• No results found

Vraag nr. 97 van 17 februari 2004 van de heer CARL DECALUWE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 97 van 17 februari 2004 van de heer CARL DECALUWE"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 97

van 17 februari 2004

van de heer CARL DECALUWE

Stedenbouwkundige vergunningen – Gemeentelij-ke bevoegdheid

Volgens het nieuwe decreet ruimtelijke ordening moet een gemeente tegen 1 mei 2005 aan een vijf-tal voorwaarden voldoen om zelfstandig de steden-bouwkundige vergunningen te kunnen afhandelen. Volgens de voorwaarden moet men beschikken over een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk s t r u c t u u r p l a n , een stedenbouwkundig ambtenaar, een plannenregister, een vergunningenregister en een register van onbebouwde percelen.

Als een gemeente tegen de deadline van 1 mei 2005 niet klaar is met het vervullen van deze voor-w a a r d e n , dan verliest ze al haar bevoegdheden van Ruimtelijke Ordening aan de provincie.

1. Kan de minister per provincie meedelen welke gemeenten reeds aan welke voorwaarden vol-doen ?

2 . Inzake de nog niet vervulde voorwaarden, k a n de minister meedelen hoever de gemeenten hierin staan ?

3. Waar bevinden zich de knelpunten, wat zijn de oorzaken van eventuele vertragingen ?

4. Wordt er rekening mee gehouden dat bepaalde gemeenten de deadline van 1 mei 2005 niet zul-len hazul-len ?

Zo ja, om welke gemeenten gaat het ?

5. Hoe worden de gemeenten aangemoedigd om hier alsnog spoedig werk van te maken ?

6. In welke mate zullen zij hun bevoegdheden in-zake Ruimtelijke Ordening verliezen aan de provincie ?

In welke mate worden de provincies hier reeds op voorbereid ?

Antwoord

Een geactualiseerd overzicht van de gemeenten en de voorwaarden waaraan ze reeds voldoen, is te vinden op de website van mijn administratie (http://www2.vlaanderen.be/ned/sites/ruimtelijk/vij fvoorwaarden/vijfvoorwaarden.start.html).

Er is geen decretale verplichting voor de gemeen-ten om de administratie op de hoogte te houden van de vorderingen die de gemeente maakt bij de opmaak van haar registers. Enkel het eindproduct moet worden voorgelegd. Vandaar dat mijn admi-nistratie moeilijk kan inschatten hoever de ge-meenten hierin staan. Uiteraard zijn er talrijke in-formele contacten, maar een betrouwbaar systema-tisch overzicht bijhouden, is onmogelijk.

Uit de informele contacten bleek dat de opmaak van de vergunningenregisters uiteraard de grootste klus is.

Bij de decreetswijziging van 21 november 2003 werden daarom een aantal vereenvoudigingen in de opmaak van de vergunningenregisters doorge-voerd.

Voortaan moeten de vergunningenregisters niet meer aan elk afzonderlijk gebouw een register-nummer toekennen.

Ook moet de functie van de gebouwen niet meer worden geïnventariseerd.

Bovendien werd ook bepaald dat in een eerste fase reeds genoegen kan worden genomen met een ver-gunningenregister dat enkel de bouwvergunningen van 1990 tot heden bevat. De oudere bouwvergun-ningen kunnen dan later opgenomen worden. Ik hoop dat op deze wijze het opstellen van de ver-gunningenregisters voor de meeste gemeenten een haalbare kaart wordt.

De Vlaamse volksvertegenwoordiger vraagt verder op welke wijze het Vlaams Gewest de gemeenten heeft aangespoord om werk te maken van het ver-vullen van de vijf voorwaarden.

Hiertoe werden sinds 1 mei 2000 verschillende ini-tiatieven genomen.

Vooreerst zijn er verschillende infosessies geweest waar ten behoeve van de gemeenten meer uitleg over deze voorwaarden werd gegeven.

Over de opmaak van de gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen werden ook publicaties en om-zendbrieven verspreid.

(2)

Wat de financiële kant van de zaak betreft, w e r d e n op mijn initiatief drie besluiten van de Vlaamse re-gering goedgekeurd :

– het besluit van de Vlaamse regering van 23 no-vember 2001 tot bepaling van de voorwaarden voor toekenning van subsidies aan gemeenten voor de opleiding van gemeentelijke steden-bouwkundige ambtenaren en voor de betaling van de gemeentelijke stedenbouwkundige amb-tenaren in kleine gemeenten ;

– het besluit van de Vlaamse regering van 20 ok-tober 2000 tot bepaling van de voorwaarden voor de toekenning van subsidies aan gemeen-ten voor de opmaak van gemeentelijke ruimte-lijke structuurplannen, gemeenteruimte-lijke ruimtelij-ke uitvoeringsplannen en gemeentelijruimtelij-ke plan-nen van aanleg, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2001 en 10 oktober 2003 ;

– het besluit van de Vlaamse regering van 22 juni 2001 tot bepaling van de voorwaarden voor de toekenning van subsidies aan gemeenten voor de opmaak van het eerste vergunningenregister en het eerste plannenregister.

Artikel 193, § 3, eerste en tweede lid van het de-creet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, luidt :

"§ 3. Vóór het einde van het vierde jaar na de in-werkingtreding van dit decreet stelt de Vlaamse re-gering vast welke gemeenten niet voldoen aan de voorwaarden vermeld in § 1. De Vlaamse regering kan op grond van die vaststelling nadere regels vaststellen om te verzekeren dat die gemeenten binnen de termijn van vijf jaar na de inwerkingtre-ding van dit decreet voldoen aan de voorwaarden vermeld in § 1.

Vóór het einde van het vijfde jaar na de inwerking-treding van dit decreet stelt de Vlaamse regering vast welke gemeenten niet voldoen aan de voor-waarden vermeld in § 1. Die vaststelling wordt bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staats-b l a d , uiterlijk de laatste dag van de periode van vijf jaar na de inwerkingtreding van dit decreet. Va n a f de datum van die bekendmaking bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad, worden in die gemeenten de aanvragen voor een stedenbouwkundige ver-gunning of een verkavelingsverver-gunning in eerste aanleg ingediend bij en beslist door de bestendige deputatie van de provincie. In dat geval worden alle taken van de gemeente inzake vergunningver-lening overgenomen door de provincie. Te v e n s worden alle taken van de gemeentelijke

steden-bouwkundige ambtenaar overgenomen door de provinciale stedenbouwkundige ambtenaar. Te g e n de beslissingen van de bestendige deputatie inzake de vergunningsaanvragen kan beroep worden inge-steld bij de Vlaamse regering. De Vlaamse regering bepaalt de regels voor de indiening en de behande-ling van het beroep."

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Alle heffingen in het kader van leegstand en verkrotting worden momenteel geïnd via A b a- fim (administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management), die

Vermits het recht van voor- koop bovendien pas geldt op het ogenblik dat een eigenaar zijn goed te koop aanbiedt, is de overheid afhankelijk van het initiatief van de huidige

Indien zich een concrete vraag voordoet voor het organiseren van een activiteit, zal deze vraag be- handeld worden zoals elke vergunningsaanvraag voor manifestaties op het

In welke mate wordt onderzoek gedaan naar de reputatie en de credibiliteit van de luchtvaart- maatschappijen die zich op Oostende wensen te vestigen?. Welke criteria worden

In het antwoord van de minister stond dat de ge- meenten over de vrijheid beschikten om de midde- len van het Gemeentefonds autonoom te besteden "en dit zowel voor gewone

technisch, inhoudelijk als op monitoringvlak. Dit project is reeds gestart binnen het nieuwe Contactpunt Vlaanderen en vordert goed. Welke budgettaire weerslag zal die

Facturatie aan Vlaamse overheid – Betalingstermijn Het budgettair beleid van de Vlaamse administra- ties en de VOI’s (Vlaamse openbare instellingen) is geen eenvoudige

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Dirk Van Mechelen, Vlaams minis- ter van Financiën en Begroting en Ruimtelijke