• No results found

Amsterdam 2010 biedt perspectief

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Amsterdam 2010 biedt perspectief"

Copied!
40
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Amsterdam 2010

Jaarverslag 2015

(2)

2 2

Stichting Exodus Amsterdam Overtoom 103-105

1054 HD Amsterdam

T 020 589 18 80 F 020 589 18 85

M amsterdam@exodus.nl I www.exodus.nl/amsterdam KvK 41217578

Tekst

Exodus Amsterdam Fotografie

Exodus Amsterdam Ontwerp en opmaak

First Concept Communications Partners Ltd.

(3)

Inhoud

Voorwoord

...4

1. Inleiding

...5

2. Exodus landelijk

...6

2.1 Samenwerkingsverband Exodus Nederland ...6

2.2 Missie ...6

2.3 Visie ...7

2.4 Succesbepalende factoren ...7

2.5 Doelgroep ...7

3. Exodus Amsterdam

...8

3.1 Programma ...8

3.2 Methodiek ...8

3.3 Opbouw ...9

3.4 Wonen ...9

3.5 Werken ... 10

3.6 Relaties ... 10

3.7 Zingeving ... 10

4. Gevoerd beleid en resultaten

...11

4.1 Aanmelding en intake ...11

4.2 Deelnemers ... 12

4.3 Cijfers bezetting, in- en uitstroom ... 13

4.4 Vervolghuisvesting ... 14

4.5 Dagbesteding ... 14

4.6 Schuldhulpverlening ... 15

4.7 Thema avonden ... 16

4.8 Vrijwilligers ... 16

4.9 Materiële zaken ... 17

4.10 Audits ... 17

4.11 Samenwerking en toekomst ... 17

5. Raad van toezicht, bestuur en personeel

... 19

5.1 Organogram ... 19

5.2 Personele zaken ... 19

5.3 Samenstelling Raad van Toezicht op 31 december 2015 ...20

5.4 Personeelsgegevens op 31 december 2015 ...20

6. Jaarrekening

... 21

(4)

4

Voorwoord

In het afgelopen jaar is veel energie gestoken in verandering in de organisatie. Het besluit om met Exodus Alkmaar te fuseren is daarvan het meest ingrijpende voorbeeld. Dat maakt deel uit van een breder landelijk proces waarin de samenwerking tussen de verschillende Exodushuizen is geïntensiveerd en tegelijkertijd de lokale verankering is behouden. Het doel: een eenvoudiger organisatie om slagvaardiger te kunnen inspelen op veranderende landelijke en lokale regelgeving en verhoudingen, komt in zicht.

De overgang in 2014 van een subsidieregeling naar een inkoopregeling heeft ook in het afgelopen jaar grote en niet altijd even gunstige invloed op het werk gehad. Dat de resultaten desondanks goed zijn, is vooral te danken aan de onveranderd grote inzet van het team van professionals en vrijwilligers. Dat zij kans zien om zich ondanks de toenemende druk te blijven ontwikkelen, verdient grote waardering.

Daarbij wil ik in dit jaar van zijn afscheid in het bijzonder de vertrekkende directeur, Frank Stam, noemen. In de tien jaar die hij bij Exodus Amsterdam heeft gewerkt, is hij de drijvende kracht geweest achter de ontwikkeling van een gedreven club van bevlogen pioniers naar een professionele organisatie met al even bevlogen professionele krachten en vrijwilligers, die ook resultaatgericht werken. Wij zijn hem veel dank verschuldigd, te meer omdat hij nu ook samen met zijn opvolger, Ed Deij, voor een soepele overgang naar de nieuwe structuur zorgt.

Het vertrouwen waarmee we vorig jaar vooruitblikten, is waargemaakt. Dat maakt het vertrouwen waarmee we samen met Exodus Alkmaar een nieuw Exodus Noord-Holland gaan vormen, des te groter.

Eddy Reefhuis,

Voorzitter Raad van Toezicht Exodus Amsterdam

Lijst gebruikte afkortingen:

DWI: Dienst Werk en Inkomen DForZo: Directie Forensische Zorg BWA: Begeleid Wonen Amsterdam,

onderdeel van het HVO ISD: Inrichting Stelselmatige Daders SEN: Vereniging Samenwerkingsverband

Exodus Nederland

PIJ: Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen BV: Bijzondere Voorwaarden

PP: Penitentiair Programma PI: Penitentiaire Inrichting CAT: Centraal Aanmeldingsteam

DJI: Dienst Justitiële Inrichtingen GGD: Gemeentelijke Gezondheidsdienst LOM: Landelijk Overleg Managers STEK: Stichting Tijdelijk Eigen Kamer HVO-Querido: Hulp voor Onbehuisden

DWZS: Dienst Wonen, Zorg en Samenleven GKA: Gemeentelijke Kredietbank Wsnp: Wet Schuldsanering

Natuurlijke Personen OKD: Ouders Kinderen en Detentieprogramma VOG: Verklaring omtrent gedrag

(5)

1. Inleiding

Voor u ligt het jaarverslag van de Stichting Exodus Amsterdam. Hierin zijn opgenomen de ontwikkelingen van het afgelopen jaar en de resultaten die wij 2015 hebben bereikt.

2015 is een jaar geweest dat stond in het teken van verandering.

In 2013 heeft de Algemene Ledenvergadering (ALV) van de vereniging Samenwerkingsverband Exodus Nederland het besluit genomen om te komen tot een landelijke transitie, die uiteindelijk moet leiden tot de vorming van vijf regionale stichtingen en een ondersteunend landelijk servicebureau.

Een van deze beoogde stichtingen die tot stand moet worden gebracht is de stichting Exodus Noord- Holland, te realiseren door de stichtingen Exodus Alkmaar en de stichting Exodus Amsterdam te laten fuseren.

De beoogde fusie tussen de stichtingen Alkmaar en Exodus Amsterdam heeft, analoog aan het landelijke proces, een lange weg afgelegd.

Wij zijn nu op het punt aangeland dat er geen belemmeringen meer bestaan om deze fusie te verwezenlijken. Op 2 november 2015 ondertekenden beide voorzitters van de Raden van Toezicht een intentieverklaring waarin zij instemmen de vorming van de stichting Exodus Noord-Holland. De beoogde juridische fusie dient voor het eind van 2016 gerealiseerd te zijn. Vooruitlopend hierop is besloten dat de stichtingen Alkmaar en Amsterdam een personele unie vormen met ingang van 1 januari 2016.

Conform het ALV besluit uit 2013 over de regiovorming is medio 2015 een landelijk traject gestart, dat moet leiden tot de aanstelling van 5 regiodirecteuren die met ingang van 1 januari 2016 de nieuw te vormen regio’s gaan leiden.

Voor Amsterdam heeft dit er toe geleid dat de heer Ed Deij met ingang van 1 januari 2016 is aangesteld als directeur-bestuurder van de stichting Exodus Amsterdam en van de stichting Exodus Alkmaar.

De heer Frank Stam, tot eind 2015 directeur--bestuurder, is met ingang van 1 januari 2016 afgetreden als bestuurder, maar blijft vooralsnog verbonden aan de stichting.

Het afgelopen jaar is afscheid genomen van drie leden van de Raad van Toezicht. De heer Bouwe Olij, de heer Ben Zengerink en de heer Jan van Gils, hebben om uiteenlopende redenen hun lidmaatschap opgezegd. De heer van Gils blijft verbonden aan Exodus. Hij is met ingang van 1 november 2015 aangesteld als interim-directeur van het landelijk bureau te Leiden.

Het is het tweede jaar geweest dat wij hebben gewerkt binnen de inkoopmethodiek van DForZo en is zowel lokaal als landelijk gewerkt aan het optimaliseren van de ketensamenwerking. Onze ervaring van het afgelopen jaar is dat er op een aantal gebieden nog het een en ander dient te worden bijgeschaafd. Er is vaker sprake van multiproblematiek bij de deelnemers, terwijl daarnaast de mogelijkheden en motivatie tot verandering in mindere mate aanwezig zijn. Dit heeft er toe geleid dat het aantal incidenten zijn toegenomen.

Door een aantal ernstige ziektegevallen is het ziektepercentage in 2015 hoog uitgevallen.

In het verdere verslag komen wij hier uitgebreider op terug.

Ondanks het hierboven gestelde zijn we er wederom in geslaagd een groot deel van onze gestelde jaardoelen te bereiken en leverden wij kwalitatief goede en professionele begeleiding aan de deelnemers

(6)

6

2. Exodus Landelijk

2.1 Samenwerkingsverband Exodus Nederland

De Stichting Exodus Amsterdam is onderdeel van de vereniging Samenwerkingsverband Exodus Nederland (SEN). De vereniging bestond in 2015 uit het landelijk bureau SEN, het landelijk vrijwilligersnetwerk (V&K) en negen autonome stichtingen, verspreid over het land. De vereniging is statutair gevestigd te Leiden en heeft als leden de lokale stichtingen. De vereniging wordt bestuurd door het bestuur en kent als hoogste orgaan de algemene ledenvergadering (ALV).

De SEN, de stichtingen en het vrijwilligersnetwerk werken samen op alle terreinen die het lokale niveau overstijgen: ze delen dezelfde missie en doelstellingen, verbinden zich tot eenzelfde begeleidingsmethodiek en werken vanuit eenzelfde levensbeschouwelijke oriëntatie.

De SEN functioneert als landelijk facilitair bureau en verleent diensten aan de lokale stichtingen en het vrijwilligersnetwerk. De SEN draagt, in nauwe samenwerking met de lokale stichtingen, onder andere zorg voor de financiële administratie, het gezamenlijke personeelsbeleid, de werkrelatie met de overheid, samenwerking met kerken, de landelijke fondsenwerving, deskundigheidsbevordering, methodiekontwikkeling, het kwaliteitsbeleid, de (pers)voorlichting en externe communicatie.

Er bestaat een verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden tussen de vereniging en de stichting Exodus Amsterdam en andere stichtingen. Leidraad hierbij: deze taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden decentraal verankerd waar dit kan, en centraal waar dit moet en waar dit tot beter resultaat zal leiden voor allen.

2.2 Missie

Exodus gelooft in verbetering van de situatie van mensen met een verleden waarin criminaliteit een rol heeft gespeeld. Dat is alleen mogelijk als zij:

• als persoon worden aangesproken op de betekenis van hun leven;

• zicht krijgen op de zin van hun bestaan;

• zicht krijgen op hun verantwoordelijkheden, zowel in hun eigen leven als in dat van anderen.

Ex-gedetineerden en bijna ex-gedetineerden krijgen van Exodus persoonlijke begeleiding, gericht op een integrale en professionele aanpak van hun problemen. Een vorm van begeleiding is de mogelijkheid van het doorlopen van een integraal en professioneel begeleidingsprogramma met huisvesting. Doel:

zelfstandig wonen, betaald werken en aangaan van (intieme) relaties.

Door het werk van Exodus wordt een normaal leven zonder criminaliteit mogelijk en neemt de veiligheid en onderlinge betrokkenheid in de maatschappij toe.

Exodus werkt hier ook aan door een maatschappelijk draagvlak te creëren voor terugkeer van ex- gedetineerden in de samenleving.

De inzet van vrijwilligers is in al het Exoduswerk van groot belang.

(7)

2.3 Visie

De Stichting Exodus Amsterdam wil:

• kwalitatief hoogwaardige nazorg bieden aan (ex-)gedetineerden en hun relaties, met als doel het creëren van kansen op een nieuwe toekomst;

• de recidive verlagen en criminaliteit terugdringen;

• breed maatschappelijk draagvlak verwerven;

• samenwerking en uitwisseling in dit werk bevorderen;

• open en transparant handelen en inzicht geven in resultaten, werkwijze en besteding middelen;

• werken in een motiverende, open en informele werkomgeving;

• speciale zorg bieden aan jongeren, mensen met beperkte sociale vaardigheden, mensen met psychische problematiek en mensen met een verslavingsachtergrond.

2.4 Succesbepalende factoren

Bij Exodus gaat het om professionaliteit met compassie. Vier kernwaarden zijn bepalend:

• mensgericht

volhardend

betrokken

behulpzaam

De organisatie is kleinschalig ingericht met ruimte voor eigen verantwoordelijkheid en met grote betrokkenheid van vrijwilligers.

2.5 Doelgroep

De doelgroep van Exodus bestaat uit mannen en vrouwen vanaf 18 jaar die in aanraking met justitie zijn (geweest). Veelal wordt een aantal van de volgende problemen ervaren:

• ➢ Ernstige schuldenproblematiek

• ➢ Tekort aan sociale vaardigheden

• ➢ Leven in een sociaal isolement

• ➢ Afgebroken schoolopleidingen

• ➢ Tekort aan praktische vaardigheden

• ➢ Langdurige werkloosheid

• ➢ Ernstige huisvestingsproblematiek

• ➢ Verslavingsproblematiek

• ➢ Relationele problematiek

• ➢ Agressieproblematiek

• ➢ Weinig weerbaarheid

• ➢ Grote kwetsbaarheid

• ➢ Moeite met leefritme

• ➢ Geen structuur in het leven

(8)

8

3. Exodus Amsterdam

3.1 Programma

Exodus Amsterdam leverde in 2015 diverse diensten:

• Opvang en begeleid wonen

• Schuldhulpverlening

• Nazorg door vrijwilligers

Het programma van Exodus bouwt aan verbeterde zelfredzaamheid op vier leefgebieden: wonen, werken, relaties en zingeving. Dit gebeurt door middel van een planmatige, doelgerichte en methodisch onderbouwde aanpak.

Met behulp van coaching van de persoonlijk mentor en een vastgesteld weekprogramma wordt voortgang geboekt op de doelen die zijn opgenomen in het persoonlijk begeleidingsplan. Met een systeem van gele en groene kaarten worden de grenzen van de mogelijkheden en onmogelijkheden bewaakt. Op drugs en alcohol wordt meerdere malen per week via urineafname en blaastesten gecontroleerd.

Om de doelen vast te stellen wordt in eerste instantie een observatieverslag gemaakt. Aansluitend wordt met de individuele deelnemer een persoonlijk begeleidingsplan opgesteld dat acht weken na opname gereed is. Hierbij worden de eventueel aanwezige rapportages van verwijzende en justitiële partijen betrokken, zoals forensische of psychologische rapportage, de risico-inventarisatie en het levensverhaal van de (ex-)gedetineerde. Het begeleidingsplan is maatwerk, maar in elk begeleidingsplan zijn de belangrijkste werkdoelen terug te vinden: wonen, werken, relaties en zingeving. Dit begeleidingsplan wordt samen met de betrokken deelnemer elke drie maanden geëvalueerd en zo nodig bijgesteld.

Het programma van Exodus verloopt via elkaar opvolgende fases, namelijk Introductie, Oriëntatie, Ontwikkeling, Zelfstandigheid en Nazorg. Van maximale begeleiding naar maximale zelfstandigheid.

3.2 Methodiek

De eerste Exodus methodiekbeschrijving werd al in de jaren ‘90 aan het papier toevertrouwd.

Sindsdien is veel veranderd in de wereld om ons heen en in onze manier van werken, maar het hart van de unieke Exodus methodiek bleef en groeide uit tot een bezielde, beproefde expertise.

Onder leiding van prof. dr. Judith Wolf, verbonden aan Impuls, het onderzoekscentrum maatschappelijke zorg van het Radboud UMC, hebben vele mensen binnen en buiten Exodus de afgelopen jaren hard gewerkt aan deze vernieuwing.

In de methodiek zijn de vier sleutels die het Exodusprogramma van oudsher karakteriseren voluit aanwezig gebleven. Deze sleutels richten zich op persoonlijke ontwikkeling op de leefgebieden: wonen, werken, relaties en zingeving.

Het aanboren van de eigen kracht van de deelnemers, krachtwerk dat bijdraagt aan herstel van hun leven, is in het hart van deze unieke Exodusmethodiek geplaatst. Deze positieve benadering biedt samen met de vertrouwensband met de begeleider veiligheid aan de deelnemers en kan daardoor bijdragen aan een positief resultaat.

Eind 2015 is een start gemaakt met de introductie van de herschreven methodiek en zijn alle begeleiders gestart met een intensieve training in het werken met deze methodiek.

(9)

3.3 Opbouw

Het programma van Exodus Amsterdam bestaat uit twee onderdelen: het eerste gedeelte van het begeleidingsprogramma vindt plaats in het ‘moederhuis’ op de Overtoom 105, het laatste gedeelte in een van de zes tussenvoorzieningen. Beide programma-onderdelen richten zich op vier pijlers (leefgebieden): wonen, werken, relaties en zingeving. Het programma kenmerkt zich onder andere door een positief (leef)klimaat, een combinatie van groepsactiviteiten en individuele aanpak en een competentiegerichte benadering.

Het eerste gedeelte van het programma, bestaande uit de introductie- en oriëntatiefase, duurt gemiddeld vier maanden. Hierin wordt o.a. het begeleidingsplan door de mentor opgesteld, in samenwerking met de deelnemer. De deelnemer woont in deze fase van zijn begeleiding altijd in het moederhuis. Er is 24 uur begeleiding en toezicht aanwezig. Nadat deze twee fases positief zijn afgesloten stroomt de deelnemer door naar de ontwikkelingsfase. Ook dan verblijft de deelnemer in het moederhuis op de Overtoom. De duur van deze fase is afhankelijk van de ontwikkeling die de individuele deelnemers doormaken.

In de laatste fase van verblijf (zelfstandigheidfase) wordt de deelnemer geplaatst op een van onze tussenvoorzieningen. Deze laatste fase van het verblijf bij Exodus wordt gekenmerkt door meer persoonlijke vrijheid voor de deelnemers en ‘begeleiding op afstand’.

De begeleiding in de verschillende fasen van het programma is dienst- en hulpverlenend aanwezig.

Iedere deelnemer heeft een persoonlijk mentor die met hem een begeleidingsplan maakt met onderscheidende fasen voor de korte en langere duur van het begeleidingstraject. Belangrijk daarbij is dat in dit plan rekening wordt gehouden met justitiële maatregelen die van toepassing zijn en dat het tegelijkertijd juist ook gedragen wordt door de deelnemer zelf.

Hulpverlenend zijn we verder in de psychosociale begeleiding van onze deelnemers waarbij we naast crisisinterventie vooral aandacht besteden aan de reflectie op ‘delict, oorzaak en gedrag’. Per deelnemer wordt gekeken naar de meest geschikte woonvorm na Exodus en ook naar de haalbaarheid hiervan.

Dienstverlenend zijn we vooral in het begeleiden van het gezamenlijk wonen waar we, naast het uitvoeren van allerlei facilitaire zorgtaken, onze deelnemers opnieuw willen leren een ‘thuis’ voor zichzelf en anderen te creëren.

Tot slot biedt Exodus schuldhulpverlening.

3.4 Wonen

Het Amsterdamse Exodushuis (het moederhuis) is gevestigd aan de Overtoom, midden in de

Amsterdamse samenleving. Het hoofdgebouw dient als woongebouw voor zestien van onze deelnemers.

Hier zijn zestien deelnemerskamers gelegen, met dus voor iedere deelnemer een eigen kamer. Daarnaast zijn hier een grote gezamenlijke huiskamer met keuken, douches, toiletten en wasruimtes ondergebracht.

In dit gebouw worden ook de gezamenlijke activiteiten aangeboden.

Niet ver van de Overtoom beschikt de stichting over zes tussenvoorzieningen, waarin negen

deelnemers geplaatst kunnen worden die in de laatste fase van het begeleidingsprogramma zitten. In drie van de tussenvoorzieningen kunnen twee deelnemers geplaatst worden, ieder beschikt over een eigen kamer met gemeenschappelijk gebruik van keuken, douche en sanitaire voorzieningen. In de andere drie tussenvoorzieningen, gelegen in een hofje van de diaconie Amsterdam, verblijven drie deelnemers in

(10)

10

een zelfstandig appartement. Deze woningen, waarvan het huurcontract op naam van de stichting staat, worden gehuurd van de woningbouwvereniging ’Eigen Haard’ en van de diaconie Amsterdam.

Wonen gaat ook over het leren van vaardigheden om zelfstandig een huishouden te kunnen voeren.

Het wonen in een groep is een samenleving op zich en dit is een oefenplaats om te leren samenleven:

zoals verantwoordelijkheid voor een schone leefomgeving voor ieder, rekening houden met elkaar, gezamenlijk eten en de zorg daarvoor.

3.5. Werken

Het vinden en behouden van een goede dagbesteding wordt als een voorwaarde gesteld aan deelnemers. Dit is een van de eerste doelen die tijdens een verblijf bij Exodus behaald moeten worden.

Betaald werk is het uiteindelijke doel, maar de weg daar naartoe is lang. Deelnemers starten meestal als vrijwilliger bij een met ons samenwerkende organisatie. Er wordt hierin intensief samengewerkt met de Dienst Werk en Inkomen (DWI).

3.6. Relaties

Samen met de individuele deelnemer houden we ons bezig met het opbouwen van een nieuw sociaal netwerk; onder meer door de onderlinge relaties in huis, het ‘maatjesproject’ (waar elke deelnemer, op eigen verzoek, een (Amsterdams) maatje krijgt toegewezen), contacten met kerken en sportverenigingen.

Per deelnemer wordt geïnventariseerd welke familiebanden en vriendschappen aanwezig zijn en welke in aanmerking komen om mogelijk hersteld te worden, met behulp van de persoonlijk mentor.

De medewerkers hebben een training gevolgd over dader- en slachtofferschap. Hierin is ook aandacht geweest voor de context van de slachtoffers en de gevolgen voor hen. Tegelijkertijd zijn de relaties van de dader ook indirect slachtoffer. Dit is een moeilijk thema dat ondanks alles besproken dient te worden.

3.7. Zingeving

Naast groepsgesprekken vinden er geplande en ongeplande gesprekken plaats tussen deelnemer en mentor. Zingeving binnen het Exodus-programma zorgt voor het verband tussen de componenten wonen, werk en relaties. Er wordt veel aandacht besteed aan de intrinsieke motivatie van onze

deelnemers om de verandering die zij wensen, te verstevigen en te borgen. Zonder deze motivatie is het ons inziens niet mogelijk echte verandering te bewerkstelligen. Voorts is er aandacht om tot een zinvolle vrijetijdsbesteding te komen.

(11)

4. Gevoerd beleid en resultaten

4.1 Aanmelding en intake

De aanmeldings- en plaatsingprocedure zoals die is ontwikkeld in 2014 na de overgang naar DForZo is gecontinueerd in dit verslagjaar. In Exodus Amsterdam zijn twee begeleiders aangesteld die zich specifiek bezig houden met de plaatsingsprocedure,

Alle verzoeken voor opnames van potentiële deelnemers voor ons begeleidingsprogramma worden aangemeld bij het landelijke Centrale aanmeldteam (CAT) te Leiden. Deze afdeling verzorgt de eerste screening en verricht alle noodzakelijke administratieve handelingen. Na overleg met de plaatsers wordt de betreffende casus doorgestuurd naar een van de lokale stichtingen.

Met deze potentiële deelnemers wordt altijd een aanmeldingsgesprek gevoerd waarin de motivatie tot verandering van de betrokken deelnemer centraal staat. Onze ervaringen in 2014 hebben ons geleerd dat dit een betere uitgangspositie oplevert voor beide partijen om het begeleidingsprogramma positief te doorlopen. Er heeft afstemming plaats gevonden met de drie reclasseringsorganisaties binnen Amsterdam over deze werkwijze.

Voor plaatsingen die hebben plaatsgevonden binnen onze overeenkomst met de gemeente Amsterdam is overleg gevoerd met de voorzitter van de veldtafel. In een aantal gevallen is er sprake geweest dat de justitiële titel tijdens het begeleidingsproces eindigde en de plaatsing van de betreffende deelnemer gecontinueerd werd binnen de genoemde overeenkomst.

Dit beleid heeft 2015 geleid tot minder negatieve uitstroom van deelnemer in de eerste vier maanden na plaatsing.

Het aantal aanmeldingen doorgestuurd naar Exodus Amsterdam is op het hetzelfde niveau gebleven, te weten 51 casussen. Hiervan zijn 15 personen om uiteenlopende redenen afgewezen, 26 personen zijn positief beoordeeld en opgenomen, 10 personen zijn in behandeling of geplaatst op de wachtlijst.

Uit informatie van het CAT is ons gebleken dat in het afgelopen jaar een aanzienlijk aantal

’Amsterdamse’ gedetineerden geplaatst zijn in andere Exodus vestigingen. Precieze aantallen zijn niet bekend, maar het is aan te bevelen hier in het komend jaar onderzoek naar te doen.

Intakegegevens 2010-2015

2010 2011 2012 2013 2014 2015

Verrichte intakes en

aanmeldingsgesprekken 38 37 54 36 54 51

(12)

12

4.2 Deelnemers

Exodus Amsterdam heeft in 2015 de beschikking gehad over 25 begeleidingsplekken, verdeeld over 16 plaatsen op de Overtoom, 9 plaatsen in de zes tussenvoorzieningen.

Op 1 januari 2015 zijn 22 plaatsen hiervan bezet. In de loop van het jaar hebben 26 personen een start gemaakt met het begeleidingsprogramma en zijn 25 personen uitgestroomd, waarvan 16 met een positief resultaat. Dit laatste houdt in dat deze personen op het moment van uitstroom beschikten over een dagbesteding en passende woonruimte hebben weten te bemachtigen.

Aan alle deelnemers die in 2015 zijn uitgestroomd is nazorg aangeboden, verzorgd door een aan onze stichting verbonden vrijwilligers. Hiervan hebben een aantal deelnemers gebruik gemaakt.

In 2015 zijn 23 deelnemers met een justitiële titel ingestroomd, waarvan twee deelnemers met een ISD maatregel, een deelnemer vanuit de Top 600. Van de 3 vrijwillige opnames waren twee van de drie rechtstreeks instromende deelnemers eveneens afkomstig uit de Top 600.

Het aantal opgenomen vrouwen is het afgelopen jaar beperkt gebleven tot drie.

Er is een significante toename te zien geweest van incidenten.

De oorzaak ligt in de strikte toepassing van de zorgplicht, waardoor deelnemers, geplaatst in het kader van een justitiële titel, ondanks de contra-indicaties langer in het begeleidingsprogramma verbleven, dan gewenst. Deelnemers die stelselmatig de regels overtreden, lieten zich moeilijk corrigeren. Het door ons gehanteerde zero-tolerance beleid op het gebied van alcohol en drugs, bleek vaak een breekpunt.

Dit, in combinatie met, ernstige multi-problematiek van een deel van onze deelnemersgroep, heeft een aantal maal geleid tot heftige conflicten.

We hebben hier deels een oplossing in trachten te vinden door gebruik te maken van interne overplaatsingen tussen de verschillende Exodusvestigingen. Dit bleek in sommige gevallen een oplossing te bieden. Het afgelopen jaar is deze maatregel driemaal toegepast.

De hierboven beschreven toename van problematiek zijn gedeeltelijk terug te zien in de cijfers.

Van de justitiële deelnemers, die er niet in zijn geslaagd het programma positief af te ronden, zijn er vijf teruggeplaatst naar een penitentiaire inrichting.

In 2015 zijn geen klachten ontvangen van deelnemers, wat gezien de toename van problematische deelnemers een uitstekend resultaat te noemen is.

Het cliënttevredenheid onderzoek in juli 2015 verricht leverde een ruime voldoende op.

Het onderzoek is uitgevoerd door ZorgDNA. Zij hebben hierbij gebruik gemaakt van het CQI

meetinstrument ’Ervaringen met de maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en zwerfjongerenopvang (niet-ambulant)’ In vergelijk met het vorige onderzoek is het resultaat iets gedaald van 8.1 naar 7.6.

(13)

4.3 Cijfers bezetting, in- en uitstroom

Maandbezetting naar titel

Jan. Febr. Mrt. April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Totaal

Justitieel 473 478 550 528 527 536 585 584 525 620 544 555 6505

Gemeente

Amsterdam 218 140 177 207 186 196 179 155 149 136 150 155 2048

Overige 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Totaal 691 618 727 735 713 729 764 739 674 756 694 710 8553

Verdeling vrijwillige plaatsen gemeente Amsterdam

Jan. Febr. Mrt. Apr. Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Totaal

Overtoom 156 99 109 117 93 111 117 93 89 62 60 62 880

Tussenvoor-

zieningen 62 41 68 90 93 85 62 62 60 74 90 93 1168

Totaal 218 140 177 207 186 196 179 155 149 136 150 155 2048

Instroom en uitstroom 2010-2015

2010 2011 2012 2013 2014 2015

Aantal deelnemers op 1 januari 24 20 23 23 22 22

justitieel 18 16 17 17 19 14

vrijwillig 6 4 6 6 3 8

Instroom in verslagjaar 19 29 29 23 23 26

justitieel 15 22 25 22 15 23

vrijwillig 4 7 4 1 8 3

Uitstroom in verslagjaar 23 28 29 24 23 25

justitieel 17 23 24 15 12 17

vrijwillig 6 5 5 9 11 8

Aantal deelnemers op 31 december 20 23 23 22 22 23

justitieel 16 17 17 19 14 18

vrijwillig 4 6 6 3 8 5

Uitstroom deelnemers 2015

Soort uitstroom (absoluut)

Positief Vrijwillig Negatief Totaal

Mannen 15 1 7 23

Vrouwen 1 0 1 2

Totaal aantal deelnemers 16 1 8 25

(14)

14

Jaarbezetting in nachten (in % van de bezetting) 2010-2015

2010 2011 2012 2013 2014 2015

Justitieel 6998

(77%) 6178

68% 6266

68% 6299

69% 6194

68% 6505

71%

Vrijwillig 1584

(17%)

2281 25%

2398 26%

2362 26%

2284 25%

2048 23%

Totaal 8582 8459 8664 8661 8451 8553

Jaarcapaciteit in nachten 9125 9125 9125 9125 9125 9125

Bezetting in % van de capaciteit 94% 93% 95% 95% 93% 94%

In vergelijk met 2014 is onze negatieve uitstroom van deelnemers ongeveer hetzelfde niveau

gebleven. We zijn er in geslaagd het percentage positief uitgestroomde deelnemers te verhogen naar 64%

(2014, 61%) en de negatieve uitstroom iets te verlagen met een percentage van 3 naar 32%.

Het aanbod in Amsterdam voor vergelijkbare forensische opvangplekken is beperkt. Mede hierdoor is een stijging te zien in het aantal justitiële opnames het afgelopen jaar. Er heeft het hele jaar een wachtlijst bestaan voor deze begeleidingsplekken. In 2015 zijn drie deelnemers doorgestroomd na afloop van hun justitiële titel naar een plek gefinancierd door de gemeente Amsterdam.

De gemeente Amsterdam heeft evenals voorgaande jaren 2080 nachten ingekocht, gelijk verdeeld over de Overtoom en de tussenvoorzieningen. Het aantal ingekochte nachten is net niet gehaald. In het jaaroverzicht is te zien dat er een klein tekort van 32 nachten is gerealiseerd.

De verdeling van deze plekken is net als de afgelopen jaren een lastige opgave geweest. Vooral de stagnerende doorstroom is hier debet aan geweest, in combinatie met de diversiteit van deelnemers.

Hierdoor hebben we een overproductie behaald op de duurdere plekken op de Overtoom, en een onderproductie op de plaatsingen in de tussenvoorzieningen

4.4 Vervolghuisvesting

Andermaal is gebleken dat de uitstroom naar zelfstandige woonruimte een zeer lastige opgave is geweest binnen Amsterdam. De wachttijden voor doorstroom naar bijvoorbeeld BWA of naar een sociale huurwoning zijn de voorbije jaren alleen maar toegenomen, terwijl de situatie in voorgaande jaren al nijpend was.

Dit heeft er in geresulteerd dat deelnemers langer dan strikt noodzakelijk in Exodus opgenomen bleven. Desondanks zijn we er in geslaagd om een groot aantal van onze deelnemers aan woonruimte te helpen na ommekomst van hun verblijf bij ons.

Van de deelnemers die positief zijn uitgestroomd zijn er acht die een zelfstandige woning hebben weten te verkrijgen. Opvallend detail daarbij is dat drie personen een huis in Almere kregen toegewezen, een in Amstelveen. Zes personen hebben uiteindelijk onderdak weten te verkrijgen op kamers, in sommige gevallen was dit bij vrienden of familie. Ten slotte zijn twee personen direct na afloop van het programma geëmigreerd, één persoon naar België één naar Suriname.

4.5 Dagbesteding

De samenwerking met de Dienst Werk en Inkomen is ook in 2015 voortgezet. Een deel van de deelnemers die bij ons zijn opgenomen worden via deze dienst geplaatst in geïndiceerde trajecten.

Met deze dienst zijn afspraken gemaakt over de periode direct na binnenkomst. Na onderling overleg met de betreffende klantmanager worden deelnemers ingezet bij een van de vrijwilligersorganisaties, bijvoorbeeld bij de Voedselbank, Regenboog of bij Roads, een re-integratieproject voor mensen met psychosociale problematiek.

Een aantal deelnemers is er in geslaagd op eigen kracht aan een betaalde baan te komen.

(15)

4.6 Schuldhulpverlening

Eind 2015 is een hernieuwd contract afgesloten met de dienst Werk en inkomen betreffende de uitvoering van de schuldhulpverlening binnen Exodus Amsterdam. Aan de bestaande dienstverlening zijn twee producten toegevoegd namelijk:

Budgettraining voor groepen en de individuele budgettraining.

Per kwartaal wordt één keer budgettraining aan een groep nieuwe deelnemers gegeven. Er worden een aantal onderwerpen doorgenomen te weten:

1. Ordenen administratie;

2. Overzicht inkomsten en uitgaven;

3. Wanneer wordt een uitgave een schuld;

4. Incasso en deurwaarder;

5. Hoe leg ik contact met mijn schuldeisers.

Iedereen is verplicht deze training te volgen. Er wordt gewerkt met een presentielijst. Het resultaat van de training is dat alle deelnemers op de hoogte zijn van deze basisprincipes. Daarnaast krijgen de deelnemers een aantal opdrachten mee die in de individuele training worden doorgenomen met de trainer.

Het doel van de aangeboden training is dat deelnemers worden toegeleid naar een stabiele financiële situatie en vaardigheden aangereikt hebben gekregen om niet opnieuw in dezelfde problemen terecht te komen.

De individuele budgettraining bestaat uit het volgende:

Iedere deelnemer van Exodus Amsterdam wordt aansluitend aan de gezamenlijke budgettraining, individueel een training gegeven van maximaal vier bijeenkomsten van anderhalf uur. Afhankelijk van de stappen die de individuele deelnemer maakt kan met minder bijeenkomsten worden volstaan. Dit is ter beoordeling aan de trainer.

In deze training worden aan de verschillende deelnemers opdrachten gegeven per vaardigheid die hij of zij dient uit te werken.

Op het moment dat een deelnemer alle opdrachten tot een goed einde heeft gebracht, kan de individuele begeleiding worden afgesloten.

Gedurende de training vindt een voordurende uitwisseling plaats tussen de schuldhulpverlener, trainer en persoonlijk begeleider over de voortgang van de deelnemers gedurende de aangeboden training.

Conform de contractuele verplichtingen zijn de volgende zaken uitgevoerd:

1. Het uitvoeren van integrale schuldhulpverlening aan (ex-)gedetineerden waaraan Stichting Exodus Amsterdam onderdak en ondersteuning biedt.

2. Op jaarbasis wordt voor circa 40 (ex-)gedetineerden het schuldhulpverleningsdossier op orde gemaakt conform de afspraken.

3. Exodus Amsterdam verplicht zich om de schuldregelingen uit te voeren conform de stedelijke werkwijze zoals die is vastgelegd in het ‘Productenboek schuldhulpverlening Amsterdam’.

In 2015 zijn 27 intakes uitgevoerd, 21 trajecten uitgebreide budgetbegeleiding, 2 aanvragen voor de gemeentelijke kredietbank, 1 aanvraag WSNP en zijn 22 nazorgtrajecten verzorgd.

Daarnaast heeft drie keer een groepsbudgettraining plaatsgevonden en zijn aansluitend daaraan

(16)

16

4.7 Thema avonden

Binnen Exodus Amsterdam heeft een jarenlange traditie bestaan dat vier meel per jaar samen met de deelnemers een viering werd gehouden, naast de tweewekelijkse thema avonden, die specifiek bedoeld voor de deelnemers in de laatste fase van hun verblijf.

Door bezuinigingen zijn de vieringen in 2014 al uit het programma verdwenen, hetzelfde lot lijken nu ook de thema avonden te ondergaan. We zijn er in 2015 slechts zeer beperkt in geslaagd een aantal thema avonden met deelnemer te organiseren. Oorzaak ligt in de beperkte personele inzet en de mindere vraag vanuit onze deelnemersgroep. Daarnaast geven zowel begeleiders als onze deelnemers er de voorkeur aan om het thema zingeving in de individuele gesprekken in te brengen, waarin beter kan worden ingegaan op de specifieke levensvragen van de deelnemers.

Toch zal in het aankomend jaar opnieuw gekeken moeten worden naar het opnieuw activeren van deze groepsgesprekken, waarin deelnemers elkaar kunnen inspireren en ondersteunen om hun begeleidingsdoelen te behalen.

4.8 Vrijwilligers

In 2015 zijn ongeveer 22 vrijwilligers verbonden geweest aan Exodus Amsterdam. Het aantal koppelingen van deze vrijwilligers met deelnemers was in totaal 65. In 2014 waren 30 vrijwilligers verbonden en was het aantal koppelingen 79.

Hoewel in het afgelopen jaar veel vrijwilligers zich aanmeldden bij Exodus Amsterdam, is de vrijwilligersgroep kleiner dan vorig jaar. De vraag om een vrijwilliger is afgenomen. Er zijn vele redenen hiervoor te noemen. We gaan ons komend jaar hierop bezinnen en het beleid aanpassen.

De helft van de vrijwilligers is student of afgestudeerd en werkzoekend. Zij willen o.a. ervaring opdoen met de doelgroep. Er zijn drie gepensioneerden en twee mensen doen vrijwilligerswerk naast hun fulltimebaan. Drie mensen hebben geen betaalde baan naast hun werk als vrijwilliger. Twee vrijwilligers zijn zelf afkomstig uit de doelgroep en twee vrijwilligers zijn ook begeleider bij Exodus Amsterdam. Alle vrijwilligers willen iets betekenen voor en een bijdrage leveren aan mensen aan de onderkant van de samenleving, met name aan hen die gevangen zaten.

De meeste vrijwilligers melden zich aan om maatje te worden. Zij willen een luisterend oor bieden en bemoedigende gesprekken voeren. De vraag van een deelnemer gaat echter in eerste instantie om ondersteuning bij praktische zaken, zoals hulp bij de aanvraag van een uitkering en hulp bij het zoeken naar woonruimte. Er is tijd nodig voor het winnen van vertrouwen en contact op te bouwen. Het is mooi om te zien dat vrijwilligers dat kunnen en doen.

Vragen naar ondersteuning komen in de eerste plaats van de deelnemers van het Exodushuis Amsterdam, die op zichzelf gaan wonen. Het begeleidingstraject wordt met de inzet van een vrijwilliger verlengd, wat de kans op blijvend succes vergroot. Een vrijwilliger blijft vaak jarenlang in contact met een deelnemer.

In de tweede plaats komen deze vragen van (ex-)gedetineerden die vrij komen of net vrij zijn, die geen begeleidingstraject bij het Exodushuis gaan volgen maar wel ondersteuning kunnen gebruiken van een vrijwilliger. Ook zijn er altijd daklozen, die gedetineerd waren, die aan de poort van Exodus kloppen.

In de derde plaats komen er vragen om ondersteuning van de plaatser van het Exodushuis. Als een deelnemer op de wachtlijst van Exodus staat, kan een vrijwilliger alvast met de toekomstige deelnemer aan de slag met bijvoorbeeld regelzaken en een contact opbouwen.

(17)

Er zijn ook vrijwilligers die in en om het Exodushuis activiteiten doen. Dat zijn activiteiten die aansluiten op het werk van begeleiders. Er zijn vrijwilligers die samen met een deelnemer

• Oefenen met de Nederlandse taal op de computer

• Computervaardigheden oefenen

• Oefenen voor een toets m.b.v. de computer

• Reageren op Woningnet

• Naar het ziekenhuis gaan en een arts bezoeken

• Naar het theater ’De Omdenkers’ zijn geweest

4.9 Materiële zaken

Begin van dit jaar bleek dat de bestaande brandmeldinstallatie in het gebouw aan de Overtoom niet meer voldeed aan de standaardnormen die aan een zo essentiële installatie gesteld moet worden. Het vervangen van een dergelijke installatie is echter een kostbare zaak.

Door middel van een fondswervingsactie zijn wij erin geslaagd om de financiële middelen bij elkaar te krijgen om deze ingrijpende verbouwing te kunnen uitvoeren.

Met hulp van het Bisdom Amsterdam, de stichting Hulp na Onderzoek, het RC Maagdenhuis, de commissie PIN en de Haella stichting is een bedrag bijeengebracht om een en ander te bekostigen. De nieuwe brandmeldinstallatie is het najaar van 2015 voor het grootste deel geïnstalleerd. Het wachten was op de goedkeuring van het Plan van Eisen door de gemeente Amsterdam en goedkeuring van de Brandweer.

Beide zaken zijn ondertussen goedgekeurd en wij hopen dit project begin 2016 af te kunnen ronden.

Daarnaast is in 2015 een deel van het gootwerk en dakbedekking van de verschillende dakkapellen gereviseerd.

4.10 Audits

In 2015 heeft de laatste interne en externe audit plaatsgevonden in de cyclus van drie jaar sinds wij het keurmerk hebben verkregen. In beide audits is opnieuw duidelijk geworden dat het team van Exodus Amsterdam voldoende stappen heeft gemaakt in het omgaan met en hanteren van het kwaliteitsmanagement systeem. In de afgelopen drie jaar heeft dit een zeer positieve impuls gegeven aan het verder inhoud geven en werken met het handboek. Het team heeft gezien dat het niet slechts een ’verplicht nummer’ is maar dat een en ander werkelijk bijdraagt aan een verbetering van de interne processen en de borging hiervan.

Het aankomend jaar heeft Exodus Amsterdam er voor gekozen, mede onder invloed van de transitie die wij als organisatie doormaken, om vanaf 2016 aan te sluiten bij het landelijke multisite Exodus keurmerk.

4.11 Samenwerking en toekomst

Voor de deelnemers van Stichting Exodus is er een intensief programma, dat veel energie en doorzettingsvermogen vraagt. Terugkeren in de samenleving is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het vinden van het gewenste werk, de verlangde woonlocatie, het sociale netwerk en het opdoen van zelfvertrouwen zijn allemaal aspecten die niet in korte tijd te realiseren zijn en waarbij teleurstellingen op de loer liggen. Met onverminderde energie zetten deelnemers, medewerkers en vrijwilligers zich in voor een goed resultaat. Het proces rond aanmelding en plaatsing vereist continue onze aandacht.

(18)

18

Belangrijk in het komende jaar is dat we ons nog sterker positioneren binnen de maatschappelijke opvang, gericht op een goede samenwerking met interne en externe partners. We zullen fuseren met de Stichting Exodus Alkmaar en ons richten op verdere groei in de regio. Wij zullen de handen ineen slaan en kijken er naar uit om verder met elkaar op te trekken.

Het voortzetten en verder uitbouwen van ambulante begeleiding in de regio Noord-Holland zal het aankomend jaar een belangrijk speerpunt zijn in ons beleid.

Wij willen klaar staan voor een doelgroep met meervoudige problematiek, vaak ook met (gedrags-) stoornis (sen). Een oplossing vinden voor de betrokkene zelf en voor diens relaties.

Daarom is het ook in 2016 belangrijk, dat er aandacht is voor het verstevigen van contacten met de Penitentiaire Inrichtingen, de reclasseringsorganisaties, justitiële instellingen, advocatuur, verslavingsorganisaties en dergelijke, omdat die als verwijzers invloed hebben op de instroom. Financieel hopen we op stabilisatie en door middel van groei, kwaliteit en kwantiteit willen we een erkende marktpartij zijn.

De bezuinigingen en transities welke door het ministerie van Veiligheid en Justitie, en/of de politiek zijn doorgevoerd, gaan ook aan Stichting Exodus Amsterdam niet voorbij. Ondanks dit blijven we sterk werken vanuit onze missie en visie en bieden we passende trajecten aan die aansluiten bij de behoefte van meerdere partijen. Zowel die van de deelnemer (een toekomst met perspectief), maar ook kijken we naar de het belang van en voor de burger, o.a. gericht op het vergroten van de veiligheid en acceptatie dat het niet voor iedereen even makkelijk is om aan te sluiten bij onze ‘snelle’ maatschappij.

(19)

5. Raad van Toezicht, bestuur en personeel

5.1 Organogram

5.2 Personele zaken

Exodus Amsterdam heeft in 2015 een zwaar jaar achter de rug op personeelsgebied. Begin dat jaar is een van onze trouwe begeleidsters, Ada van der Wijngaart, komen te overlijden. Kort na dit overlijden werd duidelijk dat een ander teamlid getroffen was door een ernstige ziekte. Gezien de prominente plek die hij binnen het begeleidingsproces innam was dit een forse aderlating. Naast de hierboven genoemde personeelsleden, viel ook een van onze slaapwachten langdurig uit. Deze rampspoed heeft gedurende het jaar een behoorlijke wissel op het team van Exodus Amsterdam getrokken.

Het ziektepercentage is hierdoor het afgelopen jaar gestegen naar 7.28%, in vergelijking met 2014 (6.90%).

Niet alleen in emotionele, maar zeker ook in bedrijfsmatige zin. Door de landelijke bezuinigingen bleek het niet mogelijk om alle vrijkomende uren op te vangen. Door middel van interne verschuivingen en gedeeltelijke inzet van tijdelijk personeel zijn we erin geslaagd om alle begeleidingsprocessen te laten continueren.

Zoals eerder in dit verslag gemeld is er een toename te zien in het aantal incidenten. Hierbij is zeker ook sprake geweest van directe agressie naar medewerkers, een fenomeen waar we tot op heden nauwelijks mee van doen hebben gehad. Het afgelopen jaar is mede daarom geïnvesteerd in een tweedaagse herhalingscursus Agressie, waarin vooral het thema afstand/nabijheid onderwerp is geweest.

Eind 2015 is een start gemaakt met het implementeren van de nieuwe methodiek en de daarmee Raad van Toezicht

Stichting Exodus

Functiegroep Administratie

Functiegroep Huismeester

Functiegroep Vrijwilligers

en Nazorg Functiegroep

Begeleiding Functiegroep

Slaapdienst

Directeur-bestuurder Stichting Exodus

Amsterdam

(20)

20

gepaard gaande opleiding aan het begeleidend personeel. Een specifiek personeelslid ontvangt een meer uitgebreide training en kan mede hierdoor in de komende jaren gaan fungeren als ’krachtcoach’.

Ten slotte heeft in 2015 opnieuw een medewerkers tevredenheidonderzoek plaatsgevonden. Slechts 55%

van de medewerkers heeft meegedaan aan deze exercitie, waardoor een minder compleet beeld ontstaat.

Ondanks de veranderingen binnen de doelgroep, verhoogde werkdruk en verminderde inzet van personeel door noodzakelijke bezuinigingen en toename van incidenten geeft het onderzoek een goed resultaat en is men over de gehele lijn positief.

5.3 Samenstelling Raad van Toezicht op 31 december 2015

Dhr. E. Reefhuis Amsterdam Voorzitter

Mevr. L. Koning Amsterdam Secretaris

Mevr. A. Lases Amsterdam Lid

5.4 Personeelsgegevens op 31 december 2015

Frank Stam Directeur-bestuurder

Elvira Lindveld Begeleider

Geraldien Ganseman Begeleider

Judith van Dommele Begeleider/Vrijwilligerscoördinator

Mike Wouters Begeleider

Selene van Aartsen Begeleider

Wessel van IJken Begeleider

Alex Speijer Budgetconsulent

Gerard van Eunen Administratieve kracht

Michiel Buys Huismeester/Slaapwacht

Adil Zioui Slaapwacht

Boris van der Heijden Slaapwacht

Clifton Brown Slaapwacht/Oproepkracht

Jamal Mounsif Slaapwacht

Jerry Zaandam Slaapwacht

Julie Skoropova Oproepkracht

Sjors van der Veen Oproepkracht

Lauren Maliepaard Oproepkracht

Timara van Leeuwarde Stagiaire

IJsbrand Abbas Stagiaire

(21)

6. Jaarrekening 2015

Inhoudsopgave

6.1 Balans per 31 december 2015 ...22

6.2 Exploitatierekening over 2015 ...23

6.3 Kasstroomoverzicht ... 24

6.4 Toelichting ...25

6.5 Toelichting op de balans ...28

6.6 Toelichting op de exploitatierekening ...32

6.7 Analyse van het resultaat ... 37

6.8 Ondertekening ...38

6.9 Overige gegevens ...38 6.9.1 Resultaatbestemming

6.9.2 Gebeurtenissen na balansdatum

6.9.3 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

(22)

22

6.1 Balans per 31 december 2015

(na resultaatbestemming)

31-12-2015 31-12-2014

e e

Activa

Materiële vaste activa 442.055 453.473

Totaal vaste activa 442.055 453.473

Overige vorderingen 235.922 91.404

Liquide middelen 64.105 109.528

Totaal vlottende activa 300.027 200.932

Totaal Activa 742.082 654.405

Passiva

Bestemmingsreserves 499.950 418.250

Bestemmingsfondsen 1.876 0

Algemene reserves 126.025 116.068

Totaal eigen vermogen 627.491 534.318

Kortlopende schulden 114.591 120.088

Totaal Passiva 742.082 654.405

(23)

6.2 Exploitatierekening over 2015

Exploitatie Begroting Exploitatie 2015 2015 2014

BEDRIJFSOPBRENGSTEN: e e e

Opbrengsten zorgprestaties 873.071 702.740 716.694

Subsidies 82.013 82.180 111.194

Overige bedrijfsopbrengsten 72.164 80.840 95.082

Som der bedrijfsopbrengsten 1.027.248 865.760 922.970

BEDRIJFSLASTEN:

Personeelskosten 591.015 551.921 608.553

Afschrijvingen op materiële vaste activa 18.161 20.982 20.819

Overige bedrijfskosten 325.654 289.935 311.331

Som der bedrijfslasten 934.831 862.838 940.702

BEDRIJFSRESULTAAT 92.418 2.922 -17.731

Financiële baten en lasten 756 0 202

RESULTAAT BOEKJAAR 93.173 2.922 -17.529

RESULTAATBESTEMMING:

Het resultaat is als volgt verdeeld:

Toevoeging bestemmingsreserve 81.340 0 0

Onttrekking bestemmingsreserve 0 0 0

Toevoeging bestemmingsfonds 3.000 0 0

Onttrekking bestemmingsfonds -1.124 0 0

Mutatie algemene reserve (saldo) 9.957 2.922 -17.529

Voordelig voordelig nadelig

(24)

24

6.3 Kasstroomoverzicht

2015 2014

e e e e

Kasstroom uit operationele activiteiten

Bedrijfsresultaat 92.418 -17.731

Aanpassingen voor:

- Afschrijvingen 18.161 20.819

18.161 20.819

Veranderingen in vlottende middelen:

- vorderingen -144.517 -57.555

- kortlopende schulden -5.498 9.619

-150.015 -47.937

Kasstroom uit bedrijfsoperaties -39.436 -44.849

Ontvangen interest 756 275

Betaalde interest 0 -73

756 202

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten -38.681 -44.647

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Investeringen materiële vaste activa -20.978 -12.929

Ontvangen investeringssubsidie materiële vaste activa 14.235 10.684

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -6.743 -2.245

Mutatie geldmiddelen -45.423 -46.892

Aansluiting geldmiddelen

2015 2014

Stand per 1 januari 109.528 156.420

Mutatie geldmiddelen -45.423 -46.892

Stand per 31 december 64.105 109.528

(25)

6.4 Toelichting

Exodusorganisatie

Stichting Exodus Amsterdam is onderdeel van de Exodus organisatie. Stichting Exodus Amsterdam is statutair gevestigd te Amsterdam. Het adres van de stichting is Overtoom 103-105, 1054 HD te Amsterdam. Exodus bestaat uit verschillende leden, die werken vanuit dezelfde missie. Alle Exodushuizen zijn lid van vereniging Samenwerkingsverband Exodus Nederland.

Op 2 november 2015 hebben Stichting Exodus Amsterdam en Stichting Exodus Alkmaar een verklaring ondertekend waarin zij instemmen met de intentie tot het vormen van een Stichting Exodus Noord-Holland.

Activiteiten

De stichting heeft ten doel:

1. De opvang en begeleiding van personen die in aanrekening met justitie zijn geweest of dreigen te komen en die het perspectief missen op een menswaardig functioneren zodanig dat zij leren zelfstandig hun weg te vinden naar een nieuw en zinvol bestaan, alsmede aandacht te geven aan de maatschappelijke structuren die de oorzaak daarvoor vormen;

2. Het verlenen van steun aan predikanten en rooms-katholieke justitiepastores werkzaam in inrichtingen van het gevangeniswezen.

Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi, de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving RJ 655 en Titel 9 BW 2.

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Grondslagen WNT

Voor de uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi)publieke sector (WNT) heeft de stichting zich gehouden aan de Beleidsregel toepassing WNT en deze als normenkader bij het opmaken van deze jaarrekening gehanteerd.

Grondslagen van waardering van activa en passiva

Activa en passiva

De algemene grondslag voor de waardering van de activa en passiva is de verkrijgingsprijs- of de vervaardigingsprijs. Voor zover niet anders vermeld, worden activa en passiva opgenomen voor de geamortiseerde kostprijs.

Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de stichting zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.

Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.

(26)

26

Materiële vaste activa

De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen.

De afschrijvingstermijnen van materiële vaste activa zijn gebaseerd op de verwachte gebruiksduur van het vast actief.

De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur.

De volgende afschrijvingspercentages worden hierbij gehanteerd:

• Bedrijfsgebouwen: 2,5%

• Verbouwing: 20-25%

• Inventaris: 20%

• Installaties: 20%

• Automatisering: 33,3%

• Vervoermiddelen: 20%

Voor zover subsidies of daaraan gelijk te stellen vergoedingen zijn ontvangen als eenmalige bijdrage in de afschrijvingskosten, zijn deze in mindering gebracht op de investeringen.

Kosten voor periodiek groot onderhoud worden ten laste gebracht van het resultaat op het moment dat deze zich voordoen.

Financiële instrumenten

Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Er is geen sprake van afgeleide financiële instrumenten (derivaten). Voor de waardering van de financiële instrumenten wordt verwezen naar de waarderingsgrondslagen van de individuele jaarrekeningposten.

Vorderingen

De eerste waardering van vorderingen is tegen reële waarde. De vervolgwaardering van vorderingen is tegen geamortiseerde kostprijs. Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid.

Liquide middelen

Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Schulden

De kortlopende schulden hebben een verwachte looptijd van maximaal één jaar. De schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs (nominale waarde).

Grondslagen van resultaatbepaling

Algemeen

Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen.

De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

(27)

Opbrengsten

De opbrengsten uit dienstverlening worden verantwoord naar rato van de verrichte prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum en in verhouding tot in totaal te verrichten diensten (onder de voorwaarde dat het resultaat betrouwbaar kan worden geschat).

De met de opbrengsten samenhangende lasten worden toegerekend aan de periode waarin de baten zijn verantwoord.

Personele kosten

Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de resultatenrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers respectievelijk de belastingautoriteit.

Pensioenregeling

Stichting Exodus Amsterdam heeft voor haar werknemers een toegezegde pensioenregeling.

Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij Stichting Exodus Amsterdam. De verplichtingen, die voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn.

De pensioenverplichtingen worden gewaardeerd volgens de ‘verplichting aan de pensioenuitvoerder benadering’. Stichting Exodus Amsterdam betaalt hiervoor premies waarvan de helft door de werkgever wordt betaald en de helft door de werknemer. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Per 1 januari 2015 gelden nieuwe regels voor pensioenfondsen. Daarbij behoort ook een nieuwe berekening van de dekkingsgraad. De

‘nieuwe’ dekkingsgraad is het gemiddelde van de laatste twaalf dekkingsgraden. Door een gemiddelde te gebruiken, zal de dekkingsgraad nu minder sterk schommelen. In december 2015 bedroeg de dekkingsgraad 97%. Het vereiste niveau van de dekkingsgraad is 127%. Het pensioenfonds verwacht volgens het herstelplan binnen 12 jaar hieraan te kunnen voldoen en voorziet geen noodzaak voor de aangesloten instellingen om extra stortingen te verrichten of om bijzondere premieverhogingen door te voeren. Stichting Exodus Amsterdam heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies.

Afschrijvingslasten

Deze bepalen we op basis van de lineaire afschrijvingen die plaatsvinden op basis van de verwachte economische levensduur en eventuele restwaarde.

Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode.

(28)

28

6.5 Toelichting op de balans

Materiële vaste activa

Het verloop van de materiële vaste activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:

Aanschafwaarde per 31-12-14 477.000 122.081 40.848 14.325 8.972 4.869 668.096 Geaccum afschr. per 31-12-14 34.781 119.602 39.087 9.024 7.261 4.869 214.623 Boekwaarde per 31-12-14 442.219 2.479 1.761 5.301 1.713 0 453.473

Investeringen 0 1.831 2.955 16.192 0 0 20.978

Ontvangen subsidies 0 0 0 14.235 0 0 14.235

Afschrijvingen 11.925 864 939 3.197 1.236 0 18.161

Aanschafwaarde per 31-12-15 477.000 123.912 43.803 16.282 8.972 4.869 674.839 Geaccum afschr. per 31-12-15 46.706 120.466 40.026 12.221 8.497 4.869 232.784 Boekwaarde per 31-12-15 430.294 3.446 3.777 4.061 475 0 442.055

Vorderingen

De specificatie is als volgt:

31-12-2015 31-12-2014

Nog te ontvangen waarborgsommen 250 250

Vordering op Exodus Nederland i.v.m. nog te ontvangen voorschot

DForZo 208.870 71.669

Nog te ontvangen bedragen 22.914 5.008

Nog te ontvangen subsidie Gemeente Amsterdam 0 2.068

Nog te ontvangen subsidie overig 0 11.380

Transitoria 3.887 0

Vooruitbetaalde bedragen 0 1.028

Totaal vorderingen 235.922 91.404

Liquide middelen

De specificatie is als volgt:

31-12-2015 31-12-2014

Bankrekeningen 60.856 105.554

Kassen 3.249 3.974

Totaal liquide middelen 64.105 109.528

Gebouwen Verbouwing Inventaris Installaties Automatisering Vervoermiddelen Totaal

(29)

De liquide middelen bestaan uit diverse banktegoeden en een kas op kantoor. Van het totaal werd 25.000 euro in de vorm van een spaarrekening aangehouden. Dit geld is direct opneembaar.

Eigen Vermogen

Bestemmingsreserves

Het verloop is als volgt weer te geven:

Continuïteitsreserve 2015 2014

Stand per 1 januari 342.000 342.000

+ toevoegingen 0 0

- onttrekkingen 0 0

Stand per 31 december 342.000 342.000

Reserve Groot Onderhoud

Stand per 1 januari 76.250 76.250

+toevoegingen 0 0

-onttrekkingen 0 0

Stand per 31 december 76.250 76.250

Reserve Opleiding

Stand per 1 januari 0 0

+toevoegingen 14.350 0

-onttrekkingen 0 0

Stand per 31 december 14.350 0

Reserve Transitie

Stand per 1 januari 0 0

+toevoegingen 21.500 0

-onttrekkingen 0 0

Stand per 31 december 21.500 0

Reserve Innovatie

Stand per 1 januari 0 0

+toevoegingen 6.000 0

-onttrekkingen 0 0

Stand per 31 december 6.000 0

Reserve Opvang tekort

Stand per 1 januari 0 0

+toevoegingen 39.490 0

-onttrekkingen 0 0

Stand per 31 december 39.490 0

(30)

30

Continuïteitsreserve

Het bestuur heeft besloten dat het eigen vermogen in beginsel een zodanige omvang moet hebben dat in geval van terugloop van de externe inkomensstromen er circa 50% van de personeelskosten gedekt zijn. Daarmee kunnen de loonkosten circa 6 maanden doorbetaald worden. In het boekjaar 2015 heeft op deze reserve geen toevoeging of onttrekking plaatsgevonden.

Reserve Groot onderhoud

De reserve groot onderhoud is bestemd voor het plegen van onderhoud aan de eigen panden. In het boekjaar 2015 heeft op deze reserve geen toevoeging of onttrekking plaatsgevonden.

Reserve Opleiding

De reserve Opleiding is gevormd om opleidingen te kunnen aanbieden aan de bestuurder van de Exodus organisatie. In 2015 is deze reserve voor het eerst gevormd.

Reserve Transitie

De reserve Transitie is gevormd om de kosten samenhangend met het samenvoegen van Stichtingen Exodus Alkmaar en Stichting Exodus Amsterdam in het boekjaar 2016 te kunnen bekostigen.

Reserve Innovatie

De reserve Innovatie is gevormd om vanaf het boekjaar 2016 de mogelijkheden voor een aantal nieuwe activiteiten te onderzoeken vanwege de voorgenomen vorming van de nieuwe organisatie Exodus Noord-Holland.

Reserve Opvang tekort

De reserve Opvang tekort is in het boekjaar 2015 voor het eerst gevormd. De reserve zal worden aangesproken om de te verwachte tekorten in het boekjaar 2016 (gedeeltelijk) op te vangen.

Bestemmingfonds

Fonds t.b.v. bewoners (Muller) 2015 2014

Stand per 1 januari 0 0

+ toevoegingen 3.000 0

- onttrekkingen 1.124 0

Stand per 31 december 1.876 0

Totaal Bestemmingfonds 1.876 0

Fonds voor bewoners (Muller)

Het Fonds heeft tot ten doel om individuele financiële noden van cliënten (bewoners) van het Exodus huis in Amsterdam te verzachten. Het betreft noden waarvoor geen andere financiële middelen voor handen zijn.

Algemene Reserve

2015 2014

Stand per 1 januari 116.068 133.597

Resultaat lopend jaar 9.957 -17.529

Stand per 31 december 126.025 116.068

(31)

Kortlopende schulden en overlopende passiva De specificatie is als volgt:

31-12-2015 31-12-2014

Groepsinterne schulden 59.283 66.871

Schulden aan bewoners 11.063 21.720

Te betalen vakantiegeld en dagen 42.595 27.774

Vooruit ontvangen subsidies 0 99

Overlopende passiva 1.650 3.624

Totaal kortlopende schulden 114.591 120.088

Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen

Stichting Exodus Amsterdam huurt een aantal losse woningen. De totale huurverplichting hiervoor bedraagt 29.899 euro voor 2016. De huurcontracten zijn per jaar opzegbaar.

Exodus heeft van een particulier de toezegging ontvangen dat tot en met 31 december 2018 jaarlijks een gift uitgekeerd wordt van 3.000 euro per jaar. Deze gift is bedoeld voor het fonds voor bewoners (Muller).

(32)

32

6.6 Toelichting op de exploitatierekening

Opbrengsten

Opbrengsten zorgprestaties De specificatie is als volgt:

2015 2014 Opbrengsten Justitie (exclusief subsidies) 873.071 716.694

Totaal opbrengsten zorgprestaties 873.071 716.694

De opbrengsten uit de inkooprelatie met het ministerie van Veiligheid en Justitie voor de deelname van (ex-) gedetineerden is ontvangen voor de gehele Exodus organisatie. De verstrekking betreft een vergoeding per dag voor het verblijf in een Exodushuis. De opbrengsten wordt doorberekend aan de lokale stichtingen op basis van het door het ministerie bepaalde tarief gekoppeld aan het aantal gerealiseerde nachten. Met betrekking tot de huidige inkooprelatie zal jaarlijks een offerte uitgebracht moeten worden aan het ministerie van Veiligheid en Justitie. De inkoopafspraken met het ministerie van Veiligheid en Justitie worden definitief vastgesteld op basis van een verantwoording van de bezetting waarbij een maximum van toepassing is. Ten tijde van het opstellen van de jaarrekening zijn de definitieve inkoopafspraken nog niet vastgesteld.

De opbrengsten uit de inkooprelatie met het ministerie van Veiligheid en Justitie is gemaximeerd.

Door de groei van het aantal bedden binnen Exodus worden niet alle gemaakte nachten uitbetaald uit de inkoopafspraken. De totale opbrengsten uit de inkoopafspraken zijn met een intern verdeelmodel verdeeld.

Subsidies

De specificatie is als volgt:

2015 2014 Subsidie ministerie van Veiligheid en Justitie

voor plaatsingen bewoners 2013 0 11.233

Subsidie ministerie van Veiligheid en Justitie voor vrijwilligers 5.500 5.500 Subsidie ministerie van Veiligheid en Justitie

voor compensatie eigen bijdrage bewoners 0 17.512

Subsidie Gemeente Amsterdam 76.513 76.616

Subsidie inzake geestelijke verzorger 0 333

Totaal subsidies 82.013 111.194

De subsidie van het ministerie van Veiligheid en Justitie voor de deelname van (ex-) gedetineerden is ontvangen voor de gehele Exodus organisatie. De subsidie verstrekt een vergoeding per dag voor het verblijf in een Exodushuis. De subsidie wordt doorberekend aan de lokale stichtingen op basis van het door het ministerie bepaalde tarief gekoppeld aan het aantal gerealiseerde nachten. De subsidie moet jaarlijks worden aangevraagd. De subsidies van het ministerie van Veiligheid en Justitie worden definitief vastgesteld op basis van een verantwoording van de bezetting waarbij een maximum van toepassing is.

De subsidie van het ministerie van Veiligheid en Justitie is gemaximeerd. Door de groei van het aantal bedden binnen Exodus worden niet alle gemaakte nachten betaald uit de subsidie. De subsidie is met een intern verdeelmodel verdeeld over de Exodus stichtingen.

(33)

De subsidie van het ministerie van Veiligheid en Justitie voor het vrijwilligersnetwerk wordt toegekend aan de gehele Exodus organisatie. De subsidie wordt voor een deel doorberekend aan de lokale stichtingen ter dekking van gemaakte onkosten om de vrijwilligers aan te sturen en voor de gemaakte onkosten. De subsidie moet jaarlijks worden aangevraagd.

Overige bedrijfsopbrengsten De specificatie is als volgt:

2015 2014

Giften van particulieren 3.735 6.789

Giften van ondernemingen 531 133

Giften van kerken 3.425 3.328

Giften van fondsen 99 10.820

Opbrengst eigen bijdrage begeleidingskosten 18.974 18.394

Opbrengst Gemeente Amsterdam inzake schuldhulpverlening 45.400 25.714

Opbrengst Gemeente Zandvoort inzake plaatsing bewoner 0 17.400

Opbrengst Leger des Heils inzake plaatsing bewoner 0 8.280

Teruggaaf energiebelasting eerdere jaren 0 4.224 Totaal overige bedrijfsopbrengsten 72.164 95.082

De opbrengsten eigen bijdrage begeleidingskosten betreft de eigen bijdrage die bewoners betalen voor de begeleiding in het Exodushuis.

Personeelskosten

De specificatie is als volgt:

2015 2014

Salariskosten 466.621 455.096

Terugontvangen ziekengeld -26.873 -36.464

Sociale lasten 116.543 115.828

Overige personeelskosten 30.427 24.712

Personeel derden 4.297 49.380

Totaal personeelskosten 591.015 608.553

In 2015 waren er gemiddeld 10,91 fte (2014: 11,82 fte) in dienst van Stichting Exodus Amsterdam.

Sociale lasten

2015 2014

Pensioenpremie 39.515 42.874

Overige sociale lasten 77.028 72.954

Totaal sociale lasten 116.543 115.828

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob blijft verstrekking van informatie achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang dat

verstrekking van informatie achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang dat de persoonlijke levenssfeer wordt geëerbiedigd.. Ik ben van oordeel dat

verstrekken van informatie ingevolge deze wet achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer

Uit gesprekken van de Inspectie met zowel medewerkers als leidinggevenden die bij de Taskforce waren betrokken, bleek sprake te zijn van een aanzienlijke politieke en

Ik ben van oordeel dat ten aanzien van deze gegevens het belang dat de persoonlijke levenssfeer wordt geëerbiedigd, zwaarder moet wegen dan het belang van openbaarheid.. Voor zover

Alle stukken in deel 8, C en E maak ik ook gedeeltelijk openbaar voor zover deze niet identiek zijn aan een document dat reeds in een ander deel van dit besluit (gedeeltelijk)

In het overzicht is onderscheid gemaakt tussen voorstellen waarvan het wenselijk is dat deze binnen twee maanden worden behandeld door uw Kamer en voorstellen die voor de zomer

Het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling Op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob blijft verstrekking van informatie namelijk achterwege