Vraag nr. 97 van 30 januari 2004
van de heer CARL DECALUWE
Decreet integraal waterbeheer – Watermolens In artikel 12 van het decreet integraal waterbeleid wordt gesteld dat het Vlaams Gewest een recht van voorkoop heeft voor onroerende goederen die ge-heel of gedeeltelijk gelegen zijn in afgebakende overstromingsgebieden en oeverzones.
In Vlaamse molenmiddens is hieromtrent onrust o n t s t a a n , omdat men vreest dat vaak historische watermolens met hun sluizen en stuwen onder dit recht van voorkoop zullen vallen, wat wellicht niet de bedoeling is of was van de decreetgever.
1. Bestaat er een inventarisatie van het aantal hec-tare afgebakende overstromingsgebieden en oe-verzones waarop artikel 12 van toepassing is ? Kan dit worden opgesplitst per provincie ? 2. Heeft de minister een idee over welk
patrimoni-um en om welke geschatte waarde dit gaat ? Kan dit eveneens worden opgesplitst per pro-vincie ?
3. Beschikt de minister over voldoende middelen – en hoeveel – om het recht van voorkoop ef-fectief uit te oefenen ?
Zo neen, welke procedurecriteria gelden dan in-zake volgorde van voorkoop ?
4. Was of is het de bedoeling van de decreetgever om ook watermolens en hun sluizen en stuwen onder het recht van voorkoop te laten vallen ? Zo ja, over hoeveel watermolens gaat het ? Graag eveneens opgesplitst per provincie. Zo neen, op welke manier wordt hier duidelijk-heid over gecreëerd ?
Antwoord
Ik kreeg reeds een vraag over hetzelfde onderwerp van de collega van de Vlaamse volksvertegenwoor-diger Johan Sauwens (vraag nr. 86 van 16 januari 2004 ; Bulletin van Vragen en A n t w o o rden nr. 9 van 12 maart 2004, b l z . 1 7 9 6 – r e d . ). In mijn antwoord heb ik duidelijk aangetoond dat de onrust in de Vlaamse molenkringen niet gegrond is. Het is niet de bedoeling dat oeverzones worden afgebakend met het oog op het verwerven van watermolens.
Bovendien geldt het recht van voorkoop slechts wanneer de huidige eigenaar zijn eigendom vrijwil-lig te koop aanbiedt.
1. Uit artikel 12 blijkt dat het recht van voorkoop geldt in afgebakende overstromingsgebieden en o e v e r z o n e s. Artikel 12, § 2 stelt zeer duidelijk dat "het recht van voorkoop kan worden uitge-oefend vanaf de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het stroomgebiedbeheerplan, h e t bekkenbeheerplan of het deelbekkenbeheer-plan waarin de oeverzones en overstromingsge-bieden worden afgebakend."
Aangezien er nog geen enkel stroomgebiedbe-h e e r p l a n , bekkenbestroomgebiedbe-heerplan of deelbekkenbe-heerplan goedgekeurd werd, zijn er nog geen af-gebakende overstromingsgebieden en oeverzo-nes bekend.
2. Aangezien de overstromingsgebieden en oever-zones nog afgebakend moeten worden, is het nog niet mogelijk de waarde van het patrimoni-um te schatten.
3. Het is duidelijk dat het recht van voorkoop slechts uitgeoefend zal worden indien daar ge-gronde redenen voor bestaan. Het is dus niet zo dat de afbakening van een overstromingsgebied of oeverzone betekent dat het Vlaams Gewest deze gebieden wenst aan te kopen. Dit zal veel-eer een uitzondering zijn dan een algemene regel.
Multifunctionaliteit is zowel voor de overstro-mingsgebieden als oeverzones een belangrijk uitgangspunt van het decreet betreffende het in-tegraal waterbeleid. Bij de opmaak van de be-heerplannen moet een prioriteit uitgewerkt worden voor het verwerven van eigendommen die nodig zijn om de doelstellingen van het de-creet te realiseren. Vermits het recht van voor-koop bovendien pas geldt op het ogenblik dat een eigenaar zijn goed te koop aanbiedt, is de overheid afhankelijk van het initiatief van de huidige eigenaar en kan de overheid, indien zij dit zou willen, de te koop aangeboden onroe-rende goederen slechts verwerven in de mate dat er op dat ogenblik budgettaire middelen be-schikbaar zijn.
4. Het recht van voorkoop geldt voor alle onrrende goederen die zich in de afgebakende oe-verzone bevinden.
