Identiek aan het digitaal ingediende verslag
1
FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 5 Datum: 27 mei 2016
Gegevens onderneming: : de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid FMB Infra B.V.,
Statutair gevestigd te Nieuwerkerk a/d IJssel, kantoorhoudende te (3059 SP) Rotterdam aan de Abraham van der Knaapkade 15
Insolventienummer : C/10/15/112 F
Rechtbank : Het faillissement is op 3 februari 2015 door de Rechtbank ’s-Gravenhage (insolventienummer C/09/15/63 F) overgedragen aan de Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak : 3 februari 2015
Curator : mr. V. Terlouw
Rechter-commissaris : mr. W.J. Geurts- de Veld
Op verzoek : Het faillissement is uitgesproken op eigen aangifte
Activiteiten onderneming : Het leggen van elektriciteits- en telecommunicatiekabels
Omzetgegevens : Omzet 2012: EUR 784.319
Omzet 2013: EUR 534.314
Omzet 2014: EUR 375.509
Personeel gemiddeld aantal : 7
Verslagperiode : 27 november 2015 t/m 26 mei 2016 Vorige verslagen : 1e verslag d.d. 28 februari 2015
2e verslag d.d. 28 mei 2015 3e verslag d.d. 28 augustus 2015 4e verslag d.d. 26 november 2015 Bestede uren in verslagperiode : 28,5 uur
Bestede uren totaal : 125,5 uur
Aantal bijlagen : 1. Tussentijds financieel verslag 2. Crediteurenlijst
_________________________________________________________________________
2
In lijn met de uitspraak van Hoge Raad van 21 januari 2005 (JOR 2005/104) wordt
opgemerkt dat dit verslag niet beoogt om verantwoording af te leggen over de stand van de boedel of een volledig inzicht te geven. Individuele schuldeisers kunnen geen rechten ontlenen aan dit verslag.
Toevoegingen in dit verslag zijn hierna cursief gedrukt.
1. Inventarisatie
1.1 Directie en organisatie
FMB Infra B.V., hierna te noemen: “Curanda”, is opgericht op 16 augustus 2002. Enig aandeelhouder en bestuurder is de heer M.M. van den Berg.
Geplaatst en gestort kapitaal EUR 18.000.
Aandelenvolstorting Zie 10.3 van dit verslag.
De hierna weergegeven financiële cijfers zijn gebaseerd op interne administratie van Curanda.
1.2 Winst en verlies
Resultaat na belastingen ultimo 2012: EUR 8.745 negatief Resultaat na belastingen ultimo 2013: EUR 1.797 negatief Resultaat na belastingen ultimo 2014: EUR 162.402 negatief
1.3 Balanstotaal
Balanstotaal ultimo 2012: EUR 307.875 Balanstotaal ultimo 2013: EUR 289.208 Balanstotaal ultimo 2014: EUR 157.004
1.4 Eigen vermogen
Eigen vermogen ultimo 2012: EUR 141.482 Eigen vermogen ultimo 2013: EUR 139.685
Eigen vermogen ultimo 2014: EUR 22.717 negatief
3
1.5 Lopende procedures
Volgens de bestuurder van Curanda was Curanda per datum faillissement niet betrokken bij enige gerechtelijke procedure.
Derde verslag
Er is niet gebleken dat Curanda per datum faillissement betrokken is bij een gerechtelijke procedure.
1.6 Verzekeringen
Curanda heeft een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten bij Nationale-Nederlanden via haar tussenpersoon Schouten Zekerheid. De tussenpersoon is op de hoogte gesteld van het faillissement.
1.7 Huur
Curanda hield kantoor in het woonhuis van de heer Van den Berg. Voorts huurde Curanda sinds oktober 2014 een kantoorruimte aan het Lylantse Plein 1 te Capelle aan den IJssel. De maandelijkse huurpenningen bedragen EUR 243,21 inclusief btw per maand. De huur is met machtiging van de rechter-commissaris ex artikel 39
Faillissementswet opgezegd. De kantoorruimte is opgeleverd aan de verhuurder.
Tweede verslag
Curanda huurde voorts nog een loods bij Shurgard in Capelle aan den IJssel. De
maandelijkse huurpenningen bedroegen EUR 207,39. De huur is met machtiging van de rechter-commissaris ex artikel 39 Faillissementswet opgezegd. De loods is opgeleverd aan de verhuurder. Ter zake is door de curator een boedelvordering opgenomen ad EUR 260,64.
1.8 Oorzaak faillissement
Volgens de heer Van den Berg is het faillissement van Curanda veroorzaakt door een drastisch teruglopende omzet. Daarnaast zouden de twee opdrachtgevers van Curanda een langere betalingstermijn zijn gaan hanteren met als gevolg dat Curanda de
bedrijfskosten voor een aanzienlijke periode diende voor te financieren, hetgeen niet langer lukte. Tot slot is een werknemer van Curanda betrokken geweest bij een
bedrijfsongeval waarbij deze werknemer arbeidsongeschikt is geraakt. Dit heeft geleid
4
tot aanzienlijke kosten voor Curanda nu zij hiervoor niet was verzekerd. Een en ander wordt onderzocht.
Vijfde verslag
Voormelde feiten lijken inderdaad een belangrijke oorzaak van het faillissement.
2. Personeel
2.1 Aantal ten tijde van faillissement
Vijf. Een tweetal werknemers zouden volgens de bestuurder kort voor het faillissement hun dienstverband zelf hebben beëindigd.
2.2 Aantal in jaar vóór faillissement Zeven.
2.3 Datum ontslagaanzegging
Na verkregen machtiging van de rechter-commissaris is de medewerkers op 5 februari 2015 ontslag aangezegd.
De curator is in contact getreden met het UWV zodat de medewerkers in de gelegen- heid worden gesteld formulieren in te vullen om in aanmerking te komen voor een WW-uitkering en voor betaling van achterstallig salaris over januari 2015 en vakantie- geld.
3. Activa
Onroerende zaken 3.1 Beschrijving
Geen.
Bedrijfsmiddelen 3.2 Beschrijving
De bedrijfsmiddelen van Curanda bestaan uit een beperkt aantal verouderde spades, een ladder en wat gereedschapskisten.
5
3.3 Verkoopopbrengst Nog onbekend
Tweede verslag
De curator heeft diverse partijen benaderd en geïnteresseerde partijen de zaken laten bezichtigen. De bedrijfsmiddelen van Curanda zijn uiteindelijk met toestemming van de rechter-commissaris verkocht aan ADM Trading voor een bedrag ad EUR 272,25
inclusief btw.
Een aantal bedrijfsmiddelen die ten tijde van het faillissement aanwezig waren bij Curanda werden geleend van BAM. Deze zaken zijn geretourneerd aan BAM.
3.4 Bodemvoorrecht fiscus
Gelet op het feit dat er een vordering van de fiscus valt te verwachten uit hoofde van verschuldigde loonbelasting, heeft de fiscus op grond van artikel 22 lid 3 IW 1990 een voorrecht op de opbrengst van de nog te verkopen bodemzaken. De curator zal op grond van artikel 57 lid 3 Fw het voorrecht van de fiscus op de opbrengst van de bodemzaken uitoefenen en zodoende de opbrengst daarvan reserveren.
Onderhanden werk
3.5 Beschrijving onderhanden werk
Per datum faillissement zouden volgens de heer Van den Berg alle werkzaamheden zijn afgerond. Volgens de administratie van Curanda was er per datum faillissement wel sprake van reeds verrichte maar nog niet uit gefactureerde werkzaamheden voor opdrachtgever Schuuring. Volgens de heer Van den Berg dienen eerst nog
inkoopbonnen van Schuuring te worden verkregen alvorens er kan worden
gefactureerd. Het totaalbedrag aan reeds verrichte maar nog niet uit gefactureerde werkzaamheden bedraagt EUR 13.899,96.
Tweede verslag
Verwezen wordt naar punt 5.1 van dit verslag.
3.6 Overige activa Onbekend
6
4. Eigendomsvoorbehoud 4.1 Eigendomsvoorbehoud
Tot op heden heeft zich geen crediteur gemeld met een beroep op een eigendomsvoorbehoud.
Derde verslag
Er heeft zich de afgelopen verslagperiode nog een crediteur gemeld met een beroep op een eigendomsvoorbehoud. Dit beroep is afgewikkeld.
4.2 Reclamerechten Niet van toepassing.
5. Debiteuren
5.1 Omvang debiteuren
Curanda had twee opdrachtgevers, te weten BAM en Schuuring. Deze partijen vormen de enige debiteuren van Curanda. Volgens de administratie van Curanda zou er per datum faillissement een vordering bestaan op BAM van EUR 13.626,34 en een vordering op Schuuring van EUR 321,86 + p.m. vanwege onderhanden werk.
Na bestudering van de administratie van Curanda heeft de Curator zich jegens de pandhouder op het standpunt gesteld dat de vordering van Curanda op BAM niet is verpand vanwege een tussen Curanda en BAM overeengekomen verpandingsverbod ex artikel 3:83 lid 2 BW. Vesting Finance Fiditon (“Vesting Finance”) heeft namens de pandhouder, ING Bank N.V. (“ING”), dit verpandingsverbod erkend. Verwezen wordt naar punt 6.3 van dit verslag.
Op 6 februari 2015 is een bedrag van EUR 2.055 van BAM ontvangen op de
bankrekening van Curanda. BAM is aangeschreven door de curator om het resterende bedrag ad EUR 11.571,34 aan de boedel te voldoen. BAM heeft de Curator
geïnformeerd dat zij op 12 februari 2015 nog een bedrag ad EUR 2.054,52 heeft betaald op de bankrekening van Curanda bij ING. Van BAM is het resterende bedrag van EUR 9.517 door de boedel ontvangen.
7
ING is verzocht, gelet op voornoemd verpandingsverbod, om genoemde bedragen ad EUR 2.055 en EUR 2.054,22 over te maken naar de boedel.
Omtrent de incasso van de vordering op Schuuring vindt thans overleg met de pandhouder plaats.
Tweede verslag
Schuuring heeft de openstaande vordering van Curanda op haar betwist omdat genoemde werkzaamheden ondeugdelijk zouden zijn uitgevoerd door Curanda.
Daarnaast heeft Schuuring zich beroepen op verrekening omdat zij schade zou hebben geleden door het faillissement. Met Schuuring vindt hieromtrent overleg plaats door de boedel. Verwezen wordt naar 6.3 van dit verslag.
Voorts is uit de administratie gebleken dat er per datum faillissement tevens een vordering bestaat op een derde uit hoofde van de verhuur van een motorvoertuig door Curanda ad EUR 3.218,46. Deze debiteur is aangeschreven en inmiddels tevens
gesommeerd om dit bedrag te voldoen aan de boedel.
Tot slot is gebleken dat de bedragen van EUR 2.055 en EUR 2.054,22 door BAM niet integraal zijn betaald op de reguliere bankrekening van Curanda, doch dat een gedeelte daarvan op de G-rekening van Curanda is betaald. BAM heeft in totaal een bedrag van EUR 2.626,23 betaald op de bankrekening van Curanda bij ING. Vesting Finance heeft dit bedrag inmiddels doorbetaald op de boedelrekening. De Belastingdienst heeft ter zake van de G-rekening van Curanda inmiddels laten weten een surplus van EUR 1.216 te zullen betalen op de boedelrekening. Een en ander zal nog nader worden
onderzocht.
Voorts volgt uit de administratie van Curanda een vordering op Nieberg Holding B.V.
per 31 december 2014 ad EUR 106.535,40 en per 6 februari 2015 ad EUR 98.832. Van deze vennootschap is de heer M.M. van den Berg tevens enig aandeelhouder en bestuurder. Deze vordering wordt nader onderzocht.
8
Derde verslag
Overleg met Schuuring vindt thans nog plaats. De huurder van het motorvoertuig heeft tot op heden nog niet betaald. De curator beraadt zich op nadere stappen.
De vordering op Nieberg Holding B.V. is thans nog onderwerp van onderzoek.
Vierde verslag
De boedel heeft een deadline gesteld aan Schuuring tot het voldoen van de vordering.
Nadere bestudering van de bankafschriften heeft opgeleverd dat de huurder van het motorvoertuig nog een bedrag van EUR 1.772,81 dient te voldoen. De huurder is een deadline gesteld.
De bestuurder heeft de vordering op Nieberg Holding B.V. niet betwist maar
aangegeven dat er geen voldoende financiële middelen aanwezig zijn tot voldoening van de vordering. Een en ander wordt onderzocht.
Voorts volgt uit de administratie van Curanda een vordering op haar bestuurder, de heer Van den Berg, van EUR 44.434,51 uit hoofde van een verstrekte lening. De bestuurder is gesommeerd om dit bedrag aan de boedel te voldoen.
Vijfde verslag
Nader onderzoek heeft uitgewezen dat de vordering op de bestuurder van curanda maximaal EUR 18.713,00 bedraagt uit hoofde van diverse onttrekkingen. Ten aanzien van deze vordering op de bestuurder van curanda en ten aanzien van de vordering op Nieberg Holding B.V. wordt verder verwezen naar randnummer 10.4 van dit verslag.
Komende verslagperiode zal worden beslist of het opportuun is om jegens Schuuring en de huurder van het motorvoertuig nadere rechtsmaatregelen te nemen.
6. Bank/zekerheden 6.1 Vordering van de bank
Curanda bankierde bij ING en maakte gebruik van een rekening-courant krediet. Per datum faillissement bedroeg het saldo op deze bankrekening EUR 58.332,23 debet.
9
6.2 Lease
Curanda leasete 4 bestelauto’s en 2 personenauto’s (operational lease). Alle leaseauto’s zijn inmiddels geretourneerd aan de leasemaatschappij.
6.3 Beschrijving zekerheden
Aan ING zijn door Curanda de volgende zekerheden verstrekt:
- Pandrecht op vorderingen;
- Pandrecht op inventaris;
- Pandrecht op voorraden.
Uitwinning zekerheden
De Curator heeft contact gehad met Vesting Finance die namens pandhouder ING de zekerheden uitwint. De Curator heeft de pandrechten van ING op inventaris en voorraden erkend. De Curator heeft het pandrecht van ING op debiteuren slechts gedeeltelijk erkend en Vesting Finance op het verpandingsverbod ex artikel 3:83 lid 2 BW tussen Curanda en BAM gewezen. Dit verpandingsverbod is door Vesting Finance erkend. De openstaande vordering van Curanda op BAM valt derhalve in de boedel (zie 5.1 van dit verslag).
Voorts is Vesting Finance gewezen op het bodemvoorrecht van de fiscus op de inventaris (zie 3.4 van dit verslag).
Met Vesting Finance vindt thans overleg plaats omtrent de uitwinning van de zekerheden van ING.
Tweede verslag
Na overleg met Vesting Finance is besloten dat Vesting Finance namens ING de
debiteurenincasso (behoudens de vordering op BAM) ter hand zou nemen. De curator heeft alle stukken uit de administratie van Curanda ter zake aan Vesting Finance ter hand gesteld.
10
Omdat Vesting Finance echter talmde met de debiteurenincasso en daarmee een doelmatige afwikkeling van het faillissement verhinderde, heeft de curator Vesting Finance een termijn ex artikel 58 Fw gesteld van 6 weken. Tegen deze termijn is geen bezwaar gemaakt bij de rechter-commissaris, noch is verzocht om een langere termijn.
Vesting Finance heeft vervolgens de gestelde termijn laten verstrijken. Nadien heeft de curator ING verzocht om stukken omtrent de actuele status van de debiteurenincasso.
Het is de curator toen gebleken dat ING de debiteurenincasso in het geheel nog niet ter hand had genomen.
Vervolgens zijn de debiteuren door de curator aangeschreven. De opbrengst van de debiteurenincasso komt gelet op artikel 58 Fw thans de boedel toe.
7. Doorstart/voortzetten 7.1 Exploitatie
Volgens de heer Van den Berg waren per datum faillissement alle lopende opdrachten beëindigd.
7.2 Doorstart
Niet van toepassing.
8. Administratie
8.1 Toestand administratie
De administratie van Curanda werd verzorgd op het bedrijf zelf. De jaarrekening wordt opgesteld door DRV Accountants & Adviseurs te Roosendaal. Van de bestuurder zijn debiteuren- en crediteurenstukken ontvangen, alsmede de personeelsadministratie en de jaarrekening over 2012 en 2013. Van de accountant is de conceptjaarrekening en grootboek over 2014 ontvangen. Een en ander wordt bestudeerd.
8.2 Goedkeuring verklaring accountant Niet van toepassing.
9. Pauliana/verrekening 9.1 Verdachte transacties
In onderzoek.
11
Vijfde verslag
Het onderzoek is afgerond, zie randnummer 10.4 van dit verslag.
9.2 Maatregelen
Nog niet van toepassing.
10. Bestuurdersaansprakelijkheid 10.1 Boekhoudplicht
In onderzoek.
Vierde verslag
Uit de bankafschriften blijkt dat er door de bestuurder van Curanda diverse privé onttrekkingen/kasonttrekkingen hebben plaatsgevonden van de rekening van Curanda, die niet zijn terug te vinden in de grootboekkaarten. Er lijkt in beginsel niet te zijn voldaan aan de boekhoudplicht. Overleg met de bestuurder vindt thans nog plaats.
10.2 Depot jaarrekeningen
De jaarrekeningen zijn de afgelopen jaren telkens tijdig gedeponeerd.
10.3 Stortingsverplichting aandelen In onderzoek.
10.4 Onbehoorlijk bestuur
Wordt – als te doen gebruikelijk – onderzocht.
Vierde verslag
Omdat niet alle onttrekkingen van de bestuurder zijn terug te vinden in de administratie van Curanda lijkt er sprake te zijn van onbehoorlijk bestuur. De bestuurder is hiervan op de hoogte gesteld en overleg vindt thans nog plaats.
12
Vijfde verslag
Op 18 maart 2016 is er tussen de heer Van den Berg, Nieberg Holding B.V. en de curator een regeling overeengekomen ten aanzien van het beweerdelijk paulianeus handelen, beweerdelijke bestuurdersaansprakelijkheid en de openstaande vorderingen zoals omschreven onder randnummer 5.1 van dit verslag. De heer Van den Berg heeft steeds staande gehouden dat hij in geen enkel opzicht onrechtmatig heeft gehandeld.
Partijen hebben met instemming van de rechter-commissaris een regeling getroffen inhoudende een betaling aan de boedel van EUR 25.000,00 waarvan EUR 20.000,00 ineens en het restant in tien gelijke maandelijkse termijnen. Na uitvoering van de minnelijke regeling zijn partijen finaal jegens elkaar gekweten.
Het bedrag van EUR 20.000,00 alsmede de eerste twee termijnen zijn door de boedel ontvangen.
11. Fiscus/UWV/overige preferente vorderingen 11.1 Vorderingen van de fiscus
Tot op heden heeft de fiscus geen vorderingen ingediend.
Tweede verslag
De fiscus heeft vorderingen ingediend van in totaal EUR 18.038.
Derde verslag
De fiscus heeft tot op heden vorderingen ingediend van in totaal EUR 44.953.
Vierde verslag
De fiscus heeft tot op heden vorderingen ingediend van in totaal EUR 45.018.
Vijfde verslag
De fiscus heeft tot op heden vorderingen ingediend van in totaal EUR 54.244.
11.2 Vorderingen van het UWV
Het UWV heeft tot op heden geen vorderingen ingediend.
13
Tweede verslag
Het UWV heeft een boedelvordering ingediend van in totaal EUR 29.869,98 en een preferente vordering ingediend van in totaal EUR 31.308,37.
Vijfde verslag
Het UWV heeft haar boedelvordering verhoogd tot een bedrag van EUR 33.014,57.
11.3 Overige preferente crediteuren Vooralsnog geen.
12. Crediteuren
12.1 Aantal concurrente crediteuren
Tot op heden hebben 11 concurrente crediteuren vorderingen ingediend voor een totaalbedrag van EUR 148.794,63.
Tweede verslag
In totaal hebben 19 concurrente crediteuren vorderingen ingediend voor een totaalbedrag van EUR 198.267,96.
Derde verslag
Tot op heden hebben in totaal 21 concurrente crediteuren vorderingen ingediend voor een totaalbedrag van EUR 198.838,11.
Vierde verslag
Tot op heden hebben in totaal 22 concurrente crediteuren vorderingen ingediend voor een totaalbedrag van EUR 206.186,30.
12.2 Wordt het een eigenlijke opheffing of een vereenvoudigde afwikkeling Nog onbekend.
12.3 Wordt aan concurrente crediteuren uitgedeeld Nog onbekend.
14
Vijfde verslag
Een uitkering aan concurrente crediteuren zal niet aan de orde kunnen zijn.
13. Rechtbank
13.1 Toestemming afkoelingsperiode Niet van toepassing.
13.2 Toestemming voortzetting bedrijf Niet van toepassing.
13.3 Toestemming ontslag
Op 5 februari 2015 is machtiging van de rechter-commissaris verkregen om de arbeidsovereenkomsten van het personeel te beëindigen ex artikel 40 Fw.
13.4 Toestemming opzegging huur
Op 5 februari 2015 is machtiging van de rechter-commissaris verkregen om de huur van het bedrijfspand van Curanda op te zeggen ex artikel 39 Fw.
13.5 Toestemming activatransacties Nog niet van toepassing.
Tweede verslag
Op 10 april 2015 is toestemming verkregen van de rechter-commissaris voor de verkoop van de materiële activa/bedrijfsinventaris voor EUR 272,25 inclusief btw.
13.6 Toestemming procederen Nog niet van toepassing.
Vijfde verslag
Op 15 maart 2016 is goedkeuring van de rechter-commissaris verkregen voor het aangaan van de vaststellingsovereenkomst met de heer Van den Berg en Nieberg Holding B.V.
15
13.7 Termijn afwikkeling faillissement Nog niet bekend.
13.8 Plan van aanpak
In de komende periode zullen met name de volgende onderwerpen aandacht verkrijgen:
a. Beoordelen/incasseren openstaande debiteurenvorderingen;
b. Monitoren nakomen minnelijke regeling.
14. Garantstellingregeling Niet van toepassing.
15. Overig
Het saldo op de boedelrekening bedraagt op dit moment EUR 24.601,61.
Indiening volgend verslag: 27 november 2016
Rotterdam, 27 mei 2016
mr. V. Terlouw curator
