• No results found

Taal onderzoek je zó PRAKTIJK

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Taal onderzoek je zó PRAKTIJK"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tijdens de Grote Taaldag op 31 januari 2020 zijn de resultaten gepresenteerd van het eenjarige project Taalkundig onderzoek:

wat is dat en hoe doe je dat?. Dit project kwam voort uit de LOT-populariserings- prijs 2018 (een stimuleringsprijs voor een nog niet uitgevoerd plan), die werd ge- wonnen door Kristel Doreleijers, Mathilde Jansen en Nicoline van der Sijs. Het doel:

een website bouwen met mini-taalonder- zoekjes die leerlingen in de bovenbouw (havo/vwo) van het voortgezet onderwijs wegwijs kunnen maken in taalkundig on- derzoek. Die website is er nu, en is te vin- den via <www.taalonderzoekjezo.nl>.

Het idee voor dit project kwam voort uit een aantal uitdagingen die momen- teel spelen binnen het vakgebied van de neerlandistiek: de teruglopende studen- tenaantallen bij de studie Nederlands, het ‘imagoprobleem’ waar talenstu- dies mee kampen (KNAW, 2018) en de constatering dat het profiel Cultuur &

Maatschappij leerlingen onvoldoende voorbereidt op het wetenschappelijk onderwijs (Van Rooij, 2018). Leerlingen moeten al op jonge leeftijd ontdekken wat ze interessant vinden en waar hun ambities liggen. Daarvoor is het belang- rijk dat hun nieuwsgierigheid wordt aan- gewakkerd (Van Rooij, 2018), maar ook dat schoolvakken leerlingen college ready maken. Dit houdt in dat leerlingen ide- aliter al vóór hun overgang naar het hoger onderwijs beschikken over (onder andere) een zekere mate van (analytisch) probleemoplossend vermogen en vakin- houdelijke kennis (Conley, 2008, 2012).

Didactische doelstelling

De mini-taalonderzoekjes op de website

stimuleren dat leerlingen een onderzoe- kende houding ontwikkelen volgens een didactiek van ‘leren onderzoeken’ (Wien- tjes & Veenhoven, 2016). Door leerlin- gen uit te dagen vragen te stellen, zelf op onderzoek uit te gaan en kritisch na te denken, worden ze al doende betere onderzoekers. Dit kan later ook van pas komen tijdens hun profielwerkstukon- derzoek. Daarnaast is er natuurlijk een belangrijke inhoudelijke component:

laten zien dat het bij taalvakken niet al- leen draait om vaardigheden (schrijfvaar- digheid, leesvaardigheid et cetera) maar óók – en in dit geval júíst – om inhoud.

Door bijvoorbeeld aandacht te besteden aan het onderscheid tussen prescriptief en descriptief denken over taal, en door leerlingen zelf te laten nadenken over de drie T’s: taalgevoel, taalwerkelijk- heid en taalnorm (Van Rijt & Wijnands, 2017), worden zij ‘bewustere’ taalgebrui- kers (Meesterschapsteams Nederlands, 2016). Tegelijkertijd kunnen zij hun schrijfvaardigheid verbeteren via korte of langere (creatieve) opdrachten, zoals het herschrijven van een verhaal, het schrij- ven van een kort betoog of het maken van een ‘taalmeme’.

In totaal bevat de website <www.

taalonderzoekjezo.nl> vier mini-taal- onderzoekjes, die ‘verkenningen’

worden genoemd. Deze worden in de loop van 2020 ondergebracht bij het Onderzoekslab van PlusNederlands, het landelijke plusprogramma voor het schoolvak Nederlands. De verkenningen sluiten aan bij verschillende thema’s:

stijl & genre, taalvariatie & taalveran- dering, naamkunde en regionale taal- variatie, en vertrekken telkens vanuit

PRAKTIJK

38

Levende Talen Magazine 2020|4

Taal onderzoek je zó

concrete onderzoeksvragen. Hoe kun je leren schrijven als Harry Mulisch? Is een meisje die echt fout Nederlands? Hoe kun je de populariteit van voornamen bepa- len? Komen taalregels altijd overeen met taalgevoel? Elk onderzoekje bestaat uit drie stappen: kennismaken, verdiepen en toepassen. Binnen elke stap wordt tekstuele uitleg afgewisseld met korte opdrachtjes die leerlingen zelfstandig of in groepjes kunnen uitvoeren.

Oefenen met digitale databan- ken en tools

Een van de manieren om leerlingen em- pirisch naar taal te leren kijken is via databanken, corpora en digitale tools.

Door leerlingen zelf een onderzoekje te laten doen aan de hand van realistisch materiaal, krijgen ze de kans om zelf na te denken over wat ze acceptabel taal- gebruik vinden in plaats van dat dit door de docent of het handboek wordt voor- gekauwd (cf. Geneste, 2012). Ook is het oefenen met het raadplegen van authen- tiek materiaal een belangrijke stap naar college readiness. Leerlingen die al een beetje ervaring hebben kunnen opdoen, zullen tijdens hun vervolgopleiding min- der ‘schrikken’ van grote hoeveelheden data en hier gemakkelijker hun weg in kunnen vinden. In de verkenningen op de website wordt aandacht besteed aan verschillende digitale databanken, zoals de Syntactische Atlas van de Nederlandse Dialecten (DynaSAND) en de Nederland- se Voornamenbank (NVB). Daarnaast gaan leerlingen in de verkenning over stijl en genre aan de slag met de online tools Textalyser en Stylene. Ook gebrui- ken ze digitale grammatica’s (E-ANS en

Taalportaal) en online taaladviesdiensten in diverse opdrachten.

Per verkenning is een docentenhand- leiding beschikbaar met daarin onder andere de leerdoelen en een antwoord- model. De handleidingen zijn op dit moment te downloaden via de website.

In de afgelopen maanden is op een aantal scholen al feedback gevraagd aan docen- ten die het materiaal hebben getest in vwo 5. Ga je zelf in de klas met het mate- riaal aan de slag en heb je opmerkingen of verbeterpunten? Feedback is welkom via: <taalonderzoekjezo@gmail.com>. ■ Kristel Doreleijers, Mathilde Jansen & Nicoline van der Sijs

Literatuur

Conley, D. (2008). Rethinking college readiness.

In B. Barefoot (Red.), The first year and beyond:

Rethinking the challenge of collegiate transition (p.

3–13). Jossey-Bass.

Conley, D. (2012). A complete definition of col- lege and career readiness. Educational Policy Improvement Center.

Geneste, D. (2012). De toepassing van digitale corpora binnen (en buiten) het talenlokaal.

Levende Talen Tijdschrift, 99(8), 22–26.

KNAW. (2018). Talen voor Nederland.

Meesterschapsteams Nederlands. (2016). Manifest Nederlands op School: Meer inhoud, meer plezier, beter resultaat. Levende Talen Magazine, 103(2), 38.

Rijt, J. van, & Wijnands, A. (2017). Taalnorm, taal- werkelijkheid en taalgevoel: De casus ‘hun hebben’. Levende Talen Magazine, 104(7), 4–8.

Rooij, E. van. (2018). Secondary school students’ uni- versity readiness and their transition to university [Dissertatie, Rijksuniversiteit Groningen].

RUG Onderzoeksdatabase. https://www.rug.

nl/research/portal/publications/secondary- school-students-university-readiness-and- their-transition-to-university(2cea35bf-a4c5- 4fa3-91c8-0a09ba1c5c9a).html

Wientjes, H., & Veenhoven, J. (2016). Eureka!

Didactiek voor het leren onderzoeken in het vwo.

Centrum voor Onderwijs en Leren.

39

Levende Talen Magazine 2020|4 Illustratie: Viktoryia Shydlouskaya

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Interactie tussen leerlingen onderling en tussen leerlingen en de leerkracht zijn noodzakelijk voor de taal- en denk- ontwikkeling van leerlingen (Curriculum.nu 2019).. Ook

In het nieuwe leerplan voor de derde graad van het secundair onderwijs is er – hele- maal in lijn met de leerplannen voor de eerste en tweede graad – meer plaats voor

Leraren volgen en begeleiden leerlingen  Op ruim 90 procent van de speciale basisscholen volgen de leraren de ontwikkeling van de leerlingen voldoende tot goed, analyseren

Daarnaast worden de succesfactoren die reeds bekend zijn gepresenteerd en zal gekeken worden naar of scholen deze factoren kunnen inzetten om leerlingen succesvol voor informatica

Voor de tegenwoordig meest gebrui- kelijke betekenis hebben de Duitstaligen vanouds het woord überwachen, en het is grappig om te zien hoe het ICT-bedrijf Intelligix op zijn

Vraag stellen – Vervolgens kunnen met behulp van ma- nipulatie met de plaatjes (weglating tekstgedeelten, weglating pointe/laatste plaatje van drie of vier) de taal- kundige

Wat echter het verkeerde aan de genoemde keuze van deze (en wellicht ook andere) scholen is, is dat er op arbi- traire wijze voor leerlingen wordt gekozen wat goed voor hen

Binnen MySchoolsNetwork hebben leerlingen te maken met echte leerlingen over de gehele wereld met wie com- municatie in de vreemde taal natuurlijk, interessant en uitdagend is..