• No results found

Waar hangt de vraag naar goederen van af?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Waar hangt de vraag naar goederen van af?"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Economie Integraal vwo (VRM) 1

Waar hangt de vraag naar goederen van af?

1. Het inkomen 2. De prijs

3. De prijs van concurrenten 4. Het aantal consumenten 5. De mode

1. In welke mate reageert de vraag naar deze

goederen op deze factoren?

2. Reageren alle goederen in gelijke mate op deze

factoren?

Het antwoord op vraag 1 berekenen we met het begrip elasticiteit.

Het antwoord op vraag 2 is Nee

2.3 en 2.4 Kruiselingse- en

inkomenselasticiteit

(2)

Economie Integraal vwo (VRM) 2

ELASTICITEITEN

Prijselasticiteit Kruiselingse prijselasticiteit

Inkomens elasticiteit

Verband tussen de prijs van A

en de vraag naar A

Verband tussen de prijs van A

en de vraag naar B

Verband tussen het inkomen en de gevraagde

hoeveelheid

2.3 en 2.4 Kruiselingse- en

inkomenselasticiteit

(3)

Economie Integraal vwo (VRM) 3

KRUISELINGSE PRIJSELASTICITEIT

%Δ oorzaak × E = %Δ gevolg

Voorbeeld

Wanneer Philips de prijzen van haar TV-toestellen met 20 procent verhoogt, ziet Sony haar verkoopcijfers van TV’s met 30 toenemen.

%Δ prijs Philips

%Δ vraag Sony

× E =

+20% × 1,5 + = +30%

2.3 en 2.4 Kruiselingse- en

inkomenselasticiteit

(4)

Economie Integraal vwo (VRM)

4

2.3 en 2.4 Kruiselingse- en inkomenselasticiteit

Qp = 0,5Ps + 20 Waarbij

Qp = vraag Philips TV-toestellen

Ps = prijs van Sony TV-toestellen (in euro)

Hoe hoog is de kruisprijselasticiteit van de vraag

naar Philips-toestellen bij een prijs van € 380 van de Sonytoestellen

Bij Ps = 380  Qp = 210 (vertrekpunt) Bij Ps = 400  Qp = 220

EKV = %dQp / %dPs = 4,76% / 5,26% = 0,9

EKV = RC(ps) x Ps/Qp = 0,5 x 380 / 210 = 190/210

= 0,9

Als EKV > 0  substitutiegoederen

(5)

Economie Integraal vwo (VRM) 5

KRUISELINGSE ELASTICITEIT

EKV = %∆Q1 / % ∆P2

• EKV = ∆Q1/ ∆P2 X P2/Q1

• EKV > 0  SUBSTITUTIEGOEDEREN

• EKV < 0  COMPLEMENTAIRE GOEDEREN

• P1 = € 20 EN P2 = € 16

• Q1 = -5X20 + 3X16 + 152 = 100

• Q2 = -5X16 + 4X20 + 200 = 200

• EPV1 = ∆Q1/ ∆P1 X P1/Q1 = -5 X 20/100 = -1

• EPV2 = ∆Q2/ ∆P2 X P2/Q2 = -5 X 16/200 = -0,4

• EKV1 = ∆Q1/ ∆P2 X P2/Q1 = 3 X 16/100 = 0,48

• EKV2 = ∆Q2/ ∆P1 X P1/Q2 = 4 X 20/200 = 0,4

2.3 en 2.4 Kruiselingse- en

inkomenselasticteit

(6)

Economie Integraal vwo (VRM)

6

INKOMENSELASTICITEIT

BEREKEN DE INKOMENS- ELASTICITEIT IN DIT GEVAL.

%Δ inkomen × E

iv

= %Δ vraag

Y (x € 1.000)

Uitgaven

1 2 3 4 5

8 16 24 32

Qv = 0,25Y – 2

%Δ inkomen × E

iv

= %Δ vraag

50% 2 +100%

16  24 2  4

× =

6

1. EPV = dQ / dI x Io /

2. EIV = rc x Y

/

Q  EIV = 0,25 X 16

/

2 =

2

1. EIV = --- = 100%

/

50%

= 2 %dY

%dQ

Waarbij rc = hellingshoek vraagfunctie en

I/Q de waarden van het vertrekpunt

Vertrekpun t

Luxe goed (EIV

>1)

2.4 Inkomenselasticiteit

(7)

Economie Integraal vwo (VRM) 7

INKOMEN EN VRAAG

Inkomens- vraagfunctie

Engelcurve

Functie (wiskundig) die het verband weergeeft tussen de vraag naar

goederen en het (besteedbaar) inkomen van de consument:

Qv = aY + b voorbeeld Qv = 0,05Y + 200

Uitgaven (Qv)

Inkome n

A

A = noodzakelijk goed: a > 0 en b >

0

B = Luxe goed: a > 0 en b < 0 C = inferieurgoed: a < 0

D

D = drempelinkomen  berekenen door Qv = 0 te stellen

2.4 Inkomenselasticiteit

Lijn die het verband weergeeft tussen de

gevraagde hoeveelheid van een goed en het inkomen van de consument

(inkomensvraaglijn)

C

B

(8)

Economie Integraal vwo (VRM) 8

Persoon Maand-

inkomen Uitgaven

voeding Percentage

A € 2.000 € 1.000 (1000/ 2000) x 100% = 50%

B € 4.000 € 1.500 (1500/ 4000) x 100% = 37,5%

C € 8.000 € 2.000 (2000/ 8000) x 100% = 25%

Noodzakelijke goederen

1

.

De vraag naar noodzakelijke goederen (kleding, voedsel, onderdak) is deels afhankelijk van het inkomen en deels

onafhankelijk van het inkomen. Zelfs als er geen inkomen is (Y = 0) is er vraag naar deze primaire levensbehoeften.

2. De uitgaven stijgen absoluut, maar dalen relatief (in procenten van het inkomen)

2.4

Inkomenselasticiteit

(9)

Economie Integraal vwo (VRM)

9

Inkomensvraagcurven en gemiddelde consumptiequote (GCQ = C/Y)

Luxe goed Noodzakelijk

goed

Uitgaven Uitgaven

Inkomen Inkomen

A B C D

GCQ = grootte van de hoek van de lijn uit de oorsprong

GCQ daalt als Y stijgt

GCQ stijgt als Y stijgt

2.4 Inkomenselasticiteit

(10)

Inferieure goederen Noodzakelijke

goederen Luxe

goederen

Economie Integraal vwo (VRM) 10

2.4

Inkomenselasticiteit

(11)

Economie Integraal vwo (VRM)

11

Normale goederen EPV < 0 Status artikelen

EPV >0 Substitutie- Goederen EKV >

Complementaire 0 goederen EKV <

Primaire 0 goederen 0 < EIV < 1 Luxe goederen

EIV > 1 Inferieure

goederen EIV < 0

Goederen waarbij geldt:

prijs A   qv A en prijs A   qv A

Goederen waarbij geldt:

prijs A   qv A en prijs A   qv A

Goederen die elkaar kunnen vervangen

(bijv.: boter en margarine). Prijs A   qv B

Goederen die elkaar aanvullen prijs A   qv B stijgt

(bijv.: Printers en bijbehorende inktpatronen).

Noodzakelijke goederen, eerste

levensbehoeften: voeding, kleding, onderdak.

Niet nodig om te leven, maar maken het leven wel aangenamer.

Goederen waarvan minder wordt gekocht als het inkomen stijgt: inkomen   qv en

inkomen   qv (bijv.: spek, gehakt, aardappelen).

2.4

Inkomenselasticiteit Soorten goederen

samengevat

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

3 toeslagenaffaire, waarvoor het voltallige kabinet Rutte-III op 15 januari 2021 is afgetreden, laat zien hoe alle elementen uit de trias politica hebben bijgedragen aan een

Wat ook heel erg leuk is om te zien is dat BMX-en niet alleen maar een jon- genssport is, dit komt heel duide- lijk naar voren in de klasse lady’s 14 jaar en ouder waarin nu zelf

Het tweede Beest in Openbaring (“Uit de aarde”, de Antichrist) 2 bezit een absolute godsdienstige macht, naast de politieke macht die het heeft, maar ook de economische macht zal

behandeling handicap/chronische ziekte (WGBH/CZ) uit 2003 in 2016 uit te breiden met het terrein ‘aanbod van goederen en diensten’. Sindsdien is het wettelijk verboden om

- Daarnaast in najaar 2016: uitgebreide gespreksronde in kader van onderzoek naar bestuurlijke scenario’s, deels toegespitst op sociaal domein.. - Presentaties in raad mei 2015

Dat brengt met zich dat deze - indien nodig - van buiten de organisatie moet worden gehaald.. Dit brengt kosten met zich die in de wijziging

Schaarse goederen: Goederen waarvoor productiefactoren ingezet moeten worden om het product te verkrijgen  oneindige behoeften &amp; schaarse middelen?. Vrije goederen 

Inspecteur Carolien Groote Schaarsberg: “Je bent er in je eentje verantwoordelijk voor dat er op het eind van de dag een goed en onderbouwd beeld van de school ontstaat.. Dat zorgt