• No results found

Letermeaans asielbeleid

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Letermeaans asielbeleid"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

Groenten uit Waver

Nog erger dan een premier die niets presteert, is een hyperkinetische premier die als een razende zot overal naartoe holt, en om de haverklap in de media verklaringen aflegt om te verbergen dat hij niets presteert. Zeker als uit die verklaringen het beeld ontstaat van een getormenteerde geest die net als Hamlet prevelt: ‘To be or not to be, that’s the question!’ In de Wetstraat zitten of niet in de Wetstraat zitten, daar draait het om. Van Waver tot Genk, van New York tot Tokio. Maar laten we alvast dicht bij huis beginnen, zeker als bedoelde premier in Het Laatste Nieuws verklaart: ‘Ik ben nog altijd trouw aan het programma waarmee ik in 2007 naar de kiezer ben gegaan!’

Nu menen wij ons te herinneren dat Yves de la Tourette begin dit jaar - bij de lance- ring van het samenwerkingsfederalisme - bij hoog en bij laag heeft ontkend dat hij bij die verkiezingscampagne van de staatshervorming een thema had gemaakt. Blijkbaar lijdt de geitenboer aan opstoten van alzheimer praecox, want nu luidt het: ‘Ik heb daar verdorie het beste deel van mijn loopbaan voor opgeofferd. Ik ben als Vlaams minis- ter-president naar het federale niveau overgestapt en heb daar zes maanden alles uit de kast gehaald om die staatshervorming rond te krijgen.’ Maar dan botste hij verdraaid toch wel op de grenzen van het Belgische overlegmodel, potdorie, en daarna brak de financiële crisis uit. ‘Maar wees er zeker van: ik zal niet rusten voor we die staatsher- vorming hebben gerealiseerd.’

Goed, wij voegen dit interview bij de reeks bezwarende documenten die zich tegen Leterme opstapelen en die, naar wij hopen, ooit door een volkstribunaal zullen wor- den behandeld. Verplaatsen wij ons thans naar Waver, waar de heer premier vorige week een lezing mocht geven onder de noemer ‘Welke toekomst voor België?’. Vol- gens een in deze materie onverdachte VRT-bron begon Leterme zijn toespraak met een lofzang op het Belgische model. ‘Het is mijn taak premier te zijn van het konink- rijk België.’ De rode reporter ter plaatse noteerde voort dat Leterme elke commu- nautaire valkuil wist te ontwijken en een waar charmeoffensief voerde waarvoor hij herhaaldelijk met applaus werd beloond. ‘Verklaringen over de Vlaamse gevoelighe- den, zoals de Vlaamse Rand, laat ik over aan andere politici die hiervoor verantwoor- delijk zijn. Ik hoop dat jullie begrijpen dat ik me niet uitspreek over die problemen. Ik hoop dat Jean-Luc Dehaene een goed resultaat bereikt, dat ook in het verlengde ligt van wat jullie willen.’

Leterme, le bien-aimé! Moeten we nogmaals herhalen dat dat samenwerkingsfede- ralisme niets anders dan KNECHTFEDERALISME is?

Contrareformatie

Nu, Jean-Luc zal niet voor Pasen klaar zijn met zijn meesterwerk over B-HV. Neen, de Koninklijke Opdrachthouder heeft tijd gekocht tot na de paasvakantie. Volgens zijn eigen mededeling vorige week ‘laat dat toe om het parlement snel te informeren over het resultaat van de onderhandelingen’. Anders geïnterpreteerd: als er “een oplossing”

gevonden wordt, dan kan die snel door het parlement worden gejast zonder dat er veel tijd overheen gaat, want sowieso zal de uitkomst er weinig fraai uitzien en twee weken paasreces zouden een open doelkans zijn voor de media om de boel aan flar- den te schieten. Toch ziet niemand goed in hoe de Franstalige partijen en zeker de MR (met het FDF aan boord) voor de verkiezingen van volgend jaar een splitsing van B-HV kunnen verteren. Vandaar dat hier en daar al te lezen valt dat het wel eens om voorlopige afspraken zou kunnen gaan, die na de verkiezingen door een tripartiet van de klassieke partijen verder zouden worden uitgewerkt in het kader van een bredere hervorming van de instellingen. In belgicistische zin dan, want uiteraard moet de N-VA op alle niveaus worden uitgeschakeld om zo’n scenario mogelijk te maken. En zo zou Leterme zich inderdaad de behoeder van het koninkrijk kunnen tonen. Wat er ook uit de bus komt, we weten uit de gebeurtenissen van de voorbije maanden dat de Grote Woordbreker tot elke vorm van uitverkoop in staat is.

Intussen doet hij zijn uiterste best om dag na dag de media te halen. Na zijn optre- den met toeters en bellen op het autosalon van Genève - alsof hij zelf de Audi A1 ont- worpen had - haastte hij zich vorige week naar Ford Genk. Hij ging daarna persoonlijk aan de grens met Macedonië de bussen tegenhouden die zich op weg wilden begeven naar de Brusselse hotels (of naar de rechtbank, om een dwangsom af te halen van 500 euro per dag). Hij herlanceerde voor de tweede keer op enkele weken tijd het soci- aal overleg, waarbij een oplossing voor het statuut van arbeiders en bedienden naar midden volgend jaar verwezen werd. Richting verkiezingen dus, zodat er intussen niet over kan worden gestruikeld. Hij verdedigde het ‘eventuele’ bezoek van de koning aan Kongo, alsof Onkelinx en Milquet intussen al niet lang hadden beslist dat dat sowieso zou plaatsvinden. Hij liet op de ministerraad nog maar eens een miljard euro goedkeu- ren voor de bouw van nieuwe gevangenissen. En al goed dat Jean-Luc de paasvakantie voor zijn rekening neemt, want dan vliegt Leterme over en weer naar Zuid-Korea en Japan, en naar een Nucleaire Veiligheidstop in New York. En de gepensioneerden zul- len onbeperkt mogen bijverdienen, als ze tenminste nog op

hem stemmen na het komende debacle over B-HV.

Letermeaans asielbeleid

Vrouwen en flaminganten

Wie wel eens Vlaamse bewegingsbijeen- komsten frequenteert, struikelt daar zelden over de vrouwen. Het aantal Vlaamsgezinden in de vrouwenbeweging is zo klein dat het bezwaarlijk kan worden onderschat. Zijn fla- minganten vrouwonvriendelijk, dan wel vrou- wen Vlaamsvijandig? Indien ja, waarom is dat zo? Ziehier braakliggende thema’s waarop jonge wetenschappers zich dringend moeten werpen, zich zodoende een mooie weten- schappelijke toekomst waarborgend.

Geen enkele wetenschappelijke preten- tie koesterend, inspireerde de vrouwen- dag van dit jaar (8 maart, ter informatie van de flamingante lezers) ondergetekende toch tot enkele bedenkingen dienaangaande.

Een onmiskenbaar parallellisme viel op tus- sen vrouwen- en Vlaamse beweging. Mia Doornaert, intussen te rekenen bij de rij- pere dames, stelde op 8 maart in De Stan- daard vast dat mannen naar hartenlust een beroepsloopbaan kunnen uitbouwen, terwijl vrouwen de lasten van het gezin dragen.

Een bekende stelling uit het arsenaal van het feminisme.

Valerie Droeven is redactrice binnen- land van dezelfde krant en dient Doornaert van antwoord. Blijkens de afgedrukte prent behoort Droeven tot een jongere generatie.

Doornaert is een vrouw en Droeven ook.

“Toch zijn er heel wat verschillen tussen ons”, vindt de jongere van de twee. “Ik hou van mijn baan, maar nog meer van mijn kinde- ren”, gaat Droeven nogal scherp in tegen Doornaert. “Kent u ze, beste Mia, mannen die hun vrouwen tot niets meer dwingen?

Mannen die gewoon willen dat hun vrouw gelukkig is. Als dat niet zo is, jammer voor u.” Men kan van Valerie niet beweren dat ze kool of geit wil sparen.

“Wat is dat toch met veel (jonge) vrou- wen vandaag die zich afzetten tegen alles wat naar feminisme neigt?”, klinkt donder- dag de noodkreet van ene An Swalens uit Gent in een lezersbrief.

Daagt het ook bij u, wat dat parallel- lisme tussen vrouwen- en Vlaamse bewe- ging betreft? Een mens kan er niet meer naast kijken. De verdiensten van beide bewe- gingen worden zelden betwist, voor zover het over het verleden gaat. Maar, zo meent menige vrouw respectievelijk Vlaming van de jongere generatie, de strijd is wel onge- veer gestreden. Waakzaamheid, tot daar aan toe, maar de barricaden zijn aan hen niet langer besteed.

Zoals steeds, onthouden wij ons hier van enig commentaar terzake. De troon die ons draagt, dwingt ons tot strikte neutraliteit.

Verder dan de vaststelling dat het voor maat- schappelijke bewegingen moeilijk is om meer- dere generaties na elkaar te inspireren voor de goede zaak, willen we niet gaan. Staan de kleinkinderen klaar om de strijd van de grootvaders en -moeders voort te zetten, zich daarmee afzettend tegen hun ouders die van- daag de dienst uitmaken? Een fusie tussen beide bewegingen, teneinde de uitdunnende rangen te maskeren, is wellicht geen optie.

EEnmanscollEctiEf DEn BlootEn KoonincK

Deze week :

• Geen plaats op school 2

• Wilders en de waarheid 3

• Dipenda 5

• Wat u nog niet wist van Brel 9

• Filmwaanzin 10

• Vlaams referentiekapitalisme 14

• Over ethiek gesproken 15

Plankzeil als de bliksem naar www.pallieterke.info

Marcus Thesaurus Bos ontworteld

65

ste

jaargang • nummer 11 • woensdag 17 maaart 2010 1,85 euro

(2)

De dingen dezer dagen 2

17 maart 2010

“Eis dwangsom

voor plaats in klas!”

Enkele maanden na datum van deze blijde mare, heeft gewettigde kritiek het aanmel- dingssysteem met de grond gelijk gemaakt. En stonden zowel letterlijk (opnieuw gedwon- gen kamperen) als figuurlijk (geen plaats meer in de school van hun keuze) honderden ouders opnieuw in de kou. Onnodig te bena- drukken dat er, naar aanleiding van dit gebeu- ren, amper een mediaspoor te vinden was én van schepen Voorhamme en van “Patrick”, de burgemeester van alle Antwerpenaars.

Maar wie er me zou van beschuldigen dat ik alleen op de bestuurders van de Scheldestad schiet, maak ik erop attent dat een nieuwe versie van schooloorlog niet beperkt blijft tot de stralende “A”, maar in elke groot- stad welig tiert. Dat krijgt een stedelijke overheid aan de hand die vanuit de xeno- fiele filosofie “de wereld is een groot dorp”

probeert om alle scholen zoveel mogelijk op de multiculturele leest te schoeien. En tege- lijkertijd ouders tracht te ontmoedigen die bewust kiezen voor een school die ze het meest geschikt achten voor hun kroost. Het probleem dient zich momenteel huizenhoog aan voor het kleuter- en lager onderwijs, in afwachting dat het virus zich ook in het mid- delbaar onderwijs zal gaan nestelen.

Geen bron die minder verdacht overkomt dan De Morgen om daar een alleszeggende lezersbrief uit te lichten van een dame die zich Lore Creve noemt. In een gezin van tweeverdieners is ze de fiere moeder van Guust. Een maand geleden schreef ze haar spruit elektronisch in. Zoals “het hoort”. In vier verschillende scholen, ook nog. Kwes- tie van zekerheid in te bouwen. Moeder Lore kreeg die zekerheid. Enkele dagen geleden.

Er was geen plaats voor Guust. In geen van die vier scholen. Wegens geen recht op voorrang vanwege de ouderlijke “achter- grond”. Die erin bestaat dat pa en ma alle- bei Nederlands spreken, allebei een diploma hebben en uit werken gaan. Ook allebei. Dat is met andere woorden omgekeerde discri- minatie: tegen de eigen bevolking.

Erg teleurgesteld

“Kom wonen in Antwerpen, wij hebben werkelijk alles in huis” is de reclameslo- gan van de stad om jonge gezinnen aan te trekken, aldus Lore. En ze voegt eraan toe dat jonge gezinnen met kinderen best niet naar de stralende A van “Patrick” verhui- zen. Want kinderen kunnen er niet naar de crèche, tenzij ze anderhalf jaar wachten. En nu blijkbaar ook niet meer met zekerheid naar school, laat staan naar een school van ouderlijke keuze. Eufemistisch - ze schrijft tenslotte naar De Morgen - stelt Lore dat dit echt niet oké voelt. Want ze vraagt zich af waarom een kind omwille van zijn ach- tergrond meer of minder recht moet krij- gen op een school naar keuze. En dus is ze samen met haar man en kind “erg teleurge- steld”. Als het Lore een troost kan wezen, ze zal stellig niet de enige zijn. Het zal trou- wens meer bij de realiteit aanleunen om niet over teleurstelling te spreken maar eerder over een vorm van volkswoede, die ontstaan is door en over toestanden die men onder de noemer “positieve discriminatie” rang- schikt. Omdat “omgekeerd racisme” niet past in het taalgebruik, noch in de logica van

“politiek correct”.

Het kleine (?) drama dat Lore en Guust overkomt, vindt zijn oorsprong in het aan- tal criteria dat een kind “klasseert” bij aan- melding op de webstek. Waarom een kind zonodig “geklasseerd” moet worden, is al een goede vraag op zich. Vragen over de criteria waarop voorrang verleend wordt aan bepaalde kinderen, zijn dat des te meer.

Zo krijgen GOK-kinderen absolute voor- rang. GOK staat voor gelijke onderwijskan- sen. De link naar de multiculturele illusie is meteen zonneklaar. Om maar dat voor- beeld aan te halen is een GOK-kind een kind van een moeder die geen diploma heeft en geen Nederlands spreekt. Wat zeggen wil dat een kind van een werkende Nederlands-

talige moeder lager “geklasseerd” staat dan een GOK-kind en daar dus voorrang moet aan verlenen. Als een Nederlandstalige wer- kende moeder dan nog voor een bepaalde school opteert vanwege een pedagogisch project, dan worden de kansen op succes nog geringer. Hallo Lore, bent u daar nog?

Mama is boos

Behalve deze vorm van discriminatie rijst er binnen de scholen met een gegeerd peda- gogisch project ook nog het probleem om dat project te blijven waarmaken wanneer een gezonde sociale mix plaats dient te rui- men voor een door de overheid opgelegde voorrang aan buurtkinderen. Wie ontkent dat Vlaamse kinderen de dupe zijn van een systeem dat niet in de laatste plaats om elec- torale redenen is opgezet, getuigt in dezelfde moeite van een ontstellende naïveteit. Medi- atieke vreugdekreten rond een afstoppen van de stadsvlucht en alweer een stijging van de grootstedelijke bevolking zijn de door- zichtigheid zelf. Ook als er amper wordt over gerept dat de aantallen allochtone nieuw- komers het aantal autochtone stedenver- laters veruit overtreffen, en “vergrijzing”

straks hand in hand zal gaan met “verbrui- ning”. Zodat er door de overheden alles aan gedaan moet worden om het nieuwe poten- tiële kiesvee voor zich te winnen. Waar kan er dan beter worden begonnen dan aan de basis zelf?

De grootstedelijke oplaaiende volks- woede rond en over een “wat nu met onze kinderen?” heeft in Antwerpen al geleid tot het opzetten door VB-gemeenteraadsleden Peggy Pooters en Anke Vander meersch van een protestgroep “mama is boos” met een eigen webstek info@mamaisboos.be. En aan al wie een “alweer de Bozen” zou murme- len, wil ik graag meegeven dat ook, en van- uit alweer onverdachte hoek, een nog veel sterker “signaal” is gegeven dat het bankroet van een stedelijk onderwijsbeleid in zijn hui- dige vorm, én zoals gedoogd door Vlaamse en federale overheden, een feit is.

“Als asielzoekers met dwangsommen de regering kunnen dwingen tot extra opvang, dan moeten jonge ouders dat zeker kun- nen.” Het is geen achter het “cordon” opge- sloten politicus die dat zegt, wel advocaat en Open VLD-districtsraadslid uit Wilrijk Kri- stof Bossuyt in Het Laatste Nieuws. “Laat de regering veroordelen tot een dwangsom van 500 euro per dag dat je kind geen plaats in een school krijgt, en het plaatsgebrek zal snel bovenaan de politieke agenda staan”, aldus Bossuyt. Die daar nog laconiek aan toevoegt dat de vrije schoolkeuze zelfs in de grondwet staat. Wat er op neerkomt dat hij met een beschuldigende vinger wijst naar al diegenen die “criteria tot klassering” in het leven hebben geroepen en dus weinig anders doen dan de grondwet aan hun laars lappen.

Naar het heet overwegen enkele ouders om de krachten te bundelen en gezamenlijk naar de rechter te stappen. Ze kunnen niet tal- rijk genoeg zijn.

D.Mol We zouden met zijn allen eens gaan zien wat we zouden gaan zien. Antwerpse onderwijsschepen Robert Voorhamme had geen superlatieven genoeg in huis om het elektronische aanmeldingsysteem aan te kondigen dat een einde ging maken aan het wraakroepende fenomeen van aan schoolpoorten kamperende ouders die hun kind wilden laten inschrijven in de school van hun keuze. Tabula rasa met dat mensonterende gedoe. Voor eens en voor altijd. De bevriende media waren er als de kippen bij om dit schoolvoorbeeld van krachtig beleid in een verf te zet- ten, een spallochtone modelstad waardig.

Geen plaats op school

Dewinter duwde de vinger in een wonde die echt openligt. Hij doet dat “vuilgebekt”, maar zogenaamde beschaafdere stemmen leren dat hij niet zomaar wat wild fantase- rend zijn klassieke stokpaardje bereed. “Krij- gen voorrang bij de aanmelding: kinderen die thuis geen Nederlands spreken of waar- van de moeder geen middelbaar onderwijs heeft gevolgd.” Dat hoorde heel Vlaande- ren op het VRT-Journaal. Er bestaan overi- gens vijf criteria die voorrang geven: naast de twee genoemde gaat het over ouders met een reizend beroep, van een vervangings- inkomen leven of kinderen die buiten hun gezin verblijven. Vandaar dat we op de tele- visie alleen maar blanke, goed geklede, (min of meer) keurig pratende mensen van leer hoorden trekken. Boudewijn Bouckaert van Lijst Dedecker vindt dat het Gelijke Onder- wijskansendecreet (GOK) “wrevel opwekt bij de ouders”. Bouckaert is voorzitter van de commissie onderwijs in het Vlaams Par- lement en kent het dossier. Kristof Bossuyt zit voor Open VLD in de districtsraad van Wilrijk. Geen partijtopper, maar wel actief in een heel ‘fatsoenlijke’ partij en Antwer- penaar. Die roept ouders die geen plaats vinden in de school van hun keuze, op naar de rechter te trekken en 500 euro dwang- som te eisen. “Als asielzoekers de overheid kunnen dwingen om extra opvang te rege- len, dan moeten ouders dat zeker kunnen. Ik stel voor dat ze zich verenigen en samen een verzoekschrift indienen bij de rechtbank om bij de bevoegde minister Pascal Smet (sp.a) hun recht op inschrijving in een school van hun keuze op te eisen. Pas dan zullen politici echt in gang schieten, net zoals gebeurd is toen asielzoekers gelijk kregen van de rech- ter en 500 euro kregen per dag dat ze geen opvang hadden.”

Simpele Smet

Het beruchte GOK-decreet bepaalt dat scholen voorrang kunnen geven aan de kin- deren die voldoen aan genoemde voorwaar- den. Dewinter stelde voor dat iedereen op zijn aanmeldingsformulier zou invullen geen Nederlands te spreken met hun kind. Dat verhoogt de kansen op succes. Oud-minis- ter Vandenbroucke kwam tussen om een minder “eenzijdige” interpretatie te geven van dat GOK-decreet. De bedoeling is een betere mix in de scholen mogelijk te maken en scholen met veel kansarme kinderen kun- nen juist voorrang geven aan niet-GOK-kin- deren. Klopt allemaal en Vandenbroucke kan het weten. Maar naast zijn theorie is er wel de praktijk die vorige week zo schrijnend in de openbaarheid kwam. En als het over de eigen kinderen gaat, worden mensen echt kwaad.

Zijn opvolger, Pascal Smet, pareerde de kritiek op zijn geëigende manier. “Elk kind zal op 1 september 2010 een plaats hebben in een school.” Voilà, het “Duracell-konijn”

van de Vlaamse regering waste het varken- tje snel en kordaat. Met welke centen hij die belofte zal waarmaken? Hoe hij het plaatste- kort de volgende jaren, wanneer het alleen maar veel groter wordt, structureel zal aan- pakken? Of ouders hun kind ook gaan kun- nen laten schoollopen in de instelling van hun keuze? Details (?) waar vlotte Pascal gemaks- halve aan voorbij ging.

Staart tussen de benen

Onderwijs is het zwaarste departement in de Vlaamse regering en na dossiervreter en slimste jongen van de klas, Frank Van- denbroucke, staat nu de hyperkinetische Smet aan het hoofd. De Standaard bracht een tweeënhalf bladzijden lang rapport over Smets prestaties als onderwijsminis- ter. Besluit: Smet is een Draufgänger, maar het ontbreekt hem aan kennis van zaken.

Minister van Begroting Muyters reageerde overigens meteen op Smets belofte in het Vlaams Parlement: er zijn geen centen om nog sinterklaas te spelen. Smet dacht ook dat probleem even snel op te lossen en legde zijn grijpgrage poot op de gelden die de Vlaamse overheid moet terugkrijgen van de lening aan KBC. Achter de schermen kreeg Smet te horen dat ook andere departementen initi- atieven op stapel hebben staan en dat er nog zoiets bestaat als een begrotingstekort dat moet worden weggewerkt. Smet moest met zijn staart tussen zijn benen nuanceren dat die KBC-optie “niet de enige is”. Men ziet Smet wel meer rondlopen in de buurt van de Brusselse Wetstraat met zijn staart tus- sen zijn benen. Enkele weken geleden viel hij de Brusselse minister-president Picqué nog hard aan, om direct daarna olie op de gol- ven te gieten.

Gok

De Vlaamse regering kampt met een aan- tal zeer moeilijke dossiers en met een geld- gebrek. De Oosterweelverbinding wacht op een oplossing en het zijn de knapste koppen van de Vlaamse politiek die dat dossier naar zich hebben getrokken. Maar de onderwijs- problematiek zit in handen van een politi- cus die meent dat hij talent heeft om zowat alle wereldproblemen op te lossen en met die mening moederziel alleen staat. Terwijl onderwijs voor de toekomst van Vlaande- ren van nog groter belang is dan de Ooster- weelbrug. Het was een gedurfde “GOK” van Caroline Gennez om van Smet een sterk- houder te maken in de regering.

J.K.

Het was op z’n Dewinters. Scherp geformuleerd, niet dingend naar een prijs voor fijnzinnigheid, maar wel touché. “Je moet maar een kind zijn uit een bemid- deld gezin met ouders die hoog opgeleid zijn. En geen plaats hebben vanwege het systeem. Dat is niet eigen volk eerst, dat is eigen volk laatst”, zo haalde hij snoei- hard uit in het Vlaams Parlement waar een groot onderwijsdebat plaatsvond. In vele scholen in grootsteden heerst een plaatstekort en een hele week lang bevolk- ten jonge ouders kranten en televisieschermen om hun frustratie uit te schreeu- wen omdat hun kind niet wordt ingeschreven in de school van voorkeur. In Ant- werpen zou het gaan over liefst 26% van de aanvragen.

Crevits gaat in snel tempo snelwegen aanpakken

(3)

3

De dingen dezer dagen

17 maart 2010

Geen woorden maar daden!

Sluit aan bij het Vlaams ziekenfonds.

Bel hiervoor ons gratis nummer: 0800-179 75.

Surf voor ons kantorennetwerk naar vnz.be.

Hoofdzetel: Hoogstratenplein 1 - 2800 Mechelen - www.vnz.be

adv58x45pallieter 05-01-2006 14:03

Aan Yves Desmet

Betweter van Vlaanderen Mechelen

Brief aan ...

Weet ge waar wij meer en meer zin in krijgen? Om al die poco’s van Vlaanderen - en niet alleen God weet dat de media er vol van zitten - om al die politiekcorrecte zelfvoldane scherprechters in bulk op te sturen naar Guantanamo Bay, om daar een deugddoende retraite van enkele maanden door te brengen en met heel wat minder praatjes naar de heimat terug te keren. Het lijkt ons bovendien bij uitstek een bestem- ming voor een commanditaire loftsocia- list (zoals de heer Meulenaere u in Knack terecht betitelt) die jarenlang niets anders heeft gedaan dan de zolen van paars gelikt en die dringend twintig kilo moet afval- len, wil hij nog eens in aanmerking komen voor een interview in het vrouwenmaga- zine van zijn eigenste gazet. Dat horecage- zwel op die foto van enkele maanden gele- den was van een tristesse die wijlen Jacques Brel wellicht geïnspireerd zou hebben tot een hekeldicht op Vlaamse commentato- ren die zichzelf mijlenver verheven voe- len boven het gepeupel, terwijl ze op een boerenbruiloft van Breughel lang niet zou- den misstaan.

Aanleiding voor dit epistel is de bespie- geling die gij vorige week hebt gewijd aan de woonpolitiek van de gemeente Vil- voorde in het algemeen en de wijsheid van de herrezen Freya van den Bossche in het bijzonder. Uit luiheid of domheid, of wel- licht een combinatie van beiden, hebt gij van het schap boven uw bureau een kaft met afgezaagde clichés gegrabbeld en daar nog eens een aantal van op papier gekwakt.

Kort samengevat komt het hierop neer dat iedereen de grondwettelijk gewaar- borgde vrijheid heeft om te wonen waar hij wil, dat taalvereisten neerkomen op het uitsluiten van anderstaligen en dat de Vlaamse Wooncode tot benauwdheid en regelrechte bekrompenheid leidt. Dat is overduidelijk het geval bij het gemeente- bestuur van Halle dat liever geen restau- rant ‘Les Deux’ op zijn grondgebied zag opengaan, daardoor tot ver in het buiten- land voor zware imagoschade voor Vlaan- deren zorgt en bijgevolg in hoge mate ver- antwoordelijk is voor het ontmoedigen van buitenlandse investeerders. En gij pero-

reert: ‘Het blijft verbazing wekken hoe een deel van de Vlamingen (nvdr: niet gij uiter- aard) de intrede van enkele anderstaligen als een soort dodelijk levensgevaar voor Vlaanderen beschouwt.’

Ziezo. De systematische en door alle Belgofonen aangemoedigde verfransing van de Vlaamse Rand wordt door het Gewe- ten van Vlaanderen afgedaan als ‘enkele anderstaligen’ die hier bovendien onnoe- melijk zwaar worden gepest en vernederd.

Nog even, en we mogen uit uw pen ver- nemen dat ze de vuurproef of een ander godsgericht moeten doorstaan om een voet op Vlaamse bodem te mogen zetten.

Dat ze op de Grote Markt worden gerad- braakt als ze hun pet of hun hoofddeksel niet afnemen voor de eerste de beste Vla- ming die ze tegenkomen op straat. Dat ze met pek en veren de grens worden over- gezet als ze niet spontaan ‘Schild en vriend’

roepen bij het betreden van het gemeente- huis. Dat ze binnenkort zelf 500 euro per dag zullen moeten betalen of ze worden tot lijfeigenen gemaakt van het OCMW!

Het kan ons dan ook nauwelijks verbazen dat gij zowaar een nieuw cliché aan de lezer opdringt, dat van de Vlaamse beweging die begint te jouwen ‘als het Vlaams Nati- onaal Zangfeest een ode wil brengen aan de Frans sprekende Vlaming Jacques Brel’.

Wel, om uw eigen woorden te gebruiken, wij menen dat iedereen de grondwettelijk gewaarborgde vrijheid heeft om Brel uit te jouwen als men daar zin in heeft, zeker als die ooit een nummer heeft geschreven waarin die Vlaamse beweging door de str...

werd gehaald. Overigens bleef dat protest tegen Brel die bewuste zondag al bij al heel beperkt en toonde het merendeel van het publiek zich opvallend mild over dit ini- tiatief van het ANZ. Het is dan ook niet daar dat de echte nestbevuilers te zoeken zijn: die vinden we bij tal van redacties die hun huig hangen naar de wind en maar al te graag uitgenodigd worden in de Belgi- sche salons. Samen met de Reynebeaus van deze wereld zijn de Desmetten immers de nestbevuilers

nummer één.

Gij Platbroek,

Wilders en de waarheid

Een oproep van eminente historicus Jan Neckers (in zijn bespreking van mijn publi- catie Het boek bij het Boek, 3 maart) om opnieuw voor dit traditierijke blad te komen schrijven, laat zich niet zomaar negeren. Hier ben ik dus terug om wekelijks mijn eigen- ste licht te laten schijnen op de gebeurte- nissen.

Eén van de grote, bij voorbaat reeds his- torische gebeurtenissen van de komende maanden wordt het proces van de Neder- landse staat tegen Geert Wilders. Tussen andere bedrijven door zullen we hier ver- schillende aspecten van deze zeer officiële confrontatie met begrippen als “islamofo- bie” en “islamofascisme” bespreken. Van- daag alvast het recht van Wilders om de koran te vergelijken met Mein Kampf van Adolf Hitler.

Dat die vergelijking het voorwerp van rechtsvervolging kan zijn, is eigenlijk te gek voor woorden als men de populariteit van precies die Hitlercentrische retoriek bij poli- tici en politieke intellectuelen in gedachten houdt. Terwijl b.v. Europarlementslid Nigel Farage beboet wordt omdat hij “president”

Herman van Rompuy met een kleffe dweil vergelijkt, kan Guy Verhofstadt ongestraft het door president Nicolas Sarkozy op gang getrokken identiteitsdebat demoniseren met de woorden: “L’identité, c’est Auschwitz.”

Juist Wilders zelf is mikpunt nummer één van luchthartige fascismeassociaties. En die zijn in het geval van als rechts omschreven politici niet zo onschuldig. Er is zeker een oorzakelijk verband tussen de moord op Pim Fortuyn door een linkse militant en de regen van vergelijkingen met Mussolini, Goebbels e.d. die hem te beurt was gevallen.

Moraalfilosofen en vele anderen zijn het er immers over eens dat “Hitler vermoorden geen misdaad is” (aldus ooit prof. Etienne Vermeersch). De moordpoging van Duitse officieren op de Führer wordt in Duitsland officieel herdacht en gevierd. En inderdaad, een tijdige moord op Hitler had talloze, ook Duitse, mensenlevens kunnen redden. Wan- neer iemand vandaag als “de nieuwe Hit- ler” gebrandmerkt wordt, dan is dat noch min noch meer een oproep om hem te ver- moorden.

“Beledigend”

Ook een moord op de beginnende profeet Mohammed had wel wat godsdienstig geweld kunnen voorkomen en aldus mensenlevens redden. Maar Wilders roept helemaal niet op om Mohammed te vermoorden, zelfs niet impliciet. Mohammed is immers al dood, en de godsdienst die hij gelanceerd heeft, kan inmiddels wel zonder zijn persoonlijke aan- wezigheid verder. Voor één keer is een Hit- lervergelijking nu eens niet een oproep tot

“antifascistisch” geweld. De bewering dat de

koran zoiets als Mein Kampf zou zijn, is niet fysiek bedreigend voor wie dan ook, ze is alleen maar “beledigend”.

Wilders zal zich tegen de aantijging dat hij

“de moslims beledigt”, verdedigen met vooral het argument dat zijn negatieve uitspraken over de profeet, de koran en de islam nu eenmaal de verifieerbare waarheid zijn. Wie de teksten naleest, kan zelf vaststellen dat Mein Kampf en de koran allebei haat propa- geren, namelijk haat jegens de joden respec- tievelijk tegen de niet-moslims. Als er al een verschil is tussen de twee, dan wel dit, dat de koran explicieter tot geweld tegen hen oproept dan Mein Kampf doet. In tegenstel- ling tot wat velen geloven (mede als gevolg van het verbod in Duitsland en Nederland op de verdeling van het boek), spreekt Hit- ler zich daarin helemaal niet uit over joden- uitroeiing of gaskamers. Ernstige historici weten dat zijn politiek jegens de joden ver- schillende stadia gekend heeft, van vage haat in Mein Kampf (1924) tot beperkende maat- regelen in 1933-35, een emigratiebeleid tot 1941, en dan pas, in oorlogsomstandigheden, de executies aan het oostfront, de deporta- tie naar kampen en tenslotte de georgani- seerde massamoord.

De koran daarentegen, met name de in de Medina-periode (622-630) opgetekende gedeelten, is zelf in oorlogsomstandigheden ontstaan en bevat tal van specifieke richtlij- nen om de ongelovigen te doden. Voor gelo- vigen zijn die door Allah zelf geschreven en geldig tot het einde der tijden.

Waarheidsgehalte

In dit proces zal dus met de Waarheid geschermd worden. In Canada is islamcriti- cus Mark Steyn wegens gelijkaardige “bele- digingen” jegens de moslims vervolgd door het “Mensenrechtentribunaal”, een soort parallelle rechtbank die niet aan de normale rechtsregels gebonden is, en die het begin- sel hanteert dat “waarheid niet als verdedi- ging geldt” (Truth is no defence). En inderdaad is belediging geen kwestie van onwaarheid, bijna integendeel. Als b.v. Yves Leterme gegriefd is door Farages omschrijving van België als een “niet-land”, dan wel omdat die evident een kern van waarheid bevat.

Voor de bestrijders van kwetsende uitspra- ken jegens bevoorrechte groepen is de waar- heid meer een hindernis dan een grond voor spreekrecht.

De rechtbank in Amsterdam zal echter wél een debat over het waarheidsgehalte van Wilders’ uitspraken toelaten. Daaruit volgt niet dat ze haar vonnis ook zal baseren op de uitkomst van dat debat, maar de argu- mentatie voor en tegen Wilders’ waarheids- aanspraken, wordt ongetwijfeld dé blikvan- ger van het proces.

Koenraad elst

Echo’s uit de Koepelzaal

Welles

De N-VA heeft bij monde van Mark Demesmaeker dus vertrouwen in nitwit Freya. Zij oordeelde immers dat de verkoop van elf sociale woningen in Vilvoorde kan doorgaan als de stad maar niet vraagt aan de kandidaat-kopers hun kennis van het Neder- lands te bewijzen, maar enkel een inspanning te doen om de taal te leren. Het staat hen natuurlijk vrij het onnozele kieken uit te han- gen... Demesmaeker ziet hier vanwege Van den Bossche zelfs een bereidheid in de zgh.

taalbereidheidsvoorwaarde uit te breiden naar sociale koopwoningen. ‘Haha, dat zal wel’, zou prof. em. dr. Lode Wils geschre- ven hebben...

Nietes

Een enigszins ander geluid bij het VB. In een gezamenlijke verklaring stellen Vlaams

parlementslid Joris van Hauthem en Filip de Man (van de federale Kamer) dat het Vlaams karakter van de Rand Van de Bossche ‘geen barst kan schelen’. Meer nog: het is tekenend voor haar en voor politici van haar genera- tie en haar kaliber dat ze met haar beslis- sing naar de media stapte en niet naar het parlement. Te vrezen valt dat beide heren gelijk hebben...

Duidelijk

De steeds hoffelijke, maar extreem gevaar- lijke Christian van Eyken (UF) heeft één en ander ondertussen heel goed begrepen! Dat de stad Vilvoorde geen taalexamens (meer) mag opleggen aan kandidaat-kopers, is vol- gens hem ‘een stap in de goede richting’.

Maar dat gaat natuurlijk nog niet ver genoeg:

hij blijft zich (uiteraard) ook verzetten tegen het opleggen van eender welke taalvoor- waarde bij het toekennen van sociale wonin- gen en zal klacht indienen bij de Europese Commissie tegen de Vlaamse regeling rond

‘Wonen in eigen streek’ (die in 69 gemeen- ten geldt). Volgens hem is die regel immers op zich discriminerend en in strijd met de Europese voorschriften rond het vrije ver- keer van personen. Kijk: zo doen grote men- sen aan politiek. Zullen we maar ergens een pint gaan pakken, ondertussen?

Sterke man van de foor

Ondertussen legt het Vlaamse-Rand-

Jerommeke van de tsjeven, Eric-de-broer- van-onze-Herman, stoere verklaringen af voor de Franstalige radio: ‘Indien er geen inhoudelijke oplossing komt voor de kies- kring BHV, wordt het Vlaamse splitsingsvoor- stel in mei in de plenaire Kamer gestemd!’

Wij wisten al dat in die maand alle vogels een ei leggen, maar naar dit product zijn we toch wel extreem benieuwd. Verwacht wordt immers dat na de paasvakantie bulldo- zer Dehaene met het grof geschut gaat uit- pakken en daar valt niks, maar dan ook niks goeds van te verwachten. Je kunt dus nu al met je ellebogen aanvoelen dat de Genos- sen van onze Eric allerlei leukigheidjes in het plan van Jean-Luc gaan ontdekken die de paar minimale toegevingen die van de Vlamingen zullen gevraagd worden - zo gaat dat nu eenmaal in een volwassen democra- tie, laten we zeggen in een ‘samenwerkings- federalisme’ - ruimschoots overtreffen. Het zou niet de eerste keer zijn dat een nederlaag

door die Belgische gatlikkers als een schitte- rende overwinning wordt voorgesteld...

Voorleesprinses

Ondertussen heeft superrepublikein Jan Peumans als voorzitter la princesse Mathilde ontvangen in de Vlaemsche Parochieraad.

Ze is daar kinderverhalen komen voorle- zen of iets van die orde: aangepaster kon haar optreden beslist niet zijn! Zou hij zich nu wat gedeisd gehouden hebben omdat hij - met kennersblik - opmerkte dat ze ‘toch niet de lelijkste van Laken’ is? Is dat geen vul- gaire seksistische opmerking? En wat vindt Monseigneur Philippe daarvan? Kan die - met zijn groot gevoel voor humor - daar wel echt van harte mee lachen? Met een beetje geluk komt daar misschien wel een echtig en tech- tig duel van: met die Taaie weet ge immers maar nooit...

Televisiekoning Bart I

Wat iedereen die wel eens naar de kwel- buis kijkt (en soms kun je helaas niet anders), allang wist, is nu officieel, want de cijfers zijn (op vraag van VB-parlementslid Van Hau- them) door de voogdijministerin van die giftige paddenstoel aan de Reyerslaan zelf meegedeeld: Bart de Wever laat als Wet- straatfiguur iedereen achter zich op de BRT- televisie. In principe moet de staatsomroep decretaal een gezond evenwicht nastreven en alle partijen evenwichtig aan bod laten komen, maar dat is natuurlijk truut op een stokje, overigens ook nooit anders geweest.

Buiten de nieuwsprogramma’s was hij in 2009 maar liefst 21 keer te zien.

(4)

De dingen dezer dagen 4

17 maart 2010

Roddels uit de Wetstraat

Terug naar Kongo...

Het was te verwachten dat Leterme de oppositie over zich zou krijgen omwille van het bezoek van Bert Bibber aan Kongo, bin- nenkort. Boze Francis van de Eynde beet de spits af en confronteerde de geitenboer uit Ieper met de misdaden, de verkrachtingen en het ondemocratische karakter van het regime van Kabila. Niveaan Luckx volgde in dezelfde zin. Het is één van de meest cor- rupte regimes ter wereld, verklaarde Luyckx.

“Met zulk regime wil ik zelfs geen goede rela- ties hebben”, voegde hij eraan toe.

De spallochtone aartsdiaken Van der Mae- len voelde zich wat ongemakkelijk in dat

“rechtse” gezelschap, maar kon toch niet anders dan kritiek uitbrengen.

Maar Leterme gaf geen krimp en zei dat de betrekkingen met Kongo genormaliseerd waren en dat we een bijdrage moesten leve- ren aan de ontwikkelingen daar en nog van die blabla. Terwijl eigenlijk iedereen weet dat er in dat land nog heel wat andere belan- gen te verdedigen zijn. Vooral Waalse en Bruxelloise...

De balk in eigen oog

Aartsdeken Van der Maelen zou eigenlijk beter zwijgen dat hij zweet. Want niemand minder dan zijn eigen voormalige partijbaas, Steve Gratis Stevaert, bakt zelf heel zoete broodjes met een dictator eerste klas, El Leader Maximo Fidel Castro van Cuba. Maar,

‘t is waar. Stevaert is geen koning. Wel ooit als “god” uitgeroepen en nog wel door de goddelozen van De Morgen. En rode goden mogen altijd wat meer dan ordinaire konin- gen.

De gewezen waarnemer...

Wie een vreemd betoog hield inzake Kongo, was Vuil Blad Zean-Marie. Hij kwam zeggen dat we daar niet moesten wegblijven en dat de koning best mocht gaan, maar dat we kritiek op het regime niet moesten spa-

ren. Zover zo goed. Maar toen verweet hij de sp.a en de Open VLD dat ze destijds alles in het werk gesteld hebben om de erken- ning van Kabila als democratisch verkozen staatshoofd te verdedigen. Zij hebben zowat de hele internationale gemeenschap platge- lopen om die fameuze verkiezingen te doen erkennen, beweerde hij. Hij vroeg zich dan ook af of Leterme voortgaat met ‘die oude politiek’ en de ‘plat-op-de-buikpolitiek’ uit het verleden. Het klinkt toch allemaal een beetje vreemd uit de mond van iemand die er in 2006 namens de VLD van De Gucht bij was in Kongo als verkiezingswaarnemer...

We denken dat JMDD soms ook wel eens last heeft van zijn eigen verleden...

Voor de show

Veel parlementaire vragen zijn technische vragen. Ze horen dan ook niet echt thuis in de plenaire vergadering. Tijdens het vra- genuurtje gaat het immers om eerder puur politieke vragen. Maar omdat de regerings- partijen het moeilijk hebben om hun eigen bestuur te ondervragen, schuiven er wel eens vragen tussen om de schone schijn wat te redden. Zo kwam vorige donderdag de collaborale Katia della Faille de Leverghem minister Reynders wat onderhouden over de premies met betrekking tot de CO2-uitstoot van milieuvriendelijke wagens. Het antwoord was voorspelbaar. De premies blijven, nog zeker twee jaar. Tot na de verkiezingen dus.

Katia was tevreden en dankte de minister ei zo na hartstochtelijk. Reynders ook content natuurlijk, want hij had alweer een voorspel- bare belofte kunnen doen. Of: hoe de goed- nieuwsshow handig wordt omgezet in vraag en antwoord in de Kamer.

Conservatief?!

In de subcommissie Familierecht werd een wetsvoorstel ingediend door de brave en immer vriendelijke ampersander Raf Ter- wingen, naar eigen zeggen een conservatieve christendemocraat. Zijn voorstel gaat over -

let even goed op - het opheffen van een dis- criminatie ten aanzien van geadopteerden.

Hij wil nu ook de mogelijkheid voorzien dat ze mogelijk moeten kunnen huwen met de ex-partner van hun adoptieouders. Want een recente wet maakt het huwelijk tussen aanverwanten in de rechte lijn - stiefouders en stiefkinderen, schoonouders en schoon- kinderen en aanverwanten in verdere graad - mogelijk, op voorwaarde dat de koning het huwelijksbeletsel dat tussen hen bestaat, om gewichtige redenen heeft opgeheven. Dat moet dus nu ook kunnen voor wat geadop- teerden betreft.

Het kan allemaal wel zijn dat de wet voor iedereen gelijk moet zijn en dat juristen daar hun kop over breken, maar we vragen ons af wie op dit soort wetgeving echt zit te wach- ten. Een geadopteerde die wil huwen met de ex-partner van zijn adoptieouder of omge- keerd... Tja,... ze doen maar. Goed dat er nog

‘conservatieve’ ampersanders zijn...

Liegen door te zwijgen

Een vreemde zaak in de commissie Buiten-

landse Zaken vorige week... Boze Francis van de Eynde deelde aan de minister mee dat hij op 4 januari een interview op de VRT-radio had beluisterd met Pierre Chevalier, die daar werd aangekondigd als speciale gezant van België bij de OVSE, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa. Het gesprek ging over onder meer het voorzit- terschap van Kazachstan. De Gentse kei- zer Francis I meende evenwel dat Chevalier tot 2006 wel gezant was, maar dat nu toch niet meer is... Minister Vanackere moest dat bevestigen en stak zijn verbazing niet onder stoelen of banken. Na wat opzoekingswerk bleek dat de journaliste dat niet wist en zich dus vergiste. Dat is best mogelijk, maar straf- fer is dat Chevalier het zich zonder een krimp te geven liet welgevallen om nog steeds aldus aangesproken te worden en antwoorden te geven in het interview alsof hij nog steeds speciale gezant is. Ja, het is dezelfde man die al tweemaal moest aftreden als staatssecre- taris, eerst nog als socialist en later al libe- raal, nadat één en ander niet koosjer bleek te zijn. Het wordt nu toch wel hoog tijd om Chevalier eens goed te levieten te lezen.

Dipenda. Waarom? Daarom! (1)

Ik kan die verjaardag beter voor zijn en zet daarom nog maar eens op een rijtje waarom Kongo zo dramatisch en feitelijk onverant- woord vlug in de onafhankelijkheid werd gestort. Hier geeft het Lumumba-rapport al een onrechtstreekse maar stevige hint, die natuurlijk niet in de Vlaamse media zal wor- den opgepikt. In de documenten die gepu- bliceerd zijn in een 700 pagina’s dik rapport, zit welgeteld één kattebelletje in het Neder- lands; een geheugensteuntje van eerste minis- ter Eyskens. Een jongere generatie kan zich, ondanks de illegale regering van de laffe wc- eend Leterme, niet meer indenken hoe door en door Franstalig officieel België nog was in 1960. In de katholiek-liberale regering-Eys- kens-Lilar die Kongo de onafhankelijkheid verleent, zijn alle sleutelposten, uitgezonderd de eerste minister, in handen van Fransta- ligen. 14 van de 21 ministers zijn Franstalig, al lopen er een paar geografische Vlamingen bij die min of meer een Nederlands dialect kennen. Vlaamse politici spreken in die tijd meestal nog uitstekend Frans en ze schrijven het beter dan hun ellendig Nederlands. La Libre Belgique, La Dernière Heure, Le Soir en het populaire fotoblad “Paris-Match” wor- den nog met duizenden exemplaren in Vlaan- deren verkocht.

Die kennis van het Frans vertaalt zich ook in een obsessie met alles wat in Frankrijk gebeurt. De Franstalige machthebbers ken- nen bijna even goed de Franse als de eigen politiek en die Franse politiek wordt gedo- mineerd door twee dekolonisatiedrama’s.

Frankrijk rolt van de ene koloniale oorlog in de andere. Eerlang schrijf ik een stukje over

“La guerre d’Indochine (1946-1954)”; een

bloedig conflict waar 50.000 Fransen, 10.000 legionairs en 10.000 Noord-Afrikaanse solda- ten sneuvelen voor de Franse eer. Iedere Vla- ming ouder dan 65 herinnert zich nog hoe het nieuws wekenlang gedomineerd werd door Dien Bien Phu. De oorlog is er de oorzaak van dat Frankrijk, dat zo onder de Duitse bezet- ting leed, niet uit het economische moeras kan kruipen. In juli 1954 gooien de Fransen de handdoek in de ring.

Geen zeven maanden later slaat de vlam in de pan in Algerije dat officieel uit een aantal Franse departementen bestaat die op papier onverbrekelijk deel uitmaken van de repu- bliek. Het conflict is even gruwelijk als in Indo- china. Frankrijk (o.a. minister van Binnen- landse Zaken Mitterrand) stuurt 400.000 soldaten naar Algerije en slaagt erin de Ara- bische nationalisten te verslaan. Maar de prijs is veel te hoog voor een democratie.

De ouders, de vrouwen, de vriendinnen van de dienstplichtigen eisen dat hun geliefden zo vlug mogelijk terugkomen om af te zwaaien.

Frankrijk is te arm om nog zo’n reusachtig leger onder de wapens te houden. De Franse franc die ooit gelijkwaardig was met de Bel- gische, is nog maar 10 Belgische centiemen waard in 1958. Daarenboven zijn de Fransen in Algerije niet verguld van de intenties van de regering om met de Arabieren te praten en de militaire zege weg te gooien en ze rebelle- ren tegen Parijs. De toestand wordt zo wan- hopig dat Charles de Gaulle, na een politiek ballingschap van 12 jaar, teruggeroepen wordt en met een half legale staatsgreep een einde maakt aan de 4de republiek en de macht van de “Assemblée” (Parlement) en de vele poli- tieke clans.

Binnen een paar maanden zullen de media weer bol staan van verhalen over de gebeurtenissen in het voorjaar 1960 die eindigden met het vertrek uit de kolonie, op 30 juni 1960. En omdat het onbenul van Laken ook naar Kongo trekt, zal het profiterend journaille massaal meespoelen en herinneringen aan die maanden laten regenen. Nu kan dit nog, want de generatie oud-kolonialen verdwijnt gelei- delijk en het is een mooie gelegenheid om hun verhalen op te tekenen.

Julien van Remoortere en Bob Vanhee deden dit onlangs met hun “Onze dagen in Congo” (Lannoo). Al bij al was dat nog een gemakkelijke taak, vergeleken met de zoektocht van Peter Verlinden naar Kongolezen die de koloniale tijd hebben meegemaakt: “Achterblijven in Congo” (Davidsdfonds). Vijftig jaar gruwel en ellende hebben de overblijvende Kongolese bejaarden gedecimeerd.

Geen koloniale oorlog

Die Franse crisis beïnvloedt de heilige drie- hoek (Wetstraat, Paleis, Zetel van de Soci- été Générale in de Koningsstraat) tot in zijn poriën. De grootste schrik van de Belgische politici is natuurlijk dat ze à la Française ook uitgeschakeld worden. De Waalse en Vlaamse politici trekken er één conclusie uit: “Geen koloniale oorlog”, want die is op lange ter- mijn niet te winnen. Zelfs de kolonialen dur- ven daar niet aan denken. In Kongo is schijn- baar alles rustig, maar in Brits-Kenia heerst de terreur van de opstandige Kikuyu. In de vaderlandse pers verschijnen gruwelverhalen over de Mau-Mau die met hun machetes blan- ken in stukken hakken. Feitelijk sterven maar 32 Europeanen tegenover 11.000 Afrikanen, want de Britten gaan er met de vuile voeten door, maar de toon is wel gezet.

In de kolonie lijkt alles pais en vree, maar helemaal klopt dat niet. Eind 1957 blijkt dat de Kongolezen het goedbedoelde, maar ver- stikkende koloniale paternalisme beu wor- den. Vooral in Neder-Kongo halen de man- nen eens de schouders op als ze aangemaand worden hun plichten (wegenwerken, dwang- teelten) te vervullen. Stop ons maar in de gevangenis, is hun reactie. Tezelfdertijd begint langzamerhand vanuit het verarmende plat- teland een illegale trek naar de steden. De mannen in de gewestdienst die in de praktijk (samen met de missionarissen) de hele kolo- nie besturen, krijgen voor de eerste maal een dienstwapen. In het moederland merkt men daar niets van, want uit de kolonie komt geen enkele druk van de Kongolezen om politieke rechten te eisen.

En dus opent Baudouin op 17 april 1958 de wereldtentoonstelling waar het schitterende Kongolese paviljoen één lofzang is over de kolonisering. Een bataljon van de Kongolese weermacht, met zijn Afrikaanse soldaten, is een geheide publiekslieveling.

Maar het moederland heeft ook zo’n 500 beloftevolle Kongolezen uitgenodigd die ‘s avonds in Tervuren gemeenschappe- lijk gelogeerd (en gecontroleerd) worden.

Voor de eerste keer spreken jonge min of meer geschoolde Kongolezen uit het hele land met elkaar en die contacten blijven bij hun terugkeer bestaan. Een paar Kongolezen (Lumumba, Ileo, Gizenga) ruiken mogelijkhe-

den en durven zelfs in een nota aan de minis- ter van Koloniën het woord onafhankelijkheid gebruiken. Ze geloven er zelf niet in, maar krijgen een schok als De Gaulle in augustus

‘58 in Brazzaville aan de overzijde van de Kon- gostroom over een Frans-Afrikaans geme- nebest praat. En wie geen zin heeft, trekt er maar uit. En dat doet Sekou Tourée, in Gui- née. Er landen geen Franse troepen. Volledige onafhankelijkheid kan dus.

“Weg met de Belgen”

Overal ontstaan in de kolonie kleine cultu- rele en sociale verenigingen die vrij vlug op de politieke toer gaan. De bekendste is de Abako van het Kongo-volk, geleid door Joseph Kasa- Vubu. De vroegere postbediende (en veroor- deelde dief) Lumumba heeft ook een politiek partijtje gesticht en concurreert in Leopold- stad met le roi Kasa. In december 1958 mag hij van de koloniale overheid Kwame Nkru- mah van Ghana bezoeken, mits een borgsom te betalen. Nkrumah eist de uitroeiing van het kolonialisme, en Lumumba komt zwe- vend op een wolk terug. 10.000 aanhangers onthalen hem enthousiast, luisteren naar zijn opzwepende toespraak en brullen voor het eerst: “Dipenda, dipenda; weg met de Bel- gen!” Eén week later wordt de beslissende stoot gegeven, op 4 januari 1959. De Abako is jaloers op het succes van Lumumba, organi- seert een meeting, vraagt netjes toestemming maar krijgt geen antwoord van de blanke bur- gemeester, omdat volgens hem een besloten vergadering in een zaal altijd mag. De Abako- leiders denken dat er geen toestemming is en proberen hun aanhangers naar huis te zenden.

Die weigeren, gooien wat auto’s met zwarte politieagenten om en er valt een schot. De menigte groeit aan en overal in de zwarte stad werpen Kongolezen zich hysterisch op alles wat aan de kolonisator doet denken. Ze plun- deren scholen, winkels (van Portugezen en Grieken) en missiegebouwen. De weermacht verschijnt en vuurt in de menigte. Die wijkt en bereikt nooit de blanke stad. Officieel zijn er 42 doden, al is het waarschijnlijker dat het er 200 waren. Drie dagen duurt de opstand en dan is de weermacht overal de baas. In Brus- sel is het establishment in shock. Is dit het begin van de zo gevreesde koloniale oorlog?

Jan neckers

Feest in Kinshasa

(5)

‘t Pallieterke BRILJANT

17 maart 2010

5

Eén van de klinkendste bewijzen dat politiek een smerig bedrijf is, vooral in dit apenland, is ongetwijfeld geleverd in één van de woeligste jaren uit onze al zo bewo- gen geschiedenis: 1950, het jaar van de koningskwestie, die het land op de rand van de burgeroorlog bracht. Omdat de vader van de huidige koning en de groot- vader van Philippe-die-koning-wil-worden, in 1940 geen duizenden mensenlevens had willen offeren op een slagveld dat door de Britse “bondgenoten” was ontvlucht en waarop een overwinning op het toen - 28 mei 1940 - onoverwinnelijk lijkende Duitse leger, dat ook al Frankrijk onder de zware voet had gelopen, tot het rijk der utopie behoorde, was Leopold III hard in aanvaring gekomen met de toenmalige bewindvoerders van de natie die hem dap- per gesmeerd waren naar veiliger oorden en dat van de vorst ook hadden verlangd.

De koning wenste zich echter als mens te gedragen en dus, als opperbevelhebber van het leger, bij zijn manschappen te blijven, waarna hij met de Duitse overweldiger een onvoorwaardelijke capitulatie over- eenkwam. Gevolg van dat “menselijke”

gedrag: koninklijke krijgsgevangenschap.

Nadat de vijand op den duur dan toch ver- dreven was geraakt, ongetwijfeld dank- zij de indrukwekkende heldendaden van de vaderlandse weerstand, raakte het land verdeeld tussen lieden die Leopolds terugkeer uit ballingschap en op de troon verlangden en andersdenkenden die von- den dat “die inciviek” die troon niet meer waardig was. Om uit die onverdeeldheid te geraken, besloten de wijze staatslieden van wie het in dit kleine landje krioelt, over te gaan tot een volksraadpleging waarop de voorstanders van terugkeer met een sim- pel JA en de tegenstanders met een sim- pel NEEN verplicht moesten antwoorden.

Wie zijn kat stuurde, riskeerde een hoge boete van 70 BF.

Voor lezers van heden kan het enige verbazing wekken dat de hoofdredacteur van dit rioolkrantje in díé tijd met een echt rabiate gedrevenheid de ziel uit zijn lijf schreef ter verdediging van Leopolds terugkeer op de troon.

Lees maar wat hij toen, onder de titel

“De Hoofdzaak” over de nummer 4 van de dynastie neerpende. Hoofdzaak was vol- gens ‘t Pallieterke dat Vlamingen en Walen moesten zeggen hoe zij in de volgende oorlog (als die er komt) wilden behandeld worden: “Stemmen wij JA, dan beduiden wij dat wij een staatshoofd wensen dat niet aan zijn eigen gloriool, niet aan de post- jes van zijn ministers, niet aan de belangen van de politieke profiteurs denkt, maar aan de miseries die ONS deel zijn of kun- nen worden en die MET ALLE MIDDELEN tracht ons deze miseries te besparen of zo gering mogelijk te maken.” Voor de zoveel- ste keer herhaalt De Winter (en hij neemt zich voor het nog te herhalen): “Het aller- schoonste wat ooit over een koning of een staatshoofd gezegd is geworden, dat werd te Limoges over koning Leopold III gezegd door onze lieve vriend Spaak. Spaak zei daar letterlijk dit (ik wenste dat ik het in

gouden letters kon laten drukken!): ‘Hij (Leopold) was geen generaal. Tijdens deze oorlog hebben wij allen de indruk opgedaan dat hij slechts één bezorgdheid had: geen mensen te laten doden en geen steden te doen vernielen.” Als de laf gevluchte Spaak van mening is dat “men over het verlies van mensenlevens en de vernieling van steden moet kunnen heenstappen”, dan betekent dat JA stemmen: ik verkies een staatshoofd dat géén generaal is, een staatshoofd dat slechts één bezorgdheid heeft: geen men- sen te laten doden, geen steden te doen vernielen.

Bruno de Winter voorspelde, nog vóór de raadpleging had plaatsgehad, dat het regime met de uitslag, mocht die voor de koning positief uitvallen, géén rekening zou houden. Zijn voorspelling kwam uit, want de meerderheid van 57,68% over heel het land en liefst 72% in Vlaanderen, werd door de “democraten” in de goot geveegd.

Onder druk van met kasseistenen en drie doden (Grâce-Berleur) afgedwongen straatgeweld o.l.v. staatsman Paul-Henri

“Blaaspaak”, deed Leopold een jaar later (16 juli 1951) troonsafstand ten voordele van de (te) jeugdige Boudewijn.

Nochtans hadden de tsjeven beloofd dat ze Leopold weer op de troon zouden bren- gen, indien de bevolking de partij de vol- strekte meerderheid aan de hand zou doen in de stembusslag van 4 juni 1950. Dan zou de CVP niet alleen koning Leopold terug op de troon brengen, klonk haar stoere belofte, maar zij zou in de rapte meteen ook het probleem van repressie en epu- ratie oplossen. Dat stond toen allemaal te lezen in de kiesbeloften van de CVP, maar wat het woord van tsjeven waard is, onder- vinden we 60 jaar later nog altijd aan den Vlaamsen lijve.

Een geschiedenisles - één van de vele - om te onthouden, waarde lezer die vol- gend jaar weer naar de stembus geroe- pen wordt. Nietwaar, meneer de eerste minister?

HvO (wOrdtvervOlgd) 1945 - 2010: van “rioolgazetje” tot “Moniteur”.

11. ‘t Pallieterke koningsgezind

Bruno de Winter

Hubert de Sy (1921-2010)

Dromen van een politieke elite

Precies op tijd betreedt een rijzige Hubert de Sy de gelagzaal van de Brusselse zaak waar we afgesproken hebben. Op klasse staat geen leeftijd Met zijn rolkraag trui en ribfluwelen pak is hij all a gentleman. En precies zoals je het van een heer van stand mag verwachten, praat hij rustig en verzorgd.

Geboren in Oostende woonde hij sinds jaar en dag in het Brabantse Roosdaal. Toch maakte hij regelmatig zijn opwachting in de hoofdstad. Het was de plek bij uitstek, waar deze bezige bejaarde zijn afspraken afhan- delde. Want ook dat was een ander trekje van hem: hij wilde geïnformeerd blijven en boorde daar alle mogelijke kanalen voor aan. Lectuur natuurlijk, maar ook en vooral goede gesprekken.

Toevallig liepen we hem enkele weken later nog eens tegen het lijf. Aan het raam van een trendy taverne in de Brusselse bin- nenstad genoot hij van een koffie... in afwach- ting van een volgende afspraak. Geen haar op ons hoofd dat er toen aan dacht dat die koffie de laatste zou zijn die we samen zou- den drinken.

Enkele maanden geleden beviel hij van een boek, een lang essay eigenlijk. En hoewel schrijven voor Hubert de Sy een eerder late roeping was, was hij daarmee niet aan zijn proefstuk. Dat essay had ook een vervolg moeten krijgen. Hij was ijverig aan het schrij- ven, maar het heeft niet mogen zijn.

Een eerste opvallende zaak: L’Etat belge en crise existentielle is in het Frans geschre- ven, een taal die Hubert de Sy uitstekend beheerste. Hij liet zijn manuscript door een Franse vriendin (“een échte Française”) nale- zen die het gelezen maar ongecorrigeerd terugbezorgde. Een pluim voor de Sy, toch blijft hij er zelf erg bescheiden bij. “Het is mijn betrachting een zo breed mogelijk publiek te bereiken”, legde hij uit. “Geen doorsnee Vlaamse bewegers voor wie die inhoud courante kennis is. Wel Franstaligen en vooral buitenlanders die - zoals geweten - over het reilen en zeilen in dit land heel vaak enkel op Franstalige bronnen beroep doen. Beschouw dit initiatief gerust als een bescheiden, maar welgemeende poging om hun wat tegengif toe te dienen.”

De inhoud van dat 128 pagina’s tellende werk samenvatten, is niet gemakkelijk.

Korte stukjes vormen de componenten van alles wat zowat fout loopt in deze ‘Belgi- sche staat in crisis’. Van de recente com- munautaire geschiedenis, over een klassie- ker als Le divorce Belge van FDF-voorman

Lucien Outers, tot de perfide manier waarop de Koning Boudewijnstichting uitgespeeld wordt en een meer diepgaand stuk over het Frans jakobinisme dat deze gewesten stevig in zijn greep kreeg.

Hubert de Sy was een belezen man, wie hem kende zal het beamen. Niet alleen van kranten en weekbladen, tijdens zijn rijk gevulde leven las hij ook heel wat klassiekers.

De sporen hiervan zijn in dat essay overvloe- dig aanwezig. En ondanks het feit dat hij het Frans perfect beheerst, wordt zijn schrijfstijl door on-Franse zakelijkheid getypeerd.

Ethische puinhoop

“Het Belgische probleem overstijgt de klassieke tegenstelling tussen de nationali- teiten”, merkte hij op. “Dit land is gewoon- weg een ethisch debacle geworden. Corrup- tie, favoritisme, het tiert hier allemaal welig.

Wallonië spant de kroon, maar Vlaanderen is ook aangetast, hoor.” Heel veel gaat ver- keerd, toch zag hij het land niet zo snel uit mekaar vallen. “Staatsvorming en de poli- tieke beslissingen die hiermee gepaard gaan, zijn geen rationele processen. Kijk maar naar de rol die de monarchie speelt. Wie de din- gen met een nuchtere zakelijkheid bekijkt, onderschat vaak de rol die het Hof speelt.

Rechtstreeks en onrechtstreeks. Een tref- fend voorbeeld hiervan is de Koning Boude- wijnstichting, een uitgelezen orgaan om men- sen in te kapselen en ze aan de kant van het Belgische establishment te houden.”

“Aan Franstalige kant gelooft men ove- rigens in de eigen macht. Terecht, vandaag althans. Hoe snel wordt geen amalgaam gemaakt tussen Vlaams-nationalisme, uiterst rechts en fascisme? Vlamingen gaan daar in mee en zien niet in welke strategie erachter zit. De strijd is zoveel makkelijker als de vij- and nog eens als immoreel gestigmatiseerd kan worden. Een zelfbewuste natie aanvaardt zoiets toch niet!”

“Wat in dit land gebeurt, wordt vanuit het buitenland met meer aandacht gevolgd dan doorgaans aangenomen wordt. Zeker in Parijs weet men zeer goed wat er gebeurt.

Op dit moment is rattachisme van Wallonië bij Frankrijk geen optie, maar zo’n dingen kunnen snel omslaan. Als werkelijk alles vast- loopt in dit land, zouden we wel eens snel in een heel ander paradigma kunnen terechtko- men. Ik kan enkel mijn hoop uitspreken dat we ooit een Vlaamse politieke klasse krijgen die dergelijke dingen inziet én anticipeert.”

Pmm.

Het arme Vlaanderen van weleer is niet meer. Het economische zwaartepunt kwam steeds meer in Vlaanderen te liggen, tot op de dag van vandaag. Jammer genoeg vertaalt deze materiële opmars zich niet in de juiste politieke conclusies.

Het is een kerngedachte die Hubert de Sy tot op het einde van zijn leven haast tormenteerde. “Welvarend, maar tegelijk geslagen en content”, noemt hij het.

“En dit terwijl dit land tot een waar ethisch probleem is uitgegroeid.”

In een recent verschenen essay bundelde hij verschillende van zijn vele bevin- dingen. Toen hij op 3 maart op 88-jarige leeftijd plots overleed, werd duidelijk dat hij hiermee zijn politiek testament op schrift had gesteld. Vlak voor zijn overlij- den hadden we nog een gesprek met deze boeiende man.

Vlaamse of Belgische natie?

“Noem me gerust een primaire flamingant, althans in de classificatie van wijlen Lode Claes”, zegde Hubert de Sy. De naam van Claes is voor het eerst maar zeker niet voor het laatst gevallen. Het is een man voor wie hij een grote bewondering koestert. “Een scherpe analyticus”, merkte hij op. “Ik heb de eer en het genoegen gehad hem tijdens mijn leven vrij goed te hebben gekend. Hij slaagde er niet enkel in het Belgische vraag- stuk op een scherpe manier te doorgronden, hij was ook ongemeen streng voor de rol die de Vlaamse beweging speelde.”

Dat hij met bepaalde geledingen van de Vlaamse beweging constant overhoop lag, deed geen afbreuk aan het feit dat Claes ze toch als zijn biotoop omschreef. Tot op zekere hoogte kan hetzelfde gezegd worden over Hubert de Sy. Hij had een sterk Vlaams kloppend hart, maar fronste toch vaak zijn wenkbrauwen bij de naïviteit waar een zeker segment van de Vlaamse beweging zich aan bezondigt.

Laat ons echter terugkeren naar die omschrijving van ‘primaire flamingant’. “Claes bedoelde daarmee mensen die uit eigen overtuiging en beleving Vlaamsgezind geworden zijn. Sommigen krijgen het met de paplepel mee, waarbij het risico om de hoek schuilt dat al te veel zaken klakkeloos als evidenties aanvaard worden. Deze laatste waren dan de secundaire flaminganten. Mijn eigen Vlaamse reflex werd gecultiveerd toen ik in 1960 uit Kongo ben teruggekeerd. Samen met mijn echtgenote belandde ik in Brus- sel waar de taal- en de sociale verhoudingen me onmiddellijk tegen de borst stuitten.

Bevreemdend was het, om twee Vlamingen slecht Frans tegen mekaar te horen pra- ten, gewoonweg omdat ze dachten dat het chiquer stond. Vlaamsgezind worden was voor mij een manier om tegen deze gang van zaken te rebelleren.”

“Een minderwaardigheidscomplex zag hij als een essentieel element van de Vlaamse kwestie. Blijkbaar moeten Vlamingen kunnen opkijken naar iemand, en dat is iets waar het establishment handig op inspeelt. België telt twee nationaliteiten, zei Claes. Een Vlaamse en een Belgische. Deze analyse strookt in veel grotere mate met de werkelijk- heid dan de typische voorstelling van een conflict tussen ‘Vlamingen’ en ‘Walen’.”

Dag Nelly

“Ik heb maar één partij gehad”, zegt de afscheidnemende Nelly Maes in Knack. De Volksunie, bedoelt ze, maar ze is wel lid geweest van achtereenvolgens VU-ID, Spirit, de VlaamsProgressieven en de SLP, die nu is opgeslorpt door Groen! Beweren dat dat eigenlijk allemaal één pot nat met de VU is, lijkt ons wat vergezocht. Het doet Nelly nog altijd wat dat ze indertijd voor “rooie Nel”

werd uitgescholden, o.a. omdat ze samen

met de communisten tegen de oorlog in Vie- nam betoogde. Ze herinnert zich nog leven- dig dat Amadamilitanten - Amada was toen nog een echte sekte van Mao-aanbidders - een “cordon” rond haar vormde om haar te beschermen tegen VMO’ers. Met rechts heeft ze nooit iets gehad, vertelt ze verder.

Het vertrek van Karel Dillen uit de VU, vond ze “een mooie opkuis”. Met communisten samen optrekken, vond ze blijkbaar geen bezwaar. Misschien dan toch “Rooie Nel”?

SiNt-NiklaaS eN guSt BorMS Lofwaardige traditie: in zijn eigen geboor- testad wordt ieder jaar de zondag voor Pasen August Borms herdacht in de colle- gekerk aan de Collegestraat. Dit jaar is dat niet anders. Op 28 maart a.s. om 11 uur gaat eresuperior Daniël de Smedt de mis- viering ter herdenking van dr. Borms voor.

Een mooi initiatief van de Wase Borms- werkgroep.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als je puber eens een halfuur te laat en nadien een uur te laat komt, de ene keer wel een straf krijgt en de andere keer geen, is dat niet duidelijk.. VOLG DE

• Interesse voor plassen en stoelgang Je kind wil mee naar toilet met jou, is gefascineerd door het doorspoelen van het toilet, wil zijn stoel- gang onderzoeken, het heeft

Aan- dachtig luisteren naar de ondergrond ervan, kin- deren het gevoel geven dat emoties uiten goed is, ingaan op hun vragen, kan kinderen leren dat gevoelens niet goed of

Die ongerustheid gaat vaak over gedrag dat te maken heeft met de fase van ontwikkeling waarin je kind zich be- vindt?. Elke leeftijdsfase brengt andere vragen en zorgen met

• Wanneer je kind voldoende zelfstandig kan eten, prikkels in zijn mond kan verdragen en motorisch klaar is om vaste voeding te leren eten, moet hij stapsgewijs leren om de

Dat wordt duidelijk als we de gewezen rechtenstudent Raskol- nikow nog eens volgen wanneer hij met een forse bijl onder zijn jas de trap beklimt: 'als ik de oude woekeraarster

De knul in de trein, die ik ver- zocht om zijn walkman zachter te zetten vanwege de overlast die hij veroorzaakte, repliceerde met: ’Ach, daar ga je toch niet dood aan man ’.

Hierbij wordt de focus in de eerste plaats op de betekenis van de grammaticale structuur gericht en komt de aandacht voor de vorm voort uit een vooraf geplande communica-