• No results found

PASSEND ONDERWIJS EN DE WMS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "PASSEND ONDERWIJS EN DE WMS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

16 MR magazine, nummer 2, maart 2014

Wat is er gewijzigd?

PASSEND ONDERWIJS EN DE WMS

Met de invoering van passend onderwijs verandert er veel in de orga- nisatie van de extra ondersteuning van leerlingen op scholen. Ook de medezeggenschapsorganen spelen daarin een rol. De Wms en het re- glement van de Landelijke Commissie voor Geschillen (LCG) WMS zijn aangepast aan de wijzigingen die de nieuwe wet met zich meebrengt.

Maarten Smulders

M

edezeggenschap vindt binnen de nieuwe organisatie van de extra ondersteuning plaats op verschillende niveaus. Allereerst zijn er de (g)mr's van de scholen die onder het regionale samenwerkingsverband pas- send onderwijs vallen. Daarnaast komt er een ondersteuningsplanraad (opr) die de medezeggenschap regelt voor het totale samenwerkingsverband en krijgt het per- soneel in dienst van het samenwerkings-

verband een eigen mr. In dit artikel zet- ten we de zaken die betrekking hebben op de medezeggenschap in het kader van passend onderwijs op een rij. We bespre- ken hier het schoolondersteuningsprofi el en het ondersteuningsplan, de bevoegd- heden van de verschillende medezeggen- schapsorganen en de wijze waarop even- tuele geschillen kunnen worden beslecht.

Profi el en plan

De Wet passend onderwijs schrijft voor dat elke school een schoolondersteu-

ningsprofi el moet hebben, waarin staat welke ondersteuning zij de leerlingen

biedt. Deze ondersteuning valt uiteen in de basisondersteuning voor alle leerlingen en de extra ondersteuning voor leerlingen waarvan is vastgesteld

dat zij daar behoefte aan hebben. Het samenwerkingsverband be-

paalt welke basisonder- steuning alle aangeslo- ten scholen bieden. Al het overige wordt als ex-

tra ondersteuning aan- gemerkt. Alle school-

ondersteuningspro- fi elen vormen

samen het onder-

wijsaanbod van het samenwerkings- verband en worden vervat in het onder- steuningsplan. Het samenwerkingsver- band moet aan elke vraag om extra on- dersteuning kunnen voldoen. Het schoolondersteuningsprofi el en het on- dersteuningsplan worden ten minste een- maal in de vier jaar vastgesteld.

Medezeggenschap

De Wms bepaalt dat de mr adviesrecht heeft ten aanzien van het schoolonder- steuningsprofi el. Hoewel het niveau van de basisondersteuning regionaal wordt vastgesteld, is er toch ruimte voor mede- zeggenschap op lokaal niveau. De school bepaalt immers zelf op welke wijze zij haar aanbod aan onderwijs en (extra) on- dersteuning vormgeeft. Bij zijn advise- ring beoordeelt de mr bijvoorbeeld of op de school voldoende deskundigheid aan- wezig is, hoe de inzet van het personeel plaatsvindt en of de ouders (en leerlin- gen) genoeg informatie krijgen. Delen van het schoolondersteuningsprofi el zijn terug te vinden in het schoolplan en het formatieplan. Ten aanzien van het schoolplan heeft de mr instemmingsrecht (artikel 10 onder b Wms) en de perso- neelsgeleding moet instemmen met het

W E T G E V I N G

(2)

MR magazine, nummer 2, maart 2014 17 Mr. Maarten Smulders is secre- taris bij de Stichting Onderwijs- geschillen te Utrecht.

formatieplan (12 lid 1 onder b Wms).

Hoe deze instemmingsrechten zich ver- houden tot het adviesrecht op het school- ondersteuningsprofi el blijkt in de prak- tijk. Het ondersteuningsplan gaat over de verdeling van de middelen voor de extra ondersteuning, de meerjarenbegroting en de criteria op basis waarvan leerlingen worden toegelaten tot een speciale school voor basisonderwijs en een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs. Ook het beleid ten aanzien van de terug- en over- plaatsing van leerlingen wordt in het plan opgenomen. Het is dus een belangwek- kend document. De wetgever heeft de medezeggenschap ten aanzien van het ondersteuningsplan in handen gelegd van de opr (artikel 4a Wms). Hoewel de mr's van de scholen binnen het samen- werkingsverband de leden van deze raad afvaardigen, hoeven ze er geen lid van te zijn. De opr is paritair samengesteld (evenveel personeels- als ouderleden) en heeft een beperkt aantal bijzondere be- voegdheden. Verder gelden voor de opr de bepalingen over de algemene taken en bevoegdheden en het algemeen informa- tierecht zoals deze gelden voor de mr’s.

De opr heeft bijvoorbeeld het recht te overleggen met het bestuur van het sa- menwerkingsverband en het recht op alle inlichtingen die hij voor het vervullen van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft. Wordt het ondersteuningsplan tussentijds bijge- steld, dan heeft de opr instemmingsbe- voegdheid voor de wijzigingen. De taak van deze raad is dus niet beperkt tot het eenmaal per vier jaar instemmen met het ondersteuningsplan.

Verdeling bevoegdheden De verdeling van medezeggenschapsbe- voegdheden is niet toevallig. De wetgever vindt inspraak van ouders en personeel op beide niveaus wenselijk, maar hecht ook aan fl exibiliteit. Er is gekozen voor instemmingsrecht op regionaal niveau en adviesrecht op schoolniveau om te voor- komen dat een regionale impasse ont-

staat wanneer lokale mr's niet instemmen.

Aan het samenwerkingsverband is een mr verbonden (artikel 3 lid 1 Wms) die uitsluitend bestaat uit personeelsleden van het samenwerkingsverband. De ta- ken en bevoegdheden zijn, voor zover op het samenwerkingsverband van toepas- sing, als die van mr’s op scholen.

Regeling van geschillen Hoofdstuk 5 van de Wms gaat over de regeling van geschillen. Artikel 30 lid 1 Wms bepaalt dat er een landelijke com- missie voor geschillen is waarvan de mi- nister de leden heeft benoemd. Deze LCG WMS is ondergebracht bij de Stichting Onderwijsgeschillen. De com- missie neemt kennis van geschillen met betrekking tot instemming, advies en het medezeggenschapsstatuut of -reglement en kan zich uitspreken over de interpre- tatie van bepalingen van de Wms, het sta- tuut of het reglement (artikel 31 Wms).

Instemmingsgeschillen kunnen ontstaan tussen het bestuur van het samenwer- kingsverband en de opr over het voorge- stelde ondersteuningsplan. De LCG WMS toetst dan of de opr in redelijkheid instemming aan het voorgestelde onder- steuningsplan heeft onthouden of dat sprake is van bepaalde zwaarwegende omstandigheden die het voorstel van het bevoegd gezag rechtvaardigen. Adviesge- schillen kunnen ontstaan tussen de mr en het bevoegd gezag van de school over het schoolondersteuningsprofi el. De com- missie toetst dan of het bevoegd gezag niet in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen. Voor de opr moeten een reglement en statuut worden vastgesteld.

Hieruit kan een reglementsgeschil voort- vloeien, waarna de LCG WMS bindend vaststelt hoe de tekst dient te luiden (arti- kel 33 lid 3 Wms). Als de mr of de opr en het bevoegd gezag het niet eens zijn over de betekenis van een bepaling in de Wms, het medezeggenschapsreglement of het -statuut, kunnen zij een interpreta- tiegeschil aan de LCG WMS voorleggen.

De commissie spreekt bindend uit welke betekenis partijen aan de betreffende be- paling moeten toekennen. Ze kunnen te- gen de uitspraken van de LCG WMS be- roep instellen bij de Ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam (arti- kel 36 lid 3 Wms). Die beroepsmogelijk- heid staat ook open tegen uitspraken waarbij de opr partij is. Dit geldt echter niet voor de vaststelling van het eerste ondersteuningsplan (dat 1 augustus 2014 in werking treedt), want daarop zijn bij- zondere bepalingen van toepassing, vast- gelegd in de Wet passend onderwijs. Het eerste ondersteuningsplan moet uiterlijk 1 mei 2014 worden ingediend bij de In- spectie van het Onderwijs. Uiterlijk 1 fe- bruari 2014 moet het bestuur van het sa- menwerkingsverband het conceptonder- steuningsplan aan de opr voorleggen. De raad spreekt zich binnen vier weken uit over dit voorstel. Onthoudt de opr zijn instemming aan het ondersteuningsplan en ontstaat hierover een geschil, dan moet het samenwerkingsverband het voorstel binnen twee weken voorleggen aan de LCG WMS. Uiterlijk 15 april 2014 doet de LCG WMS een bindende uitspraak over het eerste ondersteunings- plan. Of dit in de praktijk haalbaar is, hangt mede af van het aantal geschillen waarover de commissie zich moet uit-

spreken1.

<

1 Voor de behandeling van geschillen over het eerste on- dersteuningsplan past de LCG WMS enkele in haar reglement opgenomen termijnen tijdelijk en uitsluitend voor de behandeling van deze geschillen aan.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze ambitieniveaus bieden een terugvaloptie Het verdient aanbeveling om het ambitieniveau naar beneden bij te stellen als onvoldoende voldaan kan worden aan de voorwaarden voor

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Berekeningen door De Nederlandsche Bank (DNB, 2014) 15 laten zien dat een loonimpuls die niet het gevolg is van de gebruikelijke mechanismen binnen de economie

Maar ook de continuering van centrale verantwoordelijkheid is belangrijk, omdat er een minimale bodem voor decentrale verschijnselen binnen het systeem dient te zijn, een beeld

Wensen van ouderen | “Participatie en eigen kracht beleid”: mensen stimuleren te handelen vanuit hun eigen kracht (empowerment), onder meer door hun sociaal netwerk te benutten

In hoofdstuk 8 is vervolgens de blik verlegd naar toekomstverwachtingen en -inschattingen. Gevraagd naar de toekomst blijken burgemeesters betrekkelijk behoudend te zijn. Ze

De schoolbesturen bereiken dat door gezamenlijk te zorgen voor een zo samenhangend en dekkend mogelijk netwerk van basis- en extra ondersteuning, op grond waarvan de schoolbesturen

In deze fase wordt er met vragenlijsten voor de leerkracht, ouders en leerling en door het in kaart brengen van het didactisch niveau van de leerling bekeken of er mogelijk sprake