• No results found

ONDERWERPEN TAN STRAFWETGEYI3G,

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "ONDERWERPEN TAN STRAFWETGEYI3G, "

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

r

15

(2)

BIBLIOTHEEK KITLV

0093 0048

(3)
(4)
(5)

B E P A L I N G E N

1ER

REGELING VAN EENIGE

ONDERWERPEN TAN STRAFWETGEYI3G,

WELKE

EENE DADELIJKE VOORZIENING TEREISCHEN.

(6)
(7)

B E P A L I N G E N

l ï R

REGELIJÏG VAN EENIGE

ONDERWERPEN TAN STRAFWETGEVING

EENE DADELIJKE VOORZIENING VEREISCHEN.

EERSTE AFDEEI.ING.

Âlgemeene bepalingen.

Art. 1. Het thans in Nederlandseh-Indic bcstaando strafregt, zoo voor de Europeanen en de met deze gelijk- gestelde personen , als voor de inlanders en de daarmede gelijkgestelde personen, zal voorloopig op den tegenwoor- digen voet in werking blijven , behoudens de toepassing der strafbepalingen in de nieuwe wetgeving voorkomende, en van die welke den inhoud uitmaken van het tegen- woordig besluit, door welke echter gecne verandering wordt gemaakt in de strafbepalingen , vervat in de wet- boeken en andere wettelijke verordeningen voor deland- en zeemagt, dan alleen voor zoo verre daarhij uitdrukkelijk naar de algemeene strafwetten wordt verwezen.

2. Misdrijf bestaat in het doen of nalaten van hetgeen bij de wet onder bedreiging van straf is verboden of ge- boden , en niet in de omschrijving valt van overtreding.

3. Overtreding bestaat in het doen of nalaten van het- geen onder bedreiging van geene zwaardere straf dan gevangenis en geldboete , gezamenlijk of afzonderlijk, rnet of zonder verbeurdverklaring van bijzondere voorwerpen , is verboden of geboden bij de reglementen van policie en

(8)

6 Bepalingen ter regeling, enz.

de plaatselijke k e u r e n , gelijk mede bij de wettelijke bepa- lingen en verordeningen op het stuk van 's lands middelen en p a c h t e n , en van hetgeen onder bedreiging van geene zwaardere straf dan gevangenis van drie maanden en g e l d b o e t e , gezamenlijk of afzonderlijk, met of zonder verbeurdverklaring van bijzondere voorwerpen , is verbo- et on of geboden bij andere stellige wettelijke bepalingen van aigeüieenen aard.

Onder de overtredingen worden mede gerangschikt alle handelingen en verzuimen, door ambtenaren i n d e uitoefe- ning hunner bediening verrigt of begaan in strijd met eenjgerhande wettelijke bepalingen, en met geene zwaardere straf dan de laatst omschrevene bedreigd.

Ook behooren tot de overtredingen alle de vergrijpen , bedoeld bij ariikel 110 van het Reglement op de regter- lijkc organisatie en het beleid der j u s t i t i e .

D e lijfsdwang door de veroordeelden tot geldboete , in geval van het niet voldoen derzelve, overeenkomstig de wet- telijke bepalingen te ondergaan, wordt met opzigt tot de rangschikking van eenig strafbaar feit onder de overtre- dingen niet in aanmerking genomen.

4 . D e straffen van brandmerk en geeseling worden af- geschaft.

5. T c t aan de vaststelling bij het in Nederlandsch-In- die in te voeren W e t b o e k van Strafregt, van de wegens m i s - drijf op te leggen straffen, en van diegene onder deze straffen, welke op het schavot moeten worden ondergaan, z u l l e n , vcor ÜOO veel betreft de naleving van de daartoe betrekkelijke bepalingen op de strafvordering, de doodstraf en de straf van tentoonstelling als schavotstraffen worden aangemerkt.

6. D e r e g t t r is bevoegd om uit hoofde der jonge j a r e n van eenen beklaagde, zijne verleiding door anderen, en der- gelijke omstandigheden, welke de schuld merkelijk vermin- deren, den zoodanigen eene zachtere straf o p t e l e g g e n dan in het algemeen tegen het misdrijf of de overtreding is be- dreigd , en zelfs de lijf- en onteerende straffen tegen eene eenvoudige niet onteerende gevangenisstraf te verwisselen.

7 . Alleen in de gevallen waarin de wettelijke bepalin-

(9)

Bepalingen ter regeling, enz. f

gen liem daartoe bevopgd of verpligt verklaren, mag of moet de regter het voorwerp van het misdrijf of da overtreding, en hetgeen uit het misdrijf of da overtreding is voortge- sproten, gelijk mede de middelen en de werktuigen die tot het pïegcn van het misdrijf of de overtreding gediend heb- ben of daartoe bestemd zijn geweest, verbeurd verklaren, of bevelen dat die voor alle misbruik ongeschikt gemaakt, of vernietigd zullen worden.

TWEEDE A F D E E L I N G .

Bepalingen aangaande de Europeanen en de met deze gelijkgestelde personen.

8. Tegen Europeanen en de met deze gelijkgestelde personen zullen voortaan, ter zake van misdrijf, geer.s an- dere dan de navolgende straften mogen worden uitgespro- ken :

1°. de doodstraf;

2o. de straf naast die des doods, bestaande in con- finement in een tuchthuis voor den tijd van riet minder dan tien en niet meer dan twintig ach- tereenvolgende jaren, voorafgegaan door tentoon- stelling onder de galg , en opgevolgd door altijd- durende verbanning uit Nederiandsch-Inciie;

3o. altijddurende verbanning uit Nederlandsch-Indie, met of zonder voorafgaande tentoonstelling;

4o, confinement in een tuchthuis voor dea tijd van niet minder dan vijf en niet meer dan tien ach- tereenvolgende jaren, met of zonder voorafgaande tentoonstelling, doch in allen gevalle opgevolgd door verbanning uit Nederlandsch-Indie voor een gelijk tijdvak;

5o. confinement in een tuchthuis voor .niet minder dan één en niet meer dan tien achtereenvolgende jaren;

60. eerJoosverklaring;

7o, verbanning uit Nederlandsch-Indie voor den tijd van niet minder dan vijf en niet meer dan tien achtereenvolgende jaren;

(10)

8 Bepalingen ter regeling, enz.

80. gevangenisstraf van ten langste vijf achtereenvol- gende j a r e n .

A l l e s onverminderd de oplegging van geldboete, tot het bedrag t»i in de gevallen bij de bijzondere wettelijke be- palingen v a s t g e s t e l d , gelijktijdig met eene der boven om- schreven straffen.

9. D e doodstraf wordt ten uitvoer gelegd door den ver- oordeelde aan eene galg op te hangen.

10. I n afwachting der oprigting van een of meerdere tuchthuizen, zullen de veroordeelden tot confinement in een tuchthuis hunne straf ondergaan in de gewone strafge- vangenissen, waarin voor hen eene van die der overige ge- vangenen afgescheiden verblijfplaats zal worden ingen'gt.

1 1 . Die de straf van confinement in een tuchthuis on- dergaat , verliest van regtswege gedurende zijnen straftijd het beheer zijner goederen.

W a n n e e r daartoe grond b e s t a a t , wordt door den raad van j u s t i t i e binnen welks ressort de veroordeelde het laatst gewoond heeft, het zij op verzoek van den veroordeelde zei ven of van andere belanghebbenden, het zij op de vordering van den officier van j u s t i t i e bij genulden raad, een curator benoemd , ten pinde de goederen van den veroordeelde als die van eenen onder curatele gestelde te beheeren.

D e weeskamer is van regtswege met de toeziende cura- tele belast.

Aan den veroordaelde tot confinement in een tuchihuis mag güduiende zijnen strnftijd, zelf» uit zijne eigene mid- delen , niets verstrekt worden buiten of boven hetgoen door de reglementaire bepalingen van landswege tot voe- ding en verpleging van zoodanige veroordeelden wordt toegestaan.

Echter zal in bijzondere omstandigheden, zoo als van hooge bej-'.ardheid, ziekte of ligchaamsgebreken, door den raad van j u s t i t i e van de woonplaats des curators, op ver- zoek van dezen of van den Veroordeelde zelven , kunnen worden toegestaan, dat aan het hoofd van het bestuur waar- onder de plaats behoort waar hij is geconfineerd , het zij in e e n s , het zij bij t e r m i j n e n , eene bepaalde som worde

(11)

Bepalingen ter regeling, enz. 9

uitgekeerd , ten einde aan den gevangene eenigen onder- stand (e kunnen verieenen. Het openbaar ministerie , g e - lijk mede de curator wanneer het verzoek door den ver- oordeelde is gedaan, zullen desweg« \ooraf worden gehoord.

V2. De tentoonstelling geschiedt door den veroordeelde aan eenen daartoe op te rigten paal, of, in het geval voor- dien bij het tweede nommer van artikel 8, aan de galg vast te hinden, en hoven zijn hoofd Ie plaatsen een houten hord, Waarop met groote duidelijke leners in het Nederlandsch en in de taal der plaats, waar de strafoefening geschiedt, deszelfs n a a m , misdrijf en siraf staan uitgedrukt.

De regier zal hij het vonnis van veroordeel ing den duur der tentoonstelling bevelen, en dien ten langste op een half uur kunnen bepalen. Zij die met de uitvoering belast zijn, zullen hebben te zorgen , dat de tentoongestel- de tegen de zon beschut z i j , zonder dat hij aan het g e - zigt der omstanders onttrokken worde.

13. De verbannenen uit Nederlandsch-ïndie zullen ta hunnen kosten worden overgebiagt naar zoodanige plaats l u i t e n die bezitting, als door den Gouverneur-generaal zal worden aangewezen; zulks evenw.1 met dien v e r s t a n d e , dat de verbannenen die Nederlanders van geboorte of af- komst z i j n , na*r geene andere dan naar eeoe Nederland- sehe haven zullen kunnen vervoerd worden.

14. W a n n e e r een nit Nederlandsen-Indie verbannene zijne verbanning overtreedt, zul hij deswege worden ver- oordeeld tot gevangenisstraf van ten langste vijf j a r e n , en na het uiteinde van deze straf weder uit Nederlandsch- Indie verwijderd worden, ten einde de hem opgelegde straf van verbanning verder te ondergaan.

1 5 . De Gouverneur-generaal is bevoegd om, hij wege van gratie, ten aanzien van hen op w i e , uit hoofde dat zij in Nederlandsch-Indie zijn geboren of opgevoed, de straf van verbanning uit die bezitting zwaarder zoude drukken dan op hen die niet in dat geval verkeeren, die straf te doen Vervangen door wegzending naar een oord van ballinschap binnen Nederlandsch-Indie, voor gelijken duur als de door den regter opgelegde verbanning.

(12)

10 Bepalingen ter regeling, enz.

1 6 . D e straf van eerloosverklaring zal alleen worden toegepast op ambtenaren, wegens misdrijven in de uitoefe- n i n g hunner bediening b e g a a n , waarop geene zwaardere of andere straf is g e s t e l d , behoudens het bepaalde bij ar- tikel 88 van het Reglement op het beleid der regering van N e d e r i a n d s c h - I n d i e .

17. De straffen bij de vijf eerste ncmmers v a n a r t i k e l 8 vermeld, brengen van r r g t s w e g e eerloosheid mede.

I S . Hij die eerloos v e r k l a a r d , of tot eenige andere gtraf welke eerloosheid ten gevolge heeft veroordeeld i s , zal in burgerlijke z a k e n , zoodra hij gewraakt w o r d t , en in strafzaken," van r e g t s w e g e , geene beëedigde verkla- r i n g in regten als deskundige of getuige kunnen afleg- gen"; ook zai hij niet als getuige tegenwoordig mogen zijn bij het opmaken van eenige openbare acte.

Voorts zal hij geefc voogd of curator mogen zi,n dan a l - leen van z i j n e ' k i n d e r e n , en dan nog slechts met goedvin- den van den raad van j u s t i t i e , na verhoor der bloedverwan- ten aangewezen bij artikel 333 van het Burgerlijk W e t b o e k .

Hij wordt bij het vonnis van veroordceling voor altijd onbekwaam verklaard tot het vervullen van w a a r d i g h e d e n , a m b t e n , posten en bedieningen, en zal uit diegene welke hij mögt bekleeden, worden ontzet dadelijk nadat het von- nis kracht van gewijsde heeft bekomen.

19. I n de gevallen waarin bij de bestaande wettelijke bepalingen op eenig misdrijf e« ne straf is gesteld, w e l k s niet in artikel 8 is opgenomen, zal de regier van de in dat artikel omschreven straffen diegene toepassen, welke het meest nabij komt aan de straf waarmede het misdrijf oor- spronkelijk is bedreigd.

DERDE AFDEKKING.

Bepalingen aangaande de inlanders en de wet deze ge- lijkgestelde personen.

2 0 . Aan inlanders en met deze gelijkgestelde perso- nen zullen voortaan, behoudens het bepaalde bij artikel

(13)

Bepalingen ter regeling, enz. 11

27, ter zake van misdrijf, geene andere dan de navolgende straffen worden opgelegd:

l o . de doodstraf;

2o. de straf naast die des doods, bestaande in dwang- arbeid in den ketting voor den tijd van niet min- der dan tien en niet meer dan twintig achtereen- volgende jaren, ter plaatse buiten het eiland waar het voanis is gevallen, overeenkomstig artikel 25 te bepalen, voorafgegaan door tentoonstelling on- der de galg ;

3o. dwangarbeid in den ketting voor den lijd van ten hoogste tien achtereenvolgende jaren , ter plaatse buiten het eiland waar het vonnis is gevallen,

overeenkomstig artikel 25 te bepalen, voorafge- gaan door tentoonstelling ;

49. dwangarbeid in den ketting voor den tijd van ten hoogste tien achtereenvolgende j a r e n , ter plaatse op het eiland waar het vonnis is ge- vallen , overeenkomstig artikel 25 te bepalen , voor- afgegaan door tentoonstelling ;

50. dwangarbeid buiten den ketting voor den tijd van ten hoogste tien achtereenvolgende jaren , in de uitdrukkelijk bij de wettelijke bepalingen voor- ziene gevallen tegen zeker loon, en anders zon- der hetzelve, ter plaatse buiten het eiland waar het vonnis is gevallen, overeenkomstig artikel 25 te bepalen ;

Co. dwangarbeid buiten den ketting voor den tijd van ten hoogste tien achtereenvolgende jaren , in do uitdrukkelijk bij de wettelijke bepalingen voor- ziene gevallen tegen zeker loon, en anders zon- der hetzelve , ter plaatse op het eiland waar het vonnis is gevallen , overeenkomstig artikel 25 te bepalen ;

7o. gevangenisstraf, in de gevallen bij de wettelijke bepalingen uitdrukkelijk voorzien, doch voor gea- nen längeren tijd dan hoogstens vijf achtereenvol- gende jaren ;

(14)

12 Bepalingen ter regeling, ent.

80. de straf van roftingslagen.

A l l e s onverminderd de oplegging van geldboete, tot het bedrag en in de gevallen bij de wettelijke bepalingen vast- gesteld, gelijktijdig met eene der boven omschreven straffen.

D e bepalingen v a n a r t i k e l 9 , J 2 en 19 zijn te dezen toe- passelijk.

I n de gevallen waarin volgens de wet de straf van dvvangurbeid in den ketiing wordt bedreigd, zal aan vrou- wen dwangarbeid buiten den ketiing worden opgelegd.

2 1 . H e t wordt aan den regter overgelaten om, bij toe- p a s s i n g van eene der straffen in het vorige artikel onder de nommera 2 , 3 , 4 , 5 en 6 omschreven , nevens «00- danige siraf tevens die van roftingslagen op te leggen tot een getal van hoogstens veertig slagen.

D e straf van rottingslagen mag bij veroordeeling w e - gens misdiijf nimmer afzonderlijk, en in geen gevnl aan personen van de vrouwelijke k u n n e worden opgelegd.

2 2 . W a n n e e r lij toepassing van eene der straffen bij nommer 2 , 3 en 4 van artikel 20 o m s c h r e v e n , de veroor- deelde tevens tot de straf van rotiingslagen is v e r w e z e n , zal het toebrengen daarvan door de tentoonstelling worden voorafgegaan.

2 3 . De straf van rottingslagen wegens misdrijf opge- legd , wordt openlijk ondergaan.

D e r z e l v e r tenuitvoerlegging zal plaats hebben in te- genwoordigheid van den resident, of van een daartoe door dezen aan te wijzen beambte.

D e resident of de beambte die denzelren vervangt, zal be- voegd en veipligt zijn 0111 de strafoefening te doen ophou- den, en over/,ulks het bij het vonnis bepaalde getal slagen niet ten volle te laten toebrengen , indien hij van oordeel i s , dat de verdere tenuitvoerlegging der opgelegde straf de gezondheid van den veroordeelde in gevaar zoude stellen.

2 4 . D e eerloosheid is alleen verbonden aan de veroor- deeling tot eene der straffen vermeld in nommer 1, 2 , 3 en 4 van artikel 2 0 . Aan dezelve zijn de gevolgen ver- knocht, welke bij het eerste en laatste lid van artikel 18 zijn omschreven.

(15)

Bepalingen ter regeling, enz. 13

25. In geval van verwijzing tot dwangarbeid in of bui- ten den ketting, zal, voor zoo veel de op Java en Madura gevallen veroordeelingen betreft, de aanwijzing der straf- plaats geschieden door den Gouverneur-generaal.

In de bezitlingen buiten Ja? a en Madura geschiedt dezelve door de gouverneurs of andere hoogste gezagheb- bers, mits de strafplaats gelegen zij binnen de grenzen van hun gebied. De aanwijzing eener strafplaats buiten het- zelve t a n alleen door den Gouverneur-generaal gedaan worden.

26. De veroordeelden tot dwangarbeid in en buiten den ketting voor niet langer dan één jaar en daar beneden, zullen deze straffen ondergaan ter plaatse hunner veroor- deeling ; diensvolgens zullen de vonnissen, waarbij zooda- nige straffen zijn opgelegd, niet ter bepaling der strafplaats worden aangeboden.

27. De straffen van dwangarbeid in en buiten den ket- ting zullen, met opzigt tot zoodanige aanzienlijke inlanders als tegen welke geene geregtelijke vervolging kan plaats hebben zonder de magtiging bedoeld bij artikel 4 van het Reglement op de regterlijke organisatie en het beleid der justitie, vervangen worden door wegzending naar een oord van ballingschap, te bepalen invoege als bij het voor- laatste artikel is voorgeschreven.

28. Bij de oplegging van straffen wegens de bij arti- kel 110 van het Reglement op de regterlijke organisatie en het beleid der justitie vermelde, op de policierol te bren- gen overtredingen, waarop bij de plaatselijke of andere keu- ren en reglementen geene geldboete of andere bepaalde straf is gesteld, zullen de residenten de navolgende voorschrif- ten hebben in acht te nemen:

lo. zij zullen geene andere straffen mogen opleggen dan rottingslagen (alleen aan manspersonen),

gevangenis, blokarrest, en

ten arbeid stelling aan de publieke werken voor den kost zonder loon ;

2o. de door hen op te leggen straf van rotting»lagen mag

(16)

14 Bepalingen ter regeling, enz.

het getal van twintig slagen niet te boven gaan; zij wordt niet openlijk ondergaan, doch overigens moe- ten de voorschriften van artikel 23 worden in acht

genoaien ;

3o. de straf van blokarrest mag voor niet langer dan diie (lagen, en die van gevangenis voor niet lan- ger dan acht dagen worden opgelegd;

40. de straffen va» rotlingslagen en gevangenis kunnen vereenigd of afzonderlijk, doch die van roUingsla- gen en blokarrest nimmer gelijktijdig worden toe- gepast ;

5o. de ten arbeid stelling aan de publieke werken voor den kost sonder loon, aal met geene andere straf mogen gepaard gaan en voor niet langer dan drie maanden worden opgelegd.

V I E R D E AFDF.ELING.

Bijzondere strafbepalingen.

29. Met gevangenisstraf van drie maanden tot vijfja- ren, en geldboete van drie honderd tot vijf duizend gulden, wordt gestraft, die zich met het oogmerk om iemand voor het geheel of voer een gedeelte zijner bezitting«* op te ligten, geld, geldswaarde bebende papieren of andere «aken, v » bimïtemssen of kwijtingen heeft doen afgeven, hetzij door gebruik te maken van valscho of verdichte Bauten of hoe- danigheden , het saj door valscLelijk te doen gelooven aan het bestaan van aödernfiminge» of vun cr.nigen invloed, ver- mogen of crediet, het zij door op te wekken de hoop op of de °vrces voor eenigen uitslag van zaken, eenig toeval of andere hersenschimmige gebeurtenis, hetzij door het bezi- gen van eenige andere bedriegelijke middelen hoegenaamd.

5 Indien do bedriegelijke handelingen het kenmerk dragen Tan vateéhheid in geschrifte, of van eenig ander misdrijf waarop crae zwaardere straf dan de bij dit artikel bedreigde is gesteld, zal die zwaardere straf worden toegepast.

(17)

Bepalingen ter regeling, enz. 15

30. Met gevangenisstraf van ééns maand tot één j a a r , met of zonder geldboete van honderd tot vijï duizend gul- den , wordt gestraft, die opzettelijk valsche tijdingen uitge- strooid of andere bedriegelijka middelen aangewend heeft, om den pi'ijs van waren, koopmanschappen, of publieke bin- nen- of buitcrilandsche papieren of effecten te doen rijzen of dalen.

31. Die opzettelijk zilver voor goud, metalen van min- dere waarde voor goud Gf zilver, geheel of gedeeltelijk on- zuivere metalen voor zuivers , valse b e paarlen voor echte, Steenen of andere voorwerpen van geringe waarde voor edelgesteenten of voor andere kcs;bare voorwerpen verkocht, verruild cf verpand heeft, wordt gestraft met gevangenis- straf van ééne maand tot vijf j a r e n , en geldboete van hon- derd tot twee duizend gulden.

De voorwerpen ven dit misdrijf zullen, indien zij nog aan den schuldige toebchoortn, en in beslag zijn genomen, bij het vonnis van v< roordeeling worden verbeurd verklaard.

32. Aan steîîionaat is schuldig, en aal met gevangenis- straf van zes maanden tat twee jaren, en geldboete van twee honderd tot twee duizend gulden gestraft worden:

1°. diü een onroerend goed, waarvan hij wist geen ei- genaar ?c zijn, als eigenaar verkocht of met hypo- theek bezwaard heet';;

fo. die ter kwader tronw, fiij verkoop, of bij vestiging van hypotheek, bezwaarde g oederen als on bezwaard, of d,e daarop gevestigde hypotheken, derzelver be- drag of voorvvaàrdi'n', slechts gedeeltelijk ^ cf ia stiij'1 met de waarheid heeft opgegeven.

?3. Ai wie ten nadeele de r eigenaars, bezitters of hou- ders, opzettelijk zal liebbi n verduisterd of weerloos gemaakt, of ook tot eigen voordeel verkocht of aangewend, papieren geldswaarde hebbende, gelden, koopwaren, kwijtingen, of alle andere geschriften eene verbindtenis of bevrijding in- houdende, of eenige andere roerende zaken, die hem sileen ter hand zipi gesteld bij wege van huur, van bewaarge*

ving, van lastgeving, van braikleening, van onderpand, of tot eenigen betaald wordenden of niet betaald wordenden

(18)

16 Bepalingen 1er regeling, enz.

arbeid, met verpligting om dezelve terug te geven of op te leveren, of'om daarvan e»n bepaald gebruik te maken, zal gpsiraft worden met gevangen i sstraf van ééne maand tot vijfjaren, voor zoo veire namelijk deze daden niet de kenmerken dragen van diefstal of van ontrouw in* de waar- neming van openbare bedieningen, noch tot diegene belmo- ren, waartegen uit anderen hoofde eene zwaardere straf ia bedreigd.

34. Met gevangenisstraf van één jaar tot vijfjaren, en met geldboete van honderd tot vijf duizend gulden, zal ge- straft worden, al wie misbruik gemaakt zal hebben van eene hem als zoodanig tot een bepaald einde toevertrouwde handteckening; in blanco, donr bedriogelijk boven dezelve eenige verbindienis, kwijling of bevrijding te schrijven, waar- door de Steuer der handteekenirtg benadeeld zoude kunnen worden.

In geval de handteekening in f/lanco hem niet als zoo- danig om daarvan voor een bepaald doel aebniik te maken, is ter hand geste l d , zal hij als schuldig aan valschheid in geschrifte worden gestraft.

35. De inlanders en de met deze gelijkgestelde personen zullen in de gevallen bij deze afdeeling voorzi. n , in stede van tot gevangenisstraf, veroordeeld worden tot eene der BtrafFen van dwangarbeid omschreven bij nommer 5 en 6 van artikel 20, van gelijken duur als de bedreigde gevan- genisstraf.

De regter is bevoegd om, bij veroordceling van eigenlijk gezegde inlanders wegens eenig misdrijf in deze afdeeling omschreven, de oplegging der geldboete achterwege te laten.

(19)
(20)
(21)
(22)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Nog voor de pu- blicatie van Tien over rood leverde Regtien uitgebreid commentaar op stukken die binnen Nieuw Links circuleerden (iisg, Archief André van der Louw, inv.nr..

~eersornstandigheden. Hiervoor is nagegaan hoeveel procent van degenen, die een bepaalde vorm van openluchtrecreatie als voorkeursactiviteit hebben genoemd de betreffende

“Ik heb uw concept-rapport Politie ter plaatse in goede orde ontvangen en dank u dat u mij in de gelegenheid stelt om een reactie te geven op dit gedegen uitgevoerde onderzoek. Voor

Deze pas gedolven graven zijn kleiner dan ze voor u zouden moeten zijn.. Jonge mensen, bekeert u nu, want jonge mensen sterven, zij worden in de bloei van hun

In vrede te sterven, mijn lieve vriendin, verklaart ons in vriendschap met God te zijn; in hoop te sterven is te sterven in verwachting der heerlijkheid; zalig en

Hoewel nu de arme, komende zondaar, die beweldadigd is met deze gezegende hoop in zijn eerste stadium en die de eerste bemoedigende toedieningen van het woord des levens

» Grondeigenaar bereid is om de aanwezige bebouwing te saneren onder voorwaarde dat de gemeente medewerking verleent aan het opnemen en gelijktijdig verplaatsen van het

1) Khenvenhiller, IV.. Een eerste daad van verzoening, die het volk voor den nieuwen landvoogd gunstig moest stemmen, betrof den oudsten zoon van Prins Willem. Achtentwintig jaren