• No results found

Vrouwen. op de Vlucht. Verhalen van ongedocumenteerde vrouwen in Nederland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Vrouwen. op de Vlucht. Verhalen van ongedocumenteerde vrouwen in Nederland"

Copied!
19
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vrouwen

op de Vlucht

Verhalen van ongedocumenteerde vrouwen in Nederland

(2)
(3)

Verhalen van ongedocumenteerde vrouwen in Nederland

Een woord vooraf

Reflectie van Ilhaam Awees - Somalië Ciza - Burundi

Lula - Ivoorkust Abela - Congo Amira - Kameroen

Hindiyo - Somalië Aster - Eritrea Mariam - Eritrea Meskerem - Ethiopië

Fehriwot - Eritrea Keren - Eritrea

In het kader van privacy overwegingen zijn sommige namen gefingeerd.

Dokters van de Wereld 2015

(4)

worden. Het is onbegrijpelijk en zeer pijnlijk dat juist deze kwetsbare groep vrouwen niet beschermd en geholpen wordt in een land als het onze. Zij zijn aangewezen op zichzelf, vaak moederziel alleen.

Het recht op zorg en bescherming is een universeel mensenrecht. De verhalen in dit boekje geven een indringend beeld van vrouwen op de vlucht. Dat zij in Nederland iedere dag nog aan het overleven zijn, is beschamend. We hopen dat deze verhalen en foto’s een duidelijke stem en gezicht geven aan die vrouwen die noodgedwongen en onterecht in de marge van onze maatschappij moeten leven. Zij bestaan en hebben recht op een menswaardig bestaan!

Hoeveel kan een mens dragen? Wie voelt zich geroepen om de last te verminderen?

Iedereen kan hier een eigen bijdrage aan leveren: de solidaire medeburger die kleding brengt of een donatie doet, de zorgverlener die zich hard maakt voor gepaste zorg en de overheid die mensenrechten moet waarborgen.

Ilhaam, Keren, Lula, Fehriwot, Hindiyo, Meskerem, Abela, Mariam, Amira, Ciza en Aster, ik dank jullie voor het delen van jullie verhaal, het herhalen van woorden zodat ook jullie alles opnieuw beleefden. Wij hopen dat er menswaardige en structurele oplos- singen komen zodat jullie kunnen bouwen aan een toekomst, net zoals ik als vrouw in Nederland kan doen. Ook dank ik onze betrokken vrijwilligers en partners, zoals Vrou- wen Tegen Uitzetting en Fisher Advocaten, die zich iedere dag weer hard maken voor anderen. Samen blijven we voor jullie vechten!

Arianne de Jong

Directeur Dokters van de Wereld Amsterdam, mei 2015

Een woord vooraf

Internationale Vrouwendag op 8 maart, Internationale Dag van de Vluchteling op 20 juni, Internationale Dag van de Migrant op 18 december. Zoveel dagen die ons steeds er aan herinneren dat vrijheid en bescherming van vluchtelingen in het algemeen en van vrouwen in het bijzonder geen vanzelfsprekendheid zijn. De gevolgen hiervan zien wij dagelijks in ons werk.

De teams van Dokters van de Wereld zetten zich in binnen- en buitenland in voor kwetsbare groepen uitgesloten van zorg. In de tien jaar dat wij mensen zonder geldige verblijfspapieren in Nederland ondersteunen, worden wij dagelijks in ons werk gecon- fronteerd met misstanden en ongelijkheid. De wereld hier en de wereld daar. De grenzen vervagen en komen steeds dichter bij elkaar.

Wereldwijd zijn er veel landen in conflict en gaan gebukt onder grote armoede, met als gevolg dat miljoenen mensen op zoek zijn naar een beter en veiliger bestaan. Dit maakt hen geen gelukszoekers, maar gewoon mens. Een mens zoals u en ik. Langs gevaarlijke routes bereikt slechts een zeer klein aantal ons land, maar ook hier eindigt de reis meestal niet: een deel krijgt verblijfspapieren en een ander deel wordt afgewe- zen. Een grote groep mensen kan niet terug of durft niet terug en zit gevangen in een papieren systeem. Ons systeem. Een systeem dat maakt dat zij niet leven, maar slechts overleven. Om structurele verbeteringen voor deze kwetsbare groep te bewerkstelligen moeten we onszelf blijven uitdagen om met nieuwe oplossingen te komen. Oplossingen waarin solidariteit en menswaardigheid centraal staan.

Het bieden van toegang tot zorg en het getuigen over misstanden staat centraal in ons werk. De verhalen van vrouwen over marteling en verkrachting die we in conflict- gebieden optekenen, horen we in Nederland op onze spreekuren terug. De trauma’s stapelen zich op omdat zij tijdens de vluchtroute én ook hier misbruikt en uitgesloten

(5)

Inleiding door Ilhaam Awees | Somalië | 31 jaar.

IIllegaal, uitgeprocedeerd, ongedocumenteerd, gelukszoekers en asielzoekers... hoeveel namen hebben we wel niet gekregen?  We  zijn vluchtelingen en wij zijn hier! Wij zijn hier niet voor een koelkast of voor een auto, of omdat we het hier zo leuk vinden. Als ons land veilig zou zijn, dan zouden we daar studeren en werken! Als we konden trouwen en een gezin stichten, als we niet bang hoefden te zijn om opgesloten te worden, als we veilig zouden kunnen leven, dan hadden we niet alles achtergelaten. Waarom zouden we al onze familie, vrienden en kennissen achterlaten voor geld? Voor een land dat we nog niet kennen? Een land duizenden kilometers van ons vandaan? Een land waar we niet welkom zijn.

‘Uitgeprocedeerde asielzoekers moeten het land verlaten’, wordt er geroepen. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan! In de praktijk is het bijna onmogelijk. De overheid wil ons terugsturen naar een land waar ze zelf voor waarschuwt, een land dat niet geschikt is voor vakantiegangers. Voor ons is het blijkbaar wel goed genoeg. Wij kunnen en durven niet terug te gaan. En we kunnen ook geen asiel aanvragen in andere landen vanwege de Europese verdragen.

Nee, wij zijn hier niet voor een koelkast en een uitkering. We willen heus wel werken, belasting betalen en naar school toe gaan. Maar dat mochten we niet. Al die jaren dat we moesten wachten op een verblijfsvergunning hadden we allang kunnen werken en studeren. Nu kost het de overheid alleen maar meer! Nu zijn we illegaal. We moeten terug naar een land waar we niet naar terug kunnen. We zitten tussen wal en schip.

Nachtopvang is geen optie. Moeten we overdag op straat zwerven? Wat is onze toekomst? Hoe kun- nen we de samenleving helpen opbouwen als we illegaal zijn? Hierdoor ontstaan er juist problemen.

Wie wil er een Amsterdam vol zwervers? De overheid heeft het asielbeleid jarenlang niet goed gere- geld. Ons wordt verweten dat we niet terug willen gaan, maar de overheid weigert in te zien dat het niet kan en dat ze haar beleid moet veranderen.

Ik heb een droom... maar kan ik deze waar maken in Nederland? Was alles maar beter geregeld.

Vluchtelingen hebben veel talenten. Ze willen aan de maatschappij bijdragen en ze willen erbij horen.

Wij willen helpen de maatschappij op te bouwen. Laten we proberen dit mogelijk te maken.

Ilhaam Awees is afgewezen vluchtelinge uit Somalië, Jemen en Saoedi Arabië. Zij is vijf jaar in Nederland.

“ Wij willen helpen de maatschappij

op te bouwen.”

(6)

1 | Burundi | Ciza | 32 jaar.

Ciza werd geboren in Burundi. Haar moeder overleed bij de geboorte en haar vader hertrouwde al snel.

Haar stiefmoeder en -broers mishandelden haar; ze werd opgesloten, kreeg amper te eten en kwam nauwelijks buiten. Op een dag sneed haar stiefmoeder haar met een mes in het gezicht. Het doet nog steeds pijn als de zon schijnt. De streek waar Ciza woonde werd regelmatig geteisterd door groepen rebellen. Vrouwen werden verkracht, huizen werden in brand gestoken en mannen werden gedood.

Ook Ciza’s vader werd vermoord. Kort daarna werd Ciza op straat gezet. Stéphane, een goede man ving haar op en zorgde voor haar. Op een dag werden Stéphane en zij aangevallen door een groep mensen met machetes. Stéphane werd voor Ciza’s ogen vermoord. Ze rende op blote voeten naar kennissen die haar hielpen vluchten. Ze werd verstopt achterin een vrachtauto en naar een vliegtuig gebracht. Ciza was erg bang, niemand sprak haar taal.

Toen ze was geland – ze had geen idee waar ze terecht was gekomen – zag ze veel blanken en poli- tieagenten met pistolen. Sommigen hadden lange geweren net als de rebellen. De man die haar had geholpen was ineens weer weg. Ze zag hem nooit meer terug. Toen werd ze naar het politiebureau gebracht. Ciza vertelde wat ze wist, maar durfde niets te vragen. Ze werd op de trein gezet naar Ter Apel. Hier werd haar uitgelegd dat ze asielzoeker was en in Nederland verbleef. In de twee jaar die volg- den verbleef ze in verschillende asielzoekerscentra. Er was veel ruzie, waardoor ze zich vaak onveilig voelde. Haar asielverzoek werd afgewezen omdat ze geen paspoort had en het niet lukte om papieren te regelen via de ambassade. Ze belandde in vreemdelingendetentie in afwachting van haar uitzetting.

Het was vreselijk in de gevangenis. Er was veel lawaai en er werd vaak gevochten, waarna de politie moest ingrijpen. Na vier maanden vreemdelingendetentie werd Ciza op straat gezet.

Ciza kwam terecht in Rotterdam waar ze werd toegelaten tot de noodopvang voor mensen zon- der verblijfsstatus, de zogenaamde Bed-Bad-Brood-regeling. Overdag zwierf ze noodgedwongen op straat. Omdat de kamer niet kon worden afgesloten, was Ciza voortdurend bang. Zowel in de opvang als tijdens de uren die zij op straat moest doorbrengen, werd zij lastig gevallen door mannen die haar duwden en betastten. Ciza kreeg hierdoor hevige flashbacks over haar traumatische tijd in Burundi.

In de noodopvang brak tot twee keer toe brand uit. Ciza raakte zodanig van streek dat ze de plek verliet.

Ze kon nergens naar toe en leefde op straat of bij vriendinnen, zonder geld of andere voorzieningen.

Door alles was ze heeft meegemaakt lijdt Ciza aan een complexe posttraumatische stressstoornis. Ze heeft een constante pijn op haar borst, hoofdpijn, slaapt amper en is depressief. De psycholoog die Ciza behandelt acht het noodzakelijk dat zij over een eigen ruimte beschikt waar zij objectief veilig is.

Ze heeft een plek nodig waar ze zich kan afsluiten van mannen overdag en ’s nachts. Op basis van recente Europese en Nederlandse rechtspraak heeft de gemeente Rotterdam uiteindelijk besloten om Ciza passende dag- en nachtopvang aan te bieden.

“ Zowel in de opvang als tijdens de uren die zij op straat moest doorbrengen, werd zij lastig gevallen door

mannen die haar duwden en betastten.”

(7)

2 | Ivoorkust | Lula | 41 jaar.

Lula is geboren in Ivoorkust. Toen ze haar land ontvluchtte, moest ze haar kinderen achterlaten.

Bij aankomst in Nederlands kreeg ze in eerste instantie een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, maar deze werd direct weer ingetrokken. Lula kwam terecht in de gedwongen prostitutie maar wist te ontsnappen. Hierna leidde ze een zwervend bestaan. Ze diende herhaaldelijk asielaanvragen in, werd opgevangen in verschillende asielzoekerscentra, maar werd telkens weer op straat gezet. Ook is geprobeerd haar uit te zetten naar Guinee terwijl ze uit Ivoorkust komt.

Het leven op straat kan ze niet aan. Ze ontbeert de zekerheid van een dak boven haar hoofd, dat maakt haar erg angstig. Haar lichamelijke en geestelijke gezondheid zijn enorm achteruit gegaan.

Lula heeft een depressie met psychotische kenmerken en een posttraumatische stressstoornis.

Daarbij heeft ze gynaecologische problemen en een zeer hoge bloeddruk waarvoor ze de rest van haar leven behandeling nodig heeft.

Volgens haar psychiater is een veilige, stabiele en stressarme woonsituatie noodzakelijk. De ge- meente Amsterdam zorgde voor tijdelijke opvang in een oude gevangenis, maar daarna stond ze weer op straat. Ze woont nu in een gekraakt kantoorpand in Amsterdam. Voor haar levensonder- houd is ze afhankelijk van giften. Als ze niets krijgt, heeft ze niets te eten. Regelmatig verschijnt ze niet op afspraken voor haar psychiatrische behandeling. Volgens Lula vanwege de vele verhuizingen en de reiskosten. Omdat ze al haar energie nodig heeft voor haar dagelijks levensonderhoud, kan ze niet aan een oplossing voor haar problemen werken. Ze voelt zich neerslachting omdat ze niet meer terug kan naar haar geboorteland en ongewenst is in het land waar ze nu verblijft.

“ Voor haar levensonderhoud is ze

afhankelijk van giften. Als ze niets

krijgt, heeft ze niets te eten.”

(8)

4 | Kameroen | Amira | 24 jaar.

Amira is geboren in Kameroen. Ze kwam terecht in Nederland waar ze in de gedwongen prostitutie belandde. Nadat ze drie maanden werd vastgehouden op een kamertje in Rotterdam waar ze werd verkracht en vernederd, lukte het haar om te vluchten. Ze verbleef in een asielzoekerscentrum, waarna ze vervolgens op twee andere locaties verbleef. Nadat ze die moest verlaten en omdat er geen uitzicht was op uitzetting, werd ze op straat gezet. Twee jaar lang werden herhaalde verzoeken ingediend bij het Centraal Orgaan opvang asielzoekers. Haar verzoeken om basale leefvoorzienin- gen, zoals opvang en leefgeld, werden afgewezen. Al die tijd werd Amira tijdelijk ondergebracht bij particulieren die haar elk moment op straat konden zetten.

Amira heeft een posttraumatische stressstoornis en haar behandelend psycholoog en psychiater zijn van mening dat ze op straat een terugval zal krijgen met een verhoogd risico op suïcide. Bovendien loopt ze kans ten prooi te vallen aan vrouwen- of drugshandel. Ze vrezen voor een medische nood- situatie als basisbehoeften zoals bed, bad en brood wegvallen.

3 | Congo | Abela | 37 jaar.

Abela werd geboren in Congo. Haar moeder overleed toen ze jong was en haar vader, een militair, was vaak weg. Een pastoor ving haar op tot ze een man ontmoette met wie ze een kind kreeg.

Maar hij had meerdere vrouwen en zorgde niet goed voor hen. Abela werkte op een stembureau en tijdens de verkiezingen moest ze met haar collega’s de stembriefjes bewaken. Ze sliep in het kantoor. Op een nacht werden ze overvallen. Onbekenden verscheurden de stembriefjes en sta- ken ze in brand. Abela en haar collega’s werden gezien als medeplichtigen en belandden in de gevangenis. Hier werd Abela dagelijks mishandeld en verkracht door de politie. Toen ze zich een keer verzette, werden haar oorlellen ernstig verminkt met een mes. Haar dochtertje, dat al die tijd bij de pastoor woonde, werd ziek en overleed terwijl ze gevangen zat.

Uiteindelijk kreeg Abela hulp en wist ze te ontsnappen. Ze vluchtte naar Nederland maar ze kreeg geen asiel omdat de IND haar verhaal niet geloofde. Na aankomst in Nederland verbleef Abela in verschillende asielzoekerscentra. Dat was erg zwaar, ook omdat ze veel werd geconfronteerd met mensen in uniform waardoor ze werd herinnerd aan de gebeurtenissen in Congo. Ze zat hele dagen in haar kamer en had nauwelijks contact met andere mensen. Ze was voortdurend bang dat de politie haar zou oppakken.

Abela heeft een complexe posttraumatische stressstoornis, een depressie en zelfmoordneigin- gen. Volgens een psychiater is ze zo getraumatiseerd dat volledig herstel nog jaren kan duren en wellicht nooit zal optreden. Abela heeft veel verlies geleden en door de verminking aan haar oren wordt ze voortdurend aan haar trauma’s herinnerd. Ook heeft ze noodgedwongen enkele keren moeten verhuizen, wat iedere keer weer leidde tot een toename van klachten.

Abela’s asielaanvragen zijn afgewezen en ze is op straat gezet. Ze is ervan overtuigd dat haar leven in Congo niet veilig is. Teruggaan naar het land waarin zij zo getraumatiseerd raakte, kan ze niet. Dan pleegt ze nog liever zelfmoord. Haar behandelend artsen denken dat de kans hierop zeer groot is. Omdat Abela steeds moet veranderen van opvangplek verergeren haar klachten. Op dit moment wordt ze opgevangen bij een stichting die zich het lot van kwetsbare uitgeprocedeerde asielzoeksters aantrekt. De gemeente Utrecht vergoedt dit.

“ Ze werd drie maanden vastgehou- den op een kamertje in Rotterdam.”

“ Haar dochtertje overleed terwijl

ze gevangen zat.”

(9)

Het troosteloze en met asbest vervuilde Vluchtgebouw in Amsterdam West, waar meer dan 80 mensen wonen. Sommigen zijn bang dat ze op straat worden aangehouden en in vreemdelin- gendetentie worden geplaatst. Zij verlaten het pand zo min mogelijk.

Een keer per week krijgen de ongedocumenteerde vrouwen Nederlandse les. De woorden die ze leren om zich uit te drukken, geven hun situatie op pijnlijke wijze weer.

5 | Somalië | Hindiyo | 31 jaar.

Hindiyo is geboren in Somalië. Omdat ze trouwde met een man van een andere stam, wilden haar broers hem om het leven brengen. Haar man vluchtte naar Nederland en kreeg een verblijfsvergun- ning. In 2010 kwam Hindiyo ook naar Nederland met een verzoek tot gezinshereniging. Haar asiel- aanvraag werd afgewezen vanwege twijfels over haar herkomst en identiteit. Hindiyo woonde een tijdje bij haar man maar hij behandelde haar slecht. Hij sloot haar op in huis tot hij haar uiteindelijk met geweld op straat zette. Ze verbleef tijdelijk in een opvang voor kwetsbare, ongedocumenteerde vrouwen, maar toen deze werd ontruimd kwam ze weer op straat terecht.

Op dit moment leeft ze met een groep ongedocumenteerde mensen in een gekraakt kantoorpand in Amsterdam West. Een onveilig gebouw zonder goede sanitaire voorzieningen. Toen een mede- bewoner zwaargewond raakte bij een val, weigerde de hulpverlening het pand te betreden vanwege onveiligheid en asbestgevaar. Voor voedsel is Hindiyo volledig afhankelijk van giften van anderen.

Dit alles gaat ten koste van haar gezondheid. Tijdens een rechtszaak werd ze onwel en moest ze per ambulance naar een ziekenhuis worden gebracht. Waarschijnlijk doordat ze ondervoed was.

Hindiyo maakt zich grote zorgen over haar toekomst. Ze zou graag naar school willen of werken en een leven opbouwen, maar dat mag niet. Haar dagen slepen zich voort; ze kan zich nergens mee nuttig maken. Haar bestaan is uitzichtloos. Omdat ze niet wil opgeven, leert ze zichzelf Nederlands.

“ Hij sloot haar op in huis tot hij haar uiteindelijk met

geweld op straat zette.”

(10)

In deze met doeken afgeschermde ruimte leven zeven vrouwen die elkaar helpen, zo goed en kwaad als het kan.

Even ontspannen buiten zitten is er niet bij. Hindiyo leeft in voortdurende angst om opgepakt te worden. Elk onverwacht geluid schrikt haar op.

Hindiyo praat over haar gezondheidsklachten met een medisch vrijwilliger van Dokters van de Wereld.

Hindiyo heeft verschillende asielprocedures

doorlopen. Tevergeefs. Hindiyo’s schoeisel bestaat – ook in de win- ter - uit niets anders dan kapotte slippers.

Voor de foto probeert ze de gehavende staat waarin ze verkeren te verbergen.

(11)

Er is vrijwel niets te doen, dus Hindiyo doet wat de meeste vrouwen in het Vluchtgebouw doen. Ze zorgt met de beperkte middelen die ze heeft voor het huishouden en de was.

De begane grond van het Vluchtgebouw dient als gezamenlijke woonkamer. De kleurrijke schil- derijen staan in schril contrast met de rest van de omgeving.

De oude wasmachine is een donatie van een be- trokken buurtbewoner. Er is nu een 1 machine per 35 bewoners. Vrijwel altijd staat er een rij.

Iemand heeft brood gedoneerd. De broden zijn in vuilniszakken aangeleverd en achtergelaten bij de ingang van het gebouw. Veel mensen, inclusief hulpverleners, durven het pand niet te betreden vanwege onveiligheid en asbestgevaar.

Bij veel mensen in het Vluchtgebouw is ondervoeding geconstateerd. Donoren kiezen vaak voor houdbare, zetmeelrijke producten. Het dieet mist daarom de essentiële vitaminen uit groenten en fruit.

(12)

7 | Eritrea | Mariam | 20 jaar.

Mariam is geboren in Eritrea. Tijdens een kerkdienst werden haar moeder en oudere zus door sol- daten gearresteerd. Ze heeft nooit meer iets van hen vernomen. Mariam was toen zes jaar oud.

Door haar oom werd ze meegenomen naar Soedan. Ze ging hier naar school, maar andere kinderen waren bang voor haar vanwege haar epilepsie. Noodgedwongen heeft ze school moeten opgeven.

Ze ging in een theehuis werken. Hier werd Mariam verkracht en mishandeld door de eigenaar. Met geld dat ze spaarde vluchtte ze via Turkije met een bootje naar Griekenland. Tijdens deze boottocht stond Mariam doodsangsten uit. Het bootje begon te lekken terwijl het donker was. Mariam heeft hier nog steeds nachtmerries over. In Griekenland kwam ze in vreemdelingendetentie. Later is ze via een reisagent naar Frankrijk gereisd. Door de reisagent werd ze seksueel misbruikt. Ze verzette zich en vluchtte naar Nederland. In de asielprocedure heeft Mariam verteld dat ze last heeft van epilep- tische aanvallen en dat haar geheugen hierdoor is aangetast. Dit werd niet onderzocht. Tijdens de verhoren was Mariam regelmatig geëmotioneerd; het vertellen over de verkrachtingen en het seksu- eel misbruik veroorzaakte heftige herbelevingen.

Na verblijf in verschillende asielzoekerscentra werd Mariams verzoek om een verblijfsvergunning afgewezen omdat ze haar identiteit en reisroute niet aannemelijk had kunnen maken. Mariam kwam op straat terecht. De gemeente Amsterdam heeft haar opgevangen in een tijdelijke opvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers; een voormalige gevangenis. Na ontruiming hiervan heeft ze een tijd op straat geleefd. Mariam sloot zich aan bij een groep uitgeprocedeerde asielzoekers die van kerk naar kerk zwierf. Ze sliep soms op een bank, soms op een vloer tussen de kerkbankjes. Meestal kon de groep maximaal twee weken op een locatie blijven. Voor onderdak, eten en kleding is Ma- riam afhankelijk van giften en donaties van derden. Zij verblijft nu samen met een groep Ethiopiërs en Eritreeërs in een voormalig verpleeghuis dat betaald wordt door de diaconie. Ook dit verblijf is weer tijdelijk. Mariam wil niet terug; ze is bang dat ze besneden wordt en bang dat ze bij terugkeer in militaire dienst moet.

6 | Eritrea | Aster | 32 jaar.

Aster werd geboren in Ethiopië. Haar ouders kwamen oorspronkelijk uit Eritrea. Toen ze acht jaar oud was werd zij, als gevolg van oorlog, met haar ouders en broertje gedeporteerd naar Eritrea. Haar vader werd daar ziek en overleed. Aster gelooft dat zij besmet was met dezelfde ziekte. Ze is lang ziek geweest en kon al die tijd niet naar school. Ze bekeerde zich tot de Pinkstergemeente. Tijdens een groepsgebed werd zij gearresteerd. Ze was toen 13 jaar. In de gevangenis werd Aster verkracht en mishandeld door politiemannen. Haar moeder heeft Aster vrij laten kopen door een man die met haar zou trouwen. Ze werd onder dwang besneden en moest zich bekeren tot de Islam.

Een neef hielp haar uit deze situatie ontsnappen. Ze kwam in Soedan terecht waar ze werd uitgebuit door een gezin waar ze het huishouden moest doen. Vervolgens vluchtte ze naar Libië. Ze reisde een maand door de woestijn in de laadbak van een vrachtwagen. Haar neef is tijdens deze reis van de vrachtwagen gevallen en overleden. Bij de grens van Libië werd Aster met stokken geslagen en ze werd gedwongen geld af te staan. Omdat ze geen geld had, werd ze verkocht. Ze leefde zes maanden bij haar koper, die haar op vele manieren misbruikte. Ze werd zwanger en heeft een illegale abortus ondergaan. Ze bleef lange tijd bloeden. Haar koper heeft haar om die reden op straat gezet.

Weer werd Aster mishandeld en uitgebuit door vele mensen. Ze was toen nog maar 15 jaar. Tijdens de opstand in Libië is Aster met een boot naar Italië gevlucht. Met een auto reisde ze verder naar Nederland. Haar asielaanvraag werd afgewezen omdat ze geen documenten had om haar identi- teit vast te stellen. Ze kwam terecht in vreemdelingendetentie, waarna ze op straat werd gezet. In Zwolle werd ze opgevangen in een nachtopvang van het Leger des Heils, tussen mensen met ver- slavingsproblemen. Ze voelde zich hier kwetsbaar en onveilig. Zij zat daar twee jaar. Hierna volgde een zwerftocht langs tijdelijke opvanglocaties waar zij afhankelijk was van giften van particulieren.

Ze heeft een posttraumatische stressstoornis en een depressie. Ze lijdt aan suïcidale gedachten en herbeleeft regelmatig traumatische ervaringen. Het bestaan zonder inkomen en een dak boven haar hoofd verslechtert volgens haar behandelend psychiater de psychische toestand van Aster .De gemeente biedt haar opvang, maar dit is telkens voor een duur van drie maanden. Elke keer als die periode afloopt neemt de spanning toe. Sinds een maand is Aster spoorloos verdwenen.

“ Het bootje begon te lekken terwijl het donker was. Mariam heeft hier nog steeds nachtmerries over.”

“ Weer werd Aster mishandeld en

uitgebuit door vele mensen. Ze was

toen nog maar 15 jaar.”

(13)

8 | Ethiopië | Meskerem | 33 jaar.

Meskerem komt uit Ethiopië en maakt deel uit van de Oromo stam. Haar moeder overleed toen ze nog jong was. Haar vader was actief bij het Oromo Liberation Front (OLF), werd gearresteerd en drie maanden later zwaar mishandeld teruggevonden. Hij overleed aan zijn verwondingen. Haar oudste zus nam de taken van haar vader in het OLF over. Op een dag kwam de politie aan de deur en Meskerem werd meegenomen. Bijna twee maanden zat ze in de gevangenis. Elke dag werd ze door verschillende mannen verkracht en gemarteld. Haar hoofd werd ondergedompeld in koud water, ze werd geschopt en geslagen. Uiteindelijk werd ze vrijgelaten met een meldplicht. Omdat ze tijdens de meldingen werd mishandeld, verkracht en geïntimideerd besloot ze te vluchten. Te voet, per kameel, vrachtwagen en vliegtuig reisde ze via Soedan en Egypte en kwam uiteindelijk in Griekenland terecht. Hier werd ze een paar maanden opgevangen in een kerk. Daarna leefde ze op straat. Ze probeerde te herstellen van de verkrachtingen, maar het leven was zwaar en ze deed een paar zelfmoordpogingen.

Uiteindelijk vluchtte ze verder naar Nederland. Tijdens de verhoren werd ze in detail ondervraagd over de verkrachtingen. De herbelevingen waren zo ernstig dat ze hevige braakneigingen kreeg.

Meskerem kreeg geen asiel omdat ze haar identiteit niet kon bewijzen. Na zes maanden in be- waring en lange tijd in een opvanglocatie voor uitgeprocedeerde asielzoekers werd ze op straat gezet, omdat er geen zicht was op terugkeer. Daarna sloot Meskerem zich aan bij de ‘We are Here’

groep in Amsterdam, een groep vluchtelingen wiens asielaanvragen zijn afgewezen. De gemeente Amsterdam achtte haar kwetsbaar en ze werd toegelaten tot tijdelijke opvang, met name omdat zij had ingestemd met hulp bij terugkeer. Meskerem lijdt aan een chronische posttraumatische stress- stoornis en een depressie. Ook heeft zij veel lichamelijke klachten zoals hoofdpijn, maagpijn, neus- bloedingen en haaruitval. Volgens haar behandelend psychiater kan ze niet voorzien in haar eigen levensonderhoud. Ze is erg kwetsbaar en heeft een veilige en stabiele leefomgeving nodig. Ondanks dat Meskerem meewerkt aan haar vertrek, is de voortgang gering. Ze moest de opvang verlaten en leeft weer op straat.

“ Haar hoofd werd ondergedompeld

in koud water en ze werd geschopt

en geslagen.”

(14)

rekening gehouden. Ze mist haar dochtertje en maakt zich veel zorgen over haar, dat maakt haar wanhopig: “Ik heb al zoveel ellende meegemaakt en nu mijn kind ook.” Nu Fehriwot hersteld is van de operatie is ze toe aan behandeling van haar psychische klachten. Ze heeft een posttraumatische stressstoornis en ze kan terecht bij een gespecialiseerd centrum voor traumaklachten.

Het Rode Kruis werd ingeschakeld om haar dochter te traceren. Inmiddels heeft zij op eigen kracht contact opgenomen met het gezin in Karthoum waar haar driejarige dochtertje verblijft. Zij hebben de originele doopakte van de Eritrese Orthodoxe kerk opgestuurd met foto, naam, geboortedatum en Eritrese nationaliteit van haar kind. Ook staat er in dat zij de moeder is. Met deze nieuwe gegevens en het feit dat zij levenslang hartpatiënt is, is een hernieuwde asielaanvraag gedaan. De aanvraag is opnieuw afgewezen met als argument dat dit document haar nationaliteit niet bewijst. Zij kan nu wel bellen met haar dochtertje dat steeds vraagt of ze morgen komt. Hierdoor is Fehriwot intens verdrietig. Zij heeft nu met drie andere vrouwen een kamer in een bejaardenhuis gekregen. Ze is heel dankbaar voor de 55 euro leefgeld per week zodat ze zelf kan koken. Maar voor hoe lang, dat is niet duidelijk. De onzekerheid blijft.

9 | Etritrea | Fehriwot | 24 jaar.

Fehriwot is geboren in Ethiopië, haar ouders zijn afkomstig uit Eritrea. Toen ze tien jaar was, brak er oorlog uit tussen deze twee landen en moest ze het land verlaten. Haar ouders waren al eerder gevlucht en Fehriwot werd door een vriend naar Eritrea gebracht. Daar hoorde ze dat haar ouders niet meer leefden. Ze werd in huis genomen door een vriend van haar vader. Ze moest het huishou- den doen en werd mishandeld door zijn vrouw. Toen ze twaalf was stuurde de man haar met een reisagent naar Soedan. Tijdens de reis werden er vier mensen voor haar ogen gedood. Bij de grens- overgang werden ze beschoten en is ze door een kogel geraakt. Het litteken is nog steeds zichtbaar.

In Soedan kwam ze terecht bij een gezin waar ze huishoudelijk werk moest doen. Ze werd uitgebuit en verkracht door de man des huizes. Ze raakte zwanger en moest haar dochter afstaan aan een ander gezin. Hij wilde niet dat zijn vrouw het wist en hij zorgde dat Fehriwot het land uit kwam. Een mensensmokkelaar bracht haar naar Nederland. Ze had geen idee waar ze was en ze had nog nooit van dit land gehoord. Ze kwam in Ter Apel terecht, en voor de eerste keer in lange tijd voelde ze zich even veilig. Maar haar asielaanvraag werd afgewezen; ze had geen documenten en haar vluchtver- haal werd ongeloofwaardig gevonden. Ze moest het asielzoekerscentrum verlaten en werd op straat gezet. Ze ging naar Amsterdam en kwam in de Vluchtgarage terecht, tussen allemaal mannen. Alle trauma’s van vroeger kwamen terug, en een tijd lang kon ze alleen maar huilen. Hierna begon een zwerftocht langs tal van nachtopvangplekken; vaak tussen dronken of gedrogeerde mannen en vrouwen. Overdag zwierf ze op straat. Ze kwam in contact met ‘Vrouwen tegen Uitzetting’ en kon een tijdje bij particulieren logeren.

Fehriwot was vaak moe en benauwd, ze bleek een hartafwijking te hebben. Dat was bij de intake tijdens de asielprocedure al vastgesteld – maar daar was toen niets mee gedaan. Haar hartklep- pen waren verkleefd. Ze kreeg een open hartoperatie waarbij een hartklep is vervangen. Van de gemeente kreeg ze tijdelijk opvang om te herstellen, maar dat was in een dag- en nachtopvang voor daklozen en verslaafden waar ze zich niet veilig voelde. Ze kreeg geen revalidatietherapie omdat fysiotherapie niet wordt vergoed. De rest van haar leven moet ze medicijnen slikken, als ze die niet krijgt is ze binnen een paar weken dood. Elke drie weken wordt haar bloed gecontroleerd op stol- lingen en indien nodig wordt de medicatie bijgesteld. Haar aanvraag voor asiel op medische gronden is afgewezen. Fehriwot zou onder begeleiding van een psychiatrisch verpleegkundige kunnen reizen als ze voldoende medicijnen mee krijgt. Met de noodzakelijke controle en behandeling werd geen

“ Alle trauma’s van vroeger kwamen

terug, een tijdlang kon ze alleen

maar huilen.”

(15)

“ Ik kan niet terug naar mijn land, het is daar niet veilig, maar hier ben ik ook niet veilig.”

10 | Eritrea | Keren | 29 jaar.

Keren is van Eritrese komaf en geboren in Ethiopië. Haar moeder is overleden toen Keren 13 jaar was. Op haar 15e werd ze vanwege de oorlog tussen beide landen naar Eritrea gedeporteerd. Hier werd ze door haar vader uitgehuwelijkt aan een oudere man. Ze werd door hem geslagen en gedro- geerd. Ze was doodsbang voor hem. Keren was verbonden aan de Pinkstergemeenschap. Tijdens een kerkdienst werden haar vader en man opgepakt en Keren werd door politieagenten verkracht.

Een tante heeft gezorgd dat Keren kon vluchten naar Soedan.

Hier vandaan is ze met een reisagent die papieren voor haar had naar Nederland gevlucht. Op Schip- hol ging hij wat te eten halen en is nooit meer teruggekomen. Ontredderd bleef Keren achter. Op haar asielaanvraag werd negatief beslist: het verhaal van Keren werd afgedaan als ongeloofwaardig, omdat zij geen identiteitspapieren kon laten zien. Keren kwam op straat terecht. In ruil voor een slaapplek werd regelmatig misbruik van haar gemaakt. Dit heeft haar ernstig getraumatiseerd. Ze vluchtte wederom en sloot zich aan bij de groep “We are Here” in Amsterdam. Ze kreeg van de ge- meente Amsterdam tijdelijke opvang in de Havenstraat totdat deze werd ontruimd. Enkele bewoners kwamen in aanmerking voor vervolgopvang. Keren niet. Ze kwam weer op straat terecht en sliep in kerken waar ze voor eten afhankelijk was van giften.

Keren heeft veel klachten, zowel fysiek als mentaal. Met deze klachten is tijdens haar verblijf in het asielzoekerscentrum niets gedaan. Door bemiddeling van Vrouwen tegen Uitzetting en Dokters van de Wereld is medische zorg op gang gekomen. Ze blijkt als gevolg van de verkrachtingen ernstige baarmoederproblemen te hebben. Ze heeft al drie jaar niet gemenstrueerd. Ook zijn er bij haar een posttraumatische stressstoornis en een ernstige depressieve stoornis geconstateerd waar ze voor behandeld wordt. De behandelend psychiater is van mening dat haar instabiele sociale situatie, de dreiging om te worden teruggestuurd naar het land van herkomst en het gebrek aan de meest basale behoeften, een zeer nadelige invloed hebben op haar mentale toestand. Zij heeft afgelopen jaar tweemaal een baarmoederoperatie moeten ondergaan en heeft van de GGD tijdelijk opvang gekregen. Keren is wanhopig en in de war. “Ik kan niet terug naar mijn land, het is daar niet veilig, maar hier ben ik ook niet veilig.”

(16)

DANKWOORD

Dit boek had niet tot stand kunnen komen zonder de medewerking van vele betrokkenen. Onze grote dank gaat uit naar: de 10 vrouwen die zo dapper waren om hun persoonlijke verhaal te vertellen en toestemming gaven deze te delen met de wereld. Ilhaam Awees, die zich onverschrokken blijft inzetten voor de rechten van ongedocumenteerde vrouwen in Nederland; Vrouwen Tegen Uitzetting en Fischer Advocaten die ons in contact brachten met de vrouwen en meedachten over dit boek;

Frederique Favreau, die belangeloos hele dagen heeft gewijd aan het volgen en portretteren van deze bijzondere groep vrouwen; de vrijwilligers van Dokters van de Wereld, die zich belangeloos inzetten om de fysieke en mentale gezondheid te waarborgen van ongedocumenteerde migranten.

Bovendien danken wij alle deelnemers aan de Nationale Postcode Loterij, die met hun financiële bijdrage dit boek mede mogelijk hebben gemaakt.

Vrouwen tegen Uitzetting (VTU) is een samenwerkingsverband van vrouwelijke vluchtelingen en Nederlandse vrouwen. Het doel van VTU is de positie van vrouwelijke vluchtelingen met en zonder verblijfspapieren  te verbeteren. VTU probeert, vaak in samenwerking met andere organisaties en individuen, de onderlinge solidariteit van vrouwelijke vluchtelingen en van Nederlandse vrouwen te vergroten en invloed uit te oefenen op het beleid en op de publieke opinie. VTU is sinds 2012 nauw betrokken bij de Amsterdamse vluchtelingengroep ‘Wij Zijn Hier’ in hun strijd voor een beter asiel- beleid.

 

Fischer Advocaten is een advocatenkantoor in Haarlem, gespecialiseerd in rechtshulp aan gemar- ginaliseerde groepen die te maken hebben met uitsluiting, zoals bijvoorbeeld ongedocumenteerden, Somaliërs en leden van de Roma gemeenschap. Zij staan mensen bij met en zonder een verblijfsver- gunning. Uitgangspunt is de rechten van de mens, zoals vastgelegd in verschillende internationale verdragen. Ieder mens heeft zonder discriminatie recht op een minimum standard of human dignity.

Juridische middelen worden ingezet om dit recht op te eisen voor mensen die hiervan worden uit- gesloten.

 

DOKTERS VAN DE WERELD

Dokters van de Wereld is de Nederlandse tak van de internationale medische organisatie Médecins du Monde. De organisatie komt op voor het universele recht op gezondheid voor mensen die hiervan uitgesloten zijn, in binnen- en buitenland. In Nederland werkt Dokters van de Wereld aan het verbeteren van de toegang tot zorg voor mensen zonder verblijfspapieren. Via informatie, bemiddeling en met behulp van een grote groep (medische) vrijwilligers worden mensen zonder geldige verblijfspapieren toegeleid naar de reguliere gezondheidszorg. Via communicatie en pleitbe- zorging, vaak in samenwerking met andere organisaties, wordt gewerkt aan duurzame oplossingen.

In 2005 vond het eerste informatie-spreekuur in Amsterdam plaats. Sindsdien zijn in verschillende steden via spreekuren, migrantenkerken, telefonische helpdesk en radio duizenden mensen zonder papieren geïnformeerd over hun rechten en zijn ze bemiddeld naar de reguliere zorg. De afgelopen jaren is de groep uitgeprocedeerde asielzoekers steeds zichtbaarder geworden, onder andere in protestgroepen die in tijdelijke locaties verbleven. Veel van hen kunnen, buiten hun schuld, niet te- rugkeren naar hun land van herkomst. De vrouwen onder hen zijn extra kwetsbaar voor misbruik en uitbuiting, zowel in hun herkomstland als in Nederland. Door het ontbreken van een veilige verblijfplaats nemen fysieke en psychische gezondheidsklachten toe, terwijl de continuïteit van zorg niet gegaran- deerd is. In november 2014 oordeelde het Europese Comité voor Sociale Rechten van de Raad van Europa dat Nederland verplicht is mensen zonder papieren een adequaat onderdak (‘bed, bad en brood’) te bieden.

www.doktersvandewereld.org

(17)

COLOFON

Redactie Berthe Bestebreurtje

Ellen Santen – Vrouwen Tegen Uitzetting (VTU) Else Cerezo-Weijsenfeld – Fischer Advocaten

Overige teksten Ilhaam Awees Arianne de Jong Victoria van de Waal Fotografie Frederique Favreau

Film Hermen van de Waal – Macula Films Vormgeving Anja Schoen – OPQRSTU

Drukker Zwaan Media Eindredactie Margreet Kroesen

Victoria van de Waal

(18)

Als je dit hebt gelezen en gezien, Wat denk je dan ?

Wat doe je dan?

Sluit je niet af, Kom in actie,

op een manier die jou past.

(19)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het ECK Volle Maan heeft stappen ondernomen om een cultuur- sensitieve voorlichtingskoffer (met veel visueel materiaal) voor kwetsbare doelgroepen te ontwikkelen, vergezeld van een

Ramakers: “Als je het persoonlijke aspect daarbij betrekt, denk ik dat je bij internal audit eerder mensen aantreft die wat minder gedreven zijn, omdat ze bijvoorbeeld werk en

Op vraag van de bisschoppen werd voor dit jaarrapport onderzocht hoeveel vrouwen werkzaam zijn in de verschillende geledingen van de Kerk: op het interdiocesane niveau, binnen

De Nederlandse vrijwilligers bij de vrouwenpraatgroep geven aan dat het voor vluchtelingen erg moeilijk is om in Nederland een leven op te bouwen.. Wanneer ze hier net wonen,

[r]

Dit is hier gedaan aan de hand van een kansmodel waarbij de kans op herintreding gerelateerd wordt aan persoonlijke kenmerken (leeftijd jongste kind, opleiding,

De bias in de huidige wereld, bijvoorbeeld dat mannen meer dan vrouwen geschikt zouden zijn voor besluitvormende posities, kan zo door een algoritme worden overgenomen.. Als er

In het onderzoek van de NVBS (Van Velzen, 1998) wordt geconstateerd dat de vrouwen niet bemiddeld kunnen worden door het arbeidsbureau en instanties voor arbeidsbemiddeling voor