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen
B5 Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind
Kwaliteit van de uitvoering van vve 1 2 3 4 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma
•
•
•
• Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat
•
•
•
•
• Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen
•
•
•
•
•
•
• C1.1 Een integraal vve-programma
C1.2 Werken met een doelgerichte planning
C1.3 Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend en geconcretiseerd
C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd
C2.1 Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/
leerkrachten is respectvol
C2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren en hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen
C2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen
C2.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor de autonomie van het kind
C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend
C3.1 Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/
leerkrachten is goed op elkaar afgestemd
C3.2 Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd
C3.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen
C3.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken
C3.5 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten
met de kinderen is responsief
C3.7 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4
Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep
Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4
•
•
• Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen
•
•
• D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen
D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind
D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg
D2.1 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg
D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten blijven de
ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool 1 2 3 4
•
•
•
•
•
• E1 Er is vve-coördinatie op de voor- resp. vroegschool
E2 De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vve regelmatig
E3 De voor- resp. vroegschool evalueren de resultaten van vve E4 De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vve-
verbetermaatregelen
E5 De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vve- educatie
E6 In de kwaliteitszorg van de vroegschool wordt ook specifiek naar vve gekeken
Doorgaande lijn 1 2 3 4
•
•
• F1 Er is vve-coördinatie tussen de voor- en vroegschool
F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool
F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht