• No results found

de HERE komt eraan om u te redden

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "de HERE komt eraan om u te redden"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

[ Uitzending 810: Jesaja 63:1 t/m 19]

In de vorige uitzending zagen we dat, net als in Jes.60, de beloften in Jes.62 een eschatologische lading hebben. Maar met historische herstel van de stad Jeruzalem - na de ballingschap - kan nog niet van een nieuwe naam en van een prachtige kroon in de hand van de HERE worden gesproken.

We hebben ook gezien dat de beschrijving van het herstelde Jeruzalem aan- sluit bij Openb.21, waarin veel toespelingen uit Jes.62 opvallen. In het Bijbel- boek Openbaring valt ook op dat het nieuwe, eschatologische Jeruzalem, vol- gens Openb.3:12 en Openb.21:2 en 10 uit de hemel neerdaalt als een bruid.

In Jes.62:11 lazen we dat tot het volk van de HERE, de dochter van Sion in ballingschap, verteld moet worden ‘de HERE komt eraan om u te redden’.

Dat gebeurt door de Messias (Jes.61:1-3). Hij heeft het heil voor de volkeren bemiddeld en doet dat ook voor Israël. De oproep in Jes.62 vers 7: ‘Neem geen rust, u die bidt, en geef God geen rust tot Hij Jeruzalem een hecht fundament geeft en zij over de hele wereld respect en bewondering af- dwingt’ is ook voor de gelovigen in onze tijd een belangrijke aansporing tot voorbede en lofprijzing (Ps.122:6). Voor Israël, maar ook voor de andere vol- ken. Wij mogen de HERE herinneren aan Zijn beloften, ook wij worden opge- roepen te bidden voor de vrede van Jeruzalem en de redding van onze naas- te. Zulk bidden begint met te bidden om eigen redding en verlossing en Chris- tus te aanvaarden als persoonlijke Heiland en Verlosser!

Ook in de laatste hoofdstukken van Jesaja - in Jes.63:1 t/m 66:24 - is de blik gericht op het toekomstige ingrijpen van de HERE. Daarbij gaat het in de eer- ste plaats en nog steeds om het herstel van Sion of Jeruzalem. Maar de blik verbreedt zich op verschillende plaatsen tot een wereldomvattend ingrijpen van de HERE. Achtereenvolgens komen ter sprake het wraakgericht van de HERE tegen Zijn vijanden, in Jes.63:1 t/m 6. Daarnaast, in Jes.63:7 t/m 64:12, een gebed van Gods volk om herstel en in Jes.65:1 t/m 66:24, het antwoord van de HERE op het gebed.

In Jes.63:1 t/m 6 wordt iemand geïntroduceerd – de HERE Zelf of mogelijk Zijn vertegenwoordiger – die zojuist Gods wraak heeft uitgevoerd.

(2)

Jes.59:16 t/m 21, vormt een parallel met dit gedeelte. Het is de HERE Zelf die wraak oefent en zo gerechtigheid en vergelding brengt. Maar in Jes.61:2 is het Zijn Gezalfde die de ‘dag van Zijn toorn tegen hun vijanden’ uitroept – de- zelfde formulering die we in Jes.63:4 aantreffen. Het lijkt er op dat het hande- len van de HERE en dat van Zijn Gezalfde niet al te sterk worden onderschei- den. Door middel van een soort dialoog komt Hij ten tonele, waarna een korte monoloog volgt met een beeldende beschrijving van de wijze waarop de ver- gelding wordt uitgevoerd.

Jes.63 staat ook in het verlengde van Jes.59:16 t/m 21, waar de HERE het oordeel aan andere volken voltrekt. Samen omsluiten de tekstgedeelten Jes.

60 t/m 62, waar het herstel van Sion en Jeruzalem beschreven wordt, maar waar ook sprake is van een ‘dag van toorn’ die door Gods Gezalfde wordt voltrokken (Jes.61:2). De omkadering en het verband met het optreden van de Gezalfde illustreren de samenhang tussen het oordeel over Gods vijanden en het herstel voor Gods volk, als de tijd van Gods ingrijpen is gekomen.

Jesaja 63 vers 1: Wie komt daar vanuit Edom aan, uit de stad Bosra, in zijn prachtige donkerrode kledij? Wie is dat in zijn koninklijke gewaden, rustig voortlopend met grootse kracht? ‘Ik ben het, de HERE, die uw heil aankondigt, degene die de macht heeft u te redden!

Er verschijnt iemand en dat roept de reactie op: ‘Wie is hij?’ De vraag betreft een opvallende verschijning vanwege drie kenmerken: de richting waaruit hij komt, de kleur van zijn kleren en zijn zelfverzekerde manier van lopen. Hij komt uit de richting van Edom en Bosra. Bosra kan een eigennaam van een persoon zijn (Gen.36:33; 1Kron.1:44), maar is meestal een stad in het land van Edom (Jes.34:6; Jer.49:13,22; Amos 1:12). In Jer.48:24 lijkt Bosra (tijde- lijk?) binnen het gebied van Moab te vallen. De naam Edom is verwant met

‘rood’ (Gen.25:30) en het gebied was een centrum van wijnbouw (Jes.16:8- 10). Vanuit Jeruzalem bezien is dat vanuit het zuiden, maar er is meer be- doeld dan alleen een geografische richting. Edom is een broedervolk, maar heeft zich meer dan eens tegen Israël opgesteld. Die negatieve ervaringen kunnen de aanleiding zijn dat Edom wordt genoemd, maar dan als represen- tant van alle vijandige volken.

(3)

Als Edom of Seïr wordt genoemd (zoals in Jes.21:11-12; 34:1-15), wisselt dat steeds af met de rest van de wereld. Al staan er in de omringende hoofdstuk- ken ook beloften voor de volken, in Jes.63 blijkt uit het vervolg dat de HERE in Zijn toorn met vergelding komt. De kleding of mantel is rood en koninklijk (Jes.59:17) en de manier van voortbewegen is rustig voortlopend met grootse kracht. De aangesprokene antwoordt met ‘Ik ben het’ en daarna volgen twee eigenschappen. De HERE is de Rechter die het vonnis uit- spreekt, maar ook Degene die het oordeel uitvoert. Uit het voorgaande en deze toelichting blijkt dat de HERE of Zijn Vertegenwoordiger - Zijn Gezalfde - nadert (Jes.46:13; 51:5;62:11).

Jesaja 63 vers 2: Waarom is uw kleding zo rood als van iemand die in de wijnpers de druiven uitperst? Na de introductie wordt de vraag gesteld waarom Zijn mantel zo rood is. In die vraag wordt het beeld van een wijnpers gebruikt, want de mantel heeft kennelijk de bloedrode kleur van druivensap.

In die tijd gingen mensen met blote voeten in een wijnpers om het druivensap uit de druiven te persen. Daarbij was het bijna niet te voorkomen dat het rode druivensap uit de rijpe druiven spoot en op de kleding kwam. De vraag wordt gesteld: Waarom is uw kleding zo rood? Het antwoord lezen we in vers 3.

Jesaja 63 vers 3: Ik heb de wijnpers alleen getreden. Er was niemand die Mij hielp. In Mijn toorn heb Ik Mijn vijanden als druiven vertrapt. In Mijn toorn vertrapte Ik Mijn tegenstanders. U ziet hun bloed op Mijn kleding.

De persoon in de rode mantel antwoordt dat Hij inderdaad een wijnpers heeft getreden. Maar Hij heeft in plaats van druiven Gods vijanden vertrapt en in plaats van druivensap spatte er bloed omhoog op Zijn kleding. Er wordt bena- drukt dat Hij dit alleen heeft gedaan, wat in vers 3 een teken van macht is. Het was ook heel ongebruikelijk om een wijnpers alleen te treden. Het woord ‘ik alleen’ drukt eenzaamheid of ‘alleen zijn’ uit. Maar het benadrukken van het

‘alleen zijn’ kan ook een teken van macht zijn. Zo is de HERE alleen aan het begin van de schepping (Jes.44:24). Hij heeft de perskuip getreden vanwege Zijn toorn, die is ontbrand tegen de vijanden van de HERE, en die

hangt samen met het uitoefenen van gerechtigheid (Jes.59:17a). Het bespat

(4)

In Lev.6:20 is sprake van bloed van een zondoffer dat per ongeluk op de kle- ding van een priester terecht komt, waarna hij die moet wassen. Maar, in Jes.

63 is de situatie totaal anders. De vroege kerkvaders associeerden de eerste zes verzen van Jes.63 met de eerste komst van Christus. Maar, de wijnpers in Jes.63 is niet te vergelijken met het lijden van Christus aan het kruis. Zo’n uit- leg is onhoudbaar, mede omdat het bloed op de kleding niet het bloed is van degene die in de wijnpers de druiven uitperst. Het is de dag van toorn van de HERE! Daarmee wordt het geassocieerd met de tweede en laatste komst van Christus, als Hij komt op de wolken van de hemels om de Zijnen te verzame- len en over al Gods vijanden gericht te houden. In vers 4 wordt de reden voor Zijn oordeel vermeld.

Jesaja 63 vers 4: Want de tijd is aangebroken dat Ik Mijn volk moet wre- ken, het uit de handen van zijn onderdrukkers moet verlossen.

Dit oordeel laat de HERE door Zijn Gezalfde voltrekken vanwege een ‘dag van wraak en het jaar van vergelding’ (Jes.34:8; 61:2). Deze dag staat pa- rallel met ‘de tijd dat Ik Mijn volk moet wreken’. Gods wraak moeten we hier opvatten als ‘vergelding’. De verlossing voor Sion en Jeruzalem gaat gepaard met de ondergang van haar vijanden.

Jesaja 63 vers 5 en 6: Ik keek, maar niemand kwam het te hulp, Ik was verbaasd en geschokt. Daarom voerde Ik de wraak alleen uit, zonder hulp velde Ik de vonnissen. Ik vernietigde de heidense volken in mijn toorn, Ik bracht hen aan het wankelen en liet hen neerstorten.

In vers 5 wordt het ‘Ik heb de wijnpers alleen getreden’ uit vers 3 toegelicht met de woorden: niemand kwam het te hulp. ‘Het’ is daarbij ‘Mijn volk’ uit vers 4. Gods eigen arm en eigen boosheid waren als enige in staat dit oordeel rechtvaardig te voltrekken (Jes.59:16). Bij de genoemde ‘wraak’ of ‘toorn’

gaat het niet om een woede-uitbarsting of een gebrek aan zelfbeheersing, maar er is sprake van verontwaardiging over de verkeerde daden. We lazen:

Ik was verbaasd en geschokt. Het gevolg is dat de heidense volken - niet al- leen Edom! - die de HERE niet willen dienen worden vernietigd. Ik bracht hen aan het wankelen en liet hen neerstorten.

De Bijbel laat duidelijk zien dat de HERE een God van liefde is, maar Hij is ook een God die Rechter is, Hij zal het oordeel vellen over al de zonden en

(5)

ongerechtigheid van mensen en volken. Mensen kunnen denken: die dag komt nooit! Dan moet ik u uit de droom helpen, die dag komt zeker - en dat zeg ik niet om u of jou bang te maken of mijn eigen gelijk te bewijzen - maar met oog op uw welzijn en behoud. Een mens kan zeker bang worden van het oordeel van de HERE, maar dat hoeft niet omdat de HERE Zelf in een offer voor uw, jouw en mijn zonden heeft voorzien. De Here Jezus komt ons te hulp, maar dan moet u die hulp niet afslaan, maar aannemen! Als Gods ver- lossingplan en Verlosser als een fabeltje langs ons heen gaat, dan is er alle reden om bang te worden voor de toorn van de Levende God. Er is dan ook geen verontschuldiging meer, want met het niet aanvaarden van Gods Verlos- ser, heeft u het oordeel over uzelf afgeroepen.

Het Bijbelboek Openbaring spreekt van Christus’ komst om al de ongerechtig- heid, zonde, opstand en goddeloosheid die op de aarde is, neer te slaan. Het duurt nog even voor wij aan de bespreking van het Bijbelboek Openbaring toe zijn, maar het lezen van dit Bijbelboek laat u zien dat de HERE niet alleen een God van liefde is, maar ook een oordelend God. Want ‘liefde’ vindt niet alles goed! Als u bijvoorbeeld Openbaring 16 leest dan ontdekt u het waarom van Gods oordelen. Het is geen willekeurige en ongecontroleerde woede uit- barsting. Openbaring 16 vers 5 t/m 7: Ik hoorde de engel van het water zeggen: Rechtvaardige God, die is en die was, het is goed dat U deze oordelen over de wereld laat komen. Nu krijgen de mensen die het bloed van uw kinderen en profeten vergoten hebben, bloed te drinken. Dat is hun verdiende loon.’ En ik (Johannes) hoorde het altaar zeggen: Ja, Here, Almachtige God, Heerser over alles, Uw oordelen zijn betrouwbaar en rechtvaardig. In Openb.16:9 lezen we: ‘De mensen verbrandden door de grote hitte. Maar in plaats van zich te bekeren en God alle eer te geven, vervloekten zij Hem…’ en in Openb.16 vers 11: De mensen vervloekten de God van de hemel vanwege hun pijn en hun zweren in plaats van hun slechte leven vaarwel te zeggen en hun redding bij God te zoeken.

Luisteraar, heeft u uw redding al bij de HERE gezocht?

Jes.63:1 t/m 6 spreekt over twee kanten van Gods handelen: bevrijding en

(6)

wreed overkomen, maar Gods oordeel vindt pas plaats nadat allerlei mogelijk- heden tot overgave en bekering zijn gepasseerd. De HERE spreekt recht en het daaruit voortvloeiende oordeel wordt voltrokken: de vijanden worden ge- veld en zo worden Sion en Jeruzalem verlost (Jes.52:7-12). In de context van deze hoofdstukken uit Jesaja wordt daarmee een oproep gedaan dat de vol- ken de God van Israël zullen erkennen en daardoor niet in een strafgericht ten onder zullen gaan (Jes.60:3-16).

Het oordeel waarover in Jes.63 wordt gesproken, reikt veel verder dan de overwinning over het Babel uit de tijd van het OT. De relatie met Jes.60 t/m 62 impliceert een eschatologisch perspectief. Bovendien heeft de wraak van de HERE in deze verzen een veel meer omvattende gerichtheid: Hij keert zich tegen de heidense volken in het algemeen (vs.6), in het bijzonder te- gen Edom. Babel wordt niet genoemd en lijkt min of meer uit het zicht ver- dwenen. Zoals al eerder aangegeven keren verschillende beelden uit Jes.63 keren terug in het Bijbelboek Openbaring.

Met Jes.63:7 begint een nieuw gedeelte, wat op te maken is uit de wisseling van spreker en onderwerp. Het toekomstvisioen in Jes.60 t/m 62 is nog niet gerealiseerd. In de realiteit waarin het volk verkeert, lijkt Gods ingrijpen nog ver weg en ziet het volk smachtend uit naar verlossing. Het loopt uit op een smeekgebed waarin de HERE wordt gevraagd uitkomst te schenken (Jes.63:

15-64:11). Het smeekgebed wordt voorafgegaan door een lofprijzing (Jes.63:

7-14). In het smeekgebed roept het volk tot de HERE en smeekt Hem zich om Israël te bekommeren. Eerst door Gods afwezigheid te noemen (Jes.63:15- 19a), daarna door eigen zondigheid te belijden (Jes.63: 19b-64:6) en tot slot door nogmaals een sterk beroep op de HERE en Zijn vaderschap te doen (Jes.64:7-11). De boodschap in Jes.65 en 66 is Gods antwoord op het smeekgebed.

Jesaja 63 vers 7: Ik zal vertellen over de ontfermende liefde van God. Ik zal Hem loven voor alles wat Hij heeft gedaan, ik zal mij verheugen over Zijn goedheid tegenover Israël die Hij haar betoonde in Zijn genade en liefde. Voordat het eigenlijke gebed begint, waarin de HERE om redding

(7)

wordt gesmeekt, vinden we een lofprijzing, die het karakter heeft van een psalm. In Jes.63:7 t/m 14 wordt de HERE geprezen om Zijn verbondstrouw en Zijn grote daden in het verleden.Al eerder heeft de HERE krachtdadig inge- grepen om verlossing te schenken en de profeet prijst Hem voor de liefdevolle trouw, goedheid en barmhartigheid die Hij daarmee betoond heeft aan het volk van Zijn verbond. Eerst klinkt het ‘ik’, waarmee de profeet aan het woord is, en daarna gaat het over op het ‘ons’ van het volk

Jesaja 63 vers 8: Hij zei: Zij zijn toch van Mij, Mijn eigen kinderen zullen mijn vertrouwen niet opnieuw beschamen. En Hij werd hun redder.

Vers 8 beschrijft Gods gedachten voordat Hij Israël bevrijdde uit Egypte. Zijn gedachten maakte hij later bekend aan Mozes (Ex.6:2-7). Op basis van de toewijding van Israël aan het verbond had de HERE alle reden aan te nemen dat het volk niet trouweloos zou worden(Ex.19:8; 24:3,7), en werd de HERE hun tot Redder (Jes.59:1; 60:16; 63:1). Maar de praktijk leerde dat het volk zich anders gedroeg en dat wordt in het vervolg duidelijk

Jesaja 63 vers 9: In al hun onderdrukking werd Hij Zelf onderdrukt en Hij redde hen in eigen persoon. In Zijn liefde en medelijden verloste Hij hen, tilde hen op en droeg hen door de jaren heen.De HERE heeft zich zo met Israël verbonden, dat Hij één werd met de pijn en onderdrukking van het volk.

In de Hebreeuwse tekst vinden we de woorden ‘en de Engel van Gods aan- gezicht heeft hen gered.’ In Het Boek is dat vertaald met en Hij redde hen in eigen persoon. Met de woorden ‘Gods aangezicht’ wordt in de Bijbel de HERE in Zijn openbaring aangegeven. De Engel van Gods aangezicht is dan de Engel, in Wie de HERE Zich heeft geopenbaard. Met deze Engel wordt geen gewone engel bedoeld, maar God Zelf in Hem, in wie Hij Zich heeft geopenbaard, de 2de Persoon in het Goddelijke Wezen, Jezus Christus. Dat brengt tot de vertaling dat de HERE hen in eigen persoon heeft gered. De redding van de HERE wordt beeldend gemaakt door het voorbeeld van optil- len en dragen.Zo heeft de HERE in het verleden gehandeld en dat impliceert dat Hij dit in de toekomst blijft doen. Want Hij is God, Hij verandert niet!

(8)

Jesaja 63 vers 10 t/m 14: Maar zij kwamen in opstand tegen hem en deden Zijn Heilige Geest verdriet. Daarom werd Hij hun vijand en vocht Hij per- soonlijk tegen hen. Toen herinnerden zij zich de dagen van weleer, toen Gods dienaar Mozes zijn volk uit Egypte wegleidde en zij riepen: Waar is Hij die Israël door de zee voerde, met Mozes als hun herder? Waar is de God die Zijn Heilige Geest stuurt om onder Zijn volk te wonen? Waar is Hij wiens machtige kracht de zee voor hen splitste, toen Mozes zijn hand ophief en zijn reputatie voor eeuwig vestigde? Wie leidde hen over de bodem van de zee? Net als paarden die door de woestijn rennen, strui- kelden zij niet. Als grazend vee in de dalen, zo gaf de Geest van de HERE hun rust. O HERE op die manier bezorgde U Zichzelf een geweldige naam.

Maar tegenover Gods trouw en tegen de verwachting in, werd Israël onge- hoorzaam, en bedroefde het volk Gods Heilige Geest. Als gevolg daarvan handelde de HERE niet meer als verlosser, maar als vijand. Hier ligt een be- langrijk antwoord op de vragen die de profeet stelt naar aanleiding van de uit- zichtloze situatie waarin het volk verkeert. Jesaja zet zijn lofprijzing voort en getuigt dat bij eerdere gelegenheden, waarbij de HERE zich tegen het volk heeft gekeerd, het alleen tijdelijk was. Het doel is altijd weer het herstel van de relatie. Nooit zal de HERE Zijn eigen volk definitief laten vallen.

De profeet gaat verder met een herinnering aan gebeurtenissen uit het verle- den. Hij roept het uit: Waar is deze God nu? Daarbij gaat het niet in de eerste plaats om het volk, maar om de eer van God.

Jesaja 63 vers 15 t/m 19: Kijk vanuit de hemel neer en zie ons vanuit Uw heilige, glorieuze verblijfplaats. Waar is Uw liefde voor ons die U altijd liet zien? Waar zijn nu Uw kracht, Uw genade en Uw medelijden? U bent immers nog steeds onze Vader! Abraham en Jakob kennen ons niet, maar U blijft onze vader, onze Verlosser van oudsher. O HERE, waarom liet U ons afdwalen van Uw wegen in onze onbuigzaamheid, zodat wij zondigden en ons tegen U keerden? Kom terug en help ons, want wij, die Uw eigendom zijn, hebben U zo nodig. O God, waarom behandelt U ons alsof wij Uw volk niet zijn, als een heidens volk dat U nooit ‘HERE’

noemde?

(9)

Met vers 15 begint het eigenlijke smeekgebed. Na het memoreren van Gods grote daden in het verleden, richt Jesaja nu een direct verzoek aan de HERE.

Het volk is vastgelopen en kan de HERE niet meer vereren, terwijl bekering en het vrezen van de HERE belangrijk zijn om een verandering te bewerken.Laat God nu zelf ingrijpen!

In de volgende uitzending lezen we: Jes.64.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De zwarte stippen, vingerafdrukken die de vormelingen zelf rond het embleem zetten, verwijzen naar de verbondenheid met mensen in armoede.. In de eucharistieviering op zondag

En daarom wil hij ervoor zorgen dat alle Joodse jongetjes gedood worden, zodat de Heere Jezus niet meer geboren kan worden.. Maar God heeft ook

• Ezechiël: eerst bijeen vergaderen daarna leven (Ezech. Isaac da Costa verwachtte in de 19e eeuw dat zijn volk onbekeerd naar het land zou terugkeren en pas daarna de werking van

meerderheid van de wereld weet dit niet, en niemand neemt de moeite het te vertellen, omdat de sympathie door andere krachten onder de voet is gelopen. 5) Achter Israël

50% Pinot Noir - 20% MEUNIER - 30% Chardonnay - Reims - Frankrijk Een mooi uitgebalanceerde champagne met smaken zoals vanille en wit fruit.. Geniet ervan als aperitief of

noch zal de gelukkige bezitter daarvan ooit genade vinden in de ogen der wereld of in de ogen van vleselijke belijders. Ik heb iemand gekend te Thames Ditton, die een grote

Gelovigen, God "heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon" (Hebr. 1:1), daarom spreekt Hij Die God gezonden heeft, de woorden Gods. Gehoorzaam Zijn stem

Gelukkig hebben wij als oud importeur een kleine partij van de Prestige Cuvée Louis d’Or weten los te krijgen van de recent vrijgegeven oogst 2014, die Na het grote succes van