• No results found

Hoogste bedrag ooit voor schilderij van Andy Warhol

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Hoogste bedrag ooit voor schilderij van Andy Warhol"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Hoogste bedrag ooit voor schilderij van Andy Warhol

Hoogste bedrag ooit voor schilderij van Andy Warhol

De financiële crisis lijkt geen vat te hebben gehad op de

kunstwereld. Een schilderij van Andy Warhol (1928-1987) is woensdag 13 november 2013 tijdens een veiling bij Sotheby's in New York voor ruim 105

miljoen dollar (bijna 78 miljoen euro) verkocht.

De financiële crisis lijkt geen vat te hebben gehad op de

kunstwereld. Een schilderij van Andy Warhol (1928-1987) is woensdag 13 november 2013 tijdens een veiling bij Sotheby's in New York voor ruim 105

miljoen dollar (bijna 78 miljoen euro) verkocht.

Statusgoed Statusgoed

Marktvraag

(2)

Waar hangt de vraag naar goederen van af?

1. Het inkomen 2. De prijs

3. De prijs van concurrenten 4. Het aantal consumenten 5. De mode

1. Het inkomen 2. De prijs

3. De prijs van concurrenten 4. Het aantal consumenten 5. De mode

1. In welke mate reageren goederen op deze factoren?

2. Reageren alle goederen in gelijke mate op deze factoren?

1. In welke mate reageren goederen op deze factoren?

2. Reageren alle goederen in gelijke mate op deze factoren?

Het antwoord op vraag 1

berekenen we met het begrip elasticiteit.

Het natwoord op vraag 2 is Nee

Het antwoord op vraag 1

berekenen we met het begrip elasticiteit.

Het natwoord op vraag 2 is

Nee

(3)

Elasticiteiten

Prijselasticiteit

Prijselasticiteit Kruiselingse prijselasticiteit

Kruiselingse prijselasticiteit

Inkomens elasticiteit

Inkomens elasticiteit

Verband tussen de prijs van A en de

vraag naar A Verband tussen de

prijs van A en de vraag naar A

Verband tussen de prijs van A en de

vraag naar B Verband tussen de

prijs van A en de vraag naar B

Verband tussen het inkomen en de

gevraagde hoeveelheid Verband tussen het

inkomen en de gevraagde hoeveelheid

3 soorten elasticiteiten

3 soorten elasticiteiten

(4)

Inkomen en vraag

Inkomens- vraagfunctie

Engelcurve

Functie (wiskundig) die het verband weergeeft tussen de vraag naar goederen en het

(besteedbaar) inkomen van de consument:

Qv = aY + b voorbeeld Qv = 0,05Y + 200

Lijn die het verband weergeeft tussen de gevraagde hoeveelheid van een goed en het inkomen van de

consument (inkomensvraaglijn)

Uitgaven (Qv)

Inkomen A

C B

A = noodzakelijk goed: a > 0 en b > 0 B = Luxe goed: a > 0 en b < 0

C = inferieurgoed: a < 0 D

D = drempelinkomen  berekenen door Qv = 0 te stellen

(5)

Persoon Maand-

inkomen Uitgaven

voeding Percentage

A € 2.000 € 1.000 (1000/ 2000) x 100% = 50%

B € 4.000 € 1.500 (1500/ 4000) x 100% = 37,5%

C € 8.000 € 2.000 (2000/ 8000) x 100% = 25%

Noodzakelijke goederen

1 . De vraag naar noodzakelijke goederen (kleding, voedsel, onderdak) is deels afhankelijk van het inkomen en deels onafhankelijk van het inkomen. Zelfs als er geen inkomen is (Y = 0) is er vraag naar deze primaire levensbehoeften.

2. De uitgaven stijgen absoluut, maar dalen relatief (in procenten van het inkomen)

Noodzakelijke goederen

1 . De vraag naar noodzakelijke goederen (kleding, voedsel, onderdak) is deels afhankelijk van het inkomen en deels onafhankelijk van het inkomen. Zelfs als er geen inkomen is (Y = 0) is er vraag naar deze primaire levensbehoeften.

2. De uitgaven stijgen absoluut, maar dalen relatief (in procenten van het

inkomen)

(6)

Persoon Maand-

inkomen Uitgaven

aan reizen Percentage:

A € 2.000 € 100 (100/ 2000) x 100% = 5%

B € 4.000 € 400 (400 / 4000) x 100% = 10%

C € 8.000 € 1.600 (1.600/ 8000) x 100% = 20%

Luxe goederen

1. Deze kan men zich pas veroorloven wanneer men een bepaald inkomen geeft (= drempelinkomen). De hoogte van het drempelinkomen verschilt van goed tot goed.

2. De uitgaven stijgen absoluut, maar stijgen ook relatief (in procenten van het inkomen.

Luxe goederen

1. Deze kan men zich pas veroorloven wanneer men een bepaald inkomen geeft (= drempelinkomen). De hoogte van het drempelinkomen verschilt van goed tot goed.

2. De uitgaven stijgen absoluut, maar stijgen ook relatief (in procenten van

het inkomen.

(7)

Inkomensvraagcurven – gemiddelde consumptiequote (GCQ = C/Y)

Luxe goed Noodzakelijk goed

Uitgaven Uitgaven

Inkomen Inkomen

A B C D

GCQ = grootte van de hoek van de lijn uit de oorsprong

GCQ daalt als Y stijgt

GCQ stijgt als

Y stijgt

(8)

Verschuiving langs en van de vraaglijn Q = aY + b

Q Q

Y A B Y C

1 2

1

Oorzaken van een verschuiving van de inkomensvraaglijn naar rechts:

1. stijging van de prijs (bij een gelijk inkomen kun je minder kopen 2. Stijging van de prijs van complementaire goederen

3. Daling van de prijs van concurrerende goederen (substitutiegoederen) 4. Stijging van belasting- en sociale premietarieven

5. Stijging van de rentestand 6. Uit de mode raken

Verschuiving langs de inkomensvraaglijn als het inkomen verandert.

(9)

Soorten goederen

Normale goederen EPV < 0

Status artikelen EPV >0 Substitutie- Goederen EKV > 0

Complementaire goederen EKV < 0 Primaire goederen

0 < EIV < 1 Luxe goederen

EIV > 1

Inferieure goederen EIV < 0

Goederen waarbij geldt:

prijs A   qv A en prijs A   qv A

Goederen waarbij geldt:

prijs A   qv A en prijs A   qv A

Goederen die elkaar kunnen vervangen

(bijv.: boter en margarine). Prijs A   qv B

Goederen die elkaar aanvullen prijs A   qv B stijgt (bijv.: Printers en bijbehorende inktpatronen).

Noodzakelijke goederen, eerste levensbehoeften:

voeding, kleding, onderdak.

Niet nodig om te leven, maar maken het leven wel aangenamer.

Goederen waarvan minder wordt gekocht als het

inkomen stijgt: inkomen   qv en inkomen   qv

(bijv.: spek, gehakt, aardappelen).

(10)

Elasticiteit – algemeen

Een elasticiteit is een vermenigvuldigingsgetal tussen twee procentuele veranderingen die een onderling verband hebben.

%Δ oorzaak

%Δ oorzaak × E = %Δ gevolg %Δ gevolg

Voorbeeld 1

Wanneer de prijs van CD’s met 25% omlaag gaat, worden er 40% méér CD’s verkocht.

%Δ prijs

%Δ prijs × E = %Δ vraag %Δ vraag

-25% × -1,6 = +40%

(11)

Elasticiteit – algemeen

Een elasticiteit is een vermenigvuldigingsgetal tussen twee procentuele veranderingen die een onderling verband hebben.

%Δ oorzaak

%Δ oorzaak × E = %Δ gevolg %Δ gevolg

Voorbeeld 2

Wanneer het inkomen van mensen met 10% omhoog gaat, gaan zij 20% meer uitgeven aan verre vakantiereizen.

%Δ inkomen

%Δ inkomen × E = %Δ vraag %Δ vraag

+10% × + 2 = +20%

(12)

%Δ oorzaak

%Δ oorzaak × E = %Δ gevolg %Δ gevolg

Voorbeeld 3

Wanneer de rente met 5% stijgt, gaan mensen 20% minder lenen.

%Δ rente

%Δ rente × E = %Δ vraag leningen %Δ vraag leningen

+5% × - 4 = -20%

(13)

Inkomenselasticiteit

Bereken de inkomens- elasticiteit in dit geval.

%Δ oorzaak

%Δ oorzaak × E = %Δ gevolg %Δ gevolg

%Δ inkomen

%Δ inkomen × E iv = %Δ vraag %Δ vraag

Y (x € 1.000)

U it ga ve n

1 2 3 4 5

8 16 24 32

Q

v

= 0,25Y – 2 Q

v

= 0,25Y – 2

%Δ inkomen

%Δ inkomen × E iv = %Δ vraag %Δ vraag

50% 2 +100%

16  24 2  4

× =

6

1. EPV = dQ / dI x Io /

2. EIV = rc x Y / Q  EIV = 0,25 X 16 / 2 = 2

1. EIV = --- = %dY 100% / 50% = 2

%dQ

Waarbij rc = hellingshoek vraagfunctie en I/Q de waarden van het vertrekpunt Vertrekpunt Vertrekpunt

Luxe goed (EIV > 1)

Luxe goed (EIV > 1)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Doordat volgens het Hof de overeenkomst 1999 geen rege- ling bevatte over de einddatum van de concessie voor de resterende twee delen, werd die einddatum door de over- eenkomst

Frits de Boer heeft over zijn inkomen van 2007 de volgende gegevens verzameld:.. bruto-inkomen € 51.500 belastbaar inkomen

Hieruit afleiden dat anaërobe vergisting geen en aërobe compostering veel geurhinder veroorzaakt, is echter voorbarig, en wel om de volgende redenen.. – Bij deze vergelijking

Additionally, the amount of PIP3 as well as its localization within the cell have been reported to be positively associated with migration/chemotaxis and the recruitment of

Wat ook heel erg leuk is om te zien is dat BMX-en niet alleen maar een jon- genssport is, dit komt heel duide- lijk naar voren in de klasse lady’s 14 jaar en ouder waarin nu zelf

Het tweede Beest in Openbaring (“Uit de aarde”, de Antichrist) 2 bezit een absolute godsdienstige macht, naast de politieke macht die het heeft, maar ook de economische macht zal

De vraag naar noodzakelijke goederen (kleding, voedsel, onderdak) is deels afhankelijk van het inkomen en deels. onafhankelijk van

- Daarnaast in najaar 2016: uitgebreide gespreksronde in kader van onderzoek naar bestuurlijke scenario’s, deels toegespitst op sociaal domein.. - Presentaties in raad mei 2015