• No results found

DE RELATIEVE BETEKENIS VAN HET DEMOCRATISCH SOCIALISME

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "DE RELATIEVE BETEKENIS VAN HET DEMOCRATISCH SOCIALISME "

Copied!
64
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

H. VERWEY-JONKER

DE RELATIEVE BETEKENIS VAN HET DEMOCRATISCH SOCIALISME

H

et is voor de socialistische beweging een bron van zorg, dat de 'positie van het democratische socialisme na de Tweede Wereldoorlog schijnt te zijn geconsolideerd: er is sinds 1945 geen grote winst behaald, echter ook geen sterke achteruitgang geboekt.!) Het democratische socialisme heeft in West- Europa tussen de andere partijen een gevestigde positie, maar niets wijst er op, dat het binnenkort die andere partijen zo zal kunnen terugdringen, dat het een stabiele meerderheid bereiken zal. Voor een partij, die voor het bereiken van haar doeleinden van zulk een meerderheid afhankeÏijk is, is dit geen bevredigende situatie. De vraag naar verdere groeimogelijkheden wordt daarom zeer dringend.

Achter de:zJè v;raag doemen direct andere vragen op: wat beweegt eigenlijk iemand om socialistisch te stemmen? Wat beweegt anderen om een andere politieke keuze te doen? Wat is de achtergrond van socialistische bewegingen en partijen?

En welke ontwikkeling valt er op al dezé terreinen te zien?

Het lijkt verstandig om uit te gaan van de meest algemene vragen: Wat bepaalt iemands politieke keuze en hoe ontstaan politieke stromingen? Omdat we van daaruit g'èmakkelijk tot een plaatsbepaling van 4et democratische socialisme komen.

Er zijn verschillende factoren, die een politieke keuze mede bepalen. Ik noem

er vijf: .

l. De sociaal-economische situatie, waarin de betreffende zich bevindt.

2. Zijn geestelijk tehuis.

3. De rangorde van zijn waarden.

4. Zijn temperam~t.

5. Een redelijke beoordeling van de concrete situatie.

Over elk van deze punten een enkel woord:

l. Het marxistisch socialisme nàm zonder meer aan, dat iemands "klasse-positie"

zijn politieke keuze bepaalde. Gedeeltelijk is dat juist, het is echteF slechts één van de factoren en er bestaan vele nuances van de begrippen klasse en positie.

In de eerste plaats is het veelal niet de eigen klasse, die het sterkste spreekt, maar de klasse waartoe men graag zou willen behoren. De moraal - ook de politieke moraal - en de normen van hen, die een sport hoger staan, hebben een grote aantrekkingskracht. Vandaar, dat de groepen, die we aanduiden als "de kleine burgerij", zich zo vaak voegen in de politieke bewegingen van de aristocratie of

1) In de reeks "De situatie van het socialisme" houdt deze beschouwing zich bezig met de invloed en de groeikansen van het socialisme.

I

(2)

het grootburgerdom. In de tweede plaats bes~an er binnen een klasse nog zeer veel onderscheidingen. Binnen de arbeidende klasse in elk geval: de "nieuwe middenstand" (de kantoorbedienden en technici), de geschoolde arbeiders, die meestal ook de vaste arbeiders zijn, en de ongeschoolden, wier dienstverband veel onzekerder en losser is. Elk van deze groepen heeft zijn eigen kijk op de sociaal-economische werkelijkheid. Wel geldt voor de hele arbeidende groep, dat ze leeft in de sfeer van het "loon- en arbeidsdenken", dat sociaal-psychologen zoals Geiger onderscheiden van het "bezitsdenken". De mens, wiens sociaal- economische positie bepaald wordt door bezit verstaat bijv. onder "sparen": het vermeerderen van kapitaal. De mens, die van een arbeidsinkomen leeft, denkt bij dat woord aan pensioen of lijfrente. Een collectief ideaal van degenen, die in bezit denken is: "bezitspreiding". Het collectieve ideaal v:m de andere groep heet "sociale zekerheid".

2. Het geestelijk tehuis, waarin een mens leeft, is betrekkelijk onafhankelijk van zijn sociaal-economische positie, maar minstens even belangrijk. We moeten hier in de eerste plaats denken aan een kerk en aan de mate van meeleven met die kerk. Ook een buitenkerkelijke omgeving, of d~ze nu rationalistisch is of humanis- tisch, kan zulk een geestelijk tehuis vormen.

Men kan een geestelijk tehuis verwerven door traditie: doordat men er in geboren is, of door keuze: doordat men op eigen initiatief toetreedt. In het laatste geval is de band veelal sterker en principiëler dan in het eerste.

3. Oe rangorde van waarden, die een individu heeft opgesteld, zal wel altijd mede door de beide voorgaande factoren bepaald worden: het is duidelijk, dat de vraag of men in be~it of in loon-en-arbeid denkt invloed uitoefent op de waardering van· een groot aantal· maatschappelijke verschijnselen. Het is ook duidelijk, dat iemand, die Bijbels is opgevoed, andere normen aanlegt dan een rationalist. Maar er zijn nog vele nuanceringen denkbaar binnen gevestigde normensystemen. In de eerste plaats is het van belang of men in collectiviteiten denkt dan wel individualistisch. Indien men nl. het individu zeer hoog stelt, zal het maatschappelijk belang bijna altijd worden· uitgedrukt in termen van voor- of nadeel voor het ik. De politieke keuze zal daarvan de invloed ondervinden.

Indien men de collectiviteit hoog aanslaat, rijst de vraag: welke collectiviteit?

In Nederland bijv. speelt "het g~zin" als normatieve collectiviteit een heel grote rol. In totalitaire landen is "de staat" een norm in zich zelf. Leden van de Friese beweging zullen "Friesland" hoog stellen in hun waardeschaal. Niet altijd echter zit de norm vast aan de collectiviteit. Voor pacifisten is de hoogste waarde

"vrede" en daaraan maken zij elke collectiviteit ondergeschikt, ook de eigen staat en de eigen groep.

4. Huizinga heeft o.a. gewezen op de betekenis van het menselijk temperament bij de politieke keuze. Hij vroeg zich af of niet een verdeling in drie partijen:

een conservatieve, een progressieve en een radicale, het best overeenkwam met de indeling in mensentypen, die ons behoudende, gematigde en fanatieke naturen deed zien.

338

(

J

(

2

I v

(3)

Dit zou juist zijn wanneer het temperament de enige factor was, die onze keuze bepaalde en dat is niet het geval. Maar we zien deze factor wel op merkwaardige wijze werken binnen eenmaal ontstane stromingen. De "liberale beweging van de vorige eeuw had duidelijk een radicale vleugel (de latere vrijzinnig democraten) en een conservatieve (Tak van POOltvliet) naast een middenmoot, die men dan ais gematigd aanduiden kan. Met het socialisme is het ~venzo gegaan: het is geen toeval, dat de splitsing van de Duitse sociaal-democratie in de Eerste Wereldoorlog aanvankelijk in drieën optrad.' Naast afsplitsingen van de radicale anarchisten en communisten naar links hebben we ook steeds afval gehad van behoudende socialisten naar rechts. Men denke aan Viviani, aan de latere neo- socialisten, aan Duys en Jansonius.

5. Ten slotte is een redelijke beoordeling, van de concrete situatie datgene wat wij bij de kiezers veronderstellen, wanneer wij propaganda onder hen maken.

Deze beoordeling bestaat en veel mensen doen eerlijk hun best er toe te· geraken.

Wanneer zij er op eigen kracht toe komen is het een bewijs van politieke rijpheid, waar we blij mee kunnen zijn. Laten we meteen vaststellen, dat het Nederlandse volk dit bèwijs van politieke rijpheid geleverd heeft toen het in 1940 zonder openlijk contact met haar politieke leiders - ja' dwars tegen sommige van die leiders in - iedere beïnvloeding van het Duitse nationaal-socialisme afgewezen heeft.

Dit wat de factoren betreft, die op de achtergrond van onze politieke keuze staan. Nu doen wij deze keuze uiteraard niet in het luchtledige: meestal is er een groot aantal mensen, dat op gelijke wijze ,door positie, ideologie en waarden werdt beïnvloed en dat een gezamenlijke keuze doet. Men wordt zich deze keuze vooral bewust wanneer er ergens duidelijke tekorten of onrechtvaardigheden zijn:

er ontstaan dan bewegingen van gelijkgezinden, die zich tegen deze tekorten keren.

Het is duidelijk, dat onrechtvaardigheden en tekorten kunnen ontstaan op verschillende vlakken: het kan zijn, dat een sociale groep achteruitgesteld wordt, maar dit kan ook met een ideologische groep het geval zijn. We kennen dus bewegingen op sociaal-economisch terrein: de arbeidersbeweging, die aan het einde van de vorige eeuw ontstond; de beweging voor vrouwenarbeid; de boeren- bonden. Maar ook op het ideologische vlak: de emancipatiestrijd voor het bij- zonder onderwijs; de Friese beweging; het anti-militarisme. Deze bewegingen vinden hun aanhang bij mensen, die uiteraard ook door de andere factoren be- invloed worden: een anti-militarist, bijv. heeft ook een sociaal-economische positie en ook een 'geestelijk tehuis. Maar de kern van zo'n beweging heeft de neiging de scheidslijnen en tegenstellingen op het gebied, waardoor hij nu eenmaal ge- grepen is, sterker te tellen dan de andere. Met andere woorden: er is één punt, dat in zijn rangorde van waarden zeer hoog komt te staan.

Politieke partijen zijn gestolde bewegingen, maar niet elke beweging leent er zich voor een partij te worden. Daarvoor is in de eerste plaats nodig, dat er een politiek orgaan is waaraan het streven van de beweging kan worden "opgehangen", waar men dus opheffing van de onrechtvaarp.igheid of het tekort kan ver ..

(4)

wachten. Bovendien spelen nog allerlei practische overwegingen - de mate van kans bij verkiezingen en .dergelijke - een rol.

De politieke partij neemt uiteraard een groot deel van de waarden en van de rangorde van waarden over van zijn oorspronkelijke aanhang. Zij codificeert die waarden vervolgens in programma's en geschriften. Daarin formuleert ze voorts een concreet doel. Dit in tegenstelling tot een beweging, wier doeleinden vager zijn. Een verdere karakteristiek van een partij is, dat de beoordeling van de concrete situatie collectief wordt en' niet langer alleen wordt overgelaten aan de individu.

Ten slotte is typisch voor een partij, dat ze een instituut wordt, met ':len zekere traditie, die wordt doorgegeven aan een nieuwe generatie als een waarde op zich zelf.

Voor degenen, die aanvankelijk buiten een partij zijn gebleven,. gaan nu de bestaande partijen een deel vormen van de "concrete politieke situatie", die zij hebben te beoordelen. Behalve voor de zeer overtuigde kern is echter elke partij slechts een benadering van wat men nastr~ft: een onvolkomen realisatie van eigen waarden.

Het is na deze uitvoerige inleiding niet moeilijk om tot een plaatsbepaling van het democratische socialiSme te komen: Het ontstond in de groep van hen, die niet in bezitsdenken, maar in loon-en-arbeidsdenken waren opgegroeid. In Nederland was het "ge~stelijk tehuis" van het socialisme aanvankelijk dat van de vrijdenkers en van het vrijzinnig protestantisme, in Engeland het non-conformisme, in katho- lieke lap.den het anti-clericalisme.

In de waardesdlaal van socialisten speelt in de eerste plaats de collectiviteit een grote rol: men zegt wel, dat de' individualisten van de negentiende eeuw de maatschappelijke ellende in Europa ontvlucht zijn door emigratie en dat de collectivisten gebleven zijn om gezamenlijk de ellende op te heffen. (Vandaar dat er in Amerika zo veel individualisme zou zijn en in Europa zo veel socialisten).

De waarden, die men hoog aanslaat in het democratische socialisme, liggen voorts sterk in de sociaal-economische sfeer: sociale -rechtvaardigheid, gelijkheid van kansen voor iedereen.

Aanvankelijk is het socialisme xadicaal en zelfs revolutionnair. Maar zoals we gezien hebben tekenen zich al vrpeg in de socialistische partijen drie stromingen af, die met temperamentsverschillen overeenkomen. .

De beoOl;deling van de concrete situatie ten slott~ bracht de socialisten tot de overtuiging, da~ er binnen het kapitalisme geen blijvende oplossing voor <te grote problemen te vinden is.

Zo ontstond dan de socialistische beweging: protest tegen sociaal onrecht, tegen lage lonen, onzekerheid, politieke achteruitstelling, culturele armoede; een grote groep mensen werd gegrepen door "het sociale vraagstuk" en trok daar de consequenties uit.

Voor de socialistische partijen betekende dit: uitdrukking geven aan waarden als "arbeidersklasse", sociale rechtvaardigheid, enz.; definiëring ~an een socialis-

ti~che3aatschappij als einddoel. en uitkomst van een ontwikkeling, opbouw van 340

••

(5)

een apparaat. In Nederland en in andere landen van het Continent betekende het ook: het geven van een eigen geestelijk tenuis aan degenen, die kerkelijk dakloos waren geworden.

Al deze trekken vertoonde het socialisme bij zijn ontstaan. Sindsdien is het op wezenlijke punten veranderd. In de eerste plaats is binnen de gróep van

• arbeidsdenkenden het accent verlegd van de handarbeiders naar de hand- èn de hoofdarbeiders. Juist de groep "nieuwe middenstanders" telt tegenwoordig veel socialisten en vermoedelijk. naar verhouding nog meer socialistische kiezers.

Deze aanhangers en kiezers vinden in Nederland niet meer allen hun "geestelijk , tehuis" in de groepen, die ik genoemd heb. Het is de betekenis van de "doorbraak"

geweest, dat hierdoor ook personen van prot.-christelijke en enkele van katpolieke huize binnen de kring van socialisten gekomen zijn.

Dit is alleen mogelijk geweest omdat ook voor hen de waarden, die in het sociaal-economische vlak liggen, grote betekenis zijn gaan krijgen en omdat zij geen mogelijkheid zagen om deze waarden binnen hun oude partijen tot hun recht te doen komen.

Wat het temperament van de aanhang betreft: h~ democratisch socialisme is een partij van gematigden en progressieven geworden. De radicalen zijn groten- deels afgestoten.

Ten slotte heeft zich de beoordeling van de concrete situatie enigszins afgewend van het einddoel, maar houdt ze zich thans intensief bezig met de overgangs- situatie.

Ofschoon dus de doeleinden van de democratisch-socialistische partijen niet sterk zijn gewijzigd, is de groep, waarop het steunt, in de loop van de jaren toch wel anders van instelling geworden. De vraag is nu of er dergelijke veranderingen voor de toekomst te verwachten zijn en zo ja, in welk opzicht? Het gaat immers bij een politieke partij niet in de eerste plaats om de kleine kring van leden, maar vooral om de vraag of er een grote maatschappelijke groep bestaat; die als "recruteringsgebied" kan dienen en die mogelijkheden biedt voor aanwas en aanwinst.

Nu meen ik, dat we de volgende tendenties zich kunnen zien aftekenen: in de eerste plaats neemt het bezitsdenken in de Westelijke wereld af en wint het loon-en-arbeidsdenken veld. Dit is niet alleen een gevolg van de numerieke toe- name van het aantal gesalarieerden ten opzichte van het aantal zelfstandigen, maar ook van een andere ontwikkeling Meer en 'meer komt de feitelijke maatsch~ppelijke

macht te liggen in handen van de "managers". Dit zijn voor een groot deel mensen zonder eigen bezit, die echter voor gespecialiseerde en verantwoordelijke diênsten hoge sal~issen krijgen. Hun denken ligt niet in de "bezitssfeer". Zij weten bijv., dat zij hun kinderen geen grote kapitalen zullen kunnen nalaten, maar sturen op een goede opvoeding aan, zodat ook die kinderen krachtens capaciteiten in de managersgroep kunnen worden opgenomen. _

Meer en meer gaat deze managersgroep in het hele sociale leven de toon aan- geven: ze neemt de sociale leiding over van de oude top groep, die door V eblen zo tekenend de "leisure class" is genoemd. Voor die klasse was het een schande 341

(6)

om zelf te werken. Uit het uiterlijk vooral vah de vrouwen en van de bedienden - zo zegt Veblen - moest men kunnen opmaken, dat er geen handenarbeid werd verricht. Vandaar de onpractische mode, vandaar de livreien van palfrenier en koetsier,

De nieuwe topgroep, die van de managers, heeft met dit alles gebroken. Er is niet langer de opvallende. consumptie als uiterlijk teken van rijkdom: aan de Riviera staan de negentiende-eeuwse paleizen leeg. In de mode geeft niet langer de Europese adel de toon aan, maar de Amerikaanse "carreer-woman", die ver-

I zorgde, duurzame, maar practische kleding draagt.

Het is voor de managersgroep en voor degenen, die hopen er nog eens in te worden opgenomen, veel makkelijker om positief tegenover het sodalisme te staan dan voor de klasse van kapitalisten én rentetrekkers. Dit beïnvloedt in hoge mate het hele maatschappelijke status van het domocratische socialisme. Op het eerste gezicht zou men moeten verwachten, dat hierdoor ook de potentiële aanhang veel groter geworden zou zijn.

Dat dit toch niet het geval is, komt ten dele doordat er va'n. de onderscheidene

"geestelijke tehuizen" een remmende invloed uitgaat. Verschillende groeperingen, met name die van de leden van bepaalde kerken, hebben zich nl. inmiddels -tot eigen partijen "bevroren": hun normensystemen zijn geÏll$titutionaliseerd op allerlei terreinen: in de vakbeweging, in de cultuur, ook in de politiek. Enkele van deze kerkelijke partijen, met name de rooms-katholieke, hebben een eigen soçiaal-economisch programma ontworpen, dat zij als consequentie van .hun norrp.ensystemen poneren. Deze christelijk-sociale stromingen hebben veel gemeen met het socialisme, maar beperken uiteraard ons recruteringsveld. Alle spanningen binnen de katholieke partijen ten spijt - en deze moeten er bestaan omdat er juist in die partijen nog zo veel "bezitsdenken" is - moeten we constateren, dat dit proces van "verzuiling" ons ernstfge beperkingen stelt.

De grootste bedreiging voor de groei van het democratische socialisme ligt echter op het terrein van. de waardebepalingen en van de rangorde van waarden. Het socialistische axioma, waarop eigenlijk de gehele propaganda van de partij steunt, is, dat in het politieke leven de sociaal-economische waarden het hoogst moeten worden aangeslagen; dat de sociaal-'economische scheidingslijnen de meest wezen- lijke zijn, dat op het sociaal-economische terrein de beslissingen vallen waarvan

de toekomst van de mensheid afhankelijk is. Tot dusver werd dit axioma het ernstigst bedreigd door die van andere normencomplexen, met name die van kerkelijke zijde, waarin werd gesteld, dat niet e sociaal-ecqnomische, maar de

geest~lijke scheidingslijnen doorslaggevend waren en dat ook de politieke strijd op dit terrein moet worden gestreden.

Als ik het goed zie, treden echter thans een paar tendenzen te voorschijn, die een bedreiging vormen van een geheel andere soort:

In de eerste plaats is er een duidelijke terugkeer naar het individualisme. Dit is mede een gevolg van de "Amerikanisatie" van onze Europese maatschappij en verder misschien reactie op het totalitarisme van. de laatste jaren. Zeker kan men de neiging tot emigratie, die we in alle Westerse landen zien, niet alleen maar verklaren uit uiterlijke omstandigheden.

(7)

Naast het individualisme steekt het nihilisme de kop op: het niets-meer-willen- zijn. Men kan het verklaren als een verlies van een samenhangend normensysteem, als een teleurstelling in alle bestaande stromingen. In elk geval: het is er en het groeit.

Beide tendenzen, individualisme en nihilisme, komen in alle kringen van de bevolking voor, vermoedelijk sterker onder de arbeidsdenkenden dan onder de bezitsdenkenden. Beide zijn zij een dodelijke bedreiging voor het democratisch socialisme, omdat ze de collectiviteit als waarde ontkennen.

Maar er is meer: onder degenen, die wèl waarden erkennen en wèl denken· in collectiviteiten groeit het besef, dat het sociaal-economische terrein misschien toch niet het enige is, waar politieke beslissin~en vallen. Dit is merkwaardigerwijze een gevolg van de belangrijke resultaten die het democratische· socialisme heeft geboekt. De zichtbare sociale nood is verdwenen, de grote ongelijkheid is weg.

Waarom zou men dan juist door de sociale kwestie zo gegrepen worden, te meer omdat er nog zo veel andere· onrechtvaardigheden en andere tekorten· zijn?

Zo ontstaan de bewegingen van mensen, die alle kwaliteiten zouden hebben om militante socialistische strijders te worden, maar die hun enthousiasme en hun krachten thans inzetten voor een ander doel. Ik noemde al de vredesbeweging, de vrouwenbeweging, de Friese beweging. Ik zou er hier vooral ook de beweging van de Europese Federalisten bij willen: noemen.

Want aan deze laatste stroming kunnen wè het best zien, van welke kant de gevaren dreigen. Niemand zal er nl. véel tegen inbrengen, dat mensen uit het socialistische recruteringsgebied zich bezighouden met Friesland of met de vrouwenbeweging, zolang maar niet de doelstellingen van die bewegingen zeer duidelijk in strijd komen met de politieke doelstellingen van de socialistische partij.

In de komende ontwikkeling echter zouden de doelstellingen van de Europese beweging wel eens zeer duidelijk kunnen gaan botsen met die van bépaalde nationale partijen. Dat zal zich in Nederland vermoedelijk niet voordoen: onze P.v.d.A. heeft zich vierkant achter de vorming van een Verenigd Europa gesteld.

Maar hoe ligt dat in Duitsland? Wat moet op het ogenblik al een overtuigd S.P.D.-lid doen als hij Mk voor het Verenigd Europa is?

Ik wil er dit mee zeggen: zoals in de ogen van de socialisten de politieke schei- dingsÎijnen van de negentiende eeuw onjuist en ondoelmatig waren, zo zouden binnenkort in de ogen van een aantal serieuze mensen de huidige scheiding$lijnen - ook onze sociaal-economische scheidingslijnen - wel eens zeer verouderd kunnen schijnen. Iets daarvan tekent zich al af: bij de verkiezingen, die deze maand gehouden worden, hebben enkele vrouwenverenigingen de leuze "Vrouwen stemt op vrouwen" geïntroduceerd en de Groene Amsterdammer zijn advies: stemt op nummer 7. Ik wil beide acties niet gelijkstellen, omdat ik de eerste wel, de tweede geenszins in overeenstemming acht met de gebruiken en de waardigheid van ons kiesstelsel. Maar wel zijn ze beide een symptoom. Van het feit nl., dat blijkbaar grote groepen naast de bestaande scheidingslijnen nog andere scheidings- lijnen als wezenlijk gaan erkennen.

Bij de grote gevaren, die de toekomst van het democratisch socialisme van deze tijd bedreigen, zinken de andere mogelijke ontwikkelingen vrijwel in het

(8)

niet. Ik wil ze nog even noemen: het is niet onmogelijk, dat we - vooral in de achtergebleven sociale groepen en landen - een nieuwe golf van fanatisme en daarmee van politiek radicalisme moeten verwachten. De groepen, waarin dat zal ontstaan, kunnen we wel haast aanwijzen: de Duitse vluchtelingen en uitge- zuiverden, de Zuiditaliaanse boeren, de Spaanse arbeiders, de middengroepen in Frankrijk, die door inflatie worden bedreigd. Daarnaast natuurlijk de bewoners van de oude koloniale gebieden.

Ten slotte zouden we de kans op veranderingen in de beoordeling van de , politieke situatie nog onder de loupe kunnen nemen. Zelfstandige beoordeling wordt bepaald door de mate van onafhankelijkheid van de eigen groep en deze wordt door het "verzuilingsproces"'~ 1geperkt. Ze wordt echter bovendien groter naarmate de bevolking beter onderwijs ontvangt en beter alzijdig wordt voorgelicht en op deze punten is er wel vooruitgang vergeleken bij de vooroorlogse tijd.

De conclusie van deze lange beschouwing moet luiden: er zijn ernstige gevaren voor de groeikansen van het democratische socialisme. Er dreigt een gebrek aan belangstelling voor "de sociale kwestie", die onder bepaalde omstandigheden kan leiden tot stemmenverlies.

Of hiermee ook de groei van onze maatschappij naar een socialistische blijvend zal worden beknot, is een vraag, die van nog andere omstandigheden afhankelijk is. Ten slotte zijn wij al in de overgangsfase: de invloed van de gemeenschap op het politieke leven is zo spoedig niet teniet te -doen~ Bovendien kan een hele reeks sociale maatregelen van de socialisten rekenen op steun van sociaal- voelende groepen in andere partijen en ten slptte zullen ook eventuele' nieuwe partijen in sociaal-economisch opzicht niet allen reactionnair zijn. Maar voor een echte socialistische partij is dit een schrale troost. Ze zal toch goed doen zich te bezinnen op de kansen om in de nieU:'Y'e tegenstellingen zelf een leidinggevende plaats te gaan innemen. In de concrete situatie zal dat betekenen: het accent verleggen van het sociaal-economische naar het politieke vlak. Ze zal - en dit gelgt voor alle Europese partijen - in dit vlak de partij moeten kiezen van de progressieven: dat is niet het nationalisme, maar het bovennationale. Niet het eigen land, maar Europa.

..

..1 cl

n n

o

~

b g ir

uitl

(9)

W. H. NAGEL.

DE DERDE W EG

Opheffing van een dodelijk alternatief

A

an het einde van dit artikel 1), zo niet eerder, zal het de lezer duidelijk zijn, dat ik niet geloof dat de Derde Weg naar een historische wereldvrede leidt. Hoogstens naar enige vrede in het hart van de man die hem gaat. Op dit punt onderscheid ik mij dus van andere ondertekenaren van de oproep. Wat is deze derde weg dan voor mij?

Vóór allés: geen weg met een bepaald rangnummer in een onbepaald aantal mogelijke richtingen. Het is een tertium dat de beperking opheft van slechts twee mogelijkheden.

De Derde Weg heft een alternatief op. Ik ben in' beginsel voor de Derde Weg omdat ik elk alternatief principieel afwijs. Ik ben van mening, dat het alternatief een van de botste trucs van Satan is, die deze voorstelling alleen maar kan blijven hanteren omdat wij zo ongedifferentieerd blijven. Omdat- botte slimheden altijd weer eerder blijken op te gaan dan werkelijk geraffineerde. Voor de oorlog was de reclameleus van deze heer uit de hel: "Mussert of Moskou". In de oorlog werd het "Duitsland" of, in de taal van de vijand, "een onder Hitler samengevoegd en rassisch ontluisd Europa, of Rusland!" Landverrader werd men zeker niet reeds als men, om welke reden dan ook, het Russische communisme afwees of, ongeacht de oorlog, bleef afwijzen, maar wel als men zich het alternatief door de vijand liet opdringen, dat wil dus zeggen, dat men zogenaamd ging kiezen.

De vijandelijke propaganda bediende zich graag van het argument dezer "lots- verbondenheid" als zij de potentiële landverraders zachtkens naar hun keus drong.

Ik kan mij niet van het pijnlijke gevoel ontdoen, dat men ook thans bezig is wezen- lijke verscheidenheden, als bestaan tussen bijv. strikt-kapitalistische Amerikanen en socialistische Nederlanders, of democratisèhe Amerikanen en conservatieve Neder- landers, te verdoezelen met dit begrip. Daarom is het goed ons de nabije historie te herinneren op dit punt. Van lotsverbondenheid hadden wij beter zelf kunnen spreken, toen zij, die inderdaad voor Moscou kozen en wij die het alternatief niet erkenden, ons samen tegen de vijand verzetten;· lotsverbonden waren Nederland en de USSR sedert Duitsland ook dat land overviel. 'Want naar de zin van het woord was dat wat bond ..het l~t. Hier het boze lot, hier het feit, dat hetzelfde sinister beiden getroffen had en dezelfde moorddadige vijand de landen was binnen- gevallen. Maar dit was niet meer dan een verbondenheid "over de band".

Als men van deze lotsverbondenheid méér maken wil, er een ethische opdracht in wil interpreteren, loopt men gevaar ieders afzonderlijke zaak moreel te verzwakken.

1) Dr Nagel zet hier als ondertekenaar v:m het manifest· "De derde weg" zijn standpunt uiteen. Ir H. Vos antwoordt hierachter.

345

(10)

Die mij zou willen tegenwerpen, dat wij in de oorlog toch wèl het alternatief

"Hitier of Roosevelt" aanvaard hebben, heeft ongelijk. Hij, die de beweegredenen tot in Wereldoorlog II onderzoekt, voor zover zij te onderzoeken· zijn, weet dat Amerika meer een oorlog tegen Japan dan tegen Duitsland voerde, of, directer in betrekking tot onze situatie gezien, m~der een oorlog tegen onze onderdrukking dan een oorlog voor eigen belangen. Wij zouden ze schromelijk miskennen, als wij zouden willen beweren, dat de V.S. in het geheel niet door ons lot zouden zijn bewogen in hun strijd. Maar het is kinderachtig om te doen, alsof voor hen ons kwade lot het belangrijkste motief zou zijn geweest. Hun houding na de oorlog doet reeds vermoeden, dat de Amerikanen toch andere zaken op hen tegen hadden dan wij hadden en helaas grotendeels blijven hebben. Hun af~achtende houding tegenover reeds vóór onze oorlog ondernomen agressie en aangevangen onder- drukkingen, van het Chinese volk, het Abessijnse, het Spaanse, Tsjechische, en Poolse, bewijst dat de V.S. (evenmin trouwens als wij) niet zozeer oop onrecht reageren als zij ten oorlog gaan. Pas nadat hun vloot was aangevallen door de Japanners, werden zij de bondgenoot van ons en de andere genoemde onderdrukte volken. Wij allen waren van Pearl Harbour af, om het met een term van de land- verraders te zeggen, ,)otsverbonden".

Een verbondenheid buiten de beginselen om waarvoor men vecht, dat wil zeggen een toevallige historische samenloop, mag beslist de naam van bondgenootschap niet dragen. Als lotsverbondenheid bondgenootschap wil worden, moet er verbon- denheid zijn in het allerlaatste strijddoel. Ook al zal in een verbondenheid "over de band" het verzet van de ene lotgenoot effectief kunnen zijn mede ten behoeve van de ander, zal dit nochtans op zich zelf tot niets mogen verbinden. Nu is het een grondzwakheid van de mens om het historische gegeven normatief te willen maken. Bij de primitieven is dat nog duidelijker dan bij ons: heeft een stevige Noordenwind de vijandelijke kano's uireengeslagen dan legt ons dit in het vervolg eerbied en verplichtingen tegen de Noordenwind op. Het zou te ver voeren als wij trachtten aan te tonen, dat in beginsel dezelfde deferentie aan de historie ons staatkundig en cultureel zwaar belast. Hier worde slechts vastgesteld, dat de politiek meer van de zgn. "lotsverbondenheid" wil maken dan er in gegeven is en er een ethische opdracht in wil interpreteren. Deze interpretatie draagt altijd zichtbaar valsheid in zich en deze valsheid presenteert altijd op den duur haar rekening. Er is een groot aantal Nederlanders, dat de dreigende oorlog alleen maar verdient.

Dat zijn zij, die in 1939 achter Finland stonden tegen Rusland, in 1941 gaarne een bondgenootschap met hetzelfde Rusland sloten en zich tijdens Stalingrad in d.!'l handen wreven en zeiden: "zo gaat het goed, laten onze vijand en onze bond- genoot elkaar maar afslachten!" Dat zijn zij, die zich tegen o~e politionele acties op Java verzetten maar daarna "begrip" vroegen voor de Javaanse politionele actie in de Molukken. Dat zijn ook zij, di~ zich luidkeels verontwaardigden over de Javaanse actie tegen Ambon maar destijds om politionele acties schreeuwden voor Java. Maar om bij bondgenootschappen te blijven, de depressie waarin wij thans leven, hebben wij goeddeels te wijten aan de valsheid waarmee de politici dachten het lot te benutten middels hun fictie van verbondenheid; aan de valse koppels als Ribbentrop-Molotov en Churchill-Stalin.

h d b

0'

h

0'

n is sc n R

tE

vi

hl

"t

lie to

00

te d~

(11)

Het alternatief waar men ons kort na de afgelopen oorlog meteen weer aan wil houden luidt ongeveer: "Amerika of Moskou!" Men zal mij willen tegenwerpen, dat de keus er niet zo zeer een is van voorkeur voor 'het een of het ander, maar wel bepaald een van voor of tegen één van beide kanten. Men wil dan zeggen, dat met "Amerika" eenvoudig gekenschetst wordt wat zich "lotsverbonden" aan afweer- krachten sterk maakt tegen "Moskou". Ik antwoord daarop, dat "Amerika" in deze opstelling inderdaad slechts een naam is, naar de belangrijkste component van de huidige anti-krachten, zonder wezenlijke betekenis. Dit doet de mogelijkheid onder ogen zien, dat de naamsverandering van "Duitsland" in "Amerika" ook wel eens niet iets wezenlijks zou kunnen hebben. Maar deze mogelijkheid te onderkennen is nu juist zo alarmerend! Het maakt het noodzakelijk vóór alles te gaan onder- scheiden wat in het nieuwe alternatief eigenlijk tegenover elkaar staat. Dat is, naar de eenvoudigste 'voorstellingen ten onzent, enerzijds de dreiging van een 'Russisch totalitair wereldregiem, en aan de andere kant de afweer die zich daar-

tegen verzamelt.

Deze opvatting is echter tendentieus. Men kan er van Russische zijde met recht tegen aanvoeren, dat genoemde dreiging niet primair geacht mag worden. Dat de beweging der Sowjets namelijk niet een initiatief is, hetwelk verzet oproept, doch van oorsprong zelf een verzetsvorm. Waartegen? Tegen: de kapitalistische, imperia- listische, kolonialistische wereld, waarin het belang van de ene mens boven dat van de andere staat, waarin ook de godsdienst en het ras van de heersende groepen superieur en die van de overheerste inferieur geacht worden.

Daar staat dus tegenover het socialisme, het geloof in gelijke menselijke waardig- heid van alle individuen, de strijd voor een internationaal, gerechtig, gemenebest.

Wellicht mag ook deze opstelling naïef genoemd worden. Nadat namelijk een strijd begonnen is, zullen beide partijen weer andere eigenschappen, voor een deel die van elkaar, hebben aangenomen. De kapitalisten, nog expansief toen zij de buit binnenháalden, werden, toen zij voor zelfbehoud moesten vechten "reactie", werden

"conservatief", toen de tegenstand kwam en ernstig gemeend bleek. Zij wilden wel consolideren. Nu heeft de consolidatie van hun imperialisme Wlerkelijk wel enige voordelen aan de wereld gegeven; het voornaamste daarvan is de "vrede". Zij stellen het nu, alsof zij deze voordelen moeten verdedigen, ja, dat zij desnoods met oorlog deze vrede moeten redden. In werkelijkheid is hun voornaamste zorg echter, de consolidatie te behoeden om hun bevoorrechte positie in de wereld niet prijs te geven, en alle goeds, ook alle sociale gerechtigheid waartoe zij bereid zijn, is slechts offer tot deze consolidatie. De diepste behoefte van het conservatisme is het status quo. Daartoe moet de ,historie; dat is dus wat thans is, normatief gemaakt worden en verandering gestuit. De psychologie van de conservatief is die van de speler, welke gewonnen heeft en nu niet door wil spelen.

Maar niet alleen de aangevallen orde begint haar agressiviteit in te tomen, om liever de bereikte expansie te legitimeren, niet alleen werden de empire-builders tot reactionnalren. De socialisten namen op het aamakingsvlak met de tegenstander ook nieuwe eigenschappen aan. He'!: is mogelijk, dat socialisme wordt geperver- teerd. Het kan zijn, dat bepaalde middelen om een ideaal einddoel te bereiken als daar zijn militaire en totalitaristische, dit ideaal verschoven. Het is waarschijnlijk, 347

...

(12)

I

dat ook strijders met een expansiviteit-ten-goede een lustvol overwinnen van tegen- stand leren kennen, hetwelk demonisch een agressiviteit zal doen uitbreken, welke in weinig verschilt met die van d~ imperialisten in een vroegere fase der geschiede- nis. Het komt mij voor, dat er voor de historicus-socioloog die wil onderzoeken welke veranderingen tegenstanders in motief, modus en doeleinden aan elkaar plegen te voltrekken, hier de allerrijkste stof heeft.

Als wij terugkeren tot het eenvoudige alternatief van vandaag de dag, dan Vragen wij èn in hoeverre het stalinisme van het socialisme is gaan verschillen èn met welk recht men mag zeggen, dat de westerse verdediging tegen de dreiging geïdentifi- ceerd moet worden met de "reactie".

De eerste vraag wordt door ons aldus beantwoord: het verschil is groot en prin-. - cipieel; anders zouden wij wel communisten zijn. Op dit stuk denken wij socialisten

gelijk. Als de propagandisten van de Derde Weg de tweede vraag echter met minstens dezelfde stelligheid beantwoorden, staan zij vrijwel alleen. Zij kunnen het echter niet anders zien en menen, dat de defensie zich hoe langer hoe meer compromitteert tot reactie. Als internationale tekenen merken zij daarvan op de remilitarisatie van West-Duitsland en tot wederopbouw van de oorlogsindustrie aldaar. De bemoeiingen in Oost-Azië spreken echter nog duidelijker taal. Als het verslagen agressieve monster in zijn nieuwe Grondwet een bepaling wil waarbij elke oorlog voortaan. verboden zal zijn, komt Amerika tussenbeide om dat artikel te verbieden. Zijn hele machtige gewicht in de schaal leggend, dicteert Amerika zijn bondgenoten een vredesverdrag, niet om door de agressor geschonden rechten te herstellen, maar om deze tot militaire wederopstanding bereid te maken en om zijn industrie in zijn eigen oorlogspotentieel te integreren. Op het ogenblik, dat het fascistische Spanje in het Atlantische Pact benut zal worden, wordt aan deze kant van de aardbol duidelijk hoe "defensie" zich met "reactie"-ele~enten infecteert, enzovoorts. En nu is één zaak onafwendbaar, nl. dat met de verandering van defensie in reactie de verlegging van het accent van revolutionnair socialisme naar revolutionnaire agressiviteit gelijke tred zou houden.

Ik wil niet in de eerste plaats zeggen, dat de partijen in het conflict nog dermate aan elkaar veranderen, dat partij kieze~ nu betekent verantwoordelijkheid nemen voor de . andere kant. Het is een gedachte, die wel tot bijzondere gevolgtrekkingen leidt, maar de bedoeling van mijn betoog was vooreerst, dat van de partijen, die ons in het alternatief worden voorgesteld, de linkse naar onze mening een onaan- vaardbare methode wenst om een van oorsprong groot en goed ideaal te verwezen- lijken; dat deze methode zelfs corruptie van het goede ideaal kan betekenen. En dat de rechtse positie naar ons geloof abjecte oorsprongen gaat verraden, althans zich met de reactie compromitteert. Zodat wij geen partij kiezen mogen tussen, maar alleen kunnen kiezen tegen, dat is tegen beide tegenstanders.

Men zal hier tegenover trachten vol te houden, dat het onaangenaam kan zijn zich te compromitteren, maar dat men soms van twee kwaden het minst kwade kiezen moet om zich, met behulp daarvan, van het meest kwade te ontdoen, waarna men altijd nog weer de minst kwade bondgenoot. onschadelijk maken kan. Daar past allereerst dit pragmatisch antwoord op, dat er zo altijd onvrede overblijft.

Want zo men al aan de onschadelijkmaking van deze "minst kwade" toekomt, zal 348

J

~

c

j

(

r I

~

J

s i,

Ïl I

,

t

(

2

L

,

r

t

~ Ij Ij

t

,

"

I

~

~ Ti

il

I ci ci n

0

n

0

h

(13)

men wederom een geringer kwaad willen bezigen om te slagen; daarna zou het probleem zich opnieuw voordoen; men zou altijd een residu van kwaad blijven honoreren en de strijd zou eeuwigdurend zijn. Als het nu nog maar zo was, dat dit eeuwige residu in grootte afnam, kon onze zorg betrekkelijk gering zijn, want dan zou de vrede toenemen. De historie leert ons echter wel tot welk een plotselinge reuzengroei een nestje gespaarde boosaardige · cellen telkens weer in staat blijkt.

De geschiedenis zal dit blijven onderwijzen als wij het alternatief niet opheffen.

Zoals wij China tot bondgenoot hadden tegen Japan en na onbeschaamd korte tijd Japan weer als bondgenoot werven tegen China, zullen wij opnieuw om China schreeuwen tegen Japan. Enzovoort, enzovoort. Een tweede pragmatisch antwoord is: de Vrede zal moeilijker te verwerven zijn, als men de tegenstander legitimeert in zijn pretenties en hem tot groter strijdlust prikkelt. Hetgeen wij doen door SS-ers naar Korea te sturen en West-Duitsland, zonder. de bevolking mee te laten spreken, weer met tank-divisies en een nieuwe Luftwaffe opknappen.

Het absolute antwoord strekt echter, natuurlijk, veel verder. Het luidt: al zou men menen -de oorlog te hebben gewonnen met onjuiste middelen, het zou blijken dat men hem verloren had. Het met een malum morale te bereiken doel kan op zich zelf ethisch acceptabel zijn, maar als het bereikt is, is het bedorven. Want moraal is totalitair. Hij laat niet met zich rekenen. Dit optellen of aftrekken er mee blijft een pretentie als van de Nederlandse politieman uit de bezettingstijd, die 25 Joden voor de gaskamer ophaalde om 30 te kunnen redden en die nu met een hoge borst rondloopt omdat hij een moreel tegoed van 5 Joden heeft. Een ethisch doel kan niet bereikt worden met immorele middelen, want moraal is iets zo subtiel inte- graals, dat het verdampt is. op het ogenblik, dat er ook maar één druppel opportu- niteit wordt bijgevoegd. Het diabolische in deze wereld is, dat Satan zich meester maakt van elk malum morale, zodat elke zet die de mens er mee ten goede denkt te doen, een fatale zet wordt.

In de zogenaamde christelijke politieke partijen zal men deze christelijke ethiek verfoeien. Het verbaast mij altijd, dat ik er bij mijn partijgenoten in het algemeen veel meer begrip voor vind. De meesten echter zal deze ethiek toch niet aanspreken.

Dezen zullen zich afvragen in hoeverre wij eigenlijk samen politiek kunnen voeren.

Ma~ het doet mij leed, ik kan geen beter perspectief voor politiek vinden. Ik ben geen humanist, want ik geloof niet in de Mens. Ik geloof niet dat vrede op aarde mogelijk is: Enige uitspraken die ik ken van Lenin en Stalin en Mao maken, dat ik er van ·overtuigd ben, dat hun "laatste" oorlog komen zal, maar omdat ik niet in de Mens geloof, weet ik dat het geen "laatste" oorlog zijn zal en dat er geen Heilstaat na komen zal. Anders dan de optimisten onder de socialisten, dioa van de Mens uiteindelijk wel een Heilstaat verwachten, ben ik alleen socialist op aan- drang van mijn actuele verantwoordelijkheidsgevoel. Wij zouden mijns inziens wat meer kunnen beseffen hoe bijzonder kort wij leven; het zou ons de noodzakelijke overtuiging geven, dat het voornaamste doel van dit leven is om zo fatsoenlijk mogelijk te sterven. .

Dat sterven kan vandaag of morgen plaats vinden, en natuurlijk makkelijk in die oor!óg. In die oorlog zullen wij, socialisten, de bondgenoten zijn, zij het maar voor het stuk sociale verantwoordelijkheid voor vandaag de dag en minus het dageraads-

(14)

H. VOS

EEN POSITIEVE WEG

B

ij lezing, en ook nu bij herlezing van het stuk van Nagel, kan ik toch niet tot een ander oordeel komen, dan dat het betekent: een bekentenis van onwil en van onmacht.

Een bekentenis van een onwil, die op zichzelf niet te veroordelen is, omdat zij steunt op voor ons allen geldende maatstaven van afkeer van wapengeweld, èn van afkeer van het aanvaarden van "hulp", die àndere doeleinden 1J.ajaagt, dan de onze kunnen zijn. Een bekentenis echter ook van onmacht, omdat op onwil alleen geen politiek kan worden gebouwd in een wereld, waarin één der machten geen scrupules kent bij het overheersen van het eigene en van vreemde volken.

Wij hebben nu eenmaal te onderkennen het feit, dat Rusland ànders is _ dan Amerika. Dat Rusland wèl Estland, Letland, Lithauen, Polen, Tsjechoslowakije, Hongarije, Roemenië en Bulgarije van hun relfstandigheid heeft beroofd - en dat de Verenigde Staten van Amerika, militair nlet mmder machtig, dat niet hebben gedaan bijvoorbeeld t.a.v.-de Midden- of Zuidamerikaanse republieken ....

Wij staan nu een keer voor het feit, dat Rusland de voor ons normale menselijke vrijheden niet erkent, en de Verenigde Staten van Amerika wel, en dat, waar in dit laatste land een deel der burgers nog niet naar behoren behandeld wordt .:.... zonder overigens, in concentratiekampen te worden opgesloten - de strijd voor hun emancipatie in volle gang is binnen de wetten van het land.

Daarom is de telkens in "de derde weg" en thans ook door Nagel herhaalde poging van een halve gelijkstelling, menselijk èn ,historisch misl Het moge bijv.

feitelijk juist zijn, dat Amerika in de oorlog kwam niet zelfstandig,maar door een aanval van Japan, en dat Rusland eveeens niet zelfstandig in de oorlog trok, maar door de aanval van Duitsland erin betrokken werd.. wie slechts de'ze feitelijke juistheid stelt, en niet meer, begaat een grove fout. Vooral wanneer hij daarv66r

optimisme van de velen, "lotsverbonden" zijn met meneer Lunshof en Evita Per6n, en met de vele onbekeerde SS-ers. Deze lotsverbondenheid kan mij er nimmer toe brengen mij thans reeds met hen te compromitteren, want dan zou de strijd immers verloren zijn aleer hij was begonnen. Zouden mijn bondgenoten hun optimisme denken te kunnen verwezenlijken door hun lotsverbondenheid met Franco, de Duitse Feldwebel en meneer Welter tot een onontkoombare opdracht om te duiden, dan zullen wij afscheid nemen en blijf ik alleen achter op mijn Derde Weg.

350

sa w

tI" Cl

gl gl m zi V bi

Ol

Zl

hl n vi el o IC

Ili

n

st

g cl v

d

Zl

d h

g is iI [

(15)

/

en daarna over verbondenheid en lotsverbondenheid spreekt, zoals Nagel doet.

Want vóór Rusland in de oorlog getrokken werd, had het Finland aangevallen, samen met Duitsland Polen verdeeld, had het een verdrag met Duitsland gesloten, waardoor dit laatste economische voordelen verkreeg, en had het aan al zijn trouwe knechten in de neutrale en geallieerde landen opgedragen de "pluto- cratische staten" aan te vallen - hetgeen koren was op de molen van HitIer.

De Verenigde Staten van Amerika daarentegen hadden hun volle economische gewicht, 66k voor de intrede in de oorlog, reeds in de schoot der geallieerden geworpen: de leen- en pachtwet van Roosevelt heeft Groot-Brittannië in de moeilijkste periode in bijzondere mate geholpen. Er heeft vanàf 1939 nooit een zinnig mens getwijfeld over het antwoord op de vraag aan welke kant de Verenigde Staten van Amerika in de oorlog zouden komen, àls zij in de oorlog betrokken werden. Van Rusland kan men niet hetzelfde. zeggen ....

Intussen hebben zich na 1945 de verhoudingen verder ontwikkeld, en is - anders dan in 1914 en in 1940 - de Amerikaanse staat thans gebonden, "vrijwillig", door het Atlantisch Pact - terwijl Rusland zich nergens aan gebonden acht ....

Om al deze redenen moet elke gelijkstelling of poging tot gelijkstelling, historisch of actueel worden verworpen.

Toch is er in het stuk van Nagel een stelling - de grondstelling - die ik gaarne zou willen onclerschrijven. Lotsverbondenheid door oorlogsgeweld of oorlogsgevaar, behoeft nog geen diepere verbondenheid te betekenen. Met de Russische commu- nist, die het systeem der onderdrukking hanteert, kennen wij geen diepere verbondenheid - met de Tsjechische socialist, die voor zijn vrijheid vecht, wel - en wij blijven die diepete verbondepheid erkennen zelfs dan, wanneer in een oorlog de Tsjechische staat thans - gedwongen - de zijde van de terreur zou kiezen. En op dezelfde gronden zal, ook wanneer in een oorlog Franco en Peron met ons "lotsverbonden" zouden zijn, dit geen diepere verbondenheid betekenen, maar zouden wij - integendeel - het bewustzijn van de noodzaak van toekomstige strijd tegen deze fascismen nimmer verloren mogen laten gaan.

Maar evenals in oorlogstijd, dient men er ook in vredestijd voor te waken iedere alliantie als een verbintenis in diepere zin op te vatten. Doch het zij uitdrukkelijk gezegd: de alliantie met Engeland en de Verenigde Staten ter verdediging van de democratie en voor het behoud van de vrede, is dat voor mij wel, al sta ik even ver af van Taft als van Gerbrandy in politieke zin. Natuurlijk kàn er ook in de Verenigde' Staten een ontwikkeling optreden, waardoor deze verbondenheid in diepere zin haar bestaansrecht zou verliezen. Dan zou er alleen nog maar sprake zijn van lotsverbondenheid in de door Nagel bedoelde zin - een lotsverbondenheid, die overigens ter voorkoming van een wereldoorlog, ook. dàn nog zijn wereld- historische betekenis kan hebben.

De "derde~' weg - het blijkt uit de uiteenzetting die Nagel geeft - is in wezen geen "weg;', maar een gemoedstoestand. Een gemoedstoestand, die verklaarbaar is, omdat niemand kan garanderen, dat de weg, die met het Atlantisch Pact is ingeslagen .. wel tot het beoogde resultaat leidt. Al kimnen wij wel constateren, dat

na

Praag de opmars tot staan is gekomen, door het verzet van het Westen:

De eerste aanval op Berlijn is afgeslagen, de Korea-aanval tot staan gebracht - de 351

(16)

I

aanval op Tito niet begonnen. Het is mijn vaste overtuiging, dat zonder tegen- weer, thans Berlijn en Zuid-Slavië een prooi van de Russen zouden zijn, en dat de aanval op de economisch en politiek zo zwakke plekken: Italië, Frankrijk en West-Duitsland 6f reeds zou zijn ingezet, of grondig voorooreid.

Niemand kan garanderen, dat een politiek van tegenweer tot succes leidt, maar elkeen kan garanderen, dat een politiek van geen tegenwaer tot ondergang leidt.

En ook kan elkeen garanderen, dat slechts op de basis van een voldoende tegen- wicht een houdbare overeenkomst met het Sowjet-systeem mogelijk zal zijn.

De derde weg is geen weg - de andere kàn er een zijn. Men zal daarbij goed -doen de verschill~nde etappes te onderscheiden - en wij zullen goed doen, als socialisten, onze doelstellingen steeds weer in het oog te houden èn duidelijk te stellen.

De eerste etappe moet helaas zijn: het organiseren van een voldoend sterke _ militaire tegenweer - met alle daarbij te maken fouten, en alle daarbij optredende verspillingen, die wij terwille van onze sociale en economische kracht zo gering mogelijk moeten houden. De socialistische positie in deze eerste phase kan geen andere zijn dan te zorgen, dat er een voldoende evenwicht blijft bestaan tussen de economische, sociaal-culturele en militaire uitgaven, en dat op de besteding van het militaire budget een zo scherp mogelijk toezicht wordt uitgeoefend, benevens op den mentaliteit van de legerleiding, alles onder het vooropstellen van de nood- zaak der afweerpolitiek.

De tweede etappè, die misschien over drie à vier jaar bereikt kan worden, is die van een houdbare overeenkomst met de Russische machthebbers. Een h01:ldbare overeenkomst wel te verstaan op militair gebied: omschrijving van de omvang der bewapeningen, van de controle op deze bewapeningen, van de - ev.entuele - gelijktijdig te, treffen maatregelen tot vermindering enz. Zie ik het goed, dan zal in deze phase er een - ook door Rusland onderkend - overwicht der andere staten zijn. De socialistische positie zal dan met name gekenmerkt worden door een strijd tegen de - zeker van vele zijden te verwachten - McArthurn'lentaliteit die, van een overwinning "zeker", maar "eens en vooral"

het bolsjewisme zal willen liquideren, waarbij de onderdrukking in Rusland en de terreur over andere volkeren een veel te gemakkelijk te gebruiken, en helaas ook nog juist argument zal zijn ....

Gelukt het - mee door ànze houding - ook de tweede etappe af te leggen, dan komt de derde waarin wij zullen moeten zorgen, dat de gestegen economische en sociale mogelijkheden en de uit de oorlogsapparatuur vrijkomende krachteJl in een groot en omvattend program van w~eldhervorming worden samengevat. De politiek-organisatorische eenheid van Europa zal gedurende de eerste en tweede etappe moeten worden verwerkelijkt: het sociaal en economisch tot een veel hoger niveau opb:ekken met name van het Franse en Italiaanse volk zal, na afzonderlijke zorg daarvoor v66rdien, in deze derde etappe een werkelijke tdak zijn. Evenzo, zal, na een consequente voorbereiding onder andere door de zgn. "technische hulp" in deze etappe ook het omhoog trekken, door het ·verschaffen van de daartoe nodige middelen, van de zgn. onontwikkelde gebieden in Azië en Afrika, op de wereldagenda staan.

Ol VI

11 w el D

Ol VI

g

1lI

s>

(17)

Socialistische taak daarbij: De structuurhervormingen, die noodzakelijk zijn, te doordenken, te propageren en tot uitvoering te brengen. Elke poging tot het gebruiken van de. nodige verhoging van het levenspeil der volkeren tot kapitalis- tische uitbuiting of feodale machtsvorming te doorkruisen - internationale socialis- tische aaneensluiting, nauwer dan ooit tevoren, . niet slechts in ideologische programmatische zin, maar in praktisch-constructieve uitwerking.

In de tweede, maar meer nog in de derde etappe zal blijken, of zulk een ontwikkeling, die ongetwijfeld in het Westen de communistische aanhang zal verzwakken, ook binnen de Russis~he machtssfeer haar repercussies doet gelden.

Met name zal dan blijken of - eindelijk !- nadat de vrees om overvallen te worden politiek minder goed gehanteerd kan worden, het decimeren van intellect en karakter door curruptie-processen en concentratiekampén een einde gaat nemen.

Dan zal blijken of, behalve in de onderdrukte naties, ook in Rusland zelf krachten ontstaan, die tot democratisering kunnen leiden, hetzij langs de weg der her- vorming, hetzij - wat het meest waarschijnlijk is - langs die van een uitbarsting.

Dan begint de -vierde etappe, die zeker voor de vrede in de wf!Jreld nog gevaarlijk kan zijn, omdat het zich losscheuren uit een onderdrukking· de span- ningen internationaal doet stijgen. .

Socialistische taak'in deze etappe: hulp te geven, moreel en materieel bij het verzet, nog meer: hulp, moreel, technisch en organisatorisch nà het verzet, voor de wederopbouw, die ontzaglijk moeilijk zal zijn juist in deze gebieden.

De redactie vergeve mij, dat ik meer naar aanleiding van dan over het artikel van Nagel heb geschreven. Maar ik had er behoefte aan minder negatief te zijn dan de "derde weg" is, en iets meer te geven, dan een afwijzen van dit negatieve.

Ik heb getracht in enkele bladzijden hoofdlijnen aan te geven voor een weg, die - misschien - wél begaanbaar is en waarop, indien· dit zo blijkt te zijn, een soèialist .zoveel zinvolle arbeid zal kunnen vinden als hem maar lief kan zijn.

;

(18)

F. KOOL

. i

JOEGOSLA VIE

J. De weg naar de macht

D

e belangstelling voor de ontwikkeling in Joegoslavië na de breuk met de , Kominform neemt, ook in socialistische kringen, nog steeds toe, hoewel tot dusverre de veelal hooggespannen verwachtingen, dat andere landen en r~geringen in Oost-Europa en Azië Tito's voorbeeld zouden volgen, niet in vervul- ling zijn gegaan, terwijl ~ de vrije landen de verzwakking van de stalinistische partijen, in de zichtbare gevolgen althans, beperkt is gebleven tot een afsplintering als die van het kleine groepje om Cucchi en Magnani in Italië of een meer of minder radicale koerswijziging van vroegere "fellow-travellers" uit intellectuele kringen. Die groeiende belangstelling heeft verschillende oorzaken en richt zich dan ook op verschillende aspecten van de Joegoslavische politiek. Het spreekt van- zelf, dat het land in de defensieplannen van het Westen een grote rol speelt. Zijn strategische ligging is zeer belangrijk; zijn militaire kracht is, vooral sinds de leverapties van modern materiaal door de Verenigde Staten op gang zijn gekomen, aanzienlijk 1); zijn grondstoffenrijkdom is een waardevolle bedrage tot het Westelijke potentieel 2); ten slotte vormt het een politieke veiligheidsbarrière tussen de landen van het Russische blok en het door het stalinisme zo zeer bedreigde Italië.

. Sinds ongeveer 1950 is bovendien de aandacht van vele socialisten getrokKen door een ontwikkeling die in de' toekomst vérreikende gevolgen kan hebben: De gepretendeerde opbouw van een sociale democratie. Ook in het Westen ziet' men zich geplaatst voor het probleem, dat nationalisatjes op zich zelf even grote gevaren als voordelen voor de hierbij betrokken ,arbeiders kunnen brengen; de waarschuwing die de gang van zaken in Rusland in deze zin inhoudt, kan niet alleen maar met een verwijzing naar de politieke onvrijheid en de achterlijkheid van dit land worden afgedaan. Elk overheidsingrijpen in het economische en sociale leven kan het gevaar van het scheppe.n of versterken van een klasse van bureaucraten in zich bergen; meer en meer rijpt dan ook het inzicht, dat de positieve sociale waarde ~der

nationalisaties afneemt met de toeneming van de invloed der "managers". De van _ tijd tot tijd geuite critiek van arbeiders in de genationaliseerde bedrijven (bijv. de

1) Het leger schijnt ongeveer 30 divisies te omvatten (vermoedelijk van Russische grootte, dus kleiner dan de Westelijke); de militaire lasten vragen ruim 20 procent van het nationale inkomen, dus twee en een half maal zoveel' als in Nederland en aanzienlijk meer dan in de Verenigde Staten.

2) Joegoslavië is de grootste Europese producent van bauxiet, lood en antimonium, de tweede van kwikzilver, koper en zink. Yugoslavia, New Land in tbe Making, p. 5 (New York z.j.).

354

a v k e v }

S

IJ

~ d d s

IJ V 0

r

~

E

IJ

d d u

0

b e d iJ

0

v v v

n

n ti l.

(19)

Britse mijnwerkers) komt hierop neer, dat men geen nieuwe "kapitalisten" in de plaats van de oude wil. De overtuiging dat de democratie in haar voortbestaan afhankelijk is van de mate waarin de arbeiders zich met haar verbonden voelen, wordt steeds algemener; en die verbondenheid wordt mede bepaald door de inwer- king op het ganse maatschappelijke leven van de beginselen van zelfregering en eigen verantwoordelijkheid, "dus van "sociale democratie".

De tweede vraag die de ontwikkeling van Joegoslavië aan de orde stelt, is die van de ondermijning van het stalinisme van binnen uit. Joegoslavië's breuk met de Kominform was niet het eerste geval van opstand in de communistische rijen.

Sedert de twintiger jaren zijn de zuiveringen en uittredingen begeleidende en ken- merkende verschijnselen van het internationale bolsjewisme en zijn on~eling.

Maar Joegoslavië is wel het eerste en tot dusverre enige geval van ketterij, bedreven door lieden wier loyaliteit ten opzichte van het Moskouse Politburo beproefd was, die zelf als leiders door de Komintern werden "aangesteld", een indrukwekkende staat van dienst als "waakzame" partij zuiveraars hadden en wier verovering van de macht tijdens en na de oorlog als een garantie voor een blijvende "vriendschap"

met de Sowjet-Unie werd beschouwd. Dit stelt ons voor de vraag, welke de drijf- veren waren die het Tito c.s. deden wagen, zich de toorn van hun vroegere meesters op de hals te halen; of welke de noodzakelijkheden waren die Moskou tot een zo rigoureuze politiek noopten, dat het daarmee risqueerde, de trouwsten der getrou.- wen van zich te vervreemden. Ook deze vraag heeft een betekenis die ver uitgaat boven die van de afval van een betrekkelijk klein land.S)

Ten slotte lijkt het van groot belang, of Joegoslavië, na een politieke en econo- mische structuur naar Russisch model gekend te hebben, inderdaad de weg van de democratie kan opgaan; m.a.w. of de continuïteit van de leiding (de regering en de communistische partij hebben ongeveer dezelfde samenstelling als vóór de l?reuk) uiteindelijk toch niet die radicale verandering in denkwijze, methoden en structuur van staat en maatschappij, die voor het "realiseren van wat men zich als taak stelt (de sociale democratie) nodig is, tot een illusie zal maken. Velen beschouwen immers ook thans nog de "titoïsten" als niet meer dan "nationaal-stalinisten" en hun beweringen van het tegendeel, van een breuk óók met de stalinistische ideologie en methoden, als camouflage. De importantie van dit vraagstuk is duidelijk: In grote delen van de wereld is de situatie aan die van Rusland in 1917 of Joegoslavië in 1945 in zoverre verwant, dat ook daar de voorwaarden aanwezig zijn voor het instellen van een straffe dictatuur om problemen op te lossen waartoe de democratie zich niet in staat heeft getoond of waartoe zij geen kans heeft gekregen. Zou een ontwikkeling, zoals in Rusl~d, van een voortdurende versterking van de dictatuur, van het "apparaat", en daarmee van de terreur, onvermijdelijk zijn (onafhankelijk van de vraag of deze nieuwe dictaturen in de buitenlandse politiek met Rusland verbonden zouden zijn of niet), of zou de lijn omgebogen kunnen worden tÎaar nieuwe VOrmen van democratie?

3) De meningsverschillen in sommige socialistische partijen t.a.v. de tegenover com- munistisch China te voeren politiek berusten, althans ten dele, op een verschillende taxering van de toekomstige ontwikkeling van de verhouding tussen dit land en de Sowjet- Unie en de mogelijkheden om deze te influenceren.

355

(20)

Het is natuurlijk altijd gevaarlijk om op grond van de "einmalige" ontwikkeling in een bepaald land tot algemene conclusies, die een wijdere geldigheid hebben moeten, te .willen komen. In elk geval kan dit alleen maar gerechtvaardigd zijn, indien zorgvuldig rekening gehouden wordt met de bijzondere voorwaarden waar- onder zich in dat bepaalde land de verhoudingen wijzigden, In het eerste gedeelte van ons artikel zal dan ook een enigszins uitvoerig overzicht gegeven worden van de factoren in de historie van Joegoslavië, die niet alleen het optreden _van de communisten mogelijk hebben gemaakt, maar die mede de basis vormen van hun succes. Overigens heeft. ook dit wellicht een meer algemene betekenis. Door de breuk met de Kominform zijn sommige verschijnselen en gebeurtenissen in de communistische partijen in een ander licht verschenen; op zijn minst is het accent in de beoordeling er van iets verlegd. De jongste geschiedenis van Joegoslavië is dus van groot belang; maar haar bestudering stuit op talrijke moeilijkheden. In de eerste plaats is het vaak onmogelijk, uit de voortdurende koerswijzigingen, het zoeken en tasten naar nieuwe vormen en inhouden, de noodzakelijke aànpassing aan telkens zich wijzigende omstandigheden, een algemene tendentie af te leiden.

In de tweede plaats is de literatuur wel vrij omvangrijk, maar abjectieve, weten- . schappelijke werken hierover zijn uiterst schaars in verhouding tot reisbeschrijvingen,

sterk gekleurde beschouwingen e.d. Ook een kort bezoek aan het land en talrijke gesprekken met goed-geïnformeerde Joegoslaven leidden er in veel gevallen toe, dat oude vraagtekens door nieuwe moesten worden vervangen. Waar dus in het volgende een mening wordt uitgesproken, is dit onder voorbehoud, dat uit het bovenstaande resulteert, gedaan.

Onder vreemde heerschappi;

. De geschiedenis van de Joegoslavische volkeren wordt in grote mate gekenmerkt door onderdrukking en opstandigheid. De Slavische stammen die in de zesde en zevende eeuw het gebied van het oude Illyrië en Dalmatië, enkele eeuwen tevoren de veel omstreden grens tussen het Oost- en het Westromeinse Rijk, binnendrongen, werden reeds vroeg in Dun ontwikkeling uit elkaar gedreven. Dit werd bevorderd door de natuurlijke gesteldheid van het land met zijn talrijke, door hoge bergen ingesloten landschappen. De toenmalige machtsconstellatie leidde er toe, dat het noorden naar de Italiaanse zeesteden en het Duitse rijk, het zuiden naar Byzantium graviteerde. Slowenen, Dalmatiërs, Slavoniërs en Kroaten oritvingen het christendom in zijn latijnse vorm, de Serven en Macedoniërs werden bekeerd door de beroemde Byzantijnse zendelingen Methodius en Cyrillus, die hun een - naar de laatste genoemd - alfabet brachten, dat aan het Griekse ontleend was. Ook thans ri'og spreken Serven en Kroaten dezelfde taal, die zij echter respectievelijk me~ "cyrilli- sche" en latijnse letters schrijven.

De bedreiging door de Avaren deed Slowenië zich reeds in de achtste eeuw onder de bescherming van Beieren stellen en tot in onze tijd toe is de invloed van de Duitse cultuur in dit gebIed bijzonder groot geweest. Dalmatië en Istrië kwamen in de Middeleeuwen in het bezit van Venetië en later van Oostenrijk. Kroatië ging in 1102 een personele unie met Hongarije aan om zich beter tegen de Italiaanse aan- vallers te kunnen verdedigen, maar raakte daardoor op den duur zijn zelfstandig- 356

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als twee andere belangrijke trends zien we de toegenomen belangstelling voor het slachtoffer bin nen het herstelrecht in de Angelsaksische literatuur bekend als restorative jus

derlinge betrokkenheid en verantwoor- delijkheid De samenleving is geen losse verzameling individuen rond markt en overheid/ wordt ten over- vloede opgemerkt Dat is

Zeggen dat iemand zijn tenta- men niet gehaald heeft kunnen we dan opvatten als een manier om de conclusies die de lezer/hoorder zou verbinden aan &#34;Hij heeft zijn

Following from Moltmann’s eschatological approach and the 20th century Protestant theological impulse to identify Christ or the Spirit as primal sacrament, led to the emphasis

Low levels of viable pycnidiospore release were observed from pycnidia in lesions on peel pieces in citrus pulp from treated fruit (&lt;8.6%), and spore release and viability

Lak beaamt de weidsheid van deze historiografie, maar stelt dat Nederlandse en Duitse historici zoals Friso Wielenga en Horst Lademacher weliswaar veel over de politieke

Er moet een proces worden bedacht waarin alle kosten inzichtelijk worden gemaakt voor de Maintenance afdeling waarbij het belangrijk is dat uiteindelijk ook alle

Dit deel moet door de arts die de euthanasie uitvoert VOLLEDIG INGEVULD worden en moet ANONIEM zijn.. (het mag GEEN NAAM OF