• No results found

Passende zekerheden Registratienummer B

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Passende zekerheden Registratienummer B"

Copied!
47
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Passende zekerheden Registratienummer B73201711131303

Auteurs

Irene Zondervan, Martin Mulder

13-3-2018

Projectnummer B2325

(2)

Inhoudsopgave

Achtergrond

Conclusies en aanbevelingen Methode en opzet

Resultaten Bijlage

3 4

42 7 9

(3)

3

Inzicht geven in de (gepercipieerde) tevredenheid over het inkomensverloop bij pensionering in relatie tot het model waarbinnen men pensioen heeft opgebouwd.

Achtergrond

Het ministerie van EZK is voornemens in 2018 een diepgaand onderzoek te laten uitvoeren waarmee in kaart wordt gebracht welke relaties er zijn tussen keuzemogelijkheden in de pensioenregelingen en de mate van tevredenheid over het inkomensverloop bij pensionering. Hiermee dient de vraag beantwoord te worden welk model achteraf tot de meeste tevredenheid leidt. EZK heeft vier modellen onderscheiden, die variëren op het aantal vrijheidsgraden waar de verzekerde in de tijd dat hij pensioen opbouwt en na pensionering gebruik van kan maken.

Om harde uitspraken te kunnen doen over de modellen in combinatie met tevredenheid is gedegen kwantitatief onderzoek een vereiste. Om verschillen in kaart te brengen tussen de modellen is het een vereiste om per model voldoende data te kunnen verzamelen. Dat leidt tot de vraag of de huidige gepensioneerden voldoende vertegenwoordigd zijn in de onderscheiden modellen. Het huidige onderzoek dient als vooronderzoek om het antwoord op deze vraag in kaart te brengen.

Passende Zekerheden| EZK | B2325

Doelstelling hoofdonderzoek

Inzicht geven in de haalbaarheid van het beantwoorden van de doelstelling uit het hoofdonderzoek.

Doelstelling huidig onderzoek

(4)

Onderzoeksvragen en antwoorden

Met als doel antwoord te geven op de vraag of het hoofdonderzoek haalbaar is, qua uitvoerbaarheid, geven we met dit vooronderzoek antwoord op de volgende vragen

Q1: Hoe groot is de medewerkingsbereidheid aan dit onderzoek (responspercentage)?

Q2: Is er de bereidheid om gegevens te delen over het huidige inkomen (hoogte, verdeling over de pijlers)?

Q3. Kunnen we subgroepen determineren: homogeen samengesteld binnen de groep en heterogeen ten opzichte van de andere groep?

Q4. Hoe is de mate van en spreiding onder de gepensioneerden met betrekking tot de kennis over de regeling en de keuzes daarbinnen?

Ad Q1: Medewerkingsbereidheid

- De medewerkingsbereidheid aan het onderzoek is hoog: het responspercentage bedraagt 47%

Ad Q2:Bereidheid inkomensgegevens te delen

- 83% van de ondervraagden weet en deelt zijn huidige inkomen.

- Er is voldoende spreiding in de hoogte van de huidige inkomens onder de gepensioneerden en in de samenstelling van het huidige inkomen.

(5)

5

Onderzoeksvragen en antwoorden

Ad Q3: Kunnen we subgroepen determineren

- Binnen de groep gepensioneerden kunnen we naar type regeling, met uitzondering van de excedentregeling, diverse groepen samenstellen:

- Huidig inkomen op basis van DB-regeling - Huidig inkomen op basis van DC-regeling

- Huidig inkomen op basis van zelf opgebouwd vermogen.

Ad Q4: Hoe is de mate van en spreiding onder de gepensioneerden met betrekking tot de kennis over de regeling en de keuzes daarbinnen?

- Er is kennis aanwezig onder de gepensioneerden over de keuzes binnen de pensioenregelingen om op te kunnen differentiëren:

- Dit betreft keuzes rond pensioenleeftijd en bijsparen

- Zowel in de opbouwfase als uitkeringsfase is er in voldoende mate gebruik gemaakt van deze keuzes om op te kunnen differentiëren in het hoofdonderzoek.

- Met keuzes rond beleggingsbeleid/beleggingsprofiel, doorbeleggen is men slechts in geringe mate bekend. De gevonden percentages maken het samenstellen van groepen op dit criterium lastig. Dit geldt zowel voor de opbouw- als uitkeringsfase.

- Er is kennis onder de gepensioneerden over de keuzes rond pensioenopbouw in de derde pijler.

- Er is voldoende spreiding met betrekking tot keuzes in de opbouwfase; zowel wat betreft bekendheid als wat betreft het gebruik ervan.

- Anders dan bij DB-regelingen, heeft men hier wel kennis van keuzes met betrekking tot beleggingsbeleid

Passende Zekerheden| EZK | B2325

(6)

Conclusies en aanbevelingen

 Er is voldoende spreiding onder de gepensioneerden wat betreft hun inkomensverloop. Zowel de onderdelen van het huidige inkomen als de herkomst ervan via diverse regelingen en pijlers bieden de mogelijkheid heterogene groepen samen te stellen.

 Het aandeel ‘beleggingsprofiel’ is onderbelicht ten opzichte van keuzes rond de pensioenleeftijd, met name bij DB-regelingen.

 Bij de derdepijler is ook het doorbeleggen niet bekend.

Aanbevelingen:

Wanneer het ministerie overgaat op het hoofdonderzoek, geven we de volgende aanbevelingen mee in de uitvoering ervan:

 Neem een ruime leeftijdscategorie, met als ondergrens 58 jaar.

 Kies voor een gestratificeerde steekproef om voldoende waarnemingen met betrekking tot zelfstandigen en de derde pijler te verkrijgen.

 Voor de indeling naar loondienst of zelfstandige dient de verhouding aangepast te worden: de huidige indeling naar 75% om 25% is te ruw.

Daardoor heeft een aantal respondenten zich in de categorie ‘anders’ geplaatst (want 60/40 bijvoorbeeld)

 Voor arbeidsongeschikten, mensen die tijdens hun werkzame leven arbeidsongeschikt zijn geraakt, was geen categorie. Ook zij hebben zich in

‘anders’ geplaatst. De vraag is of in het hoofdonderzoek deze doelgroep uitgesloten dient te worden.

 De excendentregeling leverde niks op: wij raden aan deze uit het hoofdonderzoek weg te laten.

(7)

7

Methode en opzet

Onderzoeksopzet

Het onderzoek is kwantitatief uitgevoerd door middel van een online vragenlijst. In de vragenlijst zijn verschillende aspecten rondom pensioen, zoals de werksituatie in het werkende leven en het type pensioenregeling uitgevraagd. Daarnaast is uitgevraagd welke keuzemogelijkheden men had in zowel de opbouw- als uitkeringsfase van hun pensioen, en of zij wel of niet van deze

keuzemogelijkheden gebruik hebben gemaakt.

Doelgroep

De doelgroep bestaat uit gepensioneerden die in hun werkende leven via de werkgever en/of als ondernemer pensioen hebben opgebouwd in de tweede en derde pijler. In totaal vulden 1.722 gepensioneerden de vragenlijst volledig in. Om voldoende spreiding te vinden, is met een gestratificeerde steekproef gewerkt: 75% met een loondienst verleden en 25% met een verleden als zelfstandige.

Veldwerkperiode

Het veldwerk is uitgevoerd tussen woensdag 24 januari 2018 en maandag 5 februari 2018.

Passende Zekerheden| EZK | B2325

(8)

Leeswijzer

Het rapport is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 1 bevat een overzicht van het profiel van de respondenten.

Vervolgens hanteren we in het rapport de opbouw zoals in de figuur hiernaast is weergegeven.

We onderscheiden twee manieren waarlangs men pensioen heeft opgebouwd: via de werkgever en via overige manieren.

Per wijze bespreken we steeds eerst de opbouwfase:

welke keuzemogelijkheden had men hierin, en als men keuzemogelijkheden had, heeft men deze dan ook gebruikt? Daarna bespreken we de uitkeringsfase: welke keuzemogelijkheden had men hierbij en heeft men van deze keuzemogelijkheden gebruikgemaakt?

Keuzemogelijkheden die gekoppeld zijn aan de pensioenopbouw via een werkgeversregeling bespreken we in hoofdstuk 2. Keuzemogelijkheden die voortvloeien uit de andere pensioenopbouwwijzen bespreken we in hoofdstuk 3.

Pensioenopbouw

Via werkgever

Opbouwfase

Keuze mogelijkheden

Gebruik keuze- mogelijkheden

Uitkeringsfase

Keuze mogelijkheden Gebruik keuze- mogelijkheden

Niet via werkgever

Opbouwfase

Keuze mogelijkheden Gebruik keuze mogelijkheden

Uitkeringsfase

Keuze mogelijkheden Gebruik keuze- mogelijkheden

v

v

(9)

9

Resultaten

(10)

Profiel respondenten

(11)

11

Huidige situatie respondenten

Passende Zekerheden| EZK | B2325

Ruim 1 op de 10 gepensioneerden werkt nog steeds in een betaalde baan

87%

13%

Ik ben gepensioneerd en doe geen betaald werk (meer)

Ik ben gepensioneerd en doe nog wel betaald werk

Welke situatie is op dit moment op jou van toepassing? (n=1.722)

(12)

Manieren pensioenopbouw

Pensioenen zijn overwegend opgebouwd via de werkgever door deel te nemen aan de verplichte pensioenregeling*

75%

19%

15%

9%

6%

1%

1%

3%

1%

Via mijn werk/werkgever(s), door deel te nemen aan de verplichte pensioenregeling

Door zelf geld opzij te zetten voor later

Nee, naast AOW heb ik op geen enkele wijze pensioen opgebouwd

Door de hypotheek op mijn huis af te betalen

Via mijn werk/werkgever(s) door deel te nemen aan een vrijwillige pensioenregeling

Door te investeren op andere wijze (in onroerend goed, kunst, e.d.)

Door te investeren in mijn bedrijf

Anders, namelijk:

Weet ik niet

Heb je op één of meerdere manieren pensioen opgebouwd?

(Basis - Heeft in loondienst of als eigen baas gewerkt, n=1.691)

* Bij de selectie van de respondenten is het aantal gepensioneerden dat pensioen via de werkgever heeft

opgebouwd op 75% gezet.

(13)

13

Onderdelen huidig inkomen (loondienst en eigen baas)

Passende Zekerheden| EZK | B2325

AOW en ouderdomspensioen zijn belangrijkste bestanddelen van huidig inkomen

87%

66%

14%

13%

7%

6%

3%

1%

0%

6%

AOW Ouderdomspensioen Partnerpensioen Toeslagen (huurtoeslag, zorgtoeslag) Inkomen uit opgebouwd vermogen Salaris Onkostenvergoeding (vrijwilligerswerk) Arbeidsongeschiktheidspensioen Giften, schenkingen van anderen Anders, namelijk:

Welke onderdelen maken momenteel een aanmerkelijk deel (meer dan 10%) uit van jouw huidige inkomen?

(Basis - Heeft in loondienst of als eigen baas gewerkt, n=1.691)

(14)

Huidig inkomen

Inkomen meestal tussen €1.000 en €2.000 euro per maand

3%

10%

21%

20%

12%

8%

4%

2%

1%

1%

1%

15%

2%

€ 500,- of minder Tussen de € 501,- en € 1.000,- Tussen de € 1.001,- en € 1.500,- Tussen de € 1.501,- en € 2.000,- Tussen de € 2.001,- en € 2.500,- Tussen de € 2.501,- en € 3.000,- Tussen de € 3.000,- en €3.500,- Tussen de € 3.501,- en € 4.000,- Tussen de € 4.000,- en € 4.500,- Tussen de € 4.501,- en € 5.000,-

€ 5.001 of meer Wil ik niet zeggen Weet ik niet

Hoe hoog is nu jouw huidige netto maand inkomen? We bedoelen hiermee je persoonlijke inkomen, niet je gezinsinkomen. (n=1.413)

(15)

15

Pensioen via werkgever

(16)

Pensioenopbouw

Twee derde van de gepensioneerden heeft pensioen opgebouwd bij een bedrijfstakpensioenfonds, een vijfde bij een verzekeraar

64%

20%

11%

6%

0%

10%

6%

Bedrijfstakpensioenfonds (bijv. ABP voor de overheid, PFZW voor de zorg, PMT voor de metaal-techniek)

Pensioenverzekeraar (zoals Aegon, Nationale-Nederlanden, Centraal Beheer)

Ondernemingspensioenfonds (bijv. Unilever, DSM, Telegraaf)

Beroepspensioenfonds (bijv. verloskundigen, notarissen, apothekers)

Ppi (premiepensioeninstelling zoals BeFrank of Brand New Day)

Anders, namelijk:

Ik weet niet waar ik pensioen heb opgebouwd

Heb je pensioen opgebouwd bij een: (Basis - Heeft via werk deelgenomen aan pensioenregeling, n=1.318)

16% is niet in te delen in één van de regelingen.

Onder anders nl vallen arbeidsongeschikten

(17)

17

Sectoren werkzaam (pensioen via werkgever)

Passende Zekerheden| EZK | B2325

Pensioen via de werkgever is met name opgebouwd in de sectoren gezondheids- en welzijnszorg, industrie, openbaar bestuur/overheidsdiensten en onderwijs (via PFZW en ABP)

22%

15%

13%

12%

9%

9%

8%

7%

6%

5%

5%

12%

Gezondheids- en welzijnszorg Industrie Openbaar bestuur en overheidsdiensten Onderwijs Overige dienstverlening Handel Bouwnijverheid Vervoer en opslag Financiële dienstverlening Horeca Informatie en communicatie Anders, namelijk

In welke sector(en) ben je werkzaam geweest?

(Basis - Heeft via werk deelgenomen aan pensioenregeling, n=1.318)

(18)

Type pensioenregeling

Middelloonregeling en eindloonregeling zijn de meest voorkomende regelingen onder de huidige gepensioneerden.

Ruim een derde (n=493) van de gepensioneerden weet niet aan welke regeling zij bij de werkgever deelnamen

29%

26%

13%

1%

2%

37%

Middelloonregeling

Eindloonregeling

Beschikbare premieregeling

Aanvullende excedentregeling

Anders, namelijk:

Weet ik niet

Aan welk type pensioenregeling(en) heb je via je werkgever deelgenomen?

(Basis - Heeft via werk deelgenomen aan pensioenregeling, n=1.318)

(19)

19

Mate van bijdrage aan het huidige inkomen

Passende Zekerheden| EZK | B2325

De eindloonregeling draagt het meeste bij aan het pensioeninkomen. 18% van de gepensioneerden weet niet welke regeling bijdraagt aan hun huidig inkomen

81%

71%

69%

29%

18%

Eindloonregeling

Middelloonregeling

Beschikbare premieregeling

Aanvullende excedentregeling

Weet ik niet/geen van deze

Welke van deze regelingen dragen in hoge mate bij aan jouw huidige inkomen?

(Basis - Heeft via werk deelgenomen aan betreffende pensioenregeling, n=910)

(20)

Opbouwfase

(21)

21

7%

4%

4%

6%

47%

32%

17%

79%

83%

88%

82%

48%

56%

70%

14%

13%

8%

12%

5%

13%

13%

(n= 325)

(n= 325)

(n= 325)

(n= 325)

(n= 325)

(n= 325)

(n= 325)

Bood de eindloonregeling die je had tijdens de opbouwfase jou:

Ja Nee Weet ik niet

DB: Bekendheid met keuzemogelijkheden in opbouwfase

Passende Zekerheden| EZK | B2325

6%

5%

6%

7%

64%

43%

25%

76%

80%

83%

78%

30%

43%

60%

17%

15%

11%

15%

6%

14%

14%

Keuze voor een risicobeleggingsprofiel (n=334)

Keuze voor een beleggingsprofiel (n=334)

Keuze hoogte maandelijkse premie-inleg (n=334)

Keuze voor een variabele dan wel vaste inleg (n=334)

Keuze voor pensioenleeftijd (n=334)

Keuze voor deeltijdpensioen (n=334)

Keuze om extra premie in te leggen, bij te sparen (n=334)

Bood de middelloonregeling die je had tijdens de opbouwfase jou:

Ja Nee Weet ik niet

In de middel- en eindloonregeling betreffen de keuzemogelijkheden volgens de gepensioneerden vooral de pensioenleeftijd, deeltijdpensioen en inleg extra premie/bijsparen. Middelloonregeling biedt meer keuze dan eindloonregeling

(22)

41%

52%

58%

55%

66%

29%

39%

52%

40%

42%

45%

32%

68%

61%

7%

8%

2%

3%

(n=23)

(n=14)

(n=13)

(n=19)

(n=153)

(n=102)

(n=55)

Heb je van de mogelijkheden van de eindloonregeling gebruik gemaakt in de opbouwfase?

Ja Nee Weet ik niet

DB: Gebruik van keuzemogelijkheden in opbouwfase

Er is spreiding in het gebruik van de keuzemogelijkheden die de middelloon- en eindloonregeling boden

72%

57%

60%

31%

65%

30%

44%

28%

40%

34%

67%

35%

67%

56%

3%

5%

2%

0%

3%

Keuze voor een risicobeleggingsprofiel (n=22)

Keuze voor een beleggingsprofiel (n=17)

Keuze hoogte van de maandelijkse premie-inleg (n=20)

Keuze voor een variabele dan wel vaste inleg (n=23)

Keuze leeftijd van stoppen met werken (n=212)

Keuze voor deeltijdpensioen (n=144)

Keuze om extra premie in te leggen, bij te sparen (n=85)

Heb je van de mogelijkheden van de middelloonregeling gebruik gemaakt in de opbouwfase?

Ja Nee Weet ik niet

(23)

23

4%

4%

14%

12%

34%

18%

15%

81%

83%

78%

75%

56%

66%

72%

15%

13%

9%

13%

10%

15%

14%

(n=160)

(n=160)

(n=160)

(n=160)

(n=160)

(n=160)

(n=160)

Bood de beschikbare premieregeling die je had tijdens de opbouwfase jou:

Ja Nee Weet ik niet

BPR: Bekendheid met keuzemogelijkheden opbouwfase

Passende Zekerheden| EZK | B2325

Weinig keuzemogelijkheden herkend in de opbouwfase van de aanvullende excedentregeling en beschikbare premieregeling

9%

9%

13%

10%

8%

18%

31%

77%

77%

73%

70%

77%

73%

55%

14%

14%

14%

20%

14%

9%

14%

Keuze voor een risicobeleggingsprofiel (n=12)

Keuze voor een beleggingsprofiel (n=12)

Keuze hoogte maandelijkse premie-inleg (n=12)

Keuze voor een variabele dan wel vaste inleg (n=12)

Keuze voor pensioenleeftijd (n=12)

Keuze voor deeltijdpensioen (n=12)

Keuze om extra premie in te leggen, bij te sparen (n=12)

Bood de aanvullende excedentregeling die je had tijdens de opbouwfase jou:

Ja Nee Weet ik niet

*

*Wegens te kleine groepen binnen de excedentregeling is deze niet verder uitgesplitst naar gebruik van deze keuzemogelijkheden.

(24)

36%

37%

61%

26%

41%

40%

32%

36%

71%

56%

24%

31%

4%

3%

3%

Keuze voor een risicobeleggingsprofiel (n=7)**

Keuze voor een beleggingsprofiel (n=7)**

Keuze hoogte maandelijkse premie-inleg (n=22)

Keuze voor een variabele dan wel vaste inleg (n=19)

Keuze voor pensioenleeftijd (n=55)

Keuze voor deeltijdpensioen (n=30)

Keuze om extra premie in te leggen (n=23)

Heb je van de mogelijkheden van de beschikbare premieregeling gebruik gemaakt in de opbouwfase?

Ja Nee Weet ik niet

BPR: Gebruik van keuzemogelijkheden in opbouwfase

We zien spreiding in de mate van gebruik van deze keuzemogelijkheden

*Wegens te kleine groepen binnen de excedentregeling is deze niet verder uitgesplitst naar gebruik van deze keuzemogelijkheden.

(25)

Passende Zekerheden| EZK | B2325 25

Respondenten die niet weten aan welke regeling zij deelnamen, zijn ook relatief vaak onbekend met de keuzemogelijkheden. Keuze in pensioenleeftijd is een bekende keuze.

‘Pensioenregeling onbekend’

2%

1%

3%

6%

33%

13%

7%

65%

69%

69%

63%

48%

54%

66%

33%

30%

28%

31%

19%

32%

26%

Keuze voor een risicobeleggingsprofiel (n=493)

Keuze voor een beleggingsprofiel (n=493)

Keuze hoogte maandelijkse premie-inleg (n=493)

Keuze voor een variabele dan wel vaste inleg (n=493)

Keuze voor pensioenleeftijd (n=493)

Keuze voor deeltijdpensioen (n=493)

Keuze om extra premie in te leggen, bij te sparen (n=493)

Bood de pensioenregeling die je had tijdens de opbouwfase jou:

Ja Nee Weet ik niet

(26)

‘Pensioenregeling onbekend’

Spreiding in de mate van gebruik van keuzemogelijkheden in opbouwfase

44%

27%

68%

45%

28%

26%

55%

26%

44%

60%

30%

18%

6%

12%

12%

Keuze voor een risicobeleggingsprofiel (n=9)*

Keuze voor een beleggingsprofiel (n=5)*

Keuze hoogte maandelijkse premie-inleg (n=17)

Keuze variabele dan wel vaste inleg (n=29)

Keuze voor pensioenleeftijd (n=163)

Keuze voor deeltijdpensioen (n=65)

Keuze om extra premie in te leggen (n=36)

Heb je van de mogelijkheden van je pensioenregeling gebruik gemaakt in de opbouwfase?

Ja Nee Weet ik niet

*Wegens te lage n niet verder uitgesplitst

(27)

27

Uitkeringsfase

(28)

33%

3%

39%

55%

80%

40%

12%

17%

20%

(n=325)

(n=325)

(n=325)

Bood de eindloonregeling jou tijdens de uitkeringsfase:

Ja Nee Weet ik niet

Bekendheid met keuzemogelijkheden in uitkeringsfase

In de uitkeringsfase van middel- en eindloonregeling vooral keuzemogelijkheden in wel/niet doorbeleggen en uitkering partnerpensioen…

42%

5%

48%

46%

78%

33%

12%

17%

18%

Keuze voor hogere uitkering direct bij pensionering, gevolgd door lagere uitkering later (n=334)

Keuze om door te beleggen (n=334)

Keuze om het partnerpensioen bij het ouderdomspensioen te laten uitkeren (n=334)

Bood de middelloonregeling jou tijdens de uitkeringsfase:

Ja Nee Weet ik niet

(29)

29 34%

2%

31%

62%

90%

60%

4%

8%

9%

(n=177)

(n=177)

(n=177)

Heb je van de mogelijkheden gebruik gemaakt in de uitkeringsfase?

Ja Nee Weet ik niet

Gebruik van keuzemogelijkheden in uitkeringsfase

Passende Zekerheden| EZK | B2325

… waarbij er spreiding is in de mate van gebruik van keuzemogelijkheden rondom uitkering hoog/laag en uitkering partnerpensioen

35%

3%

34%

64%

93%

62%

1%

4%

4%

Hogere uitkering bij pensionering, gevolgd door lagere (n= 218)

Keuze om door te beleggen (n=218)

Het partnerpensioen bij ouderdomspensioen laten uitkeren (n=218)

Heb je van de mogelijkheden gebruik gemaakt in de uitkeringsfase?

Ja Nee Weet ik niet

(30)

34%

3%

48%

56%

81%

41%

10%

16%

11%

(n=160)

(n=160)

(n=160)

Bood de beschikbare premieregeling jou tijdens de uitkeringsfase:

Ja Nee Weet ik niet

Keuzemogelijkheden in uitkeringsfase

Binnen de premieregeling herkent men vooral keuzemogelijkheden rondom hoog/laag en uitkering partnerpensioen

26%

22%

29%

46%

58%

41%

28%

20%

30%

Keuze voor een hogere uitkering direct bij pensionering, gevolgd door een lagere uitkering (n=12)

Keuze om door te beleggen (n=12)

Keuze om het partnerpensioen bij het ouderdomspensioen te laten uitkeren (n=12)

Bood de aanvullende excedent regeling jou tijdens de uitkeringsfase:*

Ja Nee Weet ik niet

*Wegens te kleine groepen binnen de excedentregeling is deze niet verder uitgesplitst naar gebruik van deze keuzemogelijkheden.

(31)

31 50%

3%

38%

42%

93%

60%

9%

4%

2%

Keuze voor een hogere uitkering bij pensionering, alvorens lagere uitkering (n=96)

Keuze om door te beleggen (n=96)

Keuze om het partnerpensioen bij het ouderdomspensioen te laten uitkeren (n=96)

Heb je van de mogelijkheden gebruik gemaakt in de uitkeringsfase?

Ja Nee Weet ik niet

Gebruik van keuzemogelijkheden in uitkeringsfase

Passende Zekerheden| EZK | B2325

… waarbij er spreiding is in de mate van gebruik van deze keuzemogelijkheden rondom hoog/laag uitkering en uitkering partnerpensioen

(32)

Keuzemogelijkheden opbouw ‘pensioenregeling onbekend’

Meeste keuzemogelijkheid rondom hoogte uitkering en uitkering partnerpensioen

21%

3%

23%

48%

66%

39%

31%

31%

38%

Keuze voor een hogere uitkering direct bij pensionering, gevolgd door een lagere uitkering (n=493)

Keuze om door te beleggen (n=493)

Keuze om het partnerpensioen bij het ouderdomspensioen te laten uitkeren (n=493)

Bood jouw pensioenregeling jou tijdens de uitkeringsfase:

Ja Nee Weet ik niet

(33)

33

Gebruik van keuzemogelijkheden tijdens opbouwfase bij

‘pensioenregeling onbekend’

Passende Zekerheden| EZK | B2325

Er is spreiding in de mate van gebruik van keuzemogelijkheden rondom de hoogte van de uitkering en uitkering partnerpensioen

35%

6%

39%

58%

81%

48%

7%

13%

13%

Hoge uitkering alvorens lagere uitkering (n=167)

Keuze om door te beleggen (n=167)

Partnerpensioen bij ouderdomspensioen uitkeren (n=167)

Heb je van de mogelijkheden gebruik gemaakt in de uitkeringsfase?

Ja Nee Weet ik niet

(34)

Pensioen niet via werkgever

(35)

35

Bekend met keuzemogelijkheden tijdens de opbouwfase (anders dan via werkgever)

Passende Zekerheden| EZK | B2325

Spreiding in bekendheid met keuzemogelijkheden tijdens opbouwfase pensioen (niet opgebouwd via werkgever)

33%

26%

41%

46%

43%

17%

49%

51%

55%

49%

38%

48%

61%

39%

16%

18%

10%

16%

9%

22%

12%

Een risicobeleggingsprofiel (laag-midden-hoog risico) te kiezen (n=314)

Een beleggingsprofiel in type beleggingen te kiezen (n=314)

Om de hoogte van de maandelijkse premie-inleg zelf te bepalen (n=314)

Voor een variabele dan wel vaste inleg (n=314)

De leeftijd te kiezen waarop je kan stoppen met werken om met pensioen te gaan (n=314)

Van deeltijdpensioen (n=314)

Om extra premie in te leggen, bij te sparen (n=314)

Bood deze wijze van pensioen opbouwen jou tijdens de opbouwfase de mogelijkheid:

Ja Nee Weet ik niet

(36)

Gebruik van keuzemogelijkheden tijdens opbouwfase (anders dan via werkgever)

Van alle mogelijkheden in de opbouwfase is door de gepensioneerden gebruik gemaakt

76%

60%

56%

69%

74%

42%

55%

23%

34%

37%

25%

23%

53%

42%

0%

6%

7%

6%

3%

5%

3%

Een risicobeleggingsprofiel (laag-midden-hoog risico) te kiezen (n=103)

Een beleggingsprofiel in type beleggingen te kiezen (n=82)

Om de hoogte van de maandelijkse premie-inleg zelf te bepalen (n=129)

Voor een variabele dan wel vaste inleg (n=146)

De leeftijd te kiezen waarop je kan stoppen met werken om met pensioen te gaan (n=135)

Van deeltijdpensioen (n=53)

Om extra premie in te leggen, bij te sparen (n=153)

Heb je van onderstaande mogelijkheden gebruik gemaakt in de opbouwfase?

(37)

37

Keuzemogelijkheden tijdens uitkeringsfase

Passende Zekerheden| EZK | B2325

Bekend met keuzemogelijkheden tijdens uitkeringsfase (pensioen niet opgebouwd via werkgever)

58%

42%

31%

42%

11%

16%

Direct na pensionering over meer geld te beschikken en later over minder (n=314)

Je vermogen door te beleggen (n=314)

Bood het zelf geld opzij te zetten jou tijdens de uitkeringsfase de mogelijkheid om:

71%

35%

29%

49% 16%

Direct na pensionering over meer geld te beschikken en later over minder (n=10)

Je vermogen door te beleggen (n=10)

Bood het investeren in je bedrijf jou tijdens de uitkeringsfase de mogelijkheid om:

35%

48%

65%

52%

Na pensionering over meer geld te beschikken en later over minder (n=16)

Je vermogen door te beleggen (n=16)

Bood het investeren (in onroerend goed, kunst, e.d.) jou tijdens de uitkeringsfase de mogelijkheid om:

Ja Nee Weet ik niet

*

*

* Wegens te lage n niet verder uitgesplitst naar gebruik

(38)

Gebruik keuzemogelijkheden tijdens uitkeringsfase

Spreiding in mate van gebruik van keuzemogelijkheden tijdens de uitkeringsfase (pensioen niet opgebouwd via werkgever)

54%

32%

24%

Na pensionering over meer geld te beschikken en later over minder

Je vermogen door te beleggen

Geen van deze

Heb je van onderstaande mogelijkheden gebruik gemaakt in de uitkeringsfase?

(Basis - Heeft zelf geld opzij gezet en had keuze uit betreffende mogelijkheid, n=217)

(39)

39

DMU rond keuzes pensioen

(40)

Gemaakte keuzes opbouw pensioen

Keuzes in opbouw pensioen meestal zelfstandig gemaakt

30%

22%

15%

9%

8%

1%

Ik had geen keuzes

Geheel zelfstandig gemaakt

Samen met jouw partner/familie/vrienden gemaakt

Samen met een deskundige uit jouw werksituatie gemaakt

Samen met een externe financieel expert gemaakt

Anders, namelijk:

Heb je de keuzes met betrekking tot de opbouw van jouw pensioen:

(Basis - Is met pensioen. Geldt voor alle volgende, n=1.413)

(41)

41

Gemaakte keuzes uitkering pensioen

Passende Zekerheden| EZK | B2325

Keuzes in uitkeringsfase van pensioen meestal zelfstandig gemaakt

29%

23%

18%

8%

8%

1%

16%

Ik had geen keuzes

Geheel zelfstandig gemaakt

Samen met jouw partner/familie/vrienden gemaakt

Samen met een deskundige uit jouw werksituatie gemaakt

Samen met een externe financieel expert gemaakt

Anders, namelijk:

Ik heb geen keuzes gemaakt

Heb je de keuzes met betrekking tot de uitkering van jouw pensioen: (n=1.413)

(42)

BIJLAGE

(43)

43

Bijlage | Ongewogen en gewogen data (1/2)

Passende Zekerheden| EZK | B2325

Kenmerken Ongewogen Gewogen

N % N %

Leeftijd

58 t/m 64 jaar 1113 38,9 1083 37,9

65 t/m 74 jaar 1570 54,9 1384 48,4

75 t/m 80 jaar 177 6,2 392 13,7

Opleidingsniveau

Hoog (wo/hbo) 877 30,7 604 21,1

Middel (havo/vwo/mbo/mavo) 1476 51,6 1173 41,0

Laag (ibo/basisschool/geen opleiding

507 17,7 1083 37,9

Geslacht

Mannen 1413 49,4 1377 48,2

Vrouwen 1447 50,6 1483 51,8

(44)

Bijlage | Ongewogen en gewogen data (2/2)

Kenmerken Ongewogen Gewogen

N % N %

Regio (Nielsen)

3 grote gemeenten 261 9,1 263 9,2

West 901 31,5 859 30,0

Noord 312 10,9 308 10,8

Oost 581 20,3 565 19,8

Zuid 658 23,0 752 26,3

Randgemeenten 147 5,1 112 3,9

Mentality

Moderne burgerij 581 20,3 629 22,0

Opwaarts mobielen 301 10,5 319 11,2

Postmaterialisten 471 16,5 328 11,5

Nieuwe conservatieven 302 10,6 304 10,6

Traditionele burgerij 313 10,9 635 22,2

Kosmopolieten 556 19,4 373 13,0

Postmoderne hedonisten 235 8,2 176 6,2

Gemaksgeoriënteerden 101 3,5 96 3,4

(45)

45

Wij verminderen onze footprint

Motivaction is ISO 14001- gecertificeerd

Motivaction gebruikt energiezuinige

auto’s

Motivaction gebruikt groene

stroom

Motivaction gebruikt uitsluitend papier met een FSC-label

Passende Zekerheden| EZK | B2325

(46)

Het auteursrecht op dit rapport ligt bij de opdrachtgever. Voor het vermelden van de naam Motivaction in publicaties op basis van deze rapportage – anders dan integrale publicatie – is echter schriftelijke toestemming vereist van Motivaction International B.V.

Zie ook ons Pers- en publicatiebeleid.

Beeldmateriaal

Motivaction heeft datgene gedaan wat redelijkerwijs van ons verwacht kan worden om de rechthebbenden op beeldmateriaal te achterhalen.

Mocht u desondanks menen recht te kunnen doen gelden op gebruikt beeldmateriaal, neem dan contact op met Motivaction.

Auteursrecht

(47)

Motivaction International B.V.

Marnixkade 109 1015 ZL Amsterdam

Postbus 15262

1001 MG Amsterdam

T +31 (0)20 589 83 83

M info@motivaction.nl

www.motivaction.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als we op het voetspoor van een groot politiek eco- noom uit de vorige eeuw opstijgen van bet abstracte naar het concrete beginnen we met de door de auteurs

[r]

In de tweede pijler kunnen deelnemers aan een publieke collectieve overeenkomst maximaal een derde van de premie inleggen voor een uitkering ineens of een uitkering gedurende

De vraag of men gebruik zou maken van de mogelijkheid om gedeeltelijk met pensioen te gaan is niet verschillend beantwoord door de mensen die voor of in of na 1950 zijn geboren. Beide

De auteurs concluderen dat patiënten die zich presenteren met pijn op de borst bij cocaïnegebruik in de voorafgaande week, zonder tekenen van cardiale ischemie

Solifenacine is eind 2003 geregistreerd voor de symptomatische behandeling van urge-incontinentie en het 'overactieve blaassyndroom'.1 Het Nederlands Bijwerkingen Centrum

Deze belangstelling voor het wezen der dingen komt ook telkens weer terug in het oeuvre dat Postma in het tweede deel van zijn leven als dichter schreef.. Postma’s positie

• Een voorbeeld van een generieke regeling die vooral voor zware beroepen betekenis heeft, is de regel in Duitsland dat iemand met 45 jaar werkervaring op 63-jarige leeftijd