• No results found

Samenvatting Geschiedenis Nederlanders en hun gezagsdragers

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Samenvatting Geschiedenis Nederlanders en hun gezagsdragers"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Samenvatting Geschiedenis Nederlanders en hun gezagsdragers 1950-1990

Samenvatting door een scholier 5e klas havo

2115 woorden 16 jaar geleden

7,7

18 keer beoordeeld

Vak Geschiedenis

Samenvatting Nederlanders en hun gezagdragers

Wederopbouw

De jaren vijftig stonden in het teken van de wederopbouw. Nederland was voor een groot deel verwoest in de Tweede Wereldoorlog. Het was duidelijk dat het herstel veel tijd en geld zou kosten en dat

saamhorigheid noodzakelijk was om er weer bovenop te komen. De politici vertelden de burgers dat ze hun land samen moesten opbouwen.

De verzuiling keerde terug. Net als voor de oorlog werd het maatschappelijke en politieke leven weer beheerst door vier stromingen: de protestanten, de katholieken, de socialisten en de liberalen. Veel mensen zaten min of meer ‘opgesloten’ in hun zuil. Ze waren lid van hun eigen verzuilde organisaties.

Contact met mensen uit een andere zuil was er niet of nauwelijks, behalve op het werk.

Alleen op topniveau was er nauw contact tussen de zuilen. Het land moest immers bestuurd worden. En omdat geen enkele bevolkingsgroep over een meerderheid beschikte, was het sluiten van compromissen noodzakelijk. Vandaar dat de politieke en maatschappelijke gezagsdragers met elkaar afspraken maakten waarop het land bestuurd moest worden. De gewone burgers wisten daar weinig vanaf en hadden weinig invloed. Veelal bleef hun politieke betrokkenheid beperkt tot het stemmen tijdens verkiezingen.

Orde en rust stonden centraal in de jaren vijftig. DE politici en andere gezagsdragers zagen het als hun taak om het volk op te voeden tot zuinige, hardwerkende burgers. Om de wederopbouw te stimuleren werden de lonen zo laag mogelijk gehouden. Dat gaf Nederlandse bedrijven een goede

concurrentiepositie. De verzorgingsstaat werd verder uitgebouwd. Wie door ziekte, ouderdom of een andere oorzaak niet meer kon werken, werd door de overheid ondersteund.

Het gezag was in de jaren vijftig onaantastbaar. Kinderen werd geleerd dat ze respect moesten hebben voor de autoriteiten. Dat gold in eerste instantie voor het gezag van hun vader en moeder. De rolverdeling tussen die twee lag vast. Vader was het hoofd van het gezin, moeder zorgde voor het huishouden en de kinderen. Tegenspraak werd niet geduld. Omdat de kinderen niet beter wisten, werd dit geaccepteerd.

Ook in het onderwijs, de kerk, de vakbonden en de politiek stond het gezag niet ter discussie. De burgers hadden automatisch ontzag voor de leraar, agent, vakbondsleider, politicus en dominee of pastoor. En de

(2)

gezagsdragers vonden het vanzelfsprekend dat ze gezag hadden bij de lagere klassen.

Veranderingen

In de jaren van de wederopbouw overheersten de sociale harmonie en de consensus. De meeste mensen vonden dat het land niets had aan onderlinge strijd. Daardoor was het een relatief rustige tijd, met weinig stakingen en demonstraties. Achteraf is het beeld ontstaan dat er in de jaren vijftig weinig veranderde.

Lang werd gedacht dat het een saaie tijd was: de Nederlanders werkten hard, problemen werden in overleg opgelost en de samenleving was zeer verzuild.

Toch is dat beeld niet helemaal juist. De samenleving veranderde ingrijpend. Nederland ontwikkelde zich in snel tempo tot een modern industrieel land. De economie groeide snel, waardoor er veel nieuwe banen bijkwamen en de bedrijfswinsten hoog waren. Langzaam maar zeker gingen de werknemers erop vooruit.

De lonen gingen omhoog en de gezinnen konden steeds meer geld uitgeven.

Zo ontstond een consumptiemaatschappij. Nieuwe producten deden hun intrede, zoals de tv, de ijskast en de auto. Het land ging er ook anders uitzien: er werden enorme woonwijken gebouwd in de buurt van steden, terwijl het platteland ‘leegliep’. De auto zorgde voor een transportrevolutie.

De sociale contacten werden minder intensief. Mensen trokken zich sneller terug in hun gezin. Overdag werd gewerkt of het huishouden gedaan, s’avonds zat men voor de tv. Dat leidde tot individualisering. Het dagelijkse leven ging er daardoor anders uitzien.

Het onderwijs veranderde van eliteonderwijs in massaonderwijs. Terwijl een goede opleiding vroeger alleen was weggelegd voor kinderen met rijke ouders, gold dat nu voor steeds meer mensen uit lagere klassen.

Het gevolg was dat er een generatie opgroeide die beter was opgeleid dan hun ouders en daardoor betere banen kon krijgen.

Een opvallend verschijnsel was de ontkerkelijking. Dat proces verliep in het begin bijna ongemerkt. Oudere mensen bleven vaak trouw aan hun geloof. Maar jongeren gingen veel minder naar de kerk. Bij hen

groeide de twijfel, in het begin niet eens zozeer over het geloof zelf als wel over de strenge manier waarop de kerk over het geloof dacht.

Ontzuiling

In de jaren vijftig was er dus degelijk veel veranderd. Toch was nog niet duidelijk wat de gevolgen daarvan zouden zijn. Begin jaren zestig leek alles nog bij het oude te blijven. Het zag ernaar uit dat er geen einde kwam aan de periode van verzuiling en consensus. De gezagsdragers bepaalden wat er gebeurde en het volk had nog weinig inspraak.

Langzaam maar zeker sloeg de ontzuiling toe. Door economische groei, de consumptiemaatschappij, de verzorgingsstaat, de ontkerkelijking en de individualisering werden de fundamenten onder het politieke systeem weggeslagen. De burgers werden welvarender, mondiger en zelfstandiger. Ze voelden zich minder gebonden aan de traditionele zuilen.

Uitbarsting

In de loop van de jaren zestig kwamen deze maatschappelijke ontwikkelingen in een stroomversnelling. Nu werd pas echt duidelijk hoe ingrijpend Nederland was veranderd. Het gezag van de autoriteiten kwam zwaar onder druk te staan. Steeds meer burgers vonden de samenleving niet democratisch genoeg. Ze wilden meer inspraak en invloed.

(3)

De voortrekkersrol was weggelegd voor jongeren, die minder gebonden waren aan de zuilen. Ze voelden zich niet thuis bij de normen en waarden van hun ouders. In plaats van zuinigheid, stabiliteit en

gezagsgetrouwheid hechtten zij meer waarde aan medezeggenschap, vrijheid en ontspanning. Ze lieten hun haar groeien, droegen spijkerbroeken en gingen vrijer met seks om. Rock ’n roll was het bindende element, al dan niet in combinatie met drugs.

Er ontstond een jeugdcultuur, mogelijk gemaakt doordat jongeren meer geld en vrije tijd hadden.

Bovendien zaten ze langer op school, zodat ze intensiever met elkaar omgingen dan met hun ouders. Ze waren zelfstandiger en accepteerden niet zonder meer het gezag van de autoriteiten, of het nu om hun ouders ging, hun leraar of de agent op straat.

Emancipatie

Ook de politieke autoriteiten werden uitgedaagd. In Amsterdam wilde Provo met ludieke acties laten zien hoe autoritair de politie was en hoe weinig democratisch de politici waren. Het optreden van Provo vond veel navolging. OP universiteiten protesteerden studenten voor meer zeggenschap en in bedrijven eisten jongeren minimumjeugdlonen

Er ontstond ook een emancipatiebeweging van vrouwen. Zij wilden een eind maken aan de traditionele rolverdeling, waarin de vrouw thuis zat en de man het geld verdiende. De actiegroep Dolle Mina deed dat met allerlei ludieke acties. De organisatie Man/Vrouw/Maatschappij oefende vooral druk uit op politieke partijen, ministers, vakbonden, bedrijven en scholen.

Ook in de media veranderde veel. Journalisten wilden niet meer slaafs de richtlijnen van de ouderwetse gezagsdragers opvolgen. Op televisie leidde dat tot een aantal rellen. Jonge programmamakers lieten zich openlijk kritisch uit over politiek en kerk en maakten uitdagende programma’s. Het verzuilde omroepbestel kwam sterk onder druk te staan, onder meer door de commerciële zenders. In de krantenwereld maakten de dagbladen zich los van de traditionele zuilen, waardoor de journalisten onafhankelijker te werk konden gaan.

Reactie van het gezag

Het gezag reageerde in eerste instantie verbaasd en geschokt op de emancipatie van de jongeren, vrouwen en de media. Ze begrepen er eigenlijk niets van. De oudere generatie was opgegroeid in een periode van orde en rust. Zij werd nu ineens geconfronteerd met ludieke, provocerende en soms gewelddadige acties. De ideeën van Provo, Dolle Mina en de uitdagende tv-programma’s konden op weinig sympathie rekenen. Er was duidelijk sprake van een generatieconflict.

In eerste instantie werd er dan ook afwijzend gereageerd. De politie trad hard op tegen de provo’s, de Dolle Mina’s werden niet serieus genomen en de kritische journalisten en tv-makers werden door de politiek onder vuur genomen. Maar uiteindelijk werkte deze aanpak niet. De rellen op straat liepen uit de hand, de vrouwen gingen gewoon door met hun acties en de journalisten lieten zich niet de mand snoeren.

De gezagsdragers kozen daarop voor een andere aanpak. Ze lieten de autoritaire aanpak varen en kozen voor een meer flexibele en tolerante houding. Ze gingen in gesprek met de actievoerders en toonden begrip. De achterliggende gedachte was dat de onvrede niet kon worden bestreden met hard optreden, maar door de ruimte te geven om te protesteren.

Bovendien werd duidelijk dat de hele maatschappij veranderde. Ook onder de oudere generatie nam de behoefte aan inspraak en medezeggenschap toe. Bij hen groeide het begrip voor de roep om meer

(4)

democratie, vrijheid en gelijkheid, ook al begrepen zij weinig van de acties van de jongeren, vrouwen en journalisten. Dat maakte het eenvoudiger om concessies te doen, op voorwaarde dat de actievoerders geen geweld gebruikten.

Resultaten

De emancipatie van jongeren, vrouwen en de media leverde een aantal concrete resultaten op. Studenten kregen medezeggenschap op universiteiten, er kwam een minimumjeugdloon en politieke partijen

besteedden meer aandacht aan de jeugd. In het algemeen werd jong zijn voortaan als iets bijzonders gezien. DE omroep Veronica vatte dat treffend samen met de leuze: Je bent jong en je wilt wat.

De traditionele denkbeelden over de vrouw waren hardnekkig, maar ook daar was sp0rake van een verandering in de publieke opinie. Steeds meer mensen vonden het normaal dat vrouwen een goede opleiding volgden en daarna gingen werken. Er werd een speciale Emancipatiecommissie opgericht en vrouwen gingen een grotere rol spelen in de politiek.

Er ontstond een nieuwe relatie tussen media en gezag. De tijd was voorbij dat politieke en

maatschappelijke leiders bepaalden wat er op de redacties van de kranten en omroepen gebeurde. De politici en andere gezagsdragers werden voortaan kritsich gevolgd door journalisten. Om zichzelf goed te kunnen presenteren in de media, met name op tv, ontwikkelden de politici met

Hun voorlichters op hun beurt een mediatactiek.

Het politieke bestel

In de jaren vijftig had in het verzuilde politieke systeem de consensus centraal gestaan. De politieke elites zochten naar compromissen en strijdpunten werden niet hoog opgespeeld. Dat veranderde in de jaren zestig. Burgers legden zich er niet bij neer dat ze niets te zeggen hadden. Ze zagen de politici op tv en concludeerden dat dit ook maar gewoon mensen waren. De politicus viel als het ware van zijn voetstuk.

De ontevredenheid over de ondoorzichtige manier waarop tijdens de verzuiling leiding werd gegeven aan het land, nam toe. Dat resulteerde onder meer in de oprichting van D’66. Maar ook in de bestaande partijen werd de roep om democratie luider. In de PvdA eiste Nieuw Links dat iedereen in de partij mocht meebeslissen.

Steeds meer kiezers maakten zich los van hun oude partij. De twijfel sloeg toe: veel mensen wisten pas op het laatste moment op wie ze bij de verkiezingen zouden stemmen. Dit zorgde voor veel onrust bij de partijen. De angst voor een slechte verkiezingsuitslag groeide. Aan de andere kant waren er blijkbaar ook veel stemmen om te winnen. Daarom deden de partijen veel moeite om kiezers aan zich te binden.

Polarisatie

De strijd tussen de partijen nam toe en de tijd van consensus was voorbij. De linkse partijen zagen veel meer in een harde confrontatie: ze hoopten dat de confessionele partijen uiteen zouden vallen in een progressief (links) en een conservatief (rechts) deel. Deze polarisatietactiek werd kenmerkend voor de jaren zeventig.

De meningsverschillen werden nu op de spits gedreven en het werd steeds moeilijker om compromissen te sluiten. Typerend was de manier waarop er tegen het kabinet-Den Uyl werd aangekeken. Links Nederland verwachtte veel van dit kabinet, rechts Nederland had er een enorme hekel aan. De polarisatie was ook terug te vinden bij de vakbonden en werkgevers, die steeds vaker lijnrecht tegenover elkaar stonden.

(5)

Het kabinet-Den Uyl stelde zichzelf hoge doelen. Kernpunt was een andere verdeling van de rijkdom in Nederland: de inkomensverschillen moesten omlaag. Maar het kabinet liep al snel tegen problemen aan.

Er brak een economische crisis uit, waardoor er minder geld te besteden was. En de samenleving bleek minder ‘maakbaar’ dan was gedacht: veel plannen riepen weerstand op onder de bevolking of werden fijngemalen in de bureaucratie.

Hernieuwde consensus

Begin jaren tachtig sloeg de economische crisis in alle hevigheid toe. De werkloosheid vloog omhoog, net als het financieringstekort van de overheid. Een gezamenlijke aanpak van het probleem werd bemoeilijkt door de polarisatie. Langzaam maar zeker keerde de behoefte aan consensus terug.

In de politiek ging het CDA een centrale rol spelen. Onder leiding van premier Lubbers werd een ingrijpend bezuinigingsbeleid gevoerd. Tegelijkertijd maakten de werkgevers en vakcentrales afspraken om de economie weer op gang te helpen. In het Akkoord van wassenaar werd besloten tot een beperkte loonstijging. Daardoor zou de concurrentiepositie van de Nederlandse bedrijven verbeteren.

De samenwerking van werkgevers en vakcentrales werd de pijler van het poldermodel. Daarmee keerde de consensus uit de jaren vijftig terug. Maar voor de rest was de maatschappij ingrijpend gewijzigd. Door de ontzuiling en de emancipatie van de jongeren, de vrouwen en de media was de relatie tussen burger en politiek voorgoed veranderd. De kiezers eisten inspraak en openheid, onder meer via

belangenverenigingen. En ze wisselden sneller van partij. De gezagsdragers hadden niet meer vanzelf gezag. Dat moesten ze voortaan verdienen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In één geval werd de bezwaarmaker in het gelijk gesteld, een keer was het beroep ongegrond en in een derde geval werd het beroep enerzijds ongegrond en anderzijds niet

Mannen zijn de laat- ste vijf jaar iets minder gaan wer- ken (-1u), ze besteden iets minder tijd aan ‘persoonlijke verzorging, eten & drinken’ (-27’), ze doen iets

De ‘combinatie werk en gezin/privé’ blijft voor de meeste vrouwen de belangrijkste reden om deeltijds te werken, maar nu gaat het hoofdzakelijk om ‘andere persoonlijke of

Het Werk- centrum Opbouwwerk ZH introdu- ceerde het thema: "Vrouwen en Macht' binnen het opbouwwerk en liet in de provincieZuid-Holland een onderzoek doen naar de feitelijke

Ze heeft Jacquie en Bobby, twee verpleegkundigen op haar werk, toever- trouwd dat ze zich niet klinisch depressief voelt als ze naar huis gaat, maar fi nancieel depressief?.

Ze verbleef tijdelijk in een opvang voor kwetsbare, ongedocumenteerde vrouwen, maar toen deze werd ontruimd kwam ze weer op straat terecht.. Op dit moment leeft ze met een

In het eerste tabelletje schrijf je wat je deze week al goed deed met je handen en in het tweede tabelletje wat fout ging.. Kan je ook vertellen hoe die tweede tabel

Nog voordat ik de kreeftenvisser bij de buis zag aar- zelen voordat hij eroverheen keek, nog voordat ik hem zijn hoofd zag schudden en zich voorover zag buigen om in het zand te