• No results found

toerisme in cijfers

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "toerisme in cijfers"

Copied!
163
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

toerisme in cijfers g 2009

Toerisme Vlaanderen

Foto’s Pagina’s 4, 10, 23 en 32: Diatheek Toerisme Vlaanderen Pagina 12: Westtoer, De Haan Coverfoto: Peter Schoemans, architect: Richard Rogers

Inlichtingen en verkoop Tel.: 02-504.03.63 Fax: 02-504.03.77 Email: vincent.nijs@toerismevlaanderen.be Verkoopprijs: € 15,00

Toerisme in cijfers online Surf naar www.toerismevlaanderen.be/cijfers

Verantwoordelijke uitgever Planning &

Onderzoek

i.s.m.

(2)

toerisme in cijfers g 2009

(3)

Voorwoord 4

Inleiding 7

Toerisme internationaal, in Europa en Vlaanderen 9

1. Internationale context 10

2. Economische situatie en vakantiegedrag buurlanden 12

2.1 De Duitse markt 12

2.2 De Britse markt 13

2.3 De Franse markt 16

2.4 De Nederlandse markt 19

3. Economische situatie en vakantiegedrag in Vlaanderen 23

3.1 Economische situatie in België 23

3.2 Het vakantiegedrag in Vlaanderen 23

3.3 De lange vakanties van de Vlamingen 24

3.4 De korte vakanties van de Vlamingen 27

Verblijfstoerisme in Vlaanderen 2005-2009 – beschrijvend overzicht 31

1. De voornaamste trends 32

2. De binnenlandse markt 34

3. De buitenlandse markt 36

4. De belangrijkste buitenlandse markten 38

5. De voornaamste cijfers naar motief 41

6. Kust, kunststeden, Vlaamse regio’s 44

7. De voornaamste trends naar logiesvorm 45

8. Het logiesaanbod 47

(4)

Verblijfstoerisme in Vlaanderen 2005-2009 – statistisch overzicht 49

Overnachtingen 2009 51

Evolutie overnachtingen 2005-2009 61

Evolutie overnachtingen per marktland 2005-2009 71

Aankomsten 2009 87

Evolutie aankomsten 2005-2009 97

Evolutie aankomsten per marktland 2005-2009 107

Logiesaanbod 2009 123

Evolutie verhuursector 2005-2009 127

Overnachtingen naar motief 2009 131

Overnachtingen per maand 2009 139

Wegwijs 149

Verklaringen van begrippen, werkmethoden en afkortingen 151

Lijst van tabellen 157

Lijst van grafieken en figuren 161

(5)

Voorwoord

Welkom in onze twaalfde uitgave van het statistisch jaarboek Toerisme in Cijfers. Toerisme Vlaanderen startte deze reeks ruim 10 jaar geleden met als doel het inzicht in en het begrip van de toeristische sector te verbeteren.

Ondertussen is de publicatie uitgegroeid tot een vaste waarde die u een klare kijk biedt op de trends van vraag en aanbod in toeristisch Vlaanderen.

Voor het eerst in jaren was het wereldwijde toerisme in 2009 globaal gezien niet opgewassen tegen een externe bedreiging. Tevoren hebben specifieke en lokale gebeurtenissen zoals de Tsjernobyl ramp in 1986, de golfoorlog in 1991, de aanslagen op 11 september 2001, de SARS epidemie in 2003, de tsunami in 2004 het toerisme lokaal of regionaal verstoord. Nooit echter was de wereldwijde terugval zo algemeen en zo sterk als in 2009, onder impuls van de financieel economische crisis. Het aantal toeristen viel hierdoor wereldwijd terug met -4%. Europa als bestemming deelde het sterkst in

de klappen met -6% verlies. Ook Vlaanderen verloor in 2009 -5% buitenlandse toeristen. Voor de binnenlandse markt lijkt dan weer een substitutie-effect op te treden.

Zij groeide met ruim 3%.

Het is belangrijk dat we deze en vele andere cijfers en onderzoeken onder de aandacht brengen en met u kunnen delen. Toerisme Vlaanderen wenst verder te bouwen aan een kennis- en innovatiecentrum dat instaat voor verzameling en ontsluiting van kennis, maar ook voor de versterking van de innovatiecapaciteit van de sector. Samen met u willen we werken aan een innovatief toeristisch Vlaanderen dat klaar is voor de nieuwe toerist.

Hou zeker onze website www.toerismevlaanderen.be/

cijfers in het oog voor nog meer detailgegevens, de recentste cijfers omtrent inkomend en binnenlands toerisme en nuttige marktonderzoeken. Op deze

(6)

website vindt u tevens Toerisme in Cijfers XL. Deze online publicatie gaat in een uitgebreide reeks van ongeveer 750 tabellen dieper in op de aankomst- en overnachtingcijfers.

Sinds januari 2010 is het nieuwe en langverwachte logiesdecreet in voege getreden. Voor de uitbater schept het Vlaamse logiesdecreet eerlijke concurrentie met duidelijke spelregels voor iedereen in Vlaanderen.

Voor de toerist brengt het logiesdecreet de nodige kwaliteitsgaranties. Via dit omschakelingsproces zullen onder andere de vele gastenkamers en huurvakantiewoningen in Vlaanderen een wettelijke plaats krijgen in de kwaliteitszorg van het toeristische logiesproduct. Dit traject is niet zonder gevolg voor de statistiekreeksen van morgen. Onze diensten zullen alles in het werk stellen om deze omschakeling zo vlot mogelijk te laten verlopen, en de beschikbaarheid van betrouwbare evolutiecijfers van het verblijfstoerisme in

Vlaanderen verzekeren.

Een woord van dank gaat uit naar de Algemene Directie Statistiek van de Federale Overheidsdienst Economie, waarvan we gegevens kregen die in deze publicatie voor u werden geanalyseerd. Mocht u opmerkingen of aanvullingen hebben, dan bent u welkom bij de dienst Planning & Onderzoek van Toerisme Vlaanderen, waarvan u de coördinaten vindt in de binnenkaft.

Peter De Wilde administrateur-generaal Toerisme Vlaanderen

(7)
(8)

In Toerisme in Cijfers 2009 zetten we voor het twaalfde jaar op rij de belangrijkste trends en bevindingen voor wat betreft het internationale toerisme en de toerismestromen van, naar en in onze regio op een rijtje.

Deze trends zijn gevat in een beschrijvend en cijfermatig onderdeel. De publicatie opent met het beschrijvende luik dat op zijn beurt twee hoofdstukken bevat.

Het eerste hoofdstuk geeft een aantal trends weer op internationaal en Europees niveau. Daarnaast komen ook de recente evoluties in het vakantiegedrag aan bod van de voor onze regio belangrijkste marktgebieden.

De voornaamste internationale marktgebieden voor onze bestemming zijn de buurlanden: Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Het binnenland is, wat het volume betreft, de grootste markt voor onze toeristische industrie. Op basis van vakantieonderzoeken, uitgevoerd in de respectievelijke marktgebieden, worden de recente verschuivingen in het vakantiegedrag van de toeristen in kaart gebracht.

Daarnaast knopen we opnieuw aan met enkele interessante economische indicatoren over deze markten.

Het tweede beschrijvende hoofdstuk geeft aan welke belangrijke trends waargenomen worden in het verblijfstoerisme. Aan de hand van de gegevens, verzameld door de FOD Economie – Algemene Directie Statistiek wordt een analyse gemaakt van het commerciële verblijfstoerisme naar herkomstland, bestemmingsregio in ons land, logiesvorm, verblijfsmotief en verblijfsperiode. We bespreken de evoluties van de laatste vijf jaren.

Het statistische luik bestaat uit een katern tabellen en een katern grafieken. De voorgestelde informatie heeft telkens betrekking op het commerciële verblijfstoerisme. De Algemene Directie Statistiek registreert in de verschillende soorten commerciële logiesverstrekkende bedrijven het aantal aankomsten en het aantal overnachtingen door toeristen. Het betreft zowel overnachtingen van vakantiegangers als zakenlui.

Deze overnachtingen en aankomsten vormen het basisgegeven in de tabellenkatern. Beide gegevens worden voorgesteld voor het meest recente beschikbare jaar (i.c. 2009) of voor de periode 2005-2009. De jaartabellen geven een overzicht naar logiesvorm, de evolutietabellen geven totale overnachtingscijfers

(dan wel aankomstcijfers) weer. Qua bestemming zijn tabellen aangemaakt voor België, de drie gewesten, Vlaanderen (Vlaams + Brussels Gewest), de kust, de kunststeden en de Vlaamse regio’s. De kunststeden zijn Antwerpen, Brugge, Brussel, Gent, Leuven en Mechelen.

Qua herkomstlanden werden naast EU-landen nog een aantal andere, voor onze regio belangrijke, herkomst- landen opgenomen.

De katern met de grafieken heeft betrekking op de overnachtingen van 2009. Voor de verschillende bestemmingsregio’s wordt per herkomstland zowel het motief van het verblijf nagegaan als de spreiding van het verblijf over het kalenderjaar.

Een belangrijk inhoudelijk verschil tussen het tweede beschrijvende hoofdstuk en het statistische luik is, dat in het beschrijvende hoofdstuk alle gegevens in verband met het verblijfstoerisme in ons land (in tekst en tabellen) inclusief commercieel huurlogies aan de kust zijn. Om praktische redenen zijn de verhuurcijfers in het statistische luik niet geïntegreerd op tabelniveau, doch als afzonderlijk deel opgenomen. Gezien het enkel om commercieel huurlogies gaat, is de directe verhuur niet opgenomen. Op basis van gegevens van Westtoer kunnen we aannemen dat het overnachtingsvolume in de directe verhuur aan de kust nog eens even groot is als in de commerciële verhuur.

Aan het einde van de publicatie worden een aantal begrippen en werkmethoden nader toegelicht. U vindt er eveneens een lijst met alle voorgestelde tabellen zowel uit het beschrijvende als het statistische luik. Aan de hand van deze lijsten kan u snel navigeren naar het onderdeel dat uw interesse wegdraagt.

Indien u geïnteresseerd bent in meer detailcijfers kan u steeds online terecht op www.toerismevlaanderen.be/

cijfers, in Toerisme in Cijfers XL. U vindt er extra tabellen per verblijfsmotief, verblijfsperiode (qua indicatoren) en ook voor de individuele kunststeden, de provincies en alle Vlaamse toeristische regio’s.

Veel leesplezier

Inleiding

(9)
(10)

toerisme internationaal,

in Europa en Vlaanderen

(11)

1. Internationale context

Evolutie van het internationale toerisme

Jaarlijks schetst de ‘World Tourism Organization’

(UNWTO) het aantal internationale aankomsten en de ontvangsten uit toerisme. Enkel buitenlandse aankomsten, zowel zakelijke als recreatieve, worden in deze cijfers meegerekend. Het millenniumjaar 2000 was een absoluut topjaar. Daarna volgden een aantal jaren van vertraagde groei. Sinds 2004 ging het toerisme wereldwijd weer sterk vooruit. Zelfs de invloed van de tsunami eind 2004, bleef voor het wereldwijde toerisme eerder beperkt.

Eind 2008 wordt gekenmerkt door de financiële crisis.

Deze blijkt zijn effect niet te missen. 2008 sloot nog af met een beperkte groei. In het jaar 2009 is de crisis heel duidelijk tot uiting gekomen. Het aantal buitenlandse aankomsten wereldwijd valt terug van 919 miljoen tot 880 miljoen. In 2007 bedroeg de toename nog +6%, in 2008 +2% en in 2009 noteren we een daling van -4%.

De gemiddelde jaarlijkse groei sinds 1995 bedraagt +3%. Een analyse van de cijfers van de crisis maken een aantal trends duidelijk. Er wordt meer gekozen voor nabije bestemmingen. Een tweede vakantie wordt sneller achterwege gelaten. De cijfers voor de eerste maanden van 2010 tonen wel een herstel tegenover 2009.

De belangrijkste bestemming wereldwijd is Frankrijk, gevolgd door Spanje en de Verenigde Staten. Europa ontvangt dan ook veruit de meeste toeristen; 52%

van alle aankomsten wereldwijd, met Frankrijk als topbestemming. Het aantal internationale aankomsten in Europa is in 2009 gedaald met bijna -6%. Hiermee scoort Europa het minst goed van alle continenten. De regio Centraal- en Oost-Europa heeft het meest te lijden onder de crisis, ze verliest -10% aankomsten. Zuid- Europa kan het verlies beperken tot -4%. Voor Noord-

Europa en West-Europa bedraagt de achteruitgang respectievelijk -6% en -5%.

Azië en de Pacific komen op de tweede plaats. Met 182 miljoen aankomsten genereren deze landen 21% van de aankomsten wereldwijd. De daling blijft beperkt tot ruim -1%. Dit is heel wat minder dan de gemiddelde jaarlijkse groei sinds 1995, die +6% bedraagt. Binnen deze regio zijn er wel sterke verschillen. China, de vierde bestemming in de wereld, kent een daling van -4% aankomsten. De regio Noord-oost-Azië ziet het aantal toeristen ook dalen met bijna -3%. Zuid-oost- Azië daarentegen lijkt veel minder last te hebben van de crisis. Het aantal aankomsten is er nog toegenomen met meer dan +1%, en dit ondanks de aanhoudende demonstraties en problemen in Thailand.

Het Amerikaanse continent zorgt voor 16% van alle internationale aankomsten wereldwijd. Bijna twee derde hiervan is voor Noord-Amerika. Zuid-Amerika en de Caraïben houden vrij goed stand en beperken elk het verlies tot rond de -2%. Noord-Amerika en Centraal- Amerika kennen elk een verlies van ongeveer -5% in 2009.

Het Midden-Oosten is tot 2009 jaar na jaar sterk gestegen. De gemiddelde jaarlijkse groei sinds 1995 bedraagt dan ook +11%. In 2008 leek deze regio geen last te hebben van de crisis. In 2009 zijn het aantal aankomsten echter gedaald met -5%, de - op Europa na - sterkste relatieve daling.

Afrika is het enige continent dat een vooruitgang kent in 2009. De stijging bedraagt +3%. Deze stijging is vergelijkbaar met die in 2008, maar zit wel onder de gemiddelde jaarlijkse groei sinds 1995.

(12)

Tabel 1: Internationale aankomsten 1990-2009

(aantal x 1.000.000) 1990 1995 2007 2008 2009 % 2009 Trend 08-09 GJG* 95-09

Afrika 15 20 45 44 46 5% +3% +6%

Noord-, Midden- en Zuid-Amerika 93 109 143 147 140 16% -5% +2%

Azië en Pacific 58 86 182 184 182 21% -1% +6%

Europa 281 322 487 488 460 52% -6% +3%

Midden-Oosten 10 14 47 56 53 6% -5% +10%

Wereld 456 550 904 919 880 100% -4% +3%

Bron: UNWTO

In de tabel van de ontvangsten zijn de bedragen uitgedrukt in dollar en in actuele prijzen.

In totaal bedragen de ontvangsten uit het internationaal toerisme in 2009 852 miljard dollar of 611 miljard euro.

Het internationaal passagierstransport zit hier niet in. Dit genereert ook nog eens 161 miljard dollar. Het aandeel van de verschillende werelddelen is bij de ontvangsten vrij vergelijkbaar met dat bij de aankomsten. Europa haalt net niet de helft van het totaal binnen. Dit aandeel is iets kleiner dan bij de aankomsten wat er dus op wijst dat de toerist in Europa iets minder heeft gespendeerd dan gemiddeld wereldwijd. Het omgekeerde is waar voor de nummers twee en drie in de lijst, respectievelijk Azië en Pacific en de Amerika’s. De twee kleinere spelers, Afrika en het Midden-Oosten, ontvangen dan weer relatief minder gulle toeristen. De top drie van landen met de hoogste ontvangsten is in 2009 dezelfde als bij de aankomsten maar in een andere volgorde.

De Verenigde Staten ontvangen de meeste inkomsten, gevolgd door Spanje en dan pas Frankrijk.

De ontvangsten, uitgedrukt in constante prijzen in dollar, zijn gedaald met bijna -10%. In lokale munten omgerekend bleef de daling beperkt tot -6%. Het verschil is het gevolg van de dollar die nog steeds zwak is. Met andere woorden, de invloed van de crisis die ingetreden is eind 2008, is in 2009 duidelijk voelbaar. De daling is iets groter dan de daling in de aankomsten wat er op wijst dat er niet alleen minder gereisd werd maar dat de toerist per reis ook nog eens minder uitgeeft in 2009.

De bespreking van de evolutie gaat verder in lokale munten en constante prijzen, in vergelijking met de trends in de

tabel zullen er dus verschillen zijn. Europa ziet de inkomsten uit het internationaal toerisme dalen met bijna -7%

tegenover 2008. In 2008 bleef het verlies nog beperkt tot iets meer dan -1%. Binnen Europa is het enkel Noord- Europa dat zijn verlies nog enigszins kan beperken tot -3%. De andere subregio’s verliezen elk iets meer dan -7%. In Azië en de Pacific is de terugval beperkt tot -1%.

In 2008 was er wel nog een groei van bijna +5% en in de twee jaren voordien lag het groeiritme telkens rond de +10%. Opvallend zijn de prestaties van de subregio’s.

Zuid-oost-Azië verliest hier -7% aan inkomsten terwijl het aantal toeristen nog licht stijgt. Noord-oost-Azië en Oceanië zien, als enige subregio’s in de wereld, het aantal inkomsten stijgen. In Noord-oost-Azië blijft dit weliswaar beperkt tot +1%, maar in Oceanië is er een toename van +5%. De Amerika’s gaan van alle werelddelen het sterkst achteruit: -10%. De 2 jaren voordien bedroeg de toename nog telkens ongeveer +5%. Waar de groei van de vorige jaren te danken is aan Noord-Amerika is de sterkste terugval nu ook in Noord- Amerika waar te nemen (-12%). Ook de andere subregio’s zien hun inkomsten dalen. Zuid-Amerika blijft het meest gespaard waar de daling beperkt blijft tot iets meer dan -1%. In het Midden-Oosten zijn de inkomsten uit het internationaal toerisme eveneens gedaald, met -3%. Dit is wel duidelijk minder dan de terugval in aankomsten.

De toeristen in het Midden-Oosten gaan hiermee in tegen de trend van lagere uitgaven. Afrika doet het bij de aankomsten nog goed maar bij de ontvangsten gaat het heel wat minder. Er is een daling van -6%. De toerist is dus wel nog naar Afrika gereisd maar heeft er heel wat minder uitgegeven. In Subsahara-Afrika is de daling sterker dan in Noord-Afrika.

Tabel 2: Internationale ontvangsten 1990-2009

(in miljard US$) 1990 1995 2007 2008 2009 % 2009 Trend 08-09 GJG 95-09

Afrika 5 8 29 30 29 3% -4% +9%

Noord-, Midden- en Zuid-Amerika 69 100 171 188 165 19% -12% +4%

Azië en Pacific 41 77 187 209 203 24% -3% +7%

Europa 143 213 435 474 413 49% -13% +5%

Midden-Oosten 4 9 35 42 42 5% +1% +12%

Wereld 263 407 857 942 852 100% -10% +5%

Bron: UNWTO

(13)

2. Economische situatie en vakantiegedrag buurlanden

g Het vakantiegedrag van de Duitsers

De ‘Forschungsgemeinschaft Urlaub und Reisen’ (FUR) geeft elk jaar in de ‘Reiseanalyse’ een beschrijving van het reisgedrag van de Duitse bevolking ouder dan 14 jaar. De Duitse korte vakanties (van één tot en met drie overnachtingen) en zakenreizen zijn niet opgenomen in dit onderzoek.

Driekwart van de bevolking ouder dan 14 jaar, of ongeveer 49 miljoen Duitsers, onderneemt in 2009 minstens één vakantie. De vakantieparticipatie ligt in 2009 iets lager dan in 2008, maar wel nog steeds hoger dan in 2007 en dit ondanks de crisis. Het aantal vakanties per Duitse vakantieganger, de frequentie, blijft stabiel in 2009. Het totale aantal Duitse vakanties (bijna 65 miljoen) ligt opnieuw hoger dan het jaar voordien. De winst is uitsluitend voor het binnenland.

De buitenlandse vakanties zijn zelfs licht gedaald. Deze daling is eigenlijk niet zo verrassend. Sinds 2004 daalt het aantal buitenlandse vakanties, enkel 2008 vormt hierop een uitzondering.

.

BBP (miljoen euro) BBP per capita (euro)

België 339.162 31.796

Duitsland 2.409.100 29.378

Frankrijk 1.907.145 29.637

Nederland 571.979 34.695

Verenigd Koninkrijk 1.563.186 25.552

Tabel 3:

Evolutie van een aantal economische indicatoren voor Duitsland 2005-2009 en BBP 2009

2.1 De Duitse markt

g Economische situatie in Duitsland

Met 82 miljoen inwoners heeft Duitsland het hoogste bevolkingsaantal onder onze buurlanden. Opvallend is dat de populatie kleiner wordt.

Het BBP daalt in 2009 met bijna -5%, de crisis was er dus heel goed te voelen. In vergelijking met de andere buurlanden doet Duitsland het samen met het Verenigd Koninkrijk het minst goed. Per capita is het BBP vergelijkbaar met dat van Frankrijk maar het ligt lager dan dat van België en Nederland. In 2009 is er bijna geen inflatie. Dat is vergelijkbaar met België en Frankrijk maar valt lager uit dan in het Verenigd Koninkrijk en Nederland.

De werkloosheidsgraad in Duitsland is vergelijkbaar met die in het Verenigd Koninkrijk en België. De stijging blijft hier in 2009, ondanks de crisis, beperkt.

2005 2006 2007 2008 2009

Populatie (x 1.000) 82.501 82.438 82.315 82.218 82.002 Evolutie BBP1 +0,8% +3,2% +2,5% +1,3% -4,9%

Werkloosheidsgraad 10,7% 9,8% 8,4% 7,3% 7,5%

Inflatie +1,9% +1,8% +2,3% +2,8% +0,2%

Bron: Eurostat

1 op basis van constante prijzen

(14)

Tabel 4:

Vakantieparticipatie van de Duitsers 2007-2009

(vakanties) 2007 2008 2009

Participatie 74,8% 76,2% 75,7%

Frequentie 1,3 1,3 1,3

Aantal vakanties (mln) 62,9 64,0 64,8

Aantal binnenlandse vakanties (mln) 19,8 20,0 21,1 Aantal buitenlandse vakanties (mln) 43,1 44,0 43,7 Bron: FUR

Van de Duitse vakantiegangers gaat ongeveer één op drie in eigen land op reis, een ander derde gaat richting Middellandse Zee en de andere bestemmingen moeten het doen met het overige derde. De favoriete buitenlandse vakantiebestemming van de Duitsers is Spanje: bijna een vijfde van de buitenlandse vakanties gaat in die richting. Spanje blijft net zoals in 2008 stabiel. In 2007 was er nog een grote terugval. Italië ziet het aantal Duitsers opnieuw toenemen en neemt meer afstand van de nummer drie, Oostenrijk. Doordat Oostenrijk zijn verlies kan beperken en Turkije een zwaar verlies moet incasseren van bijna -18% neemt Oostenrijk de derde plaats over van Turkije. Frankrijk en de Scandinavische landen doen het erg goed in 2009.

België heeft een aandeel van 0,8%, wat neerkomt op naar schatting 300.000 Duitse reizen van 4 of meer nachten.

België is meer een korte vakantiebestemming van de Duitsers. Bij de vakanties van 1 tot en met 3 nachten heeft België een marktaandeel van 3%, of 500.000 vakanties.

Tabel 5:

Buitenlandse vakanties van de Duitsers 2007-2009

(aantal x 1.000.000) 2007 2008 2009 % 2009 Trend 08-09

Spanje 8,2 8,3 8,3 19,0% +0,5%

Italië 4,6 4,6 5,1 11,7% +11,1%

Oostenrijk 3,7 4,0 3,8 8,7% -3,6%

Turkije 3,8 4,5 3,7 8,4% -17,6%

Noordse landen* 2,2 2,0 2,3 5,2% +14,3%

Frankrijk 1,7 1,8 2,0 4,6% +12,1%

Griekenland 2,3 1,7 1,6 3,7% -6,2%

Andere 16,7 18,9 18,5 42,4% -2,2%

Totaal buitenland 43,1 44,0 43,7 100% -0,7%

Bron: FUR *Noorwegen, Finland, Zweden, Denemarken

Het vliegtuig wordt door meer dan de helft van de Duitsers gekozen als transportmiddel voor buitenlandse vakanties. In 2009 stagneert het aandeel van het vliegtuig, na twee jaar van achteruitgang. Het aandeel was nochtans al jaar na jaar toegenomen tot 2006.

vergelijking met 2008, terwijl de bus beperkt aandeel verliest en de trein licht wint.

Voor 52% van de buitenlandse reizen maken de Duitsers in 2009 gebruik van reisbemiddeling. De keuze voor package tours en andere reizen geboekt bij een reisagent valt fors terug ten opzichte van 2008. Voor een binnenlandse reis wordt slechts in 19% van de gevallen beroep gedaan op reisbemiddeling.

Gemiddeld besteden de Duitsers 971 euro op vakantie.

Rekening houdend met de inflatie is dit iets minder dan in 2008 (976 euro), en nog iets minder dan in 2007 (979 euro). Anderzijds is ook de verblijfsduur in 2009 achteruit gegaan en daalde besteding per persoon en per nacht niet.

De gemiddelde verblijfsduur van de Duitsers schommelde al een aantal jaren rond 12,5 nachten, in 2009 is die echter gezakt tot 12,2.

Tabel 6:

Kenmerken van de buitenlandse vakanties van de Duitsers 2007-2009

2007 2008 2009

Transportmiddel

Wagen/Mobilhome/Caravan 34,6% 34,5% 34,3%

Vliegtuig 52,7% 52,4% 52,4%

Bus 8,5% 8,6% 8,2%

Trein 1,7% 1,7% 2,0%

Andere 2,5% 2,8% 3,1%

Reisbemiddeling

Met reisbemiddeling 56% 59% 52%

Zonder reisbemiddeling 44% 41% 48%

Bestedingen (pp/per vakantie)

Per persoon in euro 950 974 971

Reisduur (gemiddeld)

Aantal nachten 12,5 12,5 12,2

Bron: FUR

2.2 De Britse markt

g Economische situatie in het Verenigd Koninkrijk

Het Verenigd Koninkrijk telt meer dan 61 miljoen inwo- ners. Het BBP stijgt tot 2007 erg goed. In 2008 bleef het nagenoeg stabiel waarna het in 2009 afneemt met bijna -5%. Samen met Duitsland kent het van onze buurlan- den de sterkste daling. Het BBP per capita bedraagt in 2009 iets meer dan 25.000 euro, de laagste waarde on- der onze buurlanden. De inflatie is zoals in alle buurlan- den gedaald maar blijft relatief hoog.

De werkloosheid is in 2009 sterk toegenomen, tot voor 2009 was ze relatief laag. Nu is de werkloosheidsgraad eer-

(15)

In 2009 is de buitenlandse reislust van de Britten overduidelijk getemperd. Bijna overal in de wereld is het aantal Britse bezoeken fors gedaald en de daling binnen Europa is ongeveer gelijk aan de globale daling wereldwijd. Europa eigent zich wel nog bijna 80%

van alle buitenlandse bezoeken toe. Dat is een groter aandeel dan bij de overnachting door relatief kortere reizen binnen Europa en omdat de daguitstappen mee zijn opgenomen bij de bezoeken.

De twee topbestemmingen zijn heel duidelijk afgescheiden van de rest. Het gaat om Spanje en Frankrijk. Net zoals de meeste andere bestemmingen vallen ook zij sterk terug met respectievelijk -16% en -10%. Op de derde plaats komt Ierland ondanks een verlies van -10%. In 2008 waren de Verenigde Staten nog derde maar zij verliezen meer dan -20%. Binnen Europa verliezen alle bestemmingen, de meeste -10% of meer. Enkel Polen kan het verlies heel beperkt houden.

De grootste verliezers zijn Portugal, Italië, België en Duitsland.

Buiten Europa krijgen we hoofdzakelijk een gelijkaardig beeld waarbij in de meeste bestemmingen het aantal Britse bezoeken meer dan -10% achteruitgaat. Heel opvallend is echter Egypte waar de Britse bezoeken zijn toegenomen met +12%. Noord-Amerika is hier de grote verliezer.

Tabel 7:

Evolutie van een aantal economische indicatoren voor het Verenigd Koninkrijk 2005-2009 en BBP 2009

2005 2006 2007 2008 2009

Populatie (x 1.000) 60.060 60.426 60.817 61.176 n.b.

Evolutie BBP1 +2,2% +2,8% +2,7% +0,1% -4,9%

Werkloosheidsgraad 4,8% 5,4% 5,3% 5,6% 7,6%

Inflatie +2,1% +2,3% +2,3% +3,6% +2,2%

Bron: Eurostat

1 op basis van constante prijzen

BBP (miljoen euro) BBP per capita (euro)

België 339.162 31.796

Duitsland 2.409.100 29.378

Frankrijk 1.907.145 29.637

Nederland 571.979 34.695

Verenigd Koninkrijk 1.563.186 25.552

Bron: Euromonitor

g Het vakantiegedrag van de Britten

De International Passenger Survey (IPS) onderzoekt jaarlijks het reisgedrag van, naar en in het Verenigd Koninkrijk. Iedereen vanaf 16 jaar komt in aanmerking voor het onderzoek, ongeacht het motief of de lengte van verblijf. Korte verblijven tot en met drie nachten en dagtrips worden in deze survey meegerekend en zowel vakanties, zakenreizen als verblijven bij vrienden en fa- milie komen in aanmerking. In onderstaande tabellen zijn de dagtrips opgenomen in de cijfers met betrekking tot de bezoeken. De overnachtingscijfers sluiten de dag- trips logischerwijze uit.

Het aantal Britse buitenlandse bezoeken en overnachtin- gen zijn in 2009 sterk afgenomen. Het aantal bezoeken was in 2008 nog maar licht gedaald terwijl de overnach- tingen nog toegenomen waren. Opvallend is dat de bui- tenlandse daguitstappen minder sterk zijn afgenomen dan in 2008. Van de 1,8 miljoen daguitstappen gaan er 318.000 richting België, een aandeel van 17%.

Tabel 8:

Buitenlandse bezoeken en overnachtingen van de Britten 2007-2009

(aantal x 1.000) 2007 2008 2009 Trend 08-09 Aantal bezoeken 69.450 69.011 58.614 -15,1%

Waarvan daguitstappen 2.632 2.161 1.864 -13,7%

Daguitstappen naar België 458 364 318 -12,6%

Aantal overnachtingen 689.643 703.281 614.492 -12,6%

Bron: IPS

(16)

Tabel 9:

Buitenlandse bezoeken van de Britten 2007-2009

(aantal x 1.000) 2007 2008 2009 % 2009 Trend 08-09

Spanje 13.869 13.819 11.582 19,8% -16,2%

Frankrijk 11.201 10.855 9.764 16,7% -10,1%

Ierse Republiek 4.205 3.921 3.549 6,1% -9,5%

Italië 3.569 3.372 2.610 4,5% -22,6%

Duitsland 2.686 2.703 2.127 3,6% -21,3%

Griekenland 2.511 2.096 1.881 3,2% -10,3%

Nederland 2.239 2.008 1.840 3,1% -8,4%

Portugal 2.177 2.531 1.809 3,1% -28,5%

Turkije 1.532 1.936 1.622 2,8% -16,2%

Polen 1.552 1.578 1.554 2,7% -1,5%

België 1.870 1.787 1.392 2,4% -22,1%

Overig Europa 7.777 7.818 6.214 10,6% -20,5%

Europa 55.188 54.424 45.944 78,4% -15,6%

Verenigde Staten 3.923 4.003 3.187 5,4% -20,4%

India 972 956 847 1,4% -11,4%

Egypte 510 664 749 1,3% +12,8%

Verenigde

Arabische Emiraten 513 651 549 0,9% -15,7%

Canada 664 626 465 0,8% -25,7%

Australië 532 511 434 0,7% -15,1%

Overige wereld 7.148 7.176 6.439 11,0% -10,3%

Totaal 69.450 69.011 58.614 100% -15,1%

Bron: IPS

De volgende gegevens hebben betrekking op de Britse overnachtingen in het buitenland. Hierdoor sluiten we de daguitstappen logischerwijze uit. Het totaal aantal Britse overnachtingen is afgenomen. Het verlies is in Europa iets sterker dan het totaal. Het marktaandeel van Europa is bij de overnachtingen wel heel wat kleiner dan bij de bezoeken. De verblijfsduur van reizen buiten Europa is dan ook een stuk hoger.

De topbestemmingen op vlak van overnachtingen zijn eveneens Spanje en Frankrijk. Het verschil in marktaandeel tussen beide is wel groter dan bij de bezoeken. Ook hier is het verlies van Spanje sterker dan van Frankrijk. Op de derde plaats komt de Verenigde Staten, afgescheiden van de rest. Ierland is duidelijk een bestemming voor korte vakanties waardoor ze een stuk lager staat bij de overnachtingen. Omdat het aantal overnachtingen in India constant blijft en Italië fors verliest, stijgt India naar de vierde plaats. Italië zakt twee plaatsen, want ook Griekenland springt er over, ondanks een verlies van -13%. De grootste verliezers zijn Zwitserland, Malta, Portugal en Italië. België verliest minder Britse overnachtingen dan bezoeken. Het verlies van België ligt hier zelfs nipt onder het Europese gemiddelde.

Bij de verre bestemmingen valt op dat de verdeling bij de overnachtingen heel anders is dan bij de bezoeken.

Landen als India, Pakistan, Australië en Thailand doen het opvallend goed door een lange verblijfsduur. Landen als Egypte en de Verenigde Arabische Emiraten zijn dan weer minder belangrijk bij de overnachtingen. De Britse overnachtingen in de meeste verre bestemmingen gaan, net zoals de bezoeken, sterk achteruit, met Egypte als opvallende uitzondering.

Tabel 10:

Buitenlandse overnachtingen van de Britten 2007-2009

(aantal x 1.000) 2007 2008 2009 % 2009 Trend 08-09 Spanje 131.795 131.299 110.877 18,0% -15,6%

Frankrijk 71.012 71.137 66.329 10,8% -6,8%

Griekenland 26.674 23.246 20.314 3,3% -12,6%

Italië 26.174 25.507 19.926 3,2% -21,9%

Ierse Republiek 21.474 19.407 18.665 3,0% -3,8%

Turkije 16.214 22.541 18.276 3,0% -18,9%

Portugal 21.262 24.179 18.102 2,9% -25,1%

Polen 16.438 17.697 17.773 2,9% +0,4%

Duitsland 13.237 14.979 12.198 2,0% -18,6%

Cyprus 15.141 15.846 12.039 2,0% -24,0%

Nederland 9.025 8.469 8.605 1,4% +1,6%

Zwitserland 7.391 7.755 5.371 0,9% -30,7%

Oostenrijk 4.938 6.063 5.276 0,9% -13,0%

België 5.285 4.759 4.129 0,7% -13,2%

Malta 5.011 5.523 4.002 0,7% -27,5%

Overig Europa 32.425 33.761 30.435 5,0% -9,9%

Europa 423.496 432.168 372.317 60,6% -13,8%

Verenigde Staten 51.688 55.110 43.184 7,0% -21,6%

India 24.986 24.061 24.120 3,9% +0,2%

Pakistan 15.384 15.192 17.019 2,8% +12,0%

Australië 21.021 20.334 15.710 2,6% -22,7%

Canada 10.864 10.647 8.039 1,3% -24,5%

Thailand 9.456 9.908 7.712 1,3% -22,2%

Overige wereld 132.748 135.861 126.391 20,6% -7,0%

Totaal 689.643 703.281 614.492 100% -12,6%

Bron: IPS

De tunnelverbinding wint verder aan belang voor een bezoek aan België. Meer dan de helft komt nu al via deze weg. Het vliegtuig verliest opnieuw een beetje terrein.

16% van de Britse bezoekers vliegt nu naar België. De boot verliest nog iets meer aandeel. In 2007 was de boot nog even belangrijk als de Tunnel. Twee jaar later bedraagt het verschil 22 procentpunt.

(17)

(indicator) 2005 2006 2007 2008 2009 Populatie (x 1.000) 62.638 62.999. 63.392 63.753. 64.351

Evolutie BBP1 1,9% 2,2% 2,4% 0,2% -2,6%

Werkloosheidsgraad 9,3% 9,2% 8,4% 7,8% 9,5%

Inflatie 1,9% 1,9% 1,6% 3,2% 0,1%

Bron: Eurostat

1 op basis van constante prijzen

BBP (miljoen euro) BBP per capita (euro)

België 339.162 31.796

Duitsland 2.409.100 29.378

Frankrijk 1.907.145 29.637

Nederland 571.979 34.695

Verenigd Koninkrijk 1.563.186 25.552

Bron: Euromonitor

Tabel 11:

Transportmiddel van de Britse bezoeken naar België 2007-2009

2007 2008 2009

Vliegtuig 16,8% 19,3% 15,7%

Boot 41,1% 34,4% 30,9%

Tunnel 42,1% 46,3% 53,4%

Totaal 100% 100% 100%

Bron: IPS

Het belangrijkste doel voor een bezoek aan België is vakantie. Dit is het geval voor de helft van de bezoeken.

Zaken vormen het motief voor bijna 30% van de bezoeken. De vakanties winnen terug licht aandeel na het verlies in 2008, terwijl de zaken terrein verliezen in 2009. Het bezoek aan familie of vrienden wint het sterkst aan aandeel.

Tabel 12:

Britse bezoeken in België naar motief 2007-2009

2007 2008 2009

Vakantie 53,7% 50,1% 51,3%

Zaken 25,1% 29,8% 28,3%

Bezoek familie of vrienden 11,8% 9,7% 13,6%

Andere 9,3% 10,4% 6,8%

Totaal 100% 100% 100%

Bron: IPS

In totaal besteden de Britten in België in 2009 355 miljoen pond of 399 miljoen euro. Per bezoek komt dit neer op gemiddeld 255 pond of 286 euro. Wanneer rekening gehouden wordt met de inflatie, is het totaal bestede bedrag in België gedaald met 104 miljoen pond of 117 miljoen euro. Dit betekent 36 euro minder per bezoeker. In vergelijking met 2007 is dit zelfs 79 euro minder. De verdere verzwakking van het pond in 2009 laat zich heel duidelijk voelen, zowel op het vlak van het aantal bezoeken als op het vlak van de uitgaven.

Tabel 13:

Bestedingen Britse bezoeken in België 2007-2009

(aantal x 1.000.000) 2007 2008 2009

In pond 441 449 355

In euro 644 564 399

Bron: IPS

2.3 De Franse markt

g Economische situatie in Frankrijk

Frankrijk is de kaap van de 64 miljoen inwoners voorbij. Dit is net iets meer dan het Verenigd Koninkrijk.

Net zoals in de andere buurlanden gaat ook in Frankrijk het BBP in 2009 naar beneden. Frankrijk doet het wel het best van alle buurlanden. Het BBP per capita ligt nu iets onder de 30.000 euro. Frankrijk scoort hiermee minder goed dan Nederland en België, maar is vergelijkbaar met Duitsland. Na de opvallend hoge inflatie in 2008 blijft de geldontwaarding in 2009 nagenoeg stabiel.

De werkloosheidsgraad was in Frankrijk sinds 2005 geleidelijk aan het dalen. In 2009 is ze echter opnieuw sterk toegenomen en zit ze zelfs boven het niveau van 2005.

Tabel 14:

Evolutie van een aantal economische indicatoren voor Frankrijk 2005-2009 en BBP 2009

(18)

g Het vakantiegedrag van de Fransen

In ‘Le Suivi de la Demande Touristique des Français‘

wordt jaarlijks door INSEE, DGCIS en TNS-Sofres het vakantiegedrag van de Fransen onderzocht en in kaart gebracht. Door middel van een maandelijkse enquête worden 20.000 inwoners van Frankrijk ouder dan 15 jaar ondervraagd. Een vakantie is gedefinieerd als elk recreatief verblijf van minimum één nacht, omwille van ontspanning, rust of bezoek aan familie, vrienden of kennissen, buiten de eigen woning. Een korte vakantie duurt één tot drie nachten, terwijl een lange vakantie minimum vier nachten beslaat.

Opgelet, wegens het niet tijdig ter beschikking zijn van de gegevens van 2009, is dit hoofdstuk beperkt tot de cijfers van 2008.

De vakantieparticipatie van de Fransen, of ‘het aandeel van de bevolking dat ten minste eenmaal per jaar een vakantie onderneemt’, bedraagt 80% in 2008. Het aandeel reizende Fransen is in vergelijking met 2007 gelijk gebleven; in vergelijking met 2006 is er een daling. De vakantiefrequentie gaat eveneens achteruit.

In 2008 waren er in totaal 212,6 miljoen Franse vakanties. Dit betekent 13 miljoen vakanties minder dan een jaar voordien. Zowel het aantal binnenlandse als buitenlandse vakanties is gedaald; respectievelijk met -5% en -4%. In absolute aantallen is dit vooral merkbaar in het binnenland aangezien 9 op de 10 van de Franse vakanties doorgaan in eigen land.

Tabel 15:

Totale vakantieparticipatie van de Fransen 2006-2008

(korte + lange vakanties) 2006 2007 2008

Participatie 81,2% 80,0% 79,9%

Frequentie 4,9 5,0 4,7

Aantal korte + lange vakanties (mln) 223,6 225,6 212,6 Aantal binnenlandse vakanties (mln) 202,0 204,1 191,9 Aantal buitenlandse vakanties (mln) 21,2 21,3 20,4 Bron: INSEE, DGCIS, TNS-Sofres

52% van alle vakanties hebben een verblijfsduur van maximum drie nachten. Hun aantal is in 2008 met -5,9%

afgenomen tegenover het jaar voordien. Ook het aantal lange vakanties gaat met meer dan -5% achteruit.

De trend naar meer korte vakanties is dus in Frankrijk doorbroken. Ook in 2007 was het aantal lange vakanties al sterker gestegen dan het aantal korte vakanties.

Tabel 16:

Korte en lange vakanties van de Fransen 2006-2008

(aantal x 1.000.000) 2006 2007 2008 % 2008 Trend 07-08 Korte vakanties 116,1 116,7 109,9 51,7% -5,9%

Lange vakanties 107,5 108,9 102,7 48,3% -5,6%

Totaal 223,6 225,6 212,6 100% -5,8%

Bron: INSEE, DGCIS, TNS-Sofres

Het aantal Franse overnachtingen bedraagt in 2008 meer dan 1,1 miljard. Dit zijn er 56 miljoen minder dan het jaar voordien. De daling van het aantal overnachtingen is minder sterk dan deze van het aantal vakanties.

Dit duidt op een iets langere verblijfsduur. Het aantal overnachtingen tijdens korte vakanties is sterker gedaald dan die bij de lange vakanties. In 2007 was het aantal overnachtingen tijdens de lange vakanties nog gelijk gebleven, bij de korte vakanties was er toen ook al een afname.

Tabel 17:

Korte en lange vakanties van de Fransen 2006-2008 (overnachtingen)

(aantal x 1.000.000) 2006 2007 2008 % 2008 Trend 07-08 Korte vakanties 215,9 213,8 201,6 14,9% -5,7%

Lange vakanties 1.191,0 1.191,0 1.147,0 85,1% -3,7%

Totaal 1.406,9 1.404,8 1.348,6 100% -4,0%

Bron: INSEE, DGCIS, TNS-Sofres

Spanje en Italië zijn nog steeds de twee meest geliefde buitenlandse bestemmingen voor de Fransen. Na de sterke daling van Spanje in 2007, blijft het aantal Franse vakanties er nu min of meer stabiel. Italië verwelkomt 2,3 miljoen Fransen in 2008, waarmee het aantal daalt met -13%. Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zien het aantal Franse vakantiegangers sterk toenemen in 2008 en komen daardoor op een stevige derde plaats. Het zwakke pond maakt het Verenigd Koninkrijk duidelijk populair bij de Fransen. Het aantal Franse vakanties in België en Luxemburg is in 2008 status quo gebleven.

Hierdoor zakken ze naar de vierde plaats. In 2007 overnachtten er iets meer Fransen dan in het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Duitsland kent een forse stijging met +27% en zit zo België en Luxemburg op de hielen.

Afrika is de belangrijkste verre bestemming, gevolgd door het Amerikaanse continent. Het aantal vakanties naar Afrika stijgt tegenover 2007, maar bedraagt nog steeds minder dan in 2006. Amerika ontvangt opnieuw ongeveer evenveel Franse toeristen als in 2006. De forse toename in 2007 kon dus niet aangehouden worden.

Azië en Oceanië kennen een daling van bijna -10%.

(19)

Tabel 18:

Buitenlandse korte en lange vakanties van de Fransen 2006-2008

(aantal x 1.000.000) 2006 2007 2008 % 2008 Trend 07-08

Spanje 3,6 3,3 3,3 16,3% +2,1%

Italië 2,5 2,6 2,3 11,2% -13,3%

Verenigd Koninkrijk/Ierland 1,2 1,2 1,5 7,5% +32,3%

België/G.H. Luxemburg 1,2 1,2 1,2 6,0% +0,2%

Duitsland 0,9 0,8 1,1 5,2% +27,1%

Totaal Europa 14,2 14,5 13,8 67,3% -5,0%

Afrika 3,4 3,1 3,2 15,9% +6,4%

Amerika 1,4 1,7 1,4 6,9% -16,4%

Azië, Oceanië 1,4 1,5 1,3 6,5% -9,8%

D.O.M., T.O.M.-gebieden 0,8 0,7 0,7 3,3% +3,2%

Totaal buitenland 21,2 21,3 20,4 100% -4,3%

Bron: INSEE, DGCIS, TNS-Sofres

Wat betreft het aantal nachten is de top drie dezelfde:

Spanje op kop, gevolgd door Italië en de Britse eilanden. De evolutie van de overnachtingen in deze landen is vergelijkbaar met die van het aantal vakanties, zij het iets positiever. België en Luxemburg komen op de vijfde plaats. Er zijn 3,9 miljoen overnachtingen genoteerd, een lichte daling ten opzichte van 2007 maar -14% minder dan in 2006. België en Luxemburg zijn bestemmingen waar de gemiddelde verblijfsduur relatief kort is. Het aandeel is dan ook duidelijk kleiner bij de overnachtingen dan bij de vakanties. In Duitsland verblijft de Franse toerist gemiddeld langer, waardoor het voor België en Luxemburg komt. Daarenboven laat Duitsland in 2008 een sterke stijging optekenen van het aantal Franse overnachtingen.

De verre bestemmingen hebben, zoals verwacht, een groter aandeel bij de overnachtingen dan bij de vakanties, meer dan 46%. Ook hier is het Afrikaanse continent koploper. In 2008 stijgt het aantal Franse overnachtingen met +5%. Op de tweede plaats komt Amerika. Het aantal overnachtingen is er sterk gedaald zelfs iets sterker dan het aantal Franse vakanties. Dit wijst erop dat de vakanties er iets korter geworden zijn.

Tabel 19:

Buitenlandse korte en lange vakanties van de Fransen 2006-2008 (overnachtingen)

(aantal x 1.000.000) 2006 2007 2008 % 2008 Trend 07-08

Spanje 33,6 28,1 30,1 14,8% +7,0%

Italië 18,4 20,8 19,8 9,7% -4,5%

Verenigd Koninkrijk/Ierland 7,9 6,4 9,0 4,4% +42,1%

Duitsland 5,3 4,9 6,0 2,9% +22,0%

België/G.H. Luxemburg 4,6 4,0 3,9 1,9% -3,5%

Totaal Europa 110,5 110,7 109,3 53,6% -1,2%

Afrika 37,6 35,5 37,4 18,3% +5,4%

Amerika 22,7 27,5 22,6 11,1% -17,8%

Azië, Oceanië 22,1 23,3 20,5 10,0% -12,2%

D.O.M., T.O.M.-gebieden 12,4 12,3 13,8 6,8% +11,9%

Totaal buitenland 205,3 209,3 203,9 100% -2,6%

Bron: INSEE, DGCIS, TNS-Sofres

Gezien het grote aantal binnenlandse vakanties maken de Fransen massaal gebruik van de wagen of mobilhome. Ten opzichte van 2007 zijn de aandelen van de transportmiddelen slechts zeer beperkt gewijzigd. De auto verliest een klein beetje van haar populariteit, de trein wint een beetje.

De duur van lange vakanties is in 2008 licht toegenomen.

Die van de korte vakanties bleef stabiel. In 2007 waren beide nog gedaald.

Tabel 20:

Kenmerken van de vakanties van de Fransen 2006-2008

(korte + lange vakanties) 2006 2007 2008

Transportmiddel

Wagen/Mobilhome/Caravan 78,3% 78,3% 77,9%

Trein 12,6% 12,6% 13,0%

Vliegtuig 6,2% 6,4% 6,3%

Bus 2,0% 1,9% 1,8%

Andere 0,9% 0,8% 1,0%

Reisduur

Korte vakanties (in nachten) 1,86 1,83 1,83 Lange vakanties (in nachten) 11,1 10,9 11,2 Bron: INSEE, DGCIS, TNS-Sofres

(20)

2.4 De Nederlandse markt

g Economische situatie in Nederland

Nederland telt bijna 16,5 miljoen inwoners. Het BBP is in 2009 gedaald met -3,9%. Per capita ligt het BBP heel wat hoger in Nederland dan in onze andere buurlanden. Met bijna 35.000 euro gaat het om 3.000 euro meer in vergelijking met de eerstvolgende, België. De inflatie is zoals in de andere buurlanden teruggevallen, al is de terugval in Nederland nog relatief beperkt gebleven.

De werkloosheid is na jaren van beterschap opnieuw gestegen. Ze blijft met 3,4% wel heel laag.

Tabel 21:

Evolutie van een aantal economische indicatoren voor Nederland 2005-2009 en BBP 2009

2005 2006 2007 2008 2009

Populatie (x 1.000) 16.306 16.334 16.358 16.405 16.486 Evolutie BBP1 +2,0% +3,4% +3,9% +1,9% -3,9%

Werkloosheidsgraad 4,7% 3,9% 3,2% 2,8% 3,4%

Inflatie +1,5% +1,7% +1,6% +2,2% +1,0%

Bron: Eurostat

1 op basis van constante prijzen

BBP (miljoen euro) BBP per capita (euro)

België 339.162 31.796

Duitsland 2.409.100 29.378

Frankrijk 1.907.145 29.637

Nederland 571.979 34.695

Verenigd Koninkrijk 1.563.186 25.552

g Vakantiegedrag van de Nederlanders

Sinds 1980 brengt het ‘Continu Vakantie Onderzoek’ (CVO) het vakantiegedrag van de Nederlanders nauwkeurig in kaart. Op een viertal meetmomenten per jaar wordt er bij 6.000 respondenten online gepeild naar het vakantiegedrag gedurende de drie voorliggende maanden. Alle relevante informatie over de verblijven buiten de eigen woning, voor ontspanning of plezier met minstens één overnachting, wordt verzameld. Elke Nederlander, ongeacht zijn leeftijd, komt in aanmerking voor het onderzoek. Een onderscheid wordt gemaakt naar korte vakanties tot en met drie overnachtingen en lange vakanties vanaf vier overnachtingen.

In 2009 blijft de vakantieparticipatie van de Nederlanders hangen rond 81%. In 2008 was de vakantieparticipatie de op één na hoogste ooit. In 2009 realiseren de Nederlanders de op twee na hoogste vakantieparticipatie. Rekening houdend met het feit dat 2009 een crisisjaar was, is dit opvallend. De frequentie was in 2008 al heel hoog en is in 2009 nog verder gestegen. Enkel in 2002 lag de frequentie nog net iets hoger. De Nederlanders nemen gedurende het jaar 2009 gemiddeld bijna drie vakanties. Samen brengt dat het totale aantal vakanties op meer dan 36 miljoen.

Dat is de allerhoogste waarde sinds de start van het Continu Vakantie Onderzoek. De toename is enkel toe te schrijven aan de binnenlandse vakanties. Waar het aantal buitenlandse vakanties in 2008 nog sterk gestegen is, stagneren deze in 2009. Toch zijn er nog nipt meer buitenlandse dan binnenlandse vakanties.

Tabel 22:

Totale vakantieparticipatie van de Nederlanders 2007-2009

(korte + lange vakanties) 2007 2008 2009

Participatie 80,7% 81,6% 81,3%

Frequentie 2,82 2,84 2,88

Aantal korte + lange vakanties (mln) 35,2 35,9 36,4

Aantal binnenlandse vakanties (mln) 17,6 17,4 18,0

Aantal buitenlandse vakanties (mln) 17,6 18,5 18,4

(21)

Bijna twee derde van de Nederlandse vakanties duurt minstens vier nachten, een derde is van kortere duur.

De groei van het totaal aantal vakanties in 2009 is enkel en alleen te danken aan een fors hoger aantal korte vakanties. Zij gaan met meer dan +6% vooruit. Het aantal lange vakanties daarentegen daalt licht. In 2008 was dit net omgekeerd.

Tabel 23:

Korte en lange vakanties van de Nederlanders 2007-2009

(aantal x 1.000) 2007 2008 2009 % 2009 Trend 08-09 Korte vakanties 12.798 12.280 13.079 36% +6,5%

Lange vakanties 22.352 23.627 23.287 64% -1,4%

Totaal 35.150 35.907 36.367 100% +1,3%

Bron: CVO

Negen op tien Nederlandse vakantieovernachtingen vinden plaats tijdens een lange vakantie, een op tien tijdens een korte. De trend in het aantal vakanties wordt doorgetrokken bij het aantal overnachtingen.

Tabel 24:

Korte en lange vakanties van de Nederlanders 2007-2009 (overnachtingen)

(aantal x 1.000) 2007 2008 2009 % 2009 Trend 08-09 Korte vakanties 28.261 27.222 28.956 10% +6,4%

Lange vakanties 242.137 252.945 247.439 90% -2,2%

Totaal 270.398 280.167 276.396 100% -1,3%

Bron: CVO

In 2009 tellen we ruim -3% minder buitenlandse lange vakanties vanuit Nederland. Sinds jaar en dag voert Frankrijk de top tien van de buitenlandse bestemmingen aan. Na de korte heropleving van de Nederlandse markt in Frankrijk in 2008, daalt het aantal Nederlandse lange vakanties er opnieuw verder. Duitsland en Spanje vervolledigen de top drie. Duitsland stijgt sterk en gaat voor het eerst boven de twee miljoen Nederlandse vakanties. Duitsland ziet het aantal Nederlandse lange vakanties de laatste 10 jaar bijna verdubbelen, terwijl Frankrijk en Spanje op hetzelfde niveau zitten als eind jaren ’90. Spanje neemt een sterke duik, en realiseert de sterkste relatieve en absolute daling van alle landen in de top tien. Groot-Brittannië ziet het aantal Nederlandse vakanties het meest toenemen, met meer dan +18%.

Ook Oostenrijk en de VS kennen een stijging. De andere landen mogen in 2009 minder Nederlanders voor een lange vakantie ontvangen. Een sterke daling doet zich

voor in Griekenland, -14%. Ook naar België zakken de Nederlanders in 2009 minder af dan in 2008.

Tabel 25:

Buitenlandse lange vakanties van de Nederlanders 2007-2009

(aantal x 1.000) 2007 2008 2009 % 2009 Trend 08-09

Frankrijk 2.094 2.373 2.290 15,7% -3,5%

Duitsland 1.738 1.878 2.060 14,1% +9,7%

Spanje 1.513 1.732 1.456 10,0% -15,9%

Oostenrijk 1.127 1.069 1.181 8,1% +10,5%

Italië 884 947 919 6,3% -3,0%

België 924 968 889 6,1% -8,2%

Turkije 640 759 670 4,6% -11,7%

Griekenland 731 729 625 4,3% -14,3%

Groot-Brittannië 357 365 433 3,0% +18,6%

Verenigde Staten 309 373 400 2,7% +7,2%

Andere 3.577 3.901 3.669 25,1% -6,0%

Totaal buitenland 13.894 15.094 14.592 100% -3,3%

Bron: CVO

Het aantal overnachtingen tijdens buitenlandse lange vakanties is eveneens gedaald. De top tien bestaat uit dezelfde landen als bij het aantal lange vakanties, zij het in een andere volgorde. Topland is ook hier Frankrijk, gevolgd door Spanje en Duitsland. Opvallend is dat Frankrijk meer Nederlandse overnachtingen telt in 2009 dan in 2008, dit in tegenstelling met de daling van het aantal lange vakanties. Griekenland, Turkije en Spanje zijn de grote verliezers. Groot-Brittannië is ook bij de overnachtingen de grote winnaar. Oostenrijk en Duitsland zijn de twee andere landen die het aantal Nederlandse overnachtingen tijdens een lange vakantie gevoelig zien toenemen. De daling van de overnachtingen in België is vergelijkbaar met de achteruitgang van het aantal vakanties.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(2) As soon as practicable after receipt of the notice, the Secretary shall serve a copy of the same (with a copy of the applicant's statement) on the operator of the licensing

in dit hoofdstuk maakt de Raad eerst een prelimi- naire opmerking over de benadering van de Raad (3.1), en stelt vervolgens vier onderdelen van de opbouw van het B&O-plan aan

ADSEI geeft zowel informatie omtrent de accommodatievorm (hotels, campings, vakantieparken en accommodatie voor doelgroepen), als over volume-eigenschappen (het aantal aankomsten

Er is voor deze twee landen gekozen omdat Duitsland een vergelijkbaar kiesstelsel heeft en het VK juist een compleet ander kiesstelsel, maar bij beide landen verloopt de

Om deze redenen verleent de Data Protection Officer van Statbel een gunstig advies, overeenkomstig de modaliteiten van deze beraadslaging, voor het leveren van

Internationale handel in goederen Rijnland-Palts naar doel- en herkomstland ,2019 Export Rijnland-Palts naar doelland 2019 (top 10)..

In 2011 tellen we in België ruim 17 miljoen buitenlandse overnachtingen, of 48% van alle overnachtingen in ons land. Het gaat om de som van alle nachten van buitenlandse toeristen

De overheid besliste om te opteren voor het bijbouwen van een derde landingsbaan in Heathrow, maar eerst worden er nog bijkomende onderzoeken gedaan (The Guardian (b), 2017).