• No results found

Dukers & Baelemans. Wft Vermogen examentraining

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Dukers & Baelemans. Wft Vermogen examentraining"

Copied!
37
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Dukers & Baelemans

Wft Vermogen examentraining

(2)

Programma

examentraining

 Wft Examen: wat te verwachten?

Kennisquiz

 Examentips: stappenplan

 Vaardigheden & Competenties

 Oefencasuïstiek

 Reflectie & Evaluatie

(3)

Voorstelrondje

 Voorstelronde

Wat is je naam?

Wat is je functie?

Welke vragen heb je?

Wat zijn je verwachtingen van de trainer/training?

 Presentielijst

(4)

W ft e xame n w at te verw ac hten?

(5)

Onderdelen Wft examen

Inhoud

Kennis - Kennen - Begrijpen

Professioneel gedrag - Kennen

- Vaardigheid

Vaardigheden / competenties

Vraagstelling

- Meerkeuze

- Fill in the blank - Meer uit meer - Rangschik

- Hot-spot - Combinatie

- Keuzelijstvraag

(6)

Vragen en weging

Wft Vermogen

Tijdsduur minuten in

Aantal

vragen Aantal

K/B Aantal

V/C Aantal

P/G Aantal punten

135 47 20 25 2 74

(7)

K en n isqu iz

(8)

Vraag Antwoord

Vraag 1

A. Vennoten zijn alleen gezamenlijk bevoegd. De VOF overeenkomst heeft ook een externe

werking indien deze bij de Kamer van Koophandel is gepubliceerd.

B. De bevoegdheden van de vennoten worden overeengekomen in de VOF overeenkomst. De VOF overeenkomst heeft ook een externe

werking indien deze bij de Kamer van Koophandel is gepubliceerd.

C. De bevoegdheden van de vennoten worden overeengekomen in de VOF overeenkomst, voor externe werking moet de overeenkomst bij de rechtbank worden gepubliceerd.

Wat is juist met betrekking tot de bevoegdheden

van een vennoot in een VOF?

(9)

Vraag Antwoord

Vraag 2

A. Beleggers breiden posities uit als het nieuws conform verwachting is.

B. Beleggers baseren beleggingsbeslissingen op toekomstige berichten.

C. Beleggers reageren niet op macro-economisch nieuws.

In de krant staat dat de Nederlandse economie in het vorig kwartaal conform verwachting licht is gedaald.

Hoe reageren beleggers op macro-economisch

nieuws?

(10)

Vraag Antwoord

Vraag 3

A. Rendementen van beleggingen zijn normaal verdeeld.

B. Binnen de normaalverdeling is de kans op het gemiddelde rendement 50%.

C. De kans dat exact het gemiddelde rendement wordt gehaald, is verwaarloosbaar.

Wat is juist met betrekking tot de

normaalverdeling?

(11)

Vraag Antwoord

Vraag 4

A. De lijfrente wordt direct na het overlijden van de belastingplichtige ondergebracht in een bancaire lijfrente en loopt minimaal 20 jaar.

B. De lijfrente wordt na afloop van de ANW uitkering van de nabestaanden van de belastingplichtige ondergebracht in een bancaire lijfrente en loopt minimaal 5 jaar.

C. De lijfrente wordt direct na het overlijden van de belastingplichtige ondergebracht in een verzekerde lijfrente en loopt minimaal 5 jaar.

Welke nabestaandenlijfrente is fiscaal niet

toegestaan?

(12)

Vraag Antwoord

Vraag 5

A. Het eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen is groot.

B. Het eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen is klein.

C. Het vreemd vermogen ten opzichte van het totale vermogen is groot.

Van welke situatie is sprake als de solvabiliteit van

een onderneming groot is?

(13)

Vraag Antwoord

Vraag 6

A. De verzekeraar mag in de

gezondheidsverklaring NIET vragen naar erfelijke ziektes.

B. De verzekeraar mag in de

gezondheidsverklaring vragen naar erfelijke ziektes.

C. De verzekeraar mag de kandidaat verzekerde verplichten mee te werken aan een

erfelijkheidsonderzoek.

Wat is juist met betrekking tot erfelijke ziekten bij

acceptatie van een levensverzekering op grond

van de Wet medische keuringen en het protocol

Verzekeringskeuringen?

(14)

Vraag Antwoord

Vraag 7

A. Waarde-aandelen zijn aandelen met een relatief hoge waardering en stabiele

winstontwikkeling.

B. Groeiaandelen zijn aandelen met een relatief hoge waardering en stabiele winstontwikkeling.

C. Groeiaandelen zijn aandelen met een relatief hoge waardering en hoge verwachte

winstgroei.

D. Waarde-aandelen zijn aandelen met een relatief lage waardering en een stabiele winstontwikkeling.

E. Waarde aandelen zijn aandelen met een relatief lage waardering en hoge verwachte winstgroei.

F. Groeiaandelen zijn aandelen met een relatief lage waardering en hoge verwachte winstgroei.

Bij aandelen maken we een onderscheid tussen zogenaamde groeiaandelen en waarde-aandelen.

Wat is juist?

Selecteer de twee juiste antwoorden.

(15)

E xa m enti p s sta p p enp la n

(16)

Stappenplan Wft examen maken

Laatste voorbereiding

Bekijk de eind- en toetstermen voordat je op examen gaat.

• Besteed extra tijd aan de vaardigheden en competenties (2, 3 en 4 toetstermen). Deze hebben het grootste aandeel in het examen

1

Houd continu in je achterhoofd wat de rode draad is binnen het Wft examen.

• Klantbelang centraal principe: passende dienstverlening/advies (zorgvuldig en verantwoord) en een duurzame klantrelatie.

• Controleer of je handelt binnen geldende kaders van de wet & maatschappij: privacy, integriteit, gesprekstechniek en adviesbevoegdheid.

• Het gaat er niet om hoe jij denkt, maar hoe de wetgever denkt en wat de wetgever wil horen.

2

Neem eerst de concrete vraag goed in je op (en lees eventueel de antwoordmogelijkheden).

• Bedenk welke inhoud, proces, omgangsvormen worden bevraagd en welke taakje als adviseur hebt en welk doelje dient na te streven.

• Ga bij jezelf na wat je hierover al weet en waar je op moet letten.

• Scan de casus en de eventuele bijlage en focus je op de zaken die je nodig hebt om tot het juiste antwoord te komen.

3

Leef je in de casus in, als adviseur en als klant, en analyseer de bijbehorende gegevens.

• Maak hierbij gebruik van de STAR methode (wat is de situatie, wat is je taak, welk resultaat streef je na en welke actie is daar voor nodig).

• Scheid hoofd- en bijzaken vanuit de concrete vraag, laat je niet afleiden door irrelevantie informatie of allerlei uitzonderingen.

• Baseer je enkel op de verkregen gegevens en algemene regels; doe geen aannames/aanvullingen vanuit eigen praktijk en voorkeuren.

4

Selecteer het/de best passende antwoord(en) uit de alternatieven.

• Het perfecte antwoord dat je in de praktijk ook zou geven staat er vaak niet bij, kies de beste; passend bij de situatie.

• Schrijf bij een rekenvraag de stappen uit en reken je uitkomst nog een keer na via een controle berekening.

• Toets het gekozen antwoord aan stap 2 en vul dan in!

Als je goed bent voorbereid en het stappenplan hebt gevolgd; vertrouw dan op je eerste ingeving!

(17)

V aar di gh ede n e n Co m p etenti es

(18)

Uitgangspunten Wft (gewenst resultaat)

Herstellen van het vertrouwen in de sector & consumentenbescherming via:

 Vakbekwame medewerkers:

Vaktechnische kennis en financieel rekenkundig inzicht.

 Klantbelang centraal (zorgplicht):

Zorgvuldig adviesproces (gesprekfases en stappen van de adviseur).

Voldoen aan de informatieplicht (volledig, juist, duidelijk en begrijpelijk).

Handelen naar de adviesregel (passend adviseren o.b.v. volledig klantprofiel).

Overkreditering/over- of onderverzekering voorkomen.

(19)

Uitgangspunten Wft (gewenst resultaat)

Herstellen van het vertrouwen in de sector & consumentenbescherming via:

 Professioneel (maatschappelijk) integer gedrag:

Handelen naar eigen bevoegdheden en overige wetgeving (bv.

Privacy/AVG).

Inlevende communicatie en gedrag (klacht/slecht nieuws/emotionele staat).

Afwijzing (durven) geven (in belang van de klant).

(20)

Omgaan met subjectieve V&C (casus)vragen

Situatie (de casus)

Taak (de vraag achter de vraag)

Actie (de antwoord alternatieven)

Resultaat (de Wft uitgangspunten)

(21)

Situatie

 De situatie waarin je moet handelen, is de casus.

 ‘Scan’ de casus voor context.

 Het gaat altijd (tenzij anders vermeld) om wat de adviseur het beste kan doen.

(22)

Taak

 In de vraagstelling zit jouw taak binnen het adviesproces opgesloten.

 Wat wordt van je verwacht/wat moet je doen (taakopvatting)? Dit is vaak de vraag achter de vraag.

 Welke informatie heb ik daarvoor nodig?

 Haal (alleen) deze informatie op uit de casus.

(23)

Actie (met de meest voorkomende onderwerpen in het examen)

 Professioneel gedrag

Fraude herkennen.

Integer omgaan met klantgegevens.

Grenzen kennen: doorverwijzen.

Omgaan met dilemma’s.

Kwetsbaar opstellen.

 Communiceren

Mensentaal: geen vaktaal.

Empathie en begrip tonen bij emoties of kwetsbaar moment.

Klachtgesprek voeren.

Informatieplicht: volledig en duidelijk.

(24)

Actie (met de meest voorkomende onderwerpen in het examen)

 Inventariseren

Vragen stellen om klantprofiel compleet maken.

Doorvragen op (onduidelijke) informatie.

Confronteren met tegenstrijdigheden.

 Analyseren

Risico’s beoordelen.

Toekomstige situatie erbij betrekken.

Preventiemaatregelen beoordelen.

 Adviseren

Passend advies geven.

Afwijzen: slecht nieuwsgesprek voeren.

Documenten kunnen controleren, lezen, uitleggen en toepassen.

Afwijken van het advies: confronteren en vastleggen.

Berekeningen maken.

(25)

Actie (met de meest voorkomende onderwerpen in het examen)

Beheer

Beoordelen van wijzigingen.

Opnieuw door stappen: inventariseren, analyseren en adviseren.

Berekeningen maken.

 Schade behandelen

Berekenen schade-uitkering.

Begeleiden door schadeproces.

Wat valt wel/niet onder de dekking?

(26)

Resultaat

Leidt mijn actie:

 tot het bereiken van de uitgangspunten van de Wft?

 tot wettelijk en maatschappelijk verantwoord handelen?

 tot een inhoudelijk juiste oplossing?

 niet tot overschrijding van mijn bevoegdheden?

(27)

Vraag Antwoord

Algemene tip V/C vragen

Vaak zijn sommige antwoorden al af te strepen, zonder inhoudelijke kennis - voorbeeld:

“wat is het meest passende advies?”

A. Antwoord 3 is fiscaal niet toegestaan, maar voldoet wel aan klantwens

B. Antwoord 1 is fiscaal toegestaan, maar voldoet niet aan klantwens

C. Antwoord 4 is fiscaal niet toegestaan en voldoet niet aan klantwens

D. Antwoord 2 is fiscaal toegestaan en voldoet

aan klantwens

(28)

Vraag Antwoord

Algemene tip V/C vragen

Vaak zijn sommige antwoorden al af te strepen, zonder inhoudelijke kennis - voorbeeld:

“wat is het meest passende advies?”

A. Antwoord 3 is fiscaal niet toegestaan, maar voldoet wel aan klantwens

B. Antwoord 1 is fiscaal toegestaan, maar voldoet niet aan klantwens

C. Antwoord 4 is fiscaal niet toegestaan en voldoet niet aan klantwens

D. Antwoord 2 is fiscaal toegestaan en voldoet

aan klantwens

(29)

Vo orb eel d ca sus To ep as si n g STA R

(30)

Casus Vraag

Antwoord

CDFD voorbeeldcasus

Josien (57 jaar) heeft een eenmanszaak sinds 2014. Josien heeft drie jaar geleden een beleggingsrekening (lijfrentebeleggingsrecht) geopend en voert eind 2019 hierover een revisiegesprek met haar adviseur Vermogen.

Eenmanszaak Josien

Josien verwacht in 2019 een winst uit onderneming van €60.000 vóór ondernemersaftrek.

In voorgaande jaren was de winst vóór ondernemersaftrek van Josien als volgt: 2018:

€65.100, 2017: €63.441, 2016: €32.751, 2015: €35.517 Oudedagsvoorziening

• De afgelopen drie jaar heeft Josien elk jaar het bedrag van haar jaarruimte op haar beleggingsrekening gestort voor haar oudedagsvoorziening. Josien heeft naast haar beleggingsrekening geen andere oudedagsvoorzieningen.

• Josien wil uitsluitend een bedrag storten op haar beleggingsrekening als zij dit bedrag volledig in mindering kan brengen op haar inkomen in box 1. Ze wil haar jaarruimte volledig benutten. Josien heeft geen reserveringsruimte.

• Josien maakt geen gebruik van de oudedagsreserve omdat zij dit niet wil.

Beleggingsrekening

Beleggingen op beleggingsrekening (lijfrentebeleggingsrecht):

• Aandelenmixfonds: €21.680

• Obligatiemixfonds: €5.420

De portefeuille is drie jaar geleden samengesteld op basis van een offensief risicoprofiel.

Dit risicoprofiel paste toen bij de situatie en wensen van Josien.

Standaard portefeuilles

Bij de huidige financiële situatie en wensen van Josien past een neutraal beleggingsprofiel voor de beleggingsrekening. De adviseur Vermogen werkt met standaard

beleggingsportefeuilles (Ctrl + klik om te openen of zie sheet 33).

Privé

Drie jaar geleden had Josien €155.000 op een gewone spaarrekening staan. Josien heeft vorig jaar vrijwillig een bedrag extra afgelost op haar hypothecaire krediet. Op dit moment staat er nog €61.000 op haar spaarrekening.

Algemene gegevens

Percentage van de premiegrondslag in jaarruimte: 2018 en 2019: 13,3%

Fiscale AOW-franchise in jaarruimte: 2018: €12.129, 2019: €12.275

Josien is verbaasd, ze zegt: “Dat is raar, drie jaar

geleden was mijn risicoprofiel nog offensief en nu is het neutraal. Ik vind het vreemd dat ik nu minder risicovol kan gaan beleggen, ik sta immers nog steeds op

dezelfde manier tegenover beleggen.”

Hoe reageert de adviseur Vermogen het meest

inhoudelijk correct en professioneel op deze opmerking van Josien?

A. Uw pensioendatum komt dichterbij waardoor de periode tot uw pensioendatum korter wordt.

Hierdoor is het beter om te kiezen voor minder risicovolle beleggingen.

B. U kunt nu minder risicovol beleggen omdat uw vermogenspositie is verslechterd. Er staat namelijk minder geld op uw spaarrekening.

C. Ik begrijp uw reactie maar door de instabiliteit in uw inkomenspositie is een minder risicovolle belegging meer verantwoord bij uw financiële situatie.

Antwoord

(31)

Casus Vraag

Antwoord

CDFD voorbeeldcasus

Josien (57 jaar) heeft een eenmanszaak sinds 2014. Josien heeft drie jaar geleden een beleggingsrekening (lijfrentebeleggingsrecht) geopend en voert eind 2019 hierover een revisiegesprek met haar adviseur Vermogen.

Eenmanszaak Josien

Josien verwacht in 2019 een winst uit onderneming van €60.000 vóór ondernemersaftrek.

In voorgaande jaren was de winst vóór ondernemersaftrek van Josien als volgt: 2018:

€65.100, 2017: €63.441, 2016: €32.751, 2015: €35.517 Oudedagsvoorziening

• De afgelopen drie jaar heeft Josien elk jaar het bedrag van haar jaarruimte op haar beleggingsrekening gestort voor haar oudedagsvoorziening. Josien heeft naast haar beleggingsrekening geen andere oudedagsvoorzieningen.

• Josien wil uitsluitend een bedrag storten op haar beleggingsrekening als zij dit bedrag volledig in mindering kan brengen op haar inkomen in box 1. Ze wil haar jaarruimte volledig benutten. Josien heeft geen reserveringsruimte.

• Josien maakt geen gebruik van de oudedagsreserve omdat zij dit niet wil.

Beleggingsrekening

Beleggingen op beleggingsrekening (lijfrentebeleggingsrecht):

• Aandelenmixfonds: €21.680

• Obligatiemixfonds: €5.420

De portefeuille is drie jaar geleden samengesteld op basis van een offensief risicoprofiel.

Dit risicoprofiel paste toen bij de situatie en wensen van Josien.

Standaard portefeuilles

Bij de huidige financiële situatie en wensen van Josien past een neutraal beleggingsprofiel voor de beleggingsrekening. De adviseur Vermogen werkt met standaard

beleggingsportefeuilles (Ctrl + klik om te openen of zie sheet 33).

Privé

Drie jaar geleden had Josien €155.000 op een gewone spaarrekening staan. Josien heeft vorig jaar vrijwillig een bedrag extra afgelost op haar hypothecaire krediet. Op dit moment staat er nog €61.000 op haar spaarrekening.

Algemene gegevens

Percentage van de premiegrondslag in jaarruimte: 2018 en 2019: 13,3%

Fiscale AOW-franchise in jaarruimte: 2018: €12.129, 2019: €12.275

Is het voor Josien een passend advies om €6.367 in te leggen op haar beleggingsrekening in 2019?

A. Ja, het is een passend advies om €6.367 in te leggen.

B. Nee, het is een passend advies om een bedrag lager dan €6.367 in te leggen.

C. Nee, het is een passend advies om een bedrag hoger dan €6.367 in te leggen.

Antwoord

(32)

Casus Vraag

Antwoord

CDFD voorbeeldcasus

Josien (57 jaar) heeft een eenmanszaak sinds 2014. Josien heeft drie jaar geleden een beleggingsrekening (lijfrentebeleggingsrecht) geopend en voert eind 2019 hierover een revisiegesprek met haar adviseur Vermogen.

Eenmanszaak Josien

Josien verwacht in 2019 een winst uit onderneming van €60.000 vóór ondernemersaftrek.

In voorgaande jaren was de winst vóór ondernemersaftrek van Josien als volgt: 2018:

€65.100, 2017: €63.441, 2016: €32.751, 2015: €35.517 Oudedagsvoorziening

• De afgelopen drie jaar heeft Josien elk jaar het bedrag van haar jaarruimte op haar beleggingsrekening gestort voor haar oudedagsvoorziening. Josien heeft naast haar beleggingsrekening geen andere oudedagsvoorzieningen.

• Josien wil uitsluitend een bedrag storten op haar beleggingsrekening als zij dit bedrag volledig in mindering kan brengen op haar inkomen in box 1. Ze wil haar jaarruimte volledig benutten. Josien heeft geen reserveringsruimte.

• Josien maakt geen gebruik van de oudedagsreserve omdat zij dit niet wil.

Beleggingsrekening

Beleggingen op beleggingsrekening (lijfrentebeleggingsrecht):

• Aandelenmixfonds: €21.680

• Obligatiemixfonds: €5.420

De portefeuille is drie jaar geleden samengesteld op basis van een offensief risicoprofiel.

Dit risicoprofiel paste toen bij de situatie en wensen van Josien.

Standaard portefeuilles

Bij de huidige financiële situatie en wensen van Josien past een neutraal beleggingsprofiel voor de beleggingsrekening. De adviseur Vermogen werkt met standaard

beleggingsportefeuilles (Ctrl + klik om te openen of zie sheet 33).

Privé

Drie jaar geleden had Josien €155.000 op een gewone spaarrekening staan. Josien heeft vorig jaar vrijwillig een bedrag extra afgelost op haar hypothecaire krediet. Op dit moment staat er nog €61.000 op haar spaarrekening.

Algemene gegevens

Percentage van de premiegrondslag in jaarruimte: 2018 en 2019: 13,3%

Fiscale AOW-franchise in jaarruimte: 2018: €12.129, 2019: €12.275

De adviseur wil Josien een advies geven over een storting in 2019, dat het best past bij haar neutrale risicoprofiel. Josien wil haar huidige beleggingen zo veel mogelijk aanhouden.

Welke twee van de volgende beleggingscategorieën kan Josien dan het beste van haar inleg in 2019 aankopen?

Houd de aan- en verkoopkosten buiten beschouwing.

A. Liquiditeiten.

B. Obligaties.

C. Aandelen.

D. Onroerend goed.

Antwoord

(33)

Bijlage: CDFD voorbeeldcasus

Standaard beleggingsportefeuilles

(34)

V& C Ca suï sti ek

(35)

R ef le ct ie e n e va lu at ie

(36)

Reflectie & Evaluatie

 Samenvatting belangrijkste onderwerpen van de module.

 Hoe ga je nu om met het examen?

Welke tips neem je mee?

 Hoe heb je de examentraining ervaren?

Wat zijn je tips?

(37)

Wft Vermogen

Succes met het examen!

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

risicoaansprakelijkheid voor de ouders maar worden de zorgkosten van Wilma niet verhaald door de zorgverzekeraar op de ouders van Jeffrey. Het eigen risico van Wilma kan ze

Jesper sluit een persoonlijke lening waarmee hij een dakkapel plaatst op zijn eigen woning om zo een extra slaapkamer te realiseren.. Mies sluit een aflopend krediet waarmee zij

Je moet met Werner bespreken welke gevolgen het niet mededelen van zijn ziekte kan hebben voor een eventuele uitkering?. Je raadt hem daarbij dringend aan om dit alsnog aan

Het juiste antwoord is: Medisch adviseurs mogen niet worden ontslagen of gestraft voor de juiste uitvoering van hun

Ga ervan uit dat Marc vóór zijn pensionering 50% belasting betaalt over zijn huidige vaste salaris (daarbij is rekening gehouden met de verschuldigde belasting over de auto van

Je moet met Werner bespreken welke gevolgen het niet mededelen van zijn ziekte kan hebben voor een eventuele uitkering.. Je raadt hem daarbij dringend aan om dit alsnog aan

Voor Ronald die in augustus 2020 via een Italiaanse kredietaanbieder een krediet heeft afgesloten van €500 die hij in 3

Kennisvraag: Compensatie transitievergoeding bij bedrijfsbeëindiging De juiste antwoorden zijn: Er zijn op 1 januari van het betreffende jaar minder dan 25 werknemers in dienst..