• No results found

Belgische crisis bij Wegener

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Belgische crisis bij Wegener"

Copied!
97
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Belgische crisis

bij Wegener

De invloed van concernvorming bij Wegener op de berichtgeving in

BN/De Stem en de Gelderlander over de Belgische crisis na de

landelijke verkiezingen van 2007.

Jan ter Harmsel

S1457357

Master Journalistiek Rijksuniversiteit Groningen

studiepad dagbladjournalistiek

Prof. Dr. H.B.M. Wijfjes

Hoofdbegeleider

Dr. I.M. van den Broek

Tweede lezer en in eerste instantie hoofdbegeleider

Inleverdatum:

(2)

Voorwoord

Het schrijven van dit voorwoord betekent het einde van mijn journalistieke opleiding in Groningen, want op dit moment zit mijn onderzoek erop. Vanaf nu kan ik me volledig richten op de zoektocht naar een baan.

Via deze weg zou ik graag mijn begeleiders Huub Wijfjes en Ilja van den Broek willen bedanken voor de ondersteuning tijdens mijn scriptie, voor hun kritische blik en tips om het onderzoek een goed vervolg te geven. Daarnaast ook dank voor vriendin, ouders, familie en kennissen voor de steun en interesse die zij getoond hebben in mijn onderzoek en de

voortgang daarvan.

Ik begon in september 2008 voortvarend aan mijn scriptie, maar werkzaamheden bij het Nederlands Dagblad en een stage bij NRC Handelsblad droegen niet bij aan een vlotte afronding van dit onderzoek. Voor mij bleek het werk slecht te combineren met het afronden van de scriptie.

(3)

Inhoudsopgave

Voorwoord 1

Inhoudsopgave 2

Inleiding 3

Hoofdstuk 1 Gatekeeping 9

H1.1. Verschillende vormen van het nieuwsselectieproces 13

H1.2 Wanneer heeft iets nieuwswaarde? 16

H1.3 Invloed van het beleid van de krant op de rol van de journalist 21

H1.4 Hoe komt een regionale journalist aan nieuws? 24

Hoofdstuk 2 Regionale journalistiek en de Wegenerkranten 26

H2.1 Wie behoren tot de doelgroep van een regionale krant? 26 H2.2 Verandering van journalistieke taken bij regionale kranten 28 H2.3 Veranderende berichtgeving bij regionale kranten 30 H2.4 Gevolgen voor BN/De Stem en De Gelderlander door

concernvorming bij Wegener

35

Hoofdstuk 3 Opzet inhoudsanalyse van berichtgeving Belgische crisis 42

H3.1 Historische achtergrond van de crisis in België na de verkiezingen van 2007

43

Hoofdstuk 4 Resultaten krantenanalyse 47

H4.1 Intensiteit van de berichtgeving 47

H4.2 Aard en herkomst van de berichtgeving 51

Hoofdstuk 5 Interviews 59

H5.1 Nieuwsselectie en bronnen 60

H5.2 Rol GPD 62

H5.3 Belangrijkheid van België in berichtgeving 63

H5.4 Invloed concernvorming 64

Conclusie 66

Literatuurlijst 69

Bijlage 1 Interviews met redacteuren BN/De Stem

Bijlage 2 Interviews met eindredacteur De Gelderlander

Bijlage 3 Interviews met toenmalige redacteuren GPD

Bijlage 4 Aanvullend interview Geert Nijland van BN/De Stem

Bijlage 5 Overzicht en inhoudsanalyse van alle krantenartikelen uit

BN/De Stem

Bijlage 6 Overzicht en inhoudsanalyse van alle krantenartikelen uit de

Gelderlander

Bijlage 7 Artikelen van BN/De Stem voor de inhoudsanalyse

(4)

Inleiding

Begin juli van 2008 dreigden medewerkers van regionale Wegenerkranten met een staking om daarmee te protesteren tegen de voorgestelde bezuinigingen door Mecom, de Britse eigenaar van het bedrijf. Joop Munsterman, voorzitter van de Raad van Bestuur en CEO van Wegener, maakte bekend dat 395 tot 465 banen moeten verdwijnen, wat een bezuiniging zou moeten opleveren van 32 tot 37 miljoen euro1.

De redacteuren van de onder andere De Gelderlander, de Stentor en het Brabants

Dagblad wilden met stakingen kenbaar maken het niet eens te zijn met het saneringsbesluit,

en eisten intrekking hiervan. Ook in de jaren daarvoor hadden al veel reorganisaties plaatsgevonden bij regionale titels die aangesloten waren bij het Wegenerconcern.

Concernvorming is een trend die bij alle regionale kranten te zien is. Veel Nederlandse regionale kranten zijn opgeslokt door het Wegenerconcern – dat zelf weer onderdeel is van investeerder Mecom. Deze schaalvergroting kan tot kostenbesparingen leiden, want kosten die normaal voor elke krant gemaakt worden gemaakt, kunnen nu eenmalig worden gemaakt voor alle kranten. Zo moet er bijvoorbeeld één redacteur komen die filmrecensies schrijft voor alle kranten.

,,De bezuinigingsdruk blijft op de redactie rusten’’, zei Ron Lodewijks, voorzitter van de redactieraad van het Brabants Dagblad, in 2008 in zijn krant.,,Bovendien kan de Raad van Bestuur na een jaar het akkoord weer ter discussie stellen.’’2 Het akkoord over de minimale bezetting tot eind 2010 kan al snel weer worden opgeheven. Lodewijks: ,,Dus nog zeker geen reden tot euforie.” Ook is hij nog niet te spreken over de rendementseis van tussen de vijftien en twintig procent die Wegener wil hanteren, want kwaliteit is op deze manier onvoldoende te waarborgen.

Dat er nog steeds bezuinigd moet worden, staat vast volgens de directie van Mecom. Kranten moeten zelf manieren manier vinden om geld te besparen. Volgens Munsterman zouden de teruglopende inkomsten van de kranten het einde van de onderneming betekenen.3 Hierdoor ontstaat een probleem, stellen Bob Franklin en David Murphy in hun boek Making

the Local News. Dit illustreren ze met voorbeelden uit een interview met Peter Kay. Deze

journalist stelt dat er minder tijd is voor het zoeken naar en het schrijven van verhalen als op

1 ‘Verraste Wegener-baas houdt vast aan sanering; Anders dreigt einde voor krantenconcern’, De Telegraaf, 7

juli 2008.

2 ‘Wegener garandeert journalistieke banen’, Brabants Dagblad, 30 augustus 2008.

3 ‘Verraste Wegener-baas houdt vast aan sanering; Anders dreigt einde voor krantenconcern’, De Telegraaf, 7

(5)

een redactie het aantal journalisten minder wordt. 4 Het vinden van de juiste balans en onpartijdigheid blijven volgens Kay nog steeds kenmerken waar de journalist rekening mee moet houden, ook al verzamelt hij zijn nieuws door middel van een telefoontje of uit een persbericht.5

Wegener wil met een centrale redactie het belangrijkste nieuws standaardiseren, zodat het geschikt is voor alle regionale kranten. Deze kranten worden steeds meer gedwongen om samen te werken met elkaar. Wanneer de nieuwsstroom centraal wordt aangestuurd is minder mankracht nodig op de lokale redacties en de vraag rijst of regionale dagbladen hun pagina’s nog wel een eigen (regionaal) gezicht kunnen geven.

Bij Wegener vindt een standaardisering van het nieuwsaanbod plaats, aangestuurd door een centrale redactie in Nijmegen. Alle zeven titelredacties bepalen de inhoud van het regiokatern en krijgen iedere dag de nieuwspagina’s, twee featurepagina’s en de bijlagen aangeleverd vanuit Nijmegen.6 Op deze manier zouden de regionale kranten flink kunnen bezuinigen, maar de kostenpost is niet veel lager. Peter Jansen van de Provinciale Zeeuwse

Courant (PZC) heeft altijd extra mankracht nodig om de pagina’s geschikt te maken voor de

Zeeuwse lezer: ,,De centrale redactie doet uitstekend werk, maar we kunnen niet één op één de pagina’s die zij leveren overnemen. Nieuwspagina’s moeten omgebouwd worden om (regionale) advertenties te plaatsen. Bovendien willen we meer Zeeuws accent in het binnenlands nieuws brengen dan de centrale redactie kan doen. En als er drie pagina’s buitenlands nieuws wordt aangeboden, moeten we selecteren omdat we er maar twee hebben in onze krant’’, zegt Jansen.7

Regionale redacties houden graag zeggenschap over de identiteit van de krant, die door fusies of invoering van een centrale, van buitenaf gestuurde redactie bedreigd zou

worden. In de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw was er veel weerstand tegen fusies van regionale kranten, want de pluriformiteit zou worden aangetast, met eenzijdige en

kwalitatief mindere berichtgeving tot gevolg. Deze kritiek verstomde mede door opkomst van multimediale regionale media en huis-aan-huisbladen.8 Latere fusies tussen de Friese Koerier en de Leeuwarder Courant, of tussen het Brabants Nieuwsblad en De Stem zorgden door behoud van beeldbepalende elementen voor weinig problemen.9

4 Bob Franklin en David Murphy, Making the Local News (Londen/New York: Routledge, 1998) 167. 5 Idem.

6 http://www.dejournalist.nl/achtergronden/bericht/een-zooitje-bij-wegener/, 22-4-2010. 7 idem

(6)

Fusies tussen twee kranten kunnen ervoor zorgen dat de krant de lezer niet meer optimaal bedient. Doordat de redactie een groter gebied moeten verslaan, vindt de lezer minder berichten terug over zijn eigen leefomgeving, waardoor bij hen ontevredenheid ontstaat.10 Bij de huidige ontwikkelingen bij Wegener speelt dit probleem minder. Marcel Broersma, die belangrijk onderzoek heeft verricht voor Wegener naar regionale kranten, benadrukt dat een voorwaarde voor succes op lange termijn samenhangt met ,,uitgevers die inzien dat ze moeten investeren in de redactie.’’11 Regionale kranten vinden dat dit laatste niet goed gebeurt, want door te investeren in een centrale redactie (standaardisering van het nieuwsaanbod) komt dit niet ten goede aan de eigen, regionale identiteit van de krant.

De vraag rijst of regionale dagbladen nog wel de capaciteit hebben om regionale onderwerpen op te pakken. Betrokkenheid en nabijheid bij deze nieuwsactiviteiten is de belangrijkste reden waarom lezers een abonnement nemen op de regionale krant. Ze zitten dus ,,niet te wachten op een ‘regionale krant met landelijke allure’.’’12

Een focus op regionaal nieuws moet het credo zijn voor de regionale media. Nieuws selecteren dat dicht bij de lezer is, en deze gebeurtenissen uitgebreid onder de loep nemen. Omdat lokaal nieuws vaak niet relevant is voor andere regio’s, zullen de redacteuren daar zelf naar op zoek moeten.

Maar hebben regionale kranten hier nog wel ruimte, tijd en geld voor? Heeft een krant als BN/De Stem bijvoorbeeld nog wel de mogelijkheid om de politieke crisis in België in beeld te brengen? Voor mensen in Brabant, Limburg en Zeeland is ons buurland belangrijk, omdat ze daar in hun dagelijkse behoeften voorzien door gebruik te maken van de Belgische winkels. Belangrijke besluiten in België zijn dus ook van groot belang voor de burgers in de Nederlandse grensstreek.

Voor dit onderzoek is gekozen om de politieke crisis in België na de verkiezingen van 2007 als casus te nemen. Na de landelijke verkiezingen verkeerde België in een politieke impasse omdat het coalitiepartijen maar niet lukte om een regeerakkoord af te sluiten. Een lezer van een regionale krant wil hierover naar verwachting graag meer weten als het ook daadwerkelijk invloed heeft op zijn eigen leefsituatie. Vandaar ook de keuze voor BN/De

Stem en De Gelderlander, waarbij de ene krant verspreid wordt in een regio die vlakbij de

Belgische grens ligt en de ander juist niet.

Deze overwegingen resulteren in de volgende hoofdvraag voor dit onderzoek:

(7)

Hoe belangrijk vonden de regionale kranten BN/De Stem en De Gelderlander de

berichtgeving over de politieke crisis in België na de landelijke verkiezingen van 2007 en vinden de redacteuren dat er voldoende mogelijkheden zijn om hier aandacht aan te besteden?

De meer algemene deelvraag die op de achtergrond dus meespeelt is: Wat heeft de

standaardisering van het nieuwsaanbod bij Wegener tot gevolg voor de nieuwsselectie en waardering van lokaal nieuws bij de regionale kranten BN/De Stem en De Gelderlander?

De hoofdvraag zal beantwoord worden aan de hand van de gatekeepingstheorie en de daaraan verwante theorie over agenda-setting en nieuwsselectie. Gatekeeping is een onderdeel van het selectieproces dat plaatsvindt om tot een afgewogen inhoud te komen van een krant, boek of ander medium. Bij dit onderzoek wil ik me alleen richten op de selectieprocessen op de redactie van de papieren krant en daarbij de focus leggen op de aandacht die de kranten

BN/De Stem en De Gelderlander besteden aan de politieke crisis in België.

Met behulp van de gatekeepingtheorie kan worden aangetoond hoe belangrijk de redacteuren van de regionale kranten de berichtgeving over de politieke crisis in België vinden. Van alle informatiestromen die binnen komen bij de redactie moet een redacteur een selectie maken. Bij gatekeeping worden belangrijke berichten doorgelaten en onbelangrijke berichten worden verworpen. Hoe belangrijker en relevanter een journalist een gebeurtenis vindt, hoe prominenter dit gebracht wordt. De plek in de krant (welke pagina en waar op de pagina, hoe lang, enz.) geeft aan hoe belangrijk de krant een bepaalde kwestie vindt.

Regionale kranten hebben een eigen nieuwsagenda, die verschilt van die van

landelijke kranten. Landelijke kranten brengen het nieuws dat zij belangrijk achten voor hun brede lezersgroep. Regionale dagbladen hebben een veel specifiekere doelgroep, die te herleiden is tot een veel kleiner geografisch gebied. Vanuit de grote stroom met nieuws- en persberichten moeten de redacteuren nieuws selecteren dat volgens hen het meest relevant en interessant is voor de lezer. Lokaal nieuws is voor een landelijk medium niet relevant, maar voor regiokranten juist wel, want een lokale gebeurtenis heeft een verband met de eigen leefsituatie van de doelgroep.

(8)

door regionale redacteuren? Dat zou tot gevolg hebben dat regionale kranten die zijn aangesloten zijn bij een concern steeds meer gelijkvormig worden.

Uit een historische uiteenzetting van de ontwikkeling van de gatekeepingtheorie blijkt (zie Hoofdstuk 1 Gatekeeping) dat de rol en invloed van de journalist op het

gatekeepingproces nogal verschilt per onderzoeker.13 Kurt Lewin legde de nadruk op het selectieproces in vergelijking met dat van de route die het voedsel aflegt voor het op het bord ligt. Zijn assistent David Manning White gaat uit van een in hoge mate subjectieve

beoordeling door een gatekeeper van wat belangrijk en relevant is door onderzoek met de zogenaamde Mr. Gates14. In de loop van de tijd komen ook theorieën naar voren waaruit blijkt dat iedere gatekeeper vervangen kan worden door een collega en dat het resultaat dan

hetzelfde blijft. Journalisten zouden ook werken als collectief in het gatekeepingproces. Het beeld van de gatekeeper veranderde zo iedere keer. Voor deze scriptie is het relevant om door interviews te onderzoeken hoe de verschillende gatekeepers hun rol als gatekeeper ervaren alsmede de manier waarop zij beslissingen maken over de belangrijkheid en relevantheid van een artikel, de eigen betrokkenheid bij en de houding ten opzichte van de regio. Bij Wegener vinden veel reorganisaties plaats, onder andere door steeds meer nieuws vanuit een centrale redactie te leveren, om steeds efficiënter te werken en kosten te besparen. Dit kan veel invloed hebben op de journalistieke taken van regionale redacteuren van onder andere BN/De Stem. Interviews met lokale redacteuren bij die krant kunnen een inzicht geven deze veranderingen te merken zijn op de redactievloer van een regionaal dagblad.

Met behulp van een inhoudsanalyse is het mogelijk een goed beeld te krijgen welke nieuwsberichten BN/De Stem en de Gelderlander belangrijk vinden met betrekking tot de politieke crisis na de verkiezingen van 2007 (zie Hoofdstuk 3 Opzet inhoudsanalyse van

berichtgeving Belgische crisis en Hoofdstuk 4 Resultaten krantenanalyse). Bij deze analyse

worden krantenartikelen opgezocht in het krantenarchief aan de hand van sleuteldata in de crisisperiode en vervolgens worden deze artikelen geanalyseerd op de intensiteit en de aard van de berichtgeving. De intensiteit geeft aan hoe vaak en op welke plaats de berichten worden gepubliceerd in de krant. Ook is op die manier een goed beeld te krijgen van de bronnen die de krant gebruikt en wat de herkomst (aard) van de berichten in de krant is.

Maar met alleen een krantenanalyse wordt nog niet duidelijk welke afwegingen de journalisten hebben gemaakt om bepaalde bronnen te gebruiken of waarom de intensiteit van

13 Pamela J. Shoemaker, ‘Introduction’ in: Idem, Gatekeeping (Newbury Park, London, New Delhi: Sage, 1991)

1.

14 David Manning White,. ‘The ‘Gatekeeper’: A Case Study In the Selection of News’, in: People, Society and

(9)

de berichtgeving groot of klein is. Interviews met redacteuren (zie Hoofdstuk 5 Interviews) kunnen goed inzicht geven in de manier waarop nieuwsselectie bij de afzonderlijke kranten plaatsvindt, wat de rol van de centrale redactie is, hoe belangrijk België voor de redacteuren persoonlijk is en welke gevolgen de bezuinigingen bij Wegener hebben op het

(10)

Hoofdstuk 1

Gatekeeping

Gatekeeping is een onderdeel van het selectieproces op redacties dat plaatsvindt om tot een afgewogen inhoud te komen van een krant, boek of ander medium. Shoemaker vat het samen als „het proces waarbij een miljoen beschikbare berichten (in de wereld) worden verminderd en getransformeerd tot een selectie van naar schatting honderd berichten die op een bepaalde dag een bepaalde lezer bereiken”.15 De nieuwsagenda wordt bepaald door de eindredacteur die de belangrijkste en interessantste berichten selecteert uit de grote stroom berichten die

binnenkomen van eigen verslaggevers, persbureaus en correspondenten; de rest raakt in de vergetelheid.16 Een gatekeeper (letterlijk: poortwachter) is dus een doorgeefluik van

informatie; hij beslist of het luik open gaat of gesloten blijft. Shoemaker voegt daaraan toe dat alle aspecten van berichtcodering een rol spelen bij gatekeeping. Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor de zender, want deze bepaalt welke berichten worden gezonden en welke niet. Bovendien bepaalt de zender welk kanaal hij gebruikt (bijv. print, telefoon, internet), wat de inhoud is van het bericht, hoeveel tijd of ruimte ervoor gebruikt wordt en op welke positie het bericht terug te vinden is (voorpagina of achterin de krant; aan het begin van het

radioprogramma of aan het eind van de uitzending).17 Twee verschillende kampen bij de verkiezingen kunnen wel evenveel aandacht krijgen, maar berichten over een bepaalde politieke partij kunnen veel prominenter gebracht worden, of zelfs met een foto erbij.

Het proces van gatekeeping vindt plaats in de diverse stadia die een boodschap moet doorlopen om uiteindelijk bij de ontvanger te komen.18 Ten eerste bij de informatiestromen die binnenkomen. Bij veel media komt een dagelijkse stroom aan berichten via

‘routinekanalen’, zoals persbureaus; of via ‘vaste rondjes’ (beats) die een journalist maakt door bijvoorbeeld iedere dag de rechtbank en overheidsinstellingen te bellen. Regionale kranten hebben naast de landelijke en internationale routinekanalen ook hun lijntjes lopen naar lokale nieuwsbronnen. Deze zijn nodig voor belangrijk deel van hun berichtgeving, want veel abonnees willen een regionale krant voor het nieuws uit de buurt. Ook sturen organisaties ongevraagd persberichten op en journalisten vergaren zelf informatie als ze ergens een

15 Pamela J. Shoemaker, ‘Introduction’ in: Idem, Gatekeeping (Newbury Park, London, New Delhi: Sage, 1991)

1.

16 James W. Dearing en Everett M. Rogers, Agenda-Setting, (London, New Delhi: Sage, 1996) 10. 17 Idem.

(11)

mogelijk nieuwsverhaal in zien. De laatste informatiestroom komt van onderzoeksjournalisten die zelf nieuwe informatie boven tafel krijgen. Het ‘surveilleren’ op alle nieuwsgebieden en proberen om een verband te zien in bepaalde ontwikkelingen staat ook bekend als

redactionele gatekeeping. 19

In deze fase van het selectieproces spelen ook de nationale media een belangrijke rol. Onderzoek van Soroka, gebaseerd op exitpolls tijdens verkiezingen in het Verenigd

Koninkrijk en Amerika, toont aan dat kranten een belangrijke invloed hebben op de publieke agenda, dus op wat leeft bij de burgers.20

Een andere opmerkelijke trend is kranten die elkaar na-apen. Schrijven andere kranten veel over een bepaalde gebeurtenis, dan is dat voor een concurrerend medium reden ook aandacht te schenken aan die ontwikkelingen. Uit onderzoek bleek dat zowel drie grote kranten in Amerika als drie belangrijke televisienetwerken op ongeveer hetzelfde moment nieuwspieken hebben als het gaat om aandacht voor de hongersnood in Ethiopië.21 Later bleek dat media al langer beschikten over info over de situatie in het Afrikaanse land, maar

belangrijke gatekeepers vonden stervende kinderen in Afrika niet nieuwswaardig genoeg. De hongersnood kreeg pas aandacht in de wereldpers nadat een cameraman van Visnews en een BBC-journalist een documentaire in Noord-Ethiopië maakten waarin te zien was hoe een driejarig kind voor de camera’s stierf en waarin de beide journalisten duidelijk maakten dat iedere twintig minuten iemand overleed door een tekort aan voedsel in het gebied.22

Ontwikkelingen die veel aandacht krijgen in kranten en televisie-uitzendingen worden soms ook een nationale kwestie, maar bij de roep om maatregelen is een belangrijke rol weggelegd voor politici. Zo zette de Amerikaanse president Reagan de dreigende aidsepidemie pas laat op de nationale agenda door berichten in de media simpelweg te negeren.23 Dit geldt niet alleen voor landelijke politici, maar ook voor regionale.

Burgemeesters en raadsleden benaderen als ze iets gedaan willen krijgen de media, terwijl ze zich bij negatieve ontwikkelingen het liefst verschuilen achter hun voorlichters. Juist in dat laatste geval ligt er voor regionale journalisten een belangrijke taak. Landelijke kranten richten zich voornamelijk op trends en ontwikkelingen die gaande zijn in Nederland en doen verslag van belangrijke landelijke en internationale gebeurtenissen. Landelijke media zijn bij verkiezingen in een buurland vooral geïnteresseerd in de gevolgen die de uitkomst heeft voor

19 Dearing en Rogers, Agenda-Setting, 11.

20 Stuart N. Soroka, ‘Media, Public Opinion, and Foreign Policy’The International Journal of Press/Politics 8

(2003), 27.

21 Dearing en Rogers, Agenda-Setting, 33-34. 22 Ibidem, 69-70.

(12)

de politieke banden met Nederland, terwijl regionale dagbladen op persoonlijk niveau, dichtbij de burger, signaleren wat de economische gevolgen zijn voor Nederlanders die vlak bij de grens wonen. De lokale krant bericht over ontwikkelingen en gebeurtenissen die zich, zoals Broersma het erg passend omschrijft, in de haarvaten van de regio afspelen.24

Een tweede stadium waar selectie plaatsvindt is het schrijfproces. De schrijver van een stuk laat al dan niet bewust bepaalde informatie achterwege en voegt andere informatie toe. Deze geselecteerde onderdelen worden gerangschikt naar hun belangrijkheid.25 Hoe langer een bericht is, hoe meer informatie daarin kan staan. In een sms-bericht van honderdzestig tekens kan veel minder informatie worden gestopt dan in een bericht op internet of in de krant. Een sms-bericht zal daarom alleen de kern van het bericht bevatten, terwijl via andere kanalen meer uitleg gegeven kan worden.

Binnen een krant hebben meerdere redacteuren invloed op de manier hoe een artikel uiteindelijk in de krant verschijnt. Een redacteur schrijft het stuk, maar ook een eindredacteur of chef heeft invloed op het bericht. Journalisten moeten altijd met hem onderhandelen hoe een bepaalde boodschap vorm krijgt. Na het redigeren van een stuk wordt soms informatie weggelaten of moet extra informatie worden toegevoegd, waarbij relevantie een belangrijke rol speelt. Onderdeel van die relevantie is de affiniteit die de lezer heeft met een bepaald onderwerp en de gevolgen hiervan voor zijn dagelijkse leven.

Mensen in de regio herkennen zich in bepaalde situaties en willen iets daarom lezen. Een gebeurtenis die plaatsvindt op een plek waar de lezer zelf eens is geweest (of misschien van gehoord heeft) is voor hem veel interessanter om te lezen, want hij heeft een bepaalde binding met die plek. Of iets relevant nieuws is wordt bepaald door afstand, opwinding, herkenning en betrokkenheid.26 Met dat in het achterhoofd zullen journalisten ook kijken naar de politieke crisis in België na de verkiezingen in 2007. Elke (regionale) krant maakt een eigen afweging waarom een artikel wel of niet in aanmerking komt om afgedrukt te worden.

Als besloten is om iets af te drukken is de positie in de krant het meest relevant. Dit vierde stadium waarin selectie plaatsvindt is het productieproces. Daarbij gaat het – net als in het laatste stadium: de distributie – niet zozeer over de inhoud. Een krantenartikel dat

geschreven en geredigeerd is, moet een plaats krijgen op een van de beschikbare pagina’s. Een gedegen onderzoeksartikel van ‘eigen’ medewerker vergt een grote tijdsinvestering en zal gaan over een onderwerp dat deze journalist – eventueel in samenspraak met een chef – zelf

24 Broersman, Tegen de trend, 77. 25 Shoemaker, Gatekeeping, 1.

26 Tony van der Meulen, ‘De regio en de rest van de wereld’, in: Dichtbij, Regionale kranten in Nederland, ed.

(13)

heeft gekozen. Het doen van zo’n investering is soms lastig, schetst Kurt Lewin in zijn theorie over kanalen en gatekeepers, maar als deze eenmaal is gedaan, zal er ook veel zorg voor worden gedragen.27 Zo’n artikel zal met voorrang een prominente plek krijgen in de krant of ander medium. De bron van het artikel is voor zowel landelijke als regionale bladen erg belangrijk om een goed artikel te krijgen. Regionale kranten maken naast internationale en landelijke routinekanalen ook gebruik van bronnen die goed ingevoerd zijn in de regio. Zoals hiervoor geschetst, zijn artikelen van een bepaalde auteur belangrijker voor de krant. Zo is er een verschil tussen een eigen redacteur of iemand van een persbureau. Daarnaast geven ook de actoren die hij opvoert een indicatie wie of wat de krant belangrijk vindt.

Andere belangrijke factoren die meespelen bij het algehele selectieproces zijn de hoeveelheid berichten die beschikbaar zijn, de grootte daarvan, de tijdsdruk en de mechanische productie van de krant. Is het aanbod met artikelen groot, dan zal een

nieuwsmaker scherpere keuzes moeten maken of hij iets meeneemt in de krant, op de site of in een uitzending. Bij grote berichten moeten deze ingekort worden of minder berichten kunnen geplaatst worden; in beide gevallen moet informatie plaatsmaken voor andere, meer relevante informatie. De tijdsdruk speelt ook een belangrijke rol. Gebeurt iets vlak voordat de krant naar de drukker gaat, dan is er minder tijd om hier uitgebreid verslag van te doen.

Enkele voorbeelden: Bij het aftreden van Ella Vogelaar op 13 november 2008 werd aan het begin van de avond bekend dat de toenmalig minister van Wonen, Wijken en Integratie in het vierde kabinet-Balkenende een persconferentie zou geven. Bij het

Nederlands Dagblad, waar normaal gesproken de voorpagina om kwart over tien definitief

verzonden wordt naar de drukker, verwachtten ze te weinig tijd te hebben om de

persconferentie te verslaan, dus heeft men overlegd de mechanische productie van de krant te verlaten, om toch het actuele nieuws mee te kunnen nemen in de krant van de volgende dag.28 Een tweede voorbeeld: Het tijdstip van de persconferentie naar aanleiding van de

vliegtuigramp met een toestel van Turkish Airlines op Schiphol werd alsmaar uitgesteld.29 Redacteuren van NRC Handelsblad waren vanaf het moment dat het vliegtuig neerstortte rond half 11 op 25 februari 2009 bezig met de nieuwsgaring rond deze crash, maar zo’n

persconferentie zou belangrijke informatie – en bovendien van officiële bronnen – kunnen bijdragen aan het artikel. Door het uitstellen van de persconferentie, waar de

locoburgemeester en hulpverleners aanwezig zouden zijn, kwam de deadline om nog wijzigingen te kunnen doorvoeren voor de krant naar de drukker zou gaan steeds dichterbij.

27 Shoemaker, Gatekeeping, 10.

(14)

Een nieuwsbericht werd alvast in de steigers gezet om daar de meest actuele gegevens die tijdens de persconferentie naar buiten kwamen op het laatste moment aan toe te voegen. Door de tijdsdruk en een deadline voor het aanleveren van de krantenpagina’s aan de drukker kan een krant net wel of niet de meest actuele informatie uit te brengen. En dat is toch iets waar nieuwsmedia naar streven.

Deze voorbeelden illustreren meteen het belang en de mogelijke gevolgen van de tijdsdruk, waar ook een late verkiezingsuitslag of uitkomst van een formatieoverleg dat vlak voor de deadline plaatsvindt mee te maken hebben. De reden voor een kort artikel houdt dus niet per definitie in dat de redactie het minder belangrijk vindt, maar kan ook gevolg zijn van een korte tijdsspanne tot de deadline.

De laatste fase waarin gatekeeping plaats kan vinden is de distributie. Deze vorm van gatekeeping is met name gericht op de kanaalkeuze, zoals website, papieren krant, sms. Een belangrijk kenmerk van digitale informatie is volgens Terry Flew dat online content

eenvoudig gemanipuleerd kan worden, terwijl voor de papieren krant een strakke deadline geldt waarop de krant op de mat moet liggen.30 Het grootste nadeel van de papieren krant is dat in de periode tussen het drukken en bezorgen nog van alles kan gebeuren.

Tijdens het gatekeepingsproces moeten keuzes worden gemaakt door verschillende redacteuren, met elk haar eigen opvatting, over wat nu daadwerkelijk belangrijk genoeg is om in de krant te plaatsen. Dit onderzoek probeert grip te krijgen op de vraag hoe belangrijk redacties van de regionale kranten BN/De Stem en De Gelderlander de politieke crisis in België na de verkiezingen in 2007 vinden. De focus bij dit onderzoek ligt op de positie van een artikel in de krant, want die is gekoppeld aan belangrijkheid van een artikel. Een artikel dat op de voorpagina staat is volgens de redactie belangrijker dan een artikel op pagina tien.

H1.1. Verschillende vormen van het nieuwsselectieproces

De positie die elke journalist heeft in dat proces een tweede, niet minder belangrijk aandachtspunt. Bij iedere krant verloopt het nieuwsselectieproces anders, heeft iedere journalist een andere rol en verschilt zijn opvatting over de regio met die van zijn collega’s.

Over de manier waarop nieuwsselectie plaatsvindt bestaan meerdere modellen die in de loop der jaren zijn ontwikkeld. In deze verschillende theorieën verandert iedere keer de rol die de gatekeeper heeft in het nieuwsproces. Het is daarom niet meteen aan te wijzen welk

30 Terry Flew, ‘What’s new about ‘new media’?’, in: New media: an introduction (Oxford: Oxford University

(15)

model gebruikt wordt voor het Wegenerconcern, waaraan zowel BN/De Stem als De

Gelderlander toebehoren.

Kurt Lewin is de eerste onderzoeker die met een theorie over gatekeeping en communicatie kwam. Zijn publicatie kwam uit 1947 en hij was een pionier op dit

onderzoeksgebied. Hij vergelijkt de weg die het eten heeft afgelegd voor het op het bord komt met de manier waarop journalisten keuzes maken voordat het nieuws uiteindelijk bij de lezer op de mat valt. Bij het zaaien, planten, bemesten en oogsten worden keuzes gemaakt;

hetzelfde geldt voor het koopproces, manier van bewaren en bereiden. Ook journalisten zouden verschillende keuzes maken, de ene keuze belangrijker dan de andere. In deze eerste theorie met betrekking tot gatekeeping gaat Lewin ervan uit dat er meerdere gatekeepers zijn en dat niet iedere participant tijdens het proces even belangrijk is. Zo hebben ook sommige beslissingen bij nieuwsselectie een grotere invloed dan andere, en heeft een besluit van een bepaald persoon ook meer effect op de uiteindelijke boodschap. Omdat de producten die gekocht worden ook zo worden aangepast dat ze perfect bewaard of bereid worden, veronderstelt de vergelijking van Lewin dat ook het veranderen en aanpassen van een nieuwsbericht bij het gatekeepingsproces hoort.31

David Manning White borduurde drie jaar na het postuum verschenen artikel van Kurt Lewin verder op het principe van gatekeeping. Hij introduceerde de verpersoonlijking van een gatekeeper onder de fictieve naam Mr. Gates, een redacteur bij een krant uit een kleine stad die nieuws selecteerde uit de informatiestromen die binnenkwam via verschillende

persbureaus. Als redacteur die de nieuwsstromen van persbureaus in de gaten hield werd hij een week lang gevolgd door de wetenschapper. Een belangrijke conclusie van het onderzoek was dat selectie in zeer grote mate subjectief gebeurde. Bij een derde van de beslissingen speelde de persoonlijke evaluatie van de zogenoemde Mr. Gates een belangrijke rol. Hij wees met name nieuwsitems af of liet ze door naar het publiek omdat hij ze persoonlijk wel/niet geloofwaardig vond.32 Zeventien jaar na het onderzoek van White voerde wetenschapper Paul Snider eenzelfde onderzoek uit met dezelfde Mr. Gates, die zeventien jaar later op dezelfde manier nieuws selecteerde, al hechtte bij nu aan andere onderwerpen meer waarde.33

Pamela Shoemaker, een wetenschapper die op dit moment veel onderzoek verricht naar gatekeeping vindt dit model echter beperkt omdat het uitgaat van één gatekeeper, terwijl

31 Kurt Lewin, ‘Frontiers in Group dynamics II. Channels of group life: Social planning and action research’,

Human Relations 1 (1947) 144.

32David Manning White,. ‘The ‘Gatekeeper’: A Case Study In the Selection of News’, in: People, Society and

Mass Communications, ed. Lewis A. Dexter and David M. White (London: Macmillan, 1964).

33Paul B. Snider, ‘Mr. Gates revisited: A 1966 version of the 1949 case study’. Journalism

(16)

meerdere personen invloed uitoefenen bij het verzamelen, vormen en versturen van

informatie.34 Maar de bezuinigingen door de (financiële) crisis in de krantenwereld zorgt juist voor personele wijzigingen (zie hoofdstuk 2), waardoor journalisten meerdere functies moeten vervullen en dus ook bij meerdere fasen van het gatekeepingsproces betrokken kunnen zijn.

Shoemaker spreekt de theorie van White tegen wat betreft het aantal gatekeepers bij de krant, maar ze gaat niet veel dieper in op subjectiviteit. Of de persoonlijke band met de regio een rol speelt bij het selecteren van nieuwswaardige bericht is een belangrijke vaag die nu opkomt. Het onderzoek van White was aanleiding voor veel jonge onderzoekers om ook onderzoek te doen naar de invulling van de rol die de gatekeeper vervult en hun onderzoeken wijzen verschillende oorzaken aan die de manier van nieuwsselectie zouden bepalen.35

Uit onderzoek van W. Gieber, die voor zijn onderzoek de selecties bekeek die 16 journalisten maakten voordat een artikel werd gepubliceerd, bleek dat de rol van subjectiviteit onderschikt lijkt aan het aantal beschikbare items, hun grootte, tijdsdruk en mechanische productie.36 Westley en MacLean gingen, net als Gieber, uit van gatekeeping met als basis een collectief, niet een individu. Hun belangrijkste conclusie is dat het van hogerop opgelegd beleid de doorslag geven bij het selecteren van nieuwsberichten; alle redacteuren zouden in dat geval uitwisselbaar zijn.37

In dezelfde tijdsperiode kwam McNelly met een theorie waarbij nieuws langs

meerdere individuele gatekeepers moest voor het op de mat komt. Ook kenmerkend voor zijn theorie is dat sommige info pas bij een tweede gate binnenkomt. Een praktijkvoorbeeld hiervan: mails komen binnen in de algemene inbox (waar het wordt beoordeeld en eventueel doorgestuurd naar een specifieke redactie) en sommige berichten komen rechtstreeks bij een deelredactie aan.38

Voor het onderzoek bij regionale kranten is het relevant om te kijken hoe de rol van gatekeeper wordt ingevuld. Nieuwskopij wordt geleverd door schrijvende redacteuren, verslaggevers en lokale redacteuren. Daar vindt ook het grootste gedeelte van het

selectieproces plaats en niet bij de eindredacteuren, correctoren en vertalers.39 Maar, zegt Hickey, diegene die de uiteindelijke inhoud kan aanpassen heeft toch de meeste macht heeft als gatekeeper.40 Dat wil zeggen: de schrijver kiest wel zijn eigen bronnen, maar de

34 Shoemaker, Gatekeeping, 10 en 11.

35 Pamela Shoemaker and Tim P. Vos, Gatekeeping theory (New York and London: Routledge, 2009), 16-17. 36 Walter Gieber, ‘News is what newspapermen make it’, in: People, Society and Mass Communications, ed.

Lewis A. Dexter and David M. White (London: Macmillan, 1964), 175.

37 Shoemaker, Gatekeeping, 13.

38 Eigen ervaring tijdens mijn baan bij het Nederlands Dagblad 39 Ibidem, 15.

(17)

eindredacteur kan alsnog kiezen om bepaalde dingen weg te laten. Uit alle onderzoeken naar gatekeeping kan geconcludeerd worden dat redacteuren die zich op het diepst in de regio bevinden op lokaal niveau de keuze maken om ergens nog dieper in te duiken.

Eindredacteuren en chefs hebben de macht om stukken te redigeren of niet te plaatsen. Hoeveel invloed alle betrokkenen hebben bij het gatekeepingsproces hangt ook af van de machtsverhoudingen binnen en de organisatie van een bedrijf. De unieke situatie bij Wegener, waar een centrale redactie is ingesteld voor alle Wegenerkranten, kan hierop invloed hebben, maar hierover is nog weinig bekend. De manier waarop een journalist zichzelf ziet binnen een organisatie en zijn houding tegenover de regio waarover hij schrijft kunnen een goed beeld geven in het selectieproces bij een krant. De werkwijze van een journalist laat ook uitermate goed zien in hoeverre persoonlijke interesses en opvattingen van redacteuren een rol spelen bij het bepalen van nieuwswaarden en hoe de verhoudingen tussen verschillende redacteuren op de redactie zijn.

Een belangrijke groep die een grote rol speelt bij de relevantie van een artikel is het publiek. Volgens Shoemaker stopt het gatekeeping-proces van een gebeurtenis dan ook niet als de boodschap het publiek heeft bereikt, maar geeft het publiek ook een belangrijke reflectie van wat leeft en belangrijk is voor de lezers.41 Dit veronderstelt dat als de informatie via het mediakanaal (met journalisten, eindredacteuren, productiemedewerkers, enz.) of het bronkanaal (met waarnemers, deelnemers, belanghebbende partijen en commentaar van experts) eenmaal bij de consument is aangekomen, hij zelf een selectie maakt en interessante artikelen doorgeeft. Hoewel de mening van het publiek over relevantie niet centraal staat, geeft bovenstaande informatie wel aan dat journalisten hun krant wel moeten afstemmen op het publiek, zodat het voor hen relevante informatie kan lezen. Journalisten selecteren op verschillende manieren hun nieuws, maar voor allen geldt dat een geplaatst artikel relevant moet zijn voor de lezer, het moet nieuwswaarde hebben. Lezers willen een krant lezen waarin ze zich herkennen, ze willen een krant die zich richt op hun leefgebied.42 Mensen in Brabant willen voornamelijk nieuws over België lezen als het ook invloed heeft op hun eigen leven.

H1.2 Wanneer heeft iets nieuwswaarde?

Maar wanneer is iets nu nieuws? En wat is de rol van nabijheid bij nieuwsselectie? Journalisten maken selecties in wat zij belangrijk, nieuwswaardig en relevant vinden. Ze

(18)

hanteren daarbij een aantal selectiecriteria, zoals hierna verder uitgewerkt, waardoor bepaalde gebeurtenissen, mensen of gebieden stelselmatig belangrijker worden gevonden door de media dan andere.43 Een reactie van een Britse of Amerikaanse minister na een belangrijke topconferentie is belangrijker dan die van een Poolse premier.

Een eerste belangrijke studie naar ‘wat nu nieuws is’ werd gedaan door Herbert J. Gans. Hij onderscheidt vijf thema’s aan de hand waarvan de selecties worden gemaakt. De actoren die het nieuws domineren zijn vaak bekende individuen. Ongeveer 70 tot 85 procent was gewijd aan ‘bekende mensen’ en als toch onbekenden voorkwamen bleven zij vaak anoniem.44 In nieuwsberichten is veel minder aandacht voor groepen.

De soorten activiteiten die vooral worden beschreven door journalisten gaan vaak over regering, ordehandhaving en officiële, ceremoniële gelegenheden.45 Deze stelregel geldt voor zowel landelijke als regionale berichtgeving, zij het op een ander overheidsniveau.

Journalisten accentueren ook de demografische tegenstellingen binnen een natie en/of maatschappij, zoals allochtoon versus autochtoon of de verdeling van aantal topposities tussen mannen en vrouwen.46 Maar daartegenover komt volgens Gans ook juist de eenheid van een gemeenschap naar voren.47 Bijvoorbeeld: De nationale trots voor het collectief Nederland of – bij regionale kranten – de regionale trots op Zuid-Brabant of Gelderland. Bij het schrijven voor/over een bepaalde groep, ontdekte Gans ook dat journalisten internationale

nieuwsgebeurtenissen vertalen in nieuws met daarin de nationale/regionale – afhankelijk van de beoogde doelgroep van het medium – impact die zo’n gebeurtenis heeft voor een bepaald gebied.48 Voor de lezer van de krant is een gebeurtenis het meest relevant als hij een artikel te lezen krijgt waarin staat wat voor hem persoonlijk van belang is. België is voor Nederlandse burgers die vlakbij de grens wonen waarschijnlijk relevanter dan voor inwoners van

Gelderland. Dat België na de verkiezingen van 2007 maar geen regering kreeg leefde enorm in België, want het politieke bestel met vertegenwoordigingen uit Vlaanderen en Wallonië wankelde.

Naast de studie van Gans hebben ook Johan Galtung en Mari Ruge een belangrijke bijdrage geleverd aan het onderzoek naar elementen die iets nieuwswaardig maken. Een belangrijke conclusie van hen: veel nieuws komt van een select aantal grote internationale persbureaus. Zij hebben twaalf factoren aangemerkt die invloed zouden hebben op de

43 Jaap van Ginneken, De schepping van de wereld in het nieuws (Alphen aan de Rijn: Kluwer, 2002) 28. 44 Ibidem, 31.

(19)

‘nieuwswaardigheid’ van een gebeurtenis. Voldoet een gebeurtenis aan die kwaliteiten, dan wordt het geselecteerd. Vervolgens wordt het meest nieuwswaardige geaccentueerd; een nieuwsbericht begint altijd met het meest nieuwswaardige. Bij de gatekeeping en selectie die plaatsvindt tot iets bij de lezer is , vindt dit proces iedere keer opnieuw plaats.49

Galtung en Ruge onderscheiden de volgende factoren.

1. Tijdsspanne. Een gebeurtenis heeft tijd nodig om zich te ontvouwen en betekenis te krijgen.

2. Schaal intensiteit van een gebeurtenis. Een gebeurtenis moet een drempel over om überhaupt te worden geregistreerd.

3. Duidelijkheid. Ambiguïteit of onduidelijkheden zorgen ervoor dat een gebeurtenis minder snel wordt opgemerkt/geselecteerd.

4. Betekenisvolheid. Deze factor heeft twee aspecten: staat iets dichtbij de (leef)wereld van de gatekeeper (culturele en geografische nabijheid) en de relevantie van iets voor een bepaalde (doel)groep. Een besluit in België kan wel relevant zijn voor mensen in Brabant, maar niet voor iemand in Zwolle.

5. Overeenstemming. Gebeurt iets wat ook al zo voorspeld was. Het was al verwacht dat iets eraan zat te komen.

6. Onverwachtheid. Binnen betekenisvolle en overeenstemmende gebeurtenissen krijgen juist de onverwachte dingen extra nieuwswaarde.

7. Continuïteit. Een bepaalde gebeurtenis waar al over bericht is krijgt vaak een vervolg. Dit vervolg zal, hoe groot het ook is, meegenomen worden om een lezer/kijker een complete verhaalssequentie te geven.

8. Samenstelling van het nieuws. Zijn er veel berichten voor de economiepagina’s dan worden strengere eisen gesteld aan de nieuwswaarde van het nieuws. Bij de planning van artikelen zullen eindredacteuren waar mogelijk ook rekening houding met de vorm waarin het nieuws wordt aangeleverd, want een pagina zal nooit uit alleen interviews of reportages bestaan. Een krantenpagina is een balans tussen interview, achtergrond, analyse en nieuws.

9. Elitelanden.

10. Elitepersonen. Van belangrijke, bekende personen en van wereldmachten wordt gedacht dat zij meer invloed uitoefenen met hun handelen (en uitspraken) dan kleinere landen of minder bekende personen.

(20)

11. Personifiëring. Lezers, maar ook journalisten, hebben een sterke voorkeur voor personen (of eventueel groepen) in het nieuws. Dat is nieuwswaardiger dan wetten, regelingen of nieuwe gebouwen.

12. Negativiteit. Voor de media geldt: ‘slecht nieuws is goed nieuws’.50

Aan de hand van bovenstaande kenmerken en eigenschappen van gebeurtenissen maken journalisten selecties uit alle beschikbare informatiestromen, maar niet elk kenmerk is even relevant voor regionale berichtgeving.

De tijdsspanne is relevant in deze crisis omdat na verloop van tijd bepaalde losstaande gebeurtenissen in perspectief kunnen worden gezien. Na een bepaalde periode wordt duidelijk welk lastig proces gaat volgen na de verkiezingsuitslagen. De meest concrete gebeurtenissen zullen ook terugkomen in de krant. Het feit dat de partij Ecolo wordt gepolst voor

regeringsdeelname is daarom minder interessant dan een premier die zegt: het gaat niet lukken om een kabinet te vormen. Daarbij speelt ook mee dat personen interessanter zijn voor een krant dan partijen, groepen of wetten. Voor dit onderzoek zit echter geen verschil in aandacht voor elitelanden of –personen, want in beide kranten wordt gekeken naar dezelfde actoren in een afgebakende regio.

De verkiezingen in België werken door middel van kabinetsformaties normaliter toe naar de beëdiging van een nieuw kabinet. Tussen dit begin en het einde volgen meerdere gebeurtenissen die invloed hebben op het uiteindelijke resultaat. Deze continuïteit speelt bij iedere gebeurtenis een rol en daarom kan worden aangenomen dat regionale kranten ook belangrijke tussenstappen zullen vermelden in hun kranten.

Maar met name betekenisvolheid speelt in deze situatie een belangrijke rol, en dan met name door de nabijheid van een gebeurtenis. Als iets gebeurt dat direct invloed heeft op het leven van de lezer of als hij zich eenvoudiger in een situatie kan inleven, dan heeft het voor hem meer betekenis. Voorbeeld: Brabant grenst aan België en inwoners van beide regio’s blijven niet alleen in eigen land, ze gaan ook de grens over om bijvoorbeeld boodschappen te doen. Voor beide groepen is er op die manier een belangrijke band met het andere gebied. Als dan iets gebeurt in België dan wordt daar niet alleen over gepraat, maar kan dat ook gevolgen hebben voor de Brabantse burger zelf, zoals prijsstijgingen of andere belastingtarieven. De binding tussen Brabant en Vlaanderen is daarom ook groot en iets wat de zuiderbuurman aangaat, wordt dan ook interessant voor de Brabander zelf.

(21)

Voor een regionale journalist is het ook belangrijk welke lokale onderwerpen interessant zijn voor en leven bij de lezer. Regionaal nieuws wordt voornamelijk

gespecificeerd door bepaalde onderwerpen en daarnaast speelt nabijheid een prominente rol.51 Een belangrijk verschil tussen de regionale en de landelijke krant is dan ook de positie van deze kranten. De regionale impact is veel groter en bovendien bevindt de regionale krant zich dichter bij de lezer. De impact van een verhaal in de regiokrant is daarom veel groter.52 Door grotere nabijheid, krijgt de lezer het gevoel dat er iets in ‘zijn achtertuin’ gebeurt.

Daarnaast speelt de onderwerpskeuze van het nieuws bij het gatekeepingsproces een belangrijke rol, want de lezer waardeert berichten over onderwijs anders dan berichten over sport of de politiek. Een krant kan door middel van lezersonderzoeken een goed beeld krijgen van de interesses van lezers. Daarnaast heeft iedere krant een beleid waarin de krant een koers uitmeet met onderwerpen die extra aandacht verdienen. Maar ook dan moet de journalist die de rol van gatekeeper vervult iedere keer opnieuw de afweging maken of hij vindt dat een gebeurtenis relevant is voor de lezer. De vraag is of deze beslissing alleen gebaseerd is op objectiviteit of dat ook zijn eigen opvatting meespeelt.

Geen enkel medium kan zo dicht bij de lezer om de hoek kan graven als de regionale krant, maar door bezuinigen ontkomen journalisten niet meer aan bureaudiensten om de krant vol te krijgen.53 Ook Wegener heeft flink moeten bezuinigen op redacteuren. Redacteuren zijn overgeplaatst naar een centrale redactie, van waaruit landelijke en internationale

berichtgeving centraal wordt aangestuurd. Nieuwe bezuinigingsrondes dreigen door het verlangen van het Mecomconcern, eigenaar van Wegener, om nog meer rendement uit de kranten te halen. Daardoor moeten bij het concern, en dus ook bij BN/De Stem en De

Gelderlander, scherpere keuzes worden gemaakt over de aandachtsgebieden die de krant

belangrijk vindt en waar de krant zich op wil richten.

51 Maxwell E. McCombs and James P. Winter, ‘Defining Local News’, Newspaper Research Journal 3 (oktober

1981) 1, 17.

52 René van der Lee, ‘Domweg gelukkig met de dorpsstraat’, in: Dichtbij, Regionale kranten in Nederland, ed.

Tony van der Meulen (Den Haag: Sdu Uitgevers, 1997) 161.

(22)

H1.3 Invloed van het beleid van de krant op de rol van de journalist

Idealiter zou een krant geen nieuwsbeleid hebben, maar zich laten leiden door de aard van de gebeurtenis en het vermogen van de journalist dit kundig weer te geven.54 De praktijk leert echter dat een uitgever een beleid uitstippelt waar redacteuren zich aan moeten conformeren. Ze dienen zich te houden aan de doelstellingen die de organisatie stelt, de zogenaamde pragmatische ‘werkdefinitie’ van journalistieke vrijheid.55 Een hoofdredacteur werkt als eerstverantwoordelijke voor het journalistieke beleid in toenemende mate samen met de (niet-journalistieke) directie.56 Het uitgangspunt van de journalistiek blijft wel dat er strikte

scheiding is tussen journalistiek en commercie, zodat redacteuren onafhankelijk over ieder bedrijf kunnen berichten.57 Daarin speelt de eindredacteur ook een belangrijke rol. “Een eindredacteur moet druk van buitenaf weerstaan om bepaalde informatie achterwege te laten of juist te publiceren, waardoor zijn journalistieke onafhankelijkheid in het geding zou komen.”58

De verhouding tussen directie en het redactioneel personeel is in de loop der jaren ook veranderd. Krantenconcerns streven naar steeds hogere winstmarges en beknibbelen op de kwaliteit. Deze trend is ook terug te zien bij de regionale concerns, zoals Wegener. Kees Spaan, toenmalig directeur van het Utrechts Nieuwsblad/Amersfoortse Courant, rechtvaardigt in een gesprek met NVJ-bestuurder Inge Brakman het feit dat hij zich ook met het beleid bemoeit.

Volgens de vakbond dat niet de ideale werksituatie, maar volgens de toenmalig directeur van het Utrechts Nieuwsblad/Amersfoortse Courant. Spaan: “Een krant die alleen gemaakt wordt vanuit marketinginzichten zou snel dood zijn. Maar een krant die alleen gemaakt wordt op basis van de inzichten van de redactie zou ook niet lang overleven. Daar tussenin zit de directeur-uitgever. De relatie met de lezer is niet per definitie alleen het domein van de redactie. De krant moet ook verkocht worden. Daar zijn marketinginzichten voor nodig, er moet gecommuniceerd worden.”59 Spaan noemt in dit gesprek voornamelijk de lezer als reden om in te grijpen in het redactiebeleid. Natuurlijk, een redacteur heeft geen

54 Warren Breed, ‘Social control in the newsroom’, Social Forces 33 (1955) 4, 326-335.

55 Peter Vasterman en Onno Aerden, De context van het nieuws (Groningen: Wolters-Noordhoff, 1995) 55. 56 Ibidem, 53.

57 Ibidem, 63

58 Sara Hadwin, ‘Real readers, real news: the work of a local newspaper editor’, in: Local Journalism and Local

Media, ed. Bob Franklin (London, New York: Routledge, 2006) 142.

(23)

werk als er geen krant meer wordt verkocht, maar inmenging van een beleidsmaker bij de inhoud van een krant neigt al snel naar belangenverstrengeling.

Journalisten zullen zich dan ook niet altijd kunnen vinden in het beleid dat

uitgestippeld van bovenaf. Journalisten zien dan ook mogelijkheden zich aan deze regels te onttrekken:

1. omdat deze volgens hen niet stroken met ethisch-journalistieke normen, 2. doordat ze zichzelf zo vrij voelen om anti-beleidsstukken te rechtvaardigen,

3. door het ethische taboe dat voorkomt dat een beleidsmaker een ondergeschikte een bepaald beleid van hogerop oplegt.60

Het gevoerde beleid van een medium is terug te vinden in het daadwerkelijke product door bijvoorbeeld gekozen invalshoeken of aandacht voor bepaalde onderwerpen. Zo zullen regionale onderwerpen een belangrijke rol spelen in het beleid van regionale kranten – met ook daar weer specifieke aandachtspunten en invalshoeken. Afhankelijk van het beleid krijgt een artikel ook een plek toegewezen in de krant; is iets belangrijk volgens het beleid, dan krijgt het een prominente plek. Een journalist merkt tijdens redactievergaderingen of door opmerkingen van senior-verslaggevers en chefs welke aandachtsgebieden belangrijk zijn voor de krant.61 Als België geldt als focuspunt is nieuws over ons buurland op prominentere

plekken terug te vinden in de krant.

Maar journalisten keren zich niet altijd tegen het beleid. Soms kunnen zij uit het accepteren van het beleid zelf ook een slaatje slaan of ze voelen ze zich verplicht aan

bepaalde richtlijnen te houden. Maar een stuk dat niet strookt met het beleid komt toch soms in de krant. Beleid van een krant dekt niet alles af en niet alle regels zijn helder. Bovendien heeft een chef maar tot op zekere hoogte invloed op een artikel van een redacteur. Een artikel begint met het nabellen van informatie en de journalist bepaalt wie hij belt om bepaalde informatie te controleren of van wie hij een reactie wil op een nieuwsgebeurtenis. En stukken die een redacteur niet geplaatst krijgt via zijn eigen chef kan hij slijten aan ‘collega’s’ van andere kranten. Als deze aandacht besteden aan zo’n onderwerp zou zijn eigen chef dit niet meer kunnen negeren. Bij het belwerk van journalisten speelt ook nog een andere factor mee, namelijk het soort artikel dat een journalist schrijft. Breed onderscheidt daarin vier typen: stukken over onderwerpen die belangrijk zijn volgens het beleid (vaak opgelegd van

hogerhand), toegewezen stukken (onderwerpen waar een collega niet aan toe komt), artikelen met informatie van de eigen ‘beats’ en door een redacteur zelf geïnitieerde onderwerpen.62 Bij

60 Breed, Social Forces, 326-327.

(24)

deze verschillende categorieën krijgt een journalist steeds meer mogelijkheden zelf selecties te maken; weinig invloed bij stuk dat van hogerop is opgelegd, maar juist veel als hij zelf met een goed (idee voor een) artikel komt.

Een andere manier waarop een stuk kan afwijken van het beleid is de rol van een zogenoemde sterverslaggever. Deze verslaggevers hebben veel status binnen de krant en kunnen het daarom tot op zekere hoogte het beleid te negeren. Een ervaren rot in het vak heeft meer vakkennis opgedaan en krijgt een zwaardere stem in discussies op de redactievloer.63 Deze factoren laten zien dat het beleid omzeild kan worden, maar de mogelijkheid wordt alleen benut als de journalist hier open voor staat.64

Journalisten conformeren zich over het algemeen aan het beleid, enkele uitzonderingen daargelaten. Een verandering in het (objectief) functioneren van een journalist kan worden beïnvloed door scholing, de vakbond, journalistieke codes en kritieken van lezers, maar zo’n aanpassing wordt het eenvoudigst gerealiseerd door bij de uitgever aan te kloppen. Een verandering bij hem, diegene die de belangrijkste beslissingen maakt, zorgt ervoor dat een journalist minder gebonden is aan strikte beleidsregels.65

Het beleid en de doelstellingen van een krant spelen misschien juist bij de regionale kranten wel een cruciale rol, want de afstand tussen de journalist en bijvoorbeeld een regionale politicus of ondernemer is veel kleiner. Bovendien komt hij deze vaker tegen, iets wat ook buiten de werkzaamheden om kan gebeuren. Kranten worden steeds commerciëler en door de financiële crisis hebben kranten steeds meer moeite om voldoende inkomsten te genereren uit advertenties. Bedrijven moeten ook de hand op de knip houden en door geen reclame in de krant te plaatsen. Los van het feit of dit wat betreft marketing en promotie verstandig is, kan een directeur wel flink bezuinigen op zijn uitgaven door geen

advertentieruimte in te kopen. Maar ook in crisistijd zijn er bedrijven die geld blijven stoppen in advertenties en het management van de krant wil deze graag behouden, want de

advertenties zijn een belangrijke inkomstenbron voor de krant. Juist op dat punt kan wrijving ontstaan tussen de journalist en de beleidsmaker. Wanneer een journalist ontdekt dat een van de directeuren van een belangrijke adverteerder in grote mate fraude heeft gepleegd, wil deze dat publiceren onder het mom van de journalistieke vrijheid. Voor beleidsmakers komt het goed uit als deze verhalen niet naar buiten komen, want negatieve berichtgeving over een bedrijf zou kunnen leiden tot minder inkomsten door een advertentiestop.

63 Vasterman en Aerden, De context van het nieuws, 55-56 64 Breed, Social Forces, 333-335

(25)

De regionale krant is geen positief-nieuwskrantje, maar een dagblad dat serieus nieuws wil brengen.66 Stel je voor: Ook al kent de directeur de lokale slager persoonlijk erg goed, voor de opening van zijn nieuwe winkelpand is geen (prominente) plek op de

krantenpagina’s. Vriendjespolitiek hoort niet bij onafhankelijke journalistiek, maar toch blijkt dat bepaalde maatschappelijke lagen en groeperingen makkelijker toegang hebben tot de krantenpagina’s.67

H1.4 Hoe komt een regionale journalist aan nieuws?

De lokale of regionale reporters zouden volgens het ideaalbeeld de oren en ogen van de gemeenschap moeten zijn; journalisten die rondstruinen in een regio op jacht naar nieuwsverhalen.68 Ze horen iets in bijvoorbeeld het buurtcafé, hebben de tijd om dit te checken en reacties van betrokkenen te vergaren en werken dit uit tot een helder artikel waarin alle relevante zaken zijn gesproken. Dat is een droombeeld waar een journalist bij zijn dagelijkse werk zelden de mogelijkheden voor hebben. De realiteit leert namelijk dat de journalist de laatste tien jaar hiervan zelfs steeds verder is verwijderd.69

De krant moet namelijk ook vol. Lezers betalen voor hun abonnement en willen ook waar voor hun geld. Volgens een vaste formule (kwaliteit moet gelijk blijven; hetzelfde geldt voor de indeling/rubrieken) wil een lezer op de hoogte gehouden van de belangrijkste

nieuwsgebeurtenissen; aan de krant de taak om dit te leveren, zodat het ook nog economisch rendabel is.70 Journalisten zouden voor de gebruikelijke paginavulling ‘vaste rondjes’ maken langs bepaalde gebieden, zoals criminaliteit, onderwijs of een geografisch gebied. Daarnaast zouden ze nog voldoende tijd over hebben om te werken aan verhalen die volgens hen belangrijk zijn. Maar, zeggen Machin en Niblock, aan dat laatste komen journalisten steeds minder toe door veranderingen in de nieuwsindustrie; het wordt steeds minder een vast onderdeel van de dagelijkse berichtgeving.71

De communicatie van de overheid naar burgers toe is steeds uitvoeriger en

overheidsinformatie is tegenwoordig bijna van elke gemeente online na te lezen. De trend bij

66 Tonny van der Meulen, ‘De journalistieke onafhankelijkheid’, in: Dichtbij, Regionale kranten in Nederland,

ed. Tony van der Meulen (Den Haag: Sdu Uitgevers, 1997) 145-146.

67 idem.

68 David Machin Sarah Niblock, News Production (London, New York: Routledge, 2006) 68-69. 69 Machin en Niblock, News Production, 68-69.

(26)

overheidsinstanties is om burgers steeds vaker via eigen websites te informeren.72 Maar officiële instanties publiceren alleen rapporten die door de organisaties zelf zijn gedaan. De journalist is nodig om nieuws te selecteren dat belangrijk is voor de regio en daarbij moeten ze ook aanvullende informatie zoeken. Overheidsinstanties brengen op deze websites wat precies in hun straatje past, terwijl een journalist deze berichtgeving kan duiden en waar nodig kan voorzien van een tegengeluid. Kant-en-klare overheidsteksten zouden daarom ook nooit de gate mogen passeren als het gaat om artikelen die in de krant komen. Een redacteur moet daar met een kritische blik naar kijken en na eventuele aanpassingen kan het artikel langs de verschillende poorten in het selectieproces om uiteindelijk in de krant te verschijnen.

Een besluit van de overheid dat (grote) gevolgen heeft voor de inwoners van de regio is belangrijk voor de kranten. Regionale dagbladen zouden liefst iedere dag een groot

onderzoeksverhaal over een situatie in de regio publiceren, maar dat is in de praktijk niet haalbaar. Er is niet altijd zo’n gebeurtenis met groot regionaal belang, en wat ook in grote mate meespeelt is dat er bij krantenconcerns vaak geen tijd en geld beschikbaar is om grootschalig researchonderzoek te verrichten.

Om te weten te komen of iets op de voorpagina hoort, is het belangrijk om te weten wat de doelgroep van het medium is. Aan de hand daarvan besluit de krant voor welke aandachtsgebieden hij haar personeel gaat inzetten. Bezuinigingen en reorganisaties leiden vaak tot ontslagen onder het personeel, wat betekent dat de directie van een dagblad, gezien de beperkte bezetting van de redactie, nog zorgvuldiger moet kiezen op welke gebieden zij zich focust en welk nieuws belangrijk is voor de krant en de lezer.

72 Shirley Harrison, ‘Local government public relations and the local press’, in: Local Journalism and Local

(27)

Hoofdstuk 2

Regionale journalistiek en de Wegenerkranten

H2.1 Wie behoren tot de doelgroep van een regionale krant?

De lezers van dezelfde hebben iets gemeen met elkaar: ze delen bepaalde interesses, hebben een zelfde (religieuze of politieke) achtergrond of komen bijvoorbeeld uit eenzelfde

geografisch gebied. Regionale kranten zullen vooral lezers naar zich toetrekken die uit een relatief klein geografisch gebied komen. Een inwoner van de Achterhoek zal niet snel BN/De

Stem lezen; een Brabander niet de Gelderlander. Maar steeds meer ontwikkelt zich een trend

waarbij mensen zich eerder aangetrokken voelen tot iemand met dezelfde interesses en hobby’s dan tot zijn buurman, ook al woont deze bij hem in de straat.73 Belangrijke oorzaak hiervan zou de globalisering zijn die ervoor zorgt dat mensen eenvoudiger in contact komen met dezelfde interesses. Persoonlijke keuzes en wensen horen voor de krantenlezer steeds meer bij hun identiteit, waardoor niet alleen de gebondenheid aan een gebied een rol speelt bij de nieuwsberichten die ze willen lezen. Dat zorgt ervoor dat het voor kranten gecompliceerder wordt om al hun lezers op een goede manier te bedienen, want de krant moet zich door deze ontwikkelingen richten op veel meer aandachtsgebieden.74

Dat lezers meer aandacht wensen voor persoonlijke interesses houdt niet in dat deze hun regio totaal niet meer belangrijk vinden, want door de globalisering zien burgers ook verschillen tussen bepaalde culturen. Daardoor gaan ze zich meer bezinnen op hun regionale identiteit.75 Mensen lezen een regionale krant omdat ze iets van de regio willen weten, maar de lezer wil steeds meer informatie over ontwikkelingen buiten hun eigen leefgebied. Kranten dienen daarom in brede redactie te investeren.76

De lezer uit de regio kan prima leven met ‘zijn’ regionale krant, maar ze vinden wel dat het beter had gekund.77 Deze gedachte komt volgens Tonny van der Meulen door de vergelijking met de landelijke kranten, wat die zijn volgens de burger beter, groter en belangrijker. Alleen al de nationale bekendheid zou er volgens die lezer voor zorgen dat een

73 Marcel Broersma, Tegen de trend (Meppel: Krips, 2003) 78-79. 74 Ibidem, 79.

75 Idem.

(28)

landelijke krant beter is. Deze conclusie is niet gemaakt op basis van feiten, maar op ‘algemeen gevoel’ dat leeft bij de mensen.78

Door de globalisering speelt ook internationale samenwerking een belangrijkere rol. De focus komt steeds meer te liggen bij Europa en minder bij de landsbelangen. Door het vervagen van nationale grenzen wordt het eigen leefgebied weer belangrijker voor de mensen, en daar kan de regionale krant uiteindelijk profijt van hebben.79 Om goede kwaliteit te

waarborgen en ook aan de wensen van de lezer te voldoen verschijnt in bijna iedere provincie een grote regionale krant voor lezers die “dagelijks op de hoogte willen blijven over hun eigen omgeving als onderdeel van de wereld”.80

Lezers willen een krant lezen waarin ze zich herkennen, ze willen een krant die zich richt op hun leefgebied. Een krant die gemaakt wordt voor een groot geografisch gebied lijkt voor uitgevers interessant vanwege het lage aantal verschillende edities – dus minder

productiekosten –, maar zo’n dagblad verkoopt minder goed omdat de lezer andere wensen heeft.81 BN/De Stem heeft zeven verschillende regionale edities voor Breda, Oosterhout, Etten-Leur, Moerdijk, Roosendaal, Bergen op Zoom en Zeeland. De Stentor heeft een nog groter verspreidingsgebied met veertien verschillende lokale edities in Apendoorn, Deventer, Epe-Vaassen, Flevoland, Hardenberg, Kampen, Lochem, NW Overijssel, Salland, Vechtdal, Veluwe Noord, Veluwe West, Zutphen en Zwolle. Al deze lokale varianten hebben een specifiek nieuwsgedeelte dat gefocust is op een klein geografisch gebied, zodat het nieuws relevant is voor een klein aantal mensen, maar wel relevant is voor iedereen in dat gebied.

Mensen die een grotere binding hebben met een regio hechten ook meer waarde aan het lezen van regionaal nieuws. Iemand is meer gebonden aan een regio als hij al voor langere tijd in het gebied woont, en ook als hij meer betrokken is bij politieke, culturele en sociale activiteiten in zijn woonplaats. 82 Nu speelt maatschappelijke betrokkenheid voor een aantal mensen nog wel een groot belang, maar de belangstelling hiervoor is tanende. Dit zorg ervoor dat de betrokkenheid bij een regio ook afneemt. De vraag die dan rijst is wanneer hij zich dan toch aangetrokken weet door een lokaal dagblad. De reden is vooral praktisch: Deze mensen willen toch een regionale krant lezen als zij daar in het dagelijkse leven iets aan hebben.83

Voor een journalist betekent dit niet alleen dat zij het nieuws moeten selecteren, maar daarbij zullen ze ook rekening moeten houden welk nieuws van belang is voor de lezer.

78 Ibidem, 69-70. 79 Ibidem, 71. 80 Ibidem, 71-72.

81 Broersma, Tegen de trend, 49. 82 Ibidem, 92-93.

(29)

Wisselwerking tussen het publiek en de redactie is ook een belangrijk onderdeel van Shoemakers variant van gatekeeping, waarbij het publiek een belangrijke rol heeft bij het selecteren van relevant nieuws. Een concreet voorbeeld, geschetst door oud-hoofdredcateur van de Provinciale Zeeuwse Courant Andreas Oosthoek: Als grensprovincie moet je met andere dingen rekening houden, want bijvoorbeeld een ziekenhuisopname in een Vlaams ziekenhuis brengt allerlei extra facetten met zich mee wat betreft ziektekostenverzekering dan wanneer je binnen eigenland naar een ziekenhuis moet. “Daar moet je bij het centraal maken van pagina’s goed van doordrongen zijn.”84 Zo denken veel Zuiderlingen bij de buren ook niet meteen aan Duitsland, maar juist aan België. Oosthoek vindt dat juist die regionale verschillen de kracht zijn van een krant en dat centralisatie een verzwakking is. De focus zou dan ook moeten liggen op regionale berichtgeving waar de lezer iets aan heeft.

De landelijke trend is om op maandag een dunne krant te brengen, want in het

weekend gebeurt veel minder nieuwswaardigs dan op doordeweekse dagen als iedereen weer aan het werk is. Ook regionale kranten volgen dit voorbeeld, maar juist in de weekenden worden veel lokale evenementen georganiseerd.85 Een belangrijke vraag die rijst, is of de kranten er niet beter aan doen om tegen de (landelijke) gewoonte in een dikkere krant brengen op maandag. Omdat de landelijke politiek en het bedrijfsleven in het weekend stilliggen, zal de krant een regionaal gezicht krijgen. Als zoiets ingevoerd zal worden zullen kranten goed moeten weten wat de lezer wil, in welke onderwerpen hij geïnteresseerd is. Kranten moeten rekening met wat de lezer wil lezen en beslissen of veranderingen nodig zijn om de krant te blijven verkopen, want naast de slechte financiële situatie zijn ook sociologische

veranderingen oorzaak van het alsmaar vergrijzende lezersbestand.86

H2.2 Verandering van journalistieke taken bij regionale kranten

Mediaconcerns bezuinigen steeds meer om toch nog winst te kunnen maken. Dit heeft vaak ook personele gevolgen voor de medewerkers van een krant. Journalisten worden ontslagen en collega’s moeten dit opvangen door meer werk te verrichten in dezelfde tijdspanne als ze gewend waren. Om deze verandering daadwerkelijk te bewerkstelligen moet een journalist een alleskunner op de redactie worden: naast eindredactie dient hij zich bijvoorbeeld ook in te zetten voor (kleine) vormgevingsklusjes en moet hij de continuïteit van kwalitatief hoge berichtgeving bewaken.

84 Herman Spinhof, ‘Operatie Wegener’, De Journalist 111 (2006) 11:16-18. 85 Meulen, van der, ‘De regio en de rest van de wereld’, 115.

(30)

Als een journalist een bericht schrijft leidt dit zelden tot grote tevredenheid bij de personen en organisaties die genoemd worden. Alleen zal een landelijke of internationale journalist hier veel minder van merken dan een regiocorrespondent die een veel kleiner werkveld heeft en de nieuwsactoren iedere keer weer tegenkomt.87 Een journalist wil onafhankelijk zijn, maar wil ook een volgende keer bij een autoriteit terechtkunnen. Een regionaal politicus of een grote, lokale werkgever staan zowel dichter bij de burger als bij de journalist. Een regionaal bouwbedrijf dat slecht in het nieuws komt zal ook sneller bij de redactie van een krant aankloppen om verhaal te halen hoe het zit met de verslaggever die het verhaal heeft geschreven. En omdat een regionale journalist een kleiner werkveld heeft (soms een plaats met zo’n 25.000 inwoners) komt hij belangrijke figuren vaker tegen of kent hij nieuwsactoren – soms viavia – zelfs persoonlijk. Dit kan een dilemma voor hem vormen, maar hij dient neutraal en onpartijdig te blijven in de berichtgeving. Ook de lezer verlangt juist in het regionale dagblad zorgvuldige berichtgeving over deze lokale aangelegenheden.88

De nieuwsconsument wil het nieuws niet alleen maar ’s ochtends krijgen, maar heeft de behoefte om het meest actuele nieuws te kunnen op het moment dat het hen uitkomt. Journalisten, en ook de uitgevers, zullen op die trend in moeten spelen door de lezer – en in steeds grotere mate ook de luisteraar en kijker – overal en altijd van informatie te voorzien. De papieren krant lijkt zich te moeten schikken in een ondergeschikte rol aan de opkomende nieuwssites op het internet, maar juist via de digitale nieuwsvoorziening zijn er ook kansen voor krantenconcerns. Daar valt nog voldoende te winnen voor media, die met een andere focus zowel de papieren als de digitale lezer op de juiste manier van nieuws voorzien. De werkwijze van journalisten dient echter wel zo te veranderen dat de behoefte van de lezer centraal staat bij de nieuwsvoorziening en deze verandering moet niet ten koste gaan van de journalistieke kwaliteit.89

De rol van de lezer speelt een steeds belangrijkere rol bij het maken van een krant. In de loop der jaren zijn veel veranderingen geweest om zowel de krant als de inkomsten te optimaliseren. Voor elke krant blijft het ook belangrijk om inhoudelijk te blijven vernieuwen90 Bij deze vernieuwingen speelt (bewegend) beeld een steeds belangrijke rol en ook digitale journalistiek genereert steeds meer bezoekers. De lezer verlangt nieuws dat andere media hen niet kunnen brengen. De papieren krant blijft in vergelijking met een nieuwssite een grote financiële investering voor de lezer en daarom is het belangrijk om aan de wensen van de

87 Meulen, van der, ‘Het eeuwige imago’, in: Dichtbij, Regionale kranten in Nederland, 77-78. 88 Broersma, Tegen de trend, 105.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In uw brief vraagt u aandacht voor het uurtarief, zodat aanbieders in staat gesteld worden om medewerkers fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden te bieden en een betaling conform

Hieronder wordt een beeld geschetst van de huidige stand van de kennis, ingedeeld naar de omvang van het schaduwonderwijs in Nederland, de motieven van ouders

Met vra- genlijsten werd getoetst in hoeverre de groepen het eens waren met de positieve en negatieve oordelen over het nieuwe concept (antwoorden op vraag a) en in hoeverre de

Naam app: MijnAfvalwijzer app gemeente Bergeijk Link naar de verklaring: https://30x.nl/tv/2756. C - Eerste maatregelen

In de Wet langdurige zorg (Wlz) is expliciet geregeld dat de partner van een echtpaar waarvan een van beiden een geldige indicatie heeft voor opname in een instelling, opgenomen kan

Dirk Dalle, directeur van Hefboom, wil helpen winst en welzijn te combineren. ©

The Washington Post pakt uit met een veel gelezen opiniestuk dat het leven van 3 kinderen door euthanasie is beëindigd in België.. Ons land is daarmee het enige waa dat

Daarbij merkt de rechtbank op dat zij zich realiseert dat met deze uitspraak het voor de zoon van eiser noodzakelijke passend onderwijs niet wordt geregeld.. Het is op grond van de