• No results found

De Nederlandse grondwet en de strijd voor uitbreiding van de

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De Nederlandse grondwet en de strijd voor uitbreiding van de "

Copied!
52
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

maart 1964

P olitiek en G ultuur

(2)

MAART 1964

blz

De Nederlandse grondwet en de strijd

voor uitbreid~ag van de democratie A. de Meester 97 Sluipende bestedingsbeperking

45 jaar CPN

De strijd der CPN tegen fascisme, voor vrede en nationale onafhankelijkheid

H. Verheij 102

106 Jaap Wolff 116 Een realisme zonder begrenzingen

Problemen van de Raad van Wederzijdse

Economische Hulp (RWE) Imre Wajla 122

BOEKBESPREKING:

Op weg naar het einde Een correctie

PARTIJDOCUMENTEN:

Discussiegrondslag voor het 21ste congres der CPN Ni uwe wegen naar eenheid - voor democratie en vooruitgang

Communiqué

POLITIEK EN CULTUUR

F. B. 130 133

134 144

verschijnt maandelijks bij uitgeverij Pegasu9 Leidsestraat 25, Amsterdam-C., tel. 23 11 38.

De abonnementsprijs is f 5,50 per jaar, f 2,75 per half jaar, losse nummers 50 cent.

Ons gironummer is 173127, gemeentegiro: P 1527.

Correspondentie over betalingen en verkoop zenden nau de administratie pfa Pegasus.

Alle correspondentie over de inhoud naar de redactie van P. en C.

Prinsengracht 473, Amsterdam-C., tel. 62565.

(3)

. 24e .Jaargang no. a maart 1884

Politiek en Cultuur·

!

maandblad, gewlji:l aan de theorie . en praktijk van het

marxisme-leninisme onder lelding van het partijbestuur der c.p.n.

De Nederlandse grondwet en de strijd voor uitbreiding van de

democratie .

Dit artikel is een eerste bijdr~ge tot een nadere bepaling van de houding der ct~mmunisten jegens de Grondwet. Het gaat hier niet om de vraag welke verbeteringen de communisten in de bestaande Grondwet wenselijk achten. Het probleem waar , wij zn het kader van de strijd voor herstel van de eenheid tus-

~en communisten en socialisten mee te mtlken hebben, is in dit vèrband veeleer: hoe kan de bestaande Grondwet gebruikt wor- dert voor uitbreiding van de demàeratie in ons land.

· Hier bevinden we ons op een terrein, waar met andere pro- gressieve krachten gemakkelijker overeenstemming kan wor- den bereikt, juist omdat het in vele gevallen gaat om toepas- , sing van de Grondwet zonder meer en in andere gevallen om

strijd tegen verwringing van de bedoeling en de geest van de bestaande grondwettelijke regels.

De schrijver heeft zich in dit stuk beperkt tot enkele vraag- stukken van binnenlandse aard. De problemen, die de bUiten- landse politiek van Nederland raken in verband met de. Grond- wet, verdienen fen afzonderlijke bespreking. Maar ook zlk}. op- merkingen over de diverse aspecten• van binnenlandse pol[\iek laten alle ruimte voor een nadere bestudering van het alge- mene probleem en een nadere uitwerking van afzonderlijke vraagstukken . .

In het bijzonder gaat het ook om vraagstukken van structuur- hervormingen en van de vreedzame overgang naar- het socia- lisme in de geest zoals dit hele probleem in de Discusstegrond- slag voor het 21ste congres der CPN [men zie hoofdstuk 1, voor- laatste al.} aan de orde is gesteld. Red. P. en C.

ER

is een tijd geweest, dat in Nederland het woord "Grondwet"

door alle reactionairen me1: liefde werd uitgesproken, door de democraten daarentegen eerder met wrevel en ongeduld: achter de Grondwet, welker bepalingen immers moeilijker dan gewone wetten 97

(4)

. te Wijzigen waren en zijn, vèrschanste zich de heersende klasse, met een beroep op de Grondwet werd de weg naar uitbreiding van de politieke en sociale rechten van de andere klassen, zo lang mogelijk versperd.

Die. tijd is voorbij .. Wlj kunnen in het kader van dit artikel niet diep ingaan op het interessante probleem van de ontwikkeling, die tot de betreffende verandering geleid heeft, en moeten'hier volstaan met het .. eenvoudig constateren van het feit, dat klachten over de Grondwet als hindernis op de weg naar vooruitgang in de ·huidige tijd plegen te komen uit de mond van mense1,1, aan wie men die·

"vooruitgang" geenszins wenst toe te vertrouweQ.. Het waren niet de communisten en niet de democraten in het algemeen, die in 1945 en de jàren daarna met plannen voor een nieûwe of ingrijpend ge- wijzigde Grondwet te voorschijn kwamen, maar het waren Romme, Max van Poll en andare uitgespvoken reactionairen, en hun plannen logen er niet om! En het was de reactionaire parlementsmeerder- heid, die - met de co~unisten als tegenstemmers - in 1952 de Grondwet een belangr~k deel van haar waarde ontnam door de aan- vaarding van art. 63, waarin bepaald wordt, dat door Nederland ge- sldten internationale overeenkol)lsten van de bepalingen van de

. Grondwet kunnen afwijken. ~ ·

HISTORISCH KARAKTER

· DIT

laat~te ·voorbeeld~ maakt reeds duidelijk, waarom in· deze tijd juist van reactionaire zijde tegep. de Grondwet geschopt wordt:

onze Grondwet gaat immers uit van een souvereine Nederlandse staat en is daardoor, zo lang zij bestaat; een hinderpaal op de .door :..:.·

de reactie gewenste weg naar het opgaan van Nederland in het "su- pranationale" ,,Europa" van Bonn en Parijs.

Nu zou de lezer kunnen opmerken, dat daa~ee nog niet gezegd is, dat de bestaande Grondwet niet óók voor werkelijk progressieve democraten een belemmering vormt, zij het dan op heel andere pun- ten. Het feit, dat onze Grondwet in haar hoofdlijnen en opbouw van 1815 dateert, zou inderdaad de gedachte wekken, dat een dergelijk stokoud staatsstuk, stammend uit een periode met volstrekt andere maatschappelijke vernoudingen dan de huidige, moeilijk nog van dienst kan zijn in onzè tijd.poch juist een bUk O'p de historie onzer Grondwet kan hier veel verhelderen. ·

Onze Grol).dwet stamt, zoals gezegd, uit 1815, het jaar van de vesti- ging van het koninkrijk van Willem I, en zij dankt aan de omstan- digheden van haar ontstaan haar typische karakter van. compromis tussen restauratie en revolutie, tussen regenten en Napoleontische bureaucraten, tussen de wensen van de rijke burgerij en de persoon- lijke wensen van Willem I;·· etc .. Dat betekent, dat deze Grondwet niet, zoals de constituties uit de Revolutie-tijd, b.v. de op zichzelf veel progressievere. Nederlandse staats!l'egeling van 1798, het duida- lij ke stempel van één bepaaLde klasse droeg. Om één voorbeeld te geven: de Grondwet geeft nergens e~ principiële verklaring over · het voor de bourgeoisie zo fundamentele punt van de eigendom_- wij komen daar hieronder nog op terug. Onze Grondwet draagt een 98'

(5)

bij uitstek praktisch karakter en mist elk element van beginselve·r~

klaring of program. Natuurlijk komt dat haar "literaire" kwaliteiten niet ten goede en niemand zal dan ook de Nederlandse Grondwet een moldel van systematische en heldere wetgeving willen noemen.

Maar het geeft haar wel een bijzondere soepelheid; het verklaart, dat zulke ingrijpende wijzigingen als die van 1848 (directe verkie- zingen, min'isteriële verantwoordelijkheid) en 1917 [algemeen kies- recht) zich in het kader van de bestaande Grondwet lieten il!pas- sen; en wij zullen zien, dat het ook verklaart, waarom er ook voor de democraten van vandaag met dit oude staatsstuk te werken valt.

Het lijkt ons nuttig om dit laatste punt op een concrete wijze te onderzoeken, nl. door een concreet plan van democratische ver- nieuwing - het ontwerp-program "Voor uitbreiding van de demo- cratie", dat in 1960 door het Partijbestuur van de CPN werd opge- steld - aan de geldende Grondwetsbepalingen te toetsen. Wij wil- len daarbij voorlopig slechts een algemene aanduiding van de hoofd- punten geven, in de hoop, dat de voornaamste afzonderlijke vraag- stukken later uitvoeriger behandeld zullen kunnen worden.

DE STAATKUNDIGE EISEN VAN HET CPN-PROGRAM BEKIJKEN wij allereerst de punten, die het ontwerp-program in een eerste paragraaf onder de titel "Op staatkund~g gebied" in- hou"dt. Dit zijn:

.. ' - Geen ovevdraoht van bevoegdheden der Staten-Generaal aan ) de z.g. Europese organen.

Uitbreiding van de controle van de gekozen vertegenwoor- digende lichamen op de uitvoerende macht.

Verdediging en uitbreiding van de gemeentelijke autonomie ..

Uitbreiding van de gemeentelijke democratie door het doen verkiezen van d'e burgemeester uit en door de Raad.

Vertegenwoordiging van de in de Raad vertegeawf>ordigde partijen in het CoUege van B. en W. op basis van evenre- digheid.

Deelneming van alle in de vertegenwoordigende .lichamen optredende partijen in de commissies en andere orgqnep..

Verbod van activiteit van fascistische organisaties; ~ette-

lijke bepalingen tegen antisemitisme en rassisme. '.

Geen enkele beperking van het stakingsrecht.

Geen discriminatie bij de benoeming iri overheidsbetrek- kingen; onverkorte uitvoering van het betreffende artikel in de Grondwet.

Waarborging van de democratische rechten van de burgers tegen het optreden van de BVD.

Het ter beschikking stellen van radio- en televisiezendtijd voor alle 'democratische partijen en organisaties. · Geen commerciële televisie, welke in het belang zou Zijn van de grote monopolies.

Wanneer men nu al deze eis·en bekijkt, dan blijkt, dat er slechts één - en zeker niet de belangrijkste - bij is, voor welks verwer-

99

(6)

kelijklng een wijztgi.ng van de Grondwet noodzakelijk zou zijn, nl.

die betreffende verkiezing van de burgemeester uit en door de .Raad:

de Grondwet schrijft hier thans benoeming door de koning voor (art. 152).

Al de andere eisen kunnen binnen het kader van de thans gelden- de Grondwetsbepalingen verwezenlijkt worden. En meer dan dat:

een aantal dezer eisen is gericht op een terugkeer naar een zuivere . uitvoering van de Grondwet. Dat geldt bv. zeer duidelijk voor de eis van verdediging en uitbreiding der gemeentelijke autonomie: het voorschrift van art. 153 ("Aan de raad wordt de regeling en het be- stUur van de huishouding der gemeente overgelaten . . . Hij maakt de verordeningen, die hij in het belang der/'8emeente nodig oor- deelt") is thans grotendeels een dode letter, omdat - sedert de in 1929 door het ministerie-De Geer ingevoerde nieuwe regeling van de financiêle verhouding tussen rijk en gemeenten - de gemeenten niet meer kunnen beschikken over de geldmiddelen, die nodig zijn

~oor een zelfstandige regeling van hun gemeentelijke aangelegen- . heden. Volkomen terecht schenkt het ontwerp-program veel aan- dacht aan de gemeente-vraagstukken; immers, van alle democratisch gekozen organen staan de gemeenteraden en de daaruit gekozen ge- meentebesturen het dichtst bij het volk; ruime bevoegdheden dezer gemeenteraden zijn dan dok één der belangrijkste waa~borgen voor een ware democratie en omgekeerd is h~t niet toevallig, dat juist het beknotten van deze bevoegdheden sedert de tijd van De Geer een constante politiek van de reactie geweest is. (Wij noteren hier- bij, dat-ook de regering-Qe Quay, die bij haar eerste optreden hoog opgaf van haar streven naar "decentralisatie", niets ten gunste van de gemeentelijke autonomie gedaan heeft).

In het punt over de discriminatie bij overheidsbenoemingen ver- wijst het ontwerp-program zelf al naar het "betreffende artikel in de Grondwet", waarmee bedoeld is art. 5: "Iedere Nederlander is tot -elke landsbediening benoembaar". Dit artikel is in de Grondwet ge-

zet met de bedoeling om te verhinderen, dat, door uitsluiting van be- paalde politieke en godsdienstige stromingen van overheidsfuncties, de regering pressie op deze stromlngen zou uitoefeningen; het be- hoeft in dit blad wel geen betoog, dat de hele politiek van de opeen- volgende regeringen sedert Colijli t.a.v. communisten en andere pro- gressieven een flagrante schending van art. 5 betekent.

Evenmin behoeven we veel te zeggen over de BVD, waarvan heel het optreden een schending is van letter en geest van de Grondwet;

.men leze slechts de art. 172 (over het binnentreden.van een woning tegen de wil van de bewoner) en 173 (over het briefgeheim) om zich hiervan te overtuigen.

Wat het in onze tijd zo uiterst belangrijke punt van de radio- en televisiezendtijd betreft: de in de vorige eeuw g~maakte Grondwet zwijgt over radio en televisie en van een schending van de letter van ons hoogstf! staatsstuk kan dus geen sprake zijn. Hier zien wij de schaduwzijde van he.t boven besproken praktische, zich niet In prlncipiêle beschouwingen begevende karakter onzer Grondwet: zij geeftwel {in art. 7) bepalingen aver de vrijheid van drukpers, maar 100

(7)

t.a.v. ~e nl~uwere propagandamiddelen van radio en tv zijn er geen

bepalln~en aan toegevoegd. Niettemin menen wij te mogen zeggen, dat het huidige radio- en televisiebeleid wel degelijk in strijd is met de geest van de Grondwet, zoals die tot uiting komt in art. 7: dit artikel, dat tot strekking heeft het gebruik van de drukpers om "ge- dachten en gevoelens te openbaren" wettelijk voor ledereen vrij te latèn, is gemaakt in een tijd, toen de drukpers het belangrijkste middel voor het verbreiden van denkbeelden was; in onze-tijd is de drukpers in die functie ver achter geraakt bij radio en televisie en art. 7 verliest dan ook een groot deel van zijn principiële beteke- nis, als dezelfde gedachte van gelijke propagandamogelijkheden niet ook op deze nieuwe middelen wordt toegepast.

STRIJD TEGEN DE MONOPOLIES

JN

een tweede paragraaf bevat het ontwerp-program eisen ter be- · parking van de macht der monopQlies, waaronder - als eerste punt - de nationalisatie van oliewinning, zout- en soda-industrie, hoogovens en kolenmijnen. Daar nu, zoals we in het begin van dit artikel al aandutdden, de -Grondwet geen principHHe bepalingen t.a.v. de eigendom bevat, zou ook deze nationalisatie geen ·grond- wettelijk·e bezwaren ontmoeten. Art. 165 bepaalt: "Onteigening ten algemenen nutte kan niet plaats hebben dan na voorafgaande ver- · klaring bij de wet, dat het algemeen nut onteigening vordert en . teg~ vooraf genoten of vooraf verzekerde schadeloosstelling, een en ander volgens de voorschriften der wet. De wet bepaalt de ge- vallen fn .welke de voorafgaande verklaring bij de wet niet wordt vereist. Het vereiste, dat de verschuldigde schadeloosstelling vooraf betaald of verzekerd zij, geldt niet, wanneer oorlog, oorlogsgev~ar,

oproer, brand of watersnood een onverwijlde inbezitneming vordert".

Deze bepaling laat dus onteigening ten algemenen nutte toe, mits slechts tegen schadeloosstelling,· t.a.v. het vereiste, dat deze schade- looss·telUng vooraf genoten of verzekerd moet zijn, is het artikel soepel en Iaat het de vaststelUng van uitzonderingen door de wet- gever toe. Wij willen niet ingaan op alle detail-kwesties •. die hier kunnen rijzen. Slechts willen wij er nog op wijzen, dat onder "scha- deloosstell1ng" begrepen moet worden vergoeding van we'rkelij k geleden schade in de engste zin, en dat een erventuele onredeltJke.

vermogensvermeerdering ten laste van de staat, als gevolg van het uitkeren van schadeloosstelling bij nationalisaties, gecompenseerd kan worden langs de weg van de progressieve helastingheffing.

Wij hopen in het bovenstaande enige grote lijnen te hebben aan- gegeven voor een meer gedetailleerde bestudering van de staats- rechtelijke kwesties die met de strijd voor democratische vernieu- wing en tegen de monopolies samenhangen. Het feit, dat de gel- dende Grondwet democratische hervormingen niet in de weg behoeft te staan en dat op een aantal belangrijke punten dergelijke hervor- mingen zelfs een betere toepassing van letter en geest van de Grond- o/et zouden betekenen, is daarbij van grote betekenis.

A. DE MEESTER 101

(8)

Sluipende bestedingsbeperking!

[EN ieder herinnert z-ich de bestedingsbeperking van 1957.

Die herinneringen zijn van zeer onaangename aard.

Daarom moet de regering bij het ten uitvoer brengen van haar plannen· voor een nieuwe bestedingsbeperking een grote mate van omzichtigheid betrachten, uit angst dat haar politiek op (te) grote tegenstand zou kunnen stuiten. 1

Het is geen bewijs van kracht - maar wél van het karakter - van deze regering, dat zij sluipender wijze, èle financiële armslag van de gemeenten beperkt, om daa~door de bestedingen van deze organen in te dammen.

·Dit betekent voor de gemeenten: een aanslag op het voorzienings- peil van de behoeftem der bevolking, waarvoor de gemeentelijke be- stèdingen voor het grootste deel dienen. ·

In okto·ber '63 liet de regering weten, dat de over'l:].eid haar 1n- vesteringsuitgaven met 5 pCt moest verlagen. Maar zij liet nog in het midden op welke wijze dit moest of zou geschieqen... ·

_ Op. 30 oktober werd via persberichten bekend, dat de gemeenten zich met het opnemen van leningen moesten beperken tot 91 pCt van het bedrag, dat zij in het z.g. "basis-jaar" (1 juli 1962 tot 1 juli 1963) hadden geleend.

Deze regeling, zo werd bekendgemaakt, zou gelden voor een

·half jaar.

Typerend voor· het geheel was, dat deze op 30 oktober bekend- geinaakte regeling berustte op een wet, die op l november 1963-in het Staatsblad werd gepubliceerd I

De. raadsleden van de CPN zijn bij hun respectievelijke gemeente- besturen direct op informatie uitgegaan. Zij kregen overal te horen, dat de diverse college's van B. en W. nog van niets wisten.

In Amsterdam werd een CPN-interpellatie over' dit vraagstuk door de Raad toegestaan.. Maar tot nu toe kon dèze niet worden gehou- den, omdat Burgemeester en Wethouders de gestelde vragen niet kunnen beantwoorden, daar hen uit Den Haag nog geen informaties

of inlichtingen hadden bereikt. ·

Op 10 december - een week of zes na de eerste persberichten - verklaarde de Wethouder van Financiën in Amsterdam:

"Zoals gezegd, weten B. en W. over de maatstaven, die zullen worden aangelegd, praktisch niets en zij verwachten ook niet, dat zij er ooit een opgave van zullen krijgen."

Dat lij kt allemaal slordig en onbenullig.

Die schijn bedriegt eohter, want er zit wel degelijk systeem in· dit regeringsoptreden. Het systeem n.l. van de omtrekkende· beweging en het stap voor stap realiseren van een· ingrijpende regeringspoli- tiek, die dan ongemerkt op een bepaald moment ineens een vol-

dong~n feit kan zijn.

Voor deze beoordeling. van de regeringspolitiek vindt men alle 102

(9)

. '

grond in de verdere raaatregelen, die daarna werden genomen. Uit een op 6 januari j.l. gepubliceerd(!ltoelichting van -de ministers Wit- teveen, Toxopeus en Van Aartsen bleek alras, dat de 9 pCt lenings- beperking door de oplopende prijzen vèr boven de 5 pCt investe- ringsbeperking zou uitgaan. ·

Dat was om vast te wennen, want ... ruim drie weken later, in begin februari, maakte de regering bekend dat de maatrEi]gel van de leningsbeperking met een half jaar werd verlengd.

Daarmee werd in feite - buiten parlement en gemeentebesturen om -:- een verlaging van de overheidsuitgaven geforceerd, die van een omvangrijke en ingrijpende aard is. _

Omvangrijk en ingrijpend, omdat niet alleen voor iedere 1000 gulden, in de basisperiode geleend, nu maar 910 gulden mag wor- den opgenomen, maar deze 910 gulden hebben door de ·sterk ge- stegen prijzen veel minder waarde dan een jaar geleden.

De beperking gaat dus vèr boven de 9 pCt uit!

AANTASTING DEMOCRATIE HET reactionaire karakter van het kabinet-Marijnen is door deze

gang van zaken wel duidelijk uit de verf gekomen. · Terwijl de raden van een groot aantal gemeenten de begroting al hebben behandeld - waarbij men dagen lang beraadslaagde over de gemeentelijke investeringen en uitgaven - wordt daar met één pennestreek een streep door gezet.

De. financiële moeilijkheden voor de gemeentebesturen dreigen

onove'~komelijk te worden en als gevolg daarvan dreigt een ernstige aantasting van de voorzieningen ten behoeve van de bevolking .

. Al jarel).lang houdt de regering - eerst vooral in de periode De Quay en nu Marijnen - de gemeenten financieel ·kort.

Talrijk zijn de klachten over de ontoereikendheid van de uit- kering uit het Gemeentefonds. Daarnaast is er nog de druk op de gemeenten om sluitende begrotingen te hebben - ten koste van tariefsverhogingen en het invoeren van gemeentelijke belastingen.

Dat alles drong de investeringen en uitgaven van de gemeenten al tot een vaak onverantwoord minimum terug.

Thans wordt aan dit minimum nogmaals getornd.

Een duidelijke onderstreping vindt dit in hetgeen half fabruari, j.l. in Utrecht plaatsvond .

Nadat de. Raad enkele weken geleden haar begroting had vastge- steld en de noodzakelijke uitgaven had bepaald, hebben B. en W.

thans de ~aad een voordracht overhandigd, die het bedrag voor .·

de komende investeringen van f 32.726.600.- terugbracht op

f 28.796.200.-.

Deze voordracht ging vergezeld van de laconieke opmerking:

"Weliswaar is ook dit bedrag nog rond f 800.000.- mMr dan hetgeen naar voorlopige gegevens zal mogen worden ge- ïnvesteerd, äoch verondersteld mag worden, dat door het uit- blifven van rifksgoedkeuring of om andere reden het werkelifk te investeren bedrag, de toelaatbare grens niet zal overschrif- den."

103

(10)

Het Utrechtse College van B. en w. ho:udt dus al rekening met·

een investeringsbeperking via h8t goedkeuringsbeleid, náást de di- rekte beperking van de . beschikbare financi~n.

Die voorgestelde bezuiniging van ettelijke miljoenen komt dan neer op bezuinigingen bij rloleringsaanleg en -vernieuwingen, het niet laten doorgaan van de aanleg van een strandbad, vermindering van uitgayen voor het onderwijs, het electriciteits- en vervoersbe- drijf en een vermindering van uitgaven voor het jeugdwerk van

f 850.000.- tot f 380.000.-.

Een eerste blik op deze lijst laat al zien, dat de werkende bevol- king weer de dupe wordt van de politiek van' bestedingsbeperking van Marijnen en Toxopeus. Dat wil zeggen: dll,bbel de dupe wordt, want de maatregelen zijn direct en indirect tégen de bevolkbig ge- richt.

MASOCHISME

ZIJ

tasten niet alleen de belangen van de bevolking in het alge- meen aan, zij schaden ook de·werkgelegenheid op lange termijn en de directe belangen van het middel- en kleinbedrijf.

Prof. F. Hartog noemde de beperking van de overheidsuitgaven onlangs "een soort masochismettt) waarmee hij blijkbaar bedoelde, -- dat zij zelfs tegen de belangen van de kapitalistische economie als zodanig gericht zijn,- een soort ~ortzichtigheid waarmee men zich in eigen vlees snijdt. Want hèt mes wordt juist op de meest gevoellge plaatsen erin gezet: de wegenbouw, het openbaar vervoer, de elec- triciteitsvoorziening en volgens Hartog zou er zelfs een vertraging van de distributie van het aardgas het gevolg va.n zijn. De behoefte aan energie - om het meest gewichtige punt te noemeJl - groeit' snel. De bouw van een nieuwe centrale vergt vele jaren. Een ver- traging kan ernstige gevolg·en helbben; zij kan tot gedwongen uitstel of afstel van de bouw van nieuwe fabrieken leiden of van de uit- breiding van bestaande. Er is echter reeds een achterstand in de energieproductie en er is een grote achterstand op het gepied van de wegenbouw, een kwestie die evene~ns vèrstrekkende gevolgen voor de toekomstige industrUHe ontwikkeling in ons land kan heb- ben.

Besnoeiing op de investeringsplannen voor het openbaar vervoer is niet alleen vanuit een algemèen oogpunt verwerpelij,k, maar kan ook tot ernsti~e moeilijkheden in de personeelsvoorziening van af- zonderlijke bedrijven leiden.

Prof. Hartag heeft dus ongetwijfeld gelijk, als hij zegt dat men door dit soort maatregelen de zwakste plekken verder verzwakt.

Daarom is het ook alleen inconsequent als hij zich erbij wenst neer te leggen omdat het "nu eenmaal niet anders kan".

De bestedingsbeperking spruit niet voort uit directe financieel-eco-

*

nomische omstandigheden, maar zij heeft - volgens de VVD-minis-

1) "Naar een nieuwe bestedingsbeperking", Ec. Stat, Berichten, 5 febr. '64.

104

(11)

ter van Financiên, Witteveen, tot doel; een ontspanning op de ar- beidsmarkt tot stand te brengen en daardoor de. strijd voor hogere

lonen af te remmen. ·

De g,eraamde investerlngern en uiitgaven .ging[en .de finan;cWlie draagkracht van de gemeente niet te boven, zoals uit de openbare begrotingsbehandeling was gebleken. Dat wordt niet - en kan ook niet - als reden worden aangevoerd.

Hier spreekt het belang van het grootkapitaal en de regering mis- bruikt haar macht ten bate van de grote ondernemers.

Deze grove aan;tasting van de democratie moet met kracht worden

tegengegaan. ·

Uit deze gang van za~en kl!n eveneens worden geconcludeerd, dat de strijd roor democratie een materiële inhoud heeft. De strijd voor democratie is n.l. een belangenstrijd tégen de reactionaire mono- poliekrachten. In deze gemeenschappelijke belangen-basis ligt de gemeenschappelijke belangenbehartiging.

Terecht staat in de Discussiegrondslag voor het komende Congres van de CPN, dat er tot gemeenschappelijk optreden moet worden gekomen tegen de regering-Marijnen, alsook tot gemeenschappelijk optreden op gemeentelijk gebied en op het terrein der provincies.

Deze uitspraak heeft een zeer actuele betekenis in het licht van de. dreigende bestedingsbeperking.

De vraagstukken voor gemeenschappelijk gesprek en optreden tussen PvdA- en CPN-afdelingsbesturen liggen voor de hand. Het

z~jil vraagstukken, waarover vaak gelijk wordt gedacht of kan wor- den 'gedacht; het zijn belangen, die de aanhangers van beide par- tij en raken.

De praktische omstandigheden maken niet alleen een gemeen- schappelijk optreden mogelijk, maar ook noodzakelijk. Dit optreden mag niet tot de gemeenteraad beperkt blijven.

Buiten de raad is het evenzeer nodig met kracht op te treden, om daarmede ook aan de reactionaire krachten duidelijk te maken dat hun politiek niet wordt geaccepteerd. ·

· Voorl.lchting op ruime ,schaal is nodig om de bevolking te laten zien, welke belangen in het gedrang komen. Maar tevens moeten daarbij de wegen tot verzet worden aangegeven.

Hier ligt een grote taak voor de communisten - en dan J:ttet al- leen voor de raadsleden - om, gesterkt door de ervaringen và~ de afgelopen maanden en geïnspireerd door de inhoud van het màte- riaal voor het aanstaande Congres, met élan de strijd te ontwikkelen.

14-2-'64 H. VERHEli

105

(12)

·

..

45 JAAR CPN

De strijd der CPN tegen fascisme, voor vrede en nationale onafhankelijkheid

Documenten uit de jaren 1935-'39

J)E laatste jaren voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog . werd de activiteit van de CPN, naast de strijd tegen de gevol- gen van de crisis geheel ·beheerst door haar ·optreden tegen het fascisme, voor het behoud van de vrede en de verdediging van de bedreigde onafhankelijkheid van Nederland.

Dit vereiste niet alleen een heroriëntatie binnen de eigen partij, maar ook een standvastige opklaringscampagne onder de bevolking, die op grove wijze misleid werd omtrent het wezen van het fascisme en die tot op het laatste moment bedrogen werd ten aanzien van de plannen van het Hitler-fascisme. De CPN waarschuwde reeds in 1935 voor de bedoelingen van Hitler.

Voor het eerst in de geschiedenis van de CPN werd de strijd voor nationale onafhankelijkheid een reëel vraagstuk. In nauw verband hiermede stond ook het vraagstuk van de landsverdediging. In de twintiger jaren had de SDAP een grote campagne met sterk pacifis- tische inslag tegen het militarisme gevoerd culminerend in haar actie tegen de Vlootwet [ 1923}. Het was voor de CPN in die jaren geen vraagstuk, dat er tegen de militaire begroting werd gestemd.

Het toenemende oorlogsgevaar vereiste ook op het gebied van de landsverdediging een heroriëntatie.

Een van de eerste stappen tot ontketening van de Tweede Wereld- oorlog was de Duits-Italiaanse interventie in de~ Spaanse Burger- oorlog, die dankzij de 11non-interventie" van Frankrijk en Engeland met een nederlaag voor de Spaanse democratie eindigde. De CPN voerde in die jaren een br;ede campagne, ter opklaring van de ware

·betekenis der Spaanse· g(fbeurtenissen.

Om de lezer een inzicht in de houding en het optreden van de CPN in die tijd te geven publiceren we hieronder een aantal docu- menten. Het eerste is ontleend aan de discussiegrondslag voor het congres der CPH in 1935, het eerste na het aan de macht komen van Hitler.

Uit de discussiegrondslag ter voorbereiding van het COfllgres der CPH in 1935

DE

vestiging van de nationaal-socialistische dictatuur in Duitsland . en andere landen, de dreigende groei van de fascistische be- weging in Nederland, hebben een ingrijpende wijziging in de poli- tieke verhoudingen teweeggebracht. In ons land is het de dringend- ste en voornaamste taak van de arbeidersklasse en haar voorhoede de Cortun. Partij gewo11den om met alle middelen en tot iedere prijs

106

(13)

de overwinning van het fascisme t~ voorkomen, de groei van het fas- cisme tot staan te brengen en het de nederlaag toE! te brengen.

Het fascisme is de gevaarlijkste vijand van het gehele werkende volk ...

_ De CPH verklaart zich voor het behoud van de Nederlandse onaf-

hankelijkhe~d. Onze strijd tegen het fascisme is gelijktijdig een strijd voor deze onafhankelijkheid, evenals onze actie tegen het drijven van de Nazi-agenten en tegen het werk van spionnen van het Derde Rijk in Nederland.

De Nederlandse bourgeoisie laat haar politiek bepalen door haar zucht tot behoud van haar koloniën, waardoor zij gebonden is aan de politiek van de. grote mogendheden.

Bij een mogelijke poging tot overweldiging van Nederland door Nazi-Duitsland kan de oorlog het karakter aannemen van een na- tionale bevrijdingsoorlog. De taak van de CPH zou in een dergelijk geval daarin bestaan, dat zij terwijl zij de onverzoenlijke strijd voert voor de beveiliging van de economische en politieke posities der ar- beiders, werkende boeren en middenstand, gelijktijdig de arbeiders- klasse oproept de bevrijdingsoorlog te voeren en niet toe te laten, dat de Nederlandse bourgeoisie het met de aanvallende mogendheid op een accoord gooit."

De Spaanse Burgeroorlog In de jaren van de Spaanse Burgeroorlog trokken talloze ']onge Nederlanders naar Spanje om het tegen het fascisme st~ijdende volk met de inzet van hun Zeven terzijde te staan.

De Communistische Partij plaatste zich aan het hoofd van een brede solidariteitscampagne. In die tijd verschenen tientallen geschriften en brochures waarin de communistische partij en andere progressieve kringen der bevolking van Nederland het verband tussen de afloop van de fascistische agressie in Spanje en de vrede in Europa, de vetligheid voor ons eigen volk dui- delijk trachtten te maken. Het volgende is ontleend aan twee der talrijke publicaties uit die tijd:

/ \

"DE wo,rsteling van het Spaanse volk tegen de meinedige ge~eraals

en de fasai.stische machthebbers die hen ondersteunen, ~s de grootste gebeurtenis in de geschiedenis van de strijd der vo'iks- massa's tegen onderdrukking en uitbuiting sinds de October-revolutie in Rusland ... Hoe lang zal de wrede klucht van de "niet-inmen- ging" nog duren, die in feite een blokkade voor de wettige regering betekent, terwijl de fascisten rijkelijk voorzien worden van al wat zij nodig hebben? ... De fascisten zijn in hun roof en interventie- politiek begunstigd door de noodlottige zwakheid van de democrati- sche staten, Engeland en Frankrijk in de eerste plaats. Van de 1'1J- geringen dezer landen ging het voorstel tot "niet-inmenging" uit, dat tot gevolg had, dat de wettige regering van de leveringen die zij nodig had verstoken bleef, terwijl Duitsland, Italië en Portugal zich geen dag aan hun eigen belofte gehouden hebben. Het is het voortdurend terugtrekken van de democratische staten voor elke 107

(14)

fascistische gewelddaad ... die het gevaar voor een algemene Euro-.

pese oorlog steeds groter maakt ...

Geheel anders is de politiek van de Sowjet-Unie. Toen het duide- lijk was geworden, dat de niet-inmenging· door de fascistische vrien- den van Franco over de gehele linie overtreden werd, verklaarde zij .deze niet in sterkere mate in acht te kunnen· nemen dan andere staten dit ook zouden doen. In alle diplomatieke onderhandelingen heeft de wettige Spaanse regering alleen bij Litwinof een krachtige en onomwonden steun gevonden, zowel in de Volkenbond alsook daarbuiten. De werkers van de Sowjet-Unie kwamen hun Spaanse

·broeders te hulp door geld in te zamelen voor de benodigde levens- middelen, kleren e.d.m. De fascistische kranteri in de gehele wereld schuimbekken van woede, omdat zij de onverwacht-krachtige weer- stand van Madrid, zowel te land als in de lucht, aan Russische hulp en raadgevingen toeschrijven.

De politiek die de Sowjet-Unie ten opzichte van de fascistische moordaanslag op het Spaanse volk heeft gevoerd, is een feit van wereldhistorische betekenis. Bewezen is dat de Sowjet-Unie geen enge nationale, maar een waarlijk internationale politiek voert. Be- wezen is, dat de democratie in West-Europa in haar afweerstrijd te- gen het fascisme op het bondgenootschap met de Sowjet-Unie aan- gewezen is."

(Mr A. S. de Leeuw, "Spanje". Uitgeverij Pegasus, 1936)

"De fascistische opstandelingen (in Spanje) zouden reeds làng vernietigd zijn en de wrede oorlog ... zou zijn ge~indigd, had- den Duitsland en Itali~ .niet naar Spanje hun gewapende troepen gezonden, hun luchtvloten, hun schepen. De kracht van de Spaanse muiters ligt niet in hun invloed op het Spat}nse volk, maar in de krachtdadige steun van de buitenlandse fascistische inmengers, . die een open oorlog voeren tegen het Spaanse volk. ·

Het fascisme zou zich niet op een dergelijke wijze in de Spaanse aangelegenheden hebben kurinen mengen, als de polit1ek van de Westeuropese democratische landen het haar niet mogelijk had ge- maakt. Hun politiek van "niet-inmenging" is feitelijk tegen het Spaanse volk gericht geweest. Zo heeft het Duitse en Italiaanse fascisme zijn invloed in. Spanje en in de Middellandse Zee kunnen

·versterken en daarmee zijn posities voor een grote oorlog om de.

herverdeling van de wereld . ... De "niet-inmenging", het toegeven aan de fascisten heeft de oorlog niet. voorkomen, maar maakt de kansen voor een wereldbrand groter, want de brutaliteit en de ver- overingslust van de fascistische aanvallers is erdoor vergroot en hun opvatting dat alles hen is toegestaan is erdoor gesterkt.

Zij, die dan ook in Nederland de daden der fascistische interven- tie in Spanje verontschuldigen of zelfs goedkeuren, helpen hierdoor mede de wereldvrede in gevaar te brengen. Wie daarentegen het Spaanse volk in zijn rechtvaardige strijd tegen de drijvers naar een wereldconflict ondersteunt, dient de zaak van de vrede en vervult . zijn plicht tegenover de mensheid."

108

(Mr A. S. de Leeuw, "Spanje en het communisme";

Pegasus, 1937)

(15)

L. de Visser' waarschuwt In 1937, toen Nederland nog een vreedzaam eiland leek, pu- bliceerde de toenmalige afgevaardigde in de Tweede Kamer, ·~

L. de Visser, een brochure, waarin hij zich uitvoerig bezig hield met de invloed van het fascisme in Nederland en de betekenis ' van de destijds gesloten as Berlijn-Rome-Tokio.

L. de Visser schreef:

HET fascistische gevaar kan in ons lançl niet ernstig genoeg geno- · men worden: Het vreet de burgerpartijen aan, het legt beslag op de jeugd, het woekert voort langs verschillende kanalen en we- gen. In de laatste jaren is de NSB, de .Duits-georiënteerde Nazi- partij tot een belangrijke organisatie geworden ... In de R.K. Staats- partij (de vooroorlogse KVP, red. P. en C.) zijn het de Van W~jn­

bergens, in legerkringen werkt "nationaal herstel", in het Zuiden Zwart Front, op het platteland nestelt zich het fascisme in de boe- renorganisaties .

. . . Laat men niet denken: het fascisme is nog ver, het heeft nog lang geen kans om aan de macht te komen. Zo dachten ook onze Italiaanse, onze Duitse, onze Oostenrijkse makkers en zelfs in Spanje werden de moedige volksmassa's door de fascistische overval ver- rast ...

Fascistisch Duitsland bedreigt Nederland .met oorlog! Zijn buiten-

lan~e politiek is die van eert rover, die be1wust de oorlog wil om te ahnexeren.

Het staat voor mij vast, dat zijn pact met Japan een verdrag is tot het ontketenen van een veroveringsoorlog. Men heeft dit Duits-Japan- se pact de schijn-naam gegeven van: een overeenkomst in de strijd tegen de Communistische Internationale. In werkelijkheid is het een pact tot verovering van gebieden, gericht zo mogelijk tegen de Sow-

jet~Unie, maar zeker ook tegen Nederland en Indonesië. Want in dit P.act wordt reeds omschreven, welke delen van Indonesië tot de invloedssfeer van Duitsland moeten behoren .en welke delen aan Japan zouden komen."

(L. de.Visser, "Nederland onafhankelijk, welvarend, vrij''; J-937)

'

Mobilisatie tegen de oorlog Het Paascongres 1938 van de CPN stond nog duidelijker dan het voorgaande in het teken van het mobiliseren van alle. volks- Krachten tegen de dreigende oorlogsgevaren. In Spanje was het democratische volksfront tegenover de overmacht van de door Hitier en Mussolint gesteunde Franco-legers in de verdedi- ging gedrongen. Abessinië was door Mussolint overweldi.gd, fapan was in China in het offensief, Oostenrijk was door Hitier bezet.

In de dfscussiegrondslag voor het congres 1938 werd gezegd:

109

(16)

..

"QORLOGSGEVAAR bedreigt Nederland I De stel;)ds toenemende

· · aanvalspolitiek van het fascistische statenblok Duitsland, Ita,

li~ en Japan, dat reeds de oorlog ontketend heeft in Abessini~, Span- · je en China, verzwakt en ondermijnt de krachten der democratische landen. .

Het Duitse fascisme bedreigt het onafhánkelijk volksbestaan van Nederland. Het oefent zijn politieke en economische druk uit om Nederland tot elke prijs aan zijn wil te onderwerpen.

Het Japanse fasc~sme bedreigt Indonesi~.

Nederland neemt te midden van de tot h,et uiterste gespannen situatie een gevaarlijke positie in. Het Duitse tasclsme beschikt hier over bondgenoten en agenten, in de eerste plaats de NSB. Het Ja- panse fascisme bouwt zijn steunpunten in·Indonesi~.

De regering-Colijn-Goseling wijkt voor de fascistische druk uit het buitenland terug. Zij onderdrukt niet het fascist-ische gevaar in Ne- derland en Indonesi~. Haar reactionaire politiek ondermijnt de de- mocratische inStellingen en de democratische rechten der Neder- landse volksmassa's ...

Meer dan ooit heeft het werkende volk eenheid nodig. De demo- cratische krachten in ons land aanwezig, zouden verenigd een ge- weldige macht vormen, die in staat zou zijn, alle gevaren het hoofd te bieden en het· werkende volk brood en vrijheid te geven. Deze democratische krachten zijn echter op het ogenblik schrikbarend verdeeld en door hun verdeeldheid zwak ...

Daarom luidt de CPN de alarmklok om alle Nederlandse demo- craten op deze noodlottige toestand te wijzen - een toestand, waar- bij alleen het buitenlandse fascisme en zijn bondgenoten in ons land zelve, baat kunnen vinden. Daarom wijst de CPN onvermoeid en nadrukkelijk op de dringende noodzakelijkheid voor het werkende volk en in het bijzonder de arbeidersklasse; om haar krachten te ver- enigen teneinde de oprichting van het democratische volksfront voor te bereiden ...

Als het Duitse fascisme erin zou slagen zijn doel te bereiken, dan zou dit een versterking van de positie van het fascistische oorlogs- blok betekenen; het zou uitlopen op onderwerping en verovering van Nederland en Ind,onesi~, wat onnoemelijke ellende voor de volksmassa's zou meebrengen.

De gewijzigde koers in de buitenlandse politiek van de regering bètekent, dat zij zich onder het mom van "zelfstandigheid" en "neu- traliteit" losmaakt van de Volkenbond en de collectieve veiligheid.

Hiervan getuigt het voorstel van minister Patijn tot erkenning van de verovering van Abessinië. Hiervan getuigen ook de inter- views van ministèr Colijn en het optreden der regering in Indonesië tegen de anti-Japanse boycotactie aldaar;

Echter, het is nog niet voldoende tot het bewustzijn van de Neder- landse volksmassa's doorgedrongen, hoe ernstig de bedreiging van de zijde van Duitsland en Japan is. Zij wordt onderschat, ook in de

rijen van onze partij." · ·

*

110

(17)

,,

Tijdens het congres Vt!rduidelijkte P. de Groot het stand-' punt van de éPN ten aanzien van de verdediging van de onaf- hankelijkheid van Nederland; Teneinde de betekenis van de hieronder aangehaalde documenten te begrijpen wijzen wij erop, dat de regering-Colijn tot het laatste moment vol heeft gehouden, dat Ned,erland door Hitler niet werd bedreigd. Ook de laatste vooroorlogse regering (de Geer) liet het publiek in het onzekere.

P. , de GroG t verklaarde in zijn Congresrede toen o.m.:

"ER

kan,geen twijfel aan bestaan, wat de houding van onze partij moet zijn tegenover de bedreiging van de Nederlandse onaf-

hankelijkheid door Nazi-Duitsland. ·

· Wij zijn voor de verdediging van de Nederlandse onafhankelijk- held zonder voorbehoud en tot elke prijs, tegen de fascistische aan- val uit het buitenland en tegen zijn medeplichtigen, het fascisme en de reactie in eigen land I

Wij zijn voor de verdediging van de Nederlandse onafhankèlijk- hetd en tegen elke voetbreed tegemoetkoming aan de fascistische vijand, omdat wij daardoor gelijktijdig de vrede verdedigen.

De vrede kan behouden blijven, maar zij kan alleen behouden blijven indien de vredelievende staten, en daarbij ook Nederland, samenwerken om den fasçistischen aanvaller in toom te houden met alle daartoe dienstige middelen.

\\'ij zijn voor de verdediging van de Nederlandse onafhankelijk- heid,_ omdat de verkregen rechten en burgerlijke vrijheden, omdat de or~nisaties en Q.e gewetensvrijheid van de Nederlandse werkers tegen vreemde fascistische knechtschap verdedigd moeten worden.

Wij zijn voor de verdediging van de Nederlandse onafhankelijk- heid, omdat de levensvoorwaarden van de Nederlandse arbeiders tegen het hongerregime moeten verdedigd worden, dat onder het fa'Scisme in Duitsland heerst.

Wij zijn voor dé verdediging van de Nederlandse onafhankelijk- heid, omdat de Nederlandse taal en cultuur, wetenschap en kunst tegen nationale onderdrukking moeten verdedigd worden, waarmee zij door het Duitse Nazi-rijk worden bedreigd ...

Wij zijn niet tegen een sterke, bewapende macht, wanneer deze veilig is voor de democratie en de verdediging van de onalbanke- lijkheid van het land; Maar wij onderstre.pen het, waar SDAJ;> en NVV in hun manifest zelf gezegd hebben dat militaire maatregèlen hun betekenis eerst krijgen in het licht ener doelbewuste politiek ...

Wij begroeten met voldoening het standpunt, dat SDAP en NVV hebben ingenomen inzake Spanje, hun eis tot opheffing van de mis- dadige "n_on-interventie", hun eis tot het vasthouden aan de collec- tieve veiligheid· en de Volkenbond, hun opwekking tot het sluiten der gelederen der democratische staten. Maar wij critiseren in hen, dat zij deze politiek niet ook in het eigen land toepassen en de sa- menwerking met de eigen, communistische klassegenoten, voor de vrede en tegen het fascisme in el~n land verhinderen. ' ·

Onze critiek op de rechtse sociaal-democratische politiek heeft echter een opbouwend doel. Wij wensen de SDAP geen afbreuk !e 111

(18)

doen, wij wensen geen scheuring in haar rijen, wij erkennen haar

.

als een grote partij van de arbeidersklasse van Nederland. Wij vra- gen haar echter: is dit het gewenste perspectief voor de grootste partij der Nederlandse arbeiders, dat Uw leider Albarda voor U heeft geopend, toen hij voorstelde om vijf jaar op de drempel van het re- . geringsgebouw te zitten en af te wachten tot de reactionaire heren

U: zullen binnen laten? Wij wensen U een ander perspectief toe. Wij roepen U toe: Vervult de rol, die U als grootste arbeiderspartij toe- komt, wordt de spil van een democratische regering I"

Over het nationalé vraagstuk

,,,) . ,;.:

In een artikel, geschreven kort voor het verraad van Mün- chen schreef P. de Groot het volgende:

" "yYPEREND voor de in leidende kringen der bourgeoisie heersende

· opvattingen waren de uitlatingen van minister-president Colijn aan een Zwitserse krant. Hij onderstreepte daarin het feit1 dat er nog nooit een oorlog tussen Duitsland en Nederland was geweest.

De enige mogelijkheid van een aanval op Nederland zag hij uitslui- tend in een eventuele poging tot doortocht van de ·troepen van een ander land.

De dreiging van de zijde van Duitsland houdt ongetwijfeld ver- band met militair-strategische overwegingen. Doch dat is niet de hoofdzaak. De bedreiging is van imperialistiscl\e en van politieke aard; het gaat niet slechts om troepenverplaat:;ingen over Neder- lands grondgebied, doch om het onderwerpen van de Nederlandse natie en de inlijving bij een "Groot Duits rijk". Het Duitse fascisme, het meest imperialistische deel van het Duitse kapitaal, heeft ex- pansie nodig als de lucht om te ademen. En het zoe'kt daarbij, vóór het zich sterk genoeg voelt om de strijd met grotere machten aan te binden, zo veel mogelijk zwakke buurstaten onderzijn militaire hiel te verpletteren. Daarin is het met Oostenrijk geslaagd. 1 ). Thans is het bezig met Tsjecho-Slowakije. En Nederland behoort eveneens tot de voorwerpen van Duitse veroveringszucht. Vele bewijzen zijn daar- voor reeds aangevoerd. Interessant is ook een der laatste uitlatin- gen, een kras staaltje van de wijze waarop in de officU!le kring~n

van het Derde Rijk over Nederland wordt gedacht. De rijksorgani- satieleider der NSDAP, wiens opperste chef Hitier is, geeft een tijd- schrift "Der Schulungsbrlef" in een oplage van ongeveer drie mil- joen exemplaren uit. Daarin vinden wij het volgende:

"Bohemen bevindt zich, hoewel het zich van de Slavische taal be- dient, onder het Duitse rijk en binnen het Duitse cultuurgebied. Het Belgische gebied, vroeger het derde Deel van Galli~, heeft zich ...

voor de grootste helft in taal en zeden bij Germani~ aangesloten.

Gent ... Brugge ... ofschoon van Gallisch recht, gebruiken niette- min de Duitse taal en Duitse zeden. De Elzas, Brabant, Zeeland,

· 1) Oostenrijk werd in maart 1938 overweldigd. De stedehouder van Hitier werd Seyss- Inquart, later hoofd van de Duitse bezetting in Nederland en wegens zijn oorlogsmis- daden na het Neurenberg-proces opgehangen, red. P. en C.

112

(19)

Vlaanderen en Holland gebruiken de Dultse taal E1n worden daarom . -·

tot de provincies van Duitsland gerekend.'' · . In deze géest wordt de massa in Duitsland JC!oor de regering voor een veroveringsoorlog öp deze gebieden voorbereid, waarbij Ne- derland en Vlaanderen onbeschaamd als "Duitse provincies" beti- teld worden, ·terwijl de Nederlandse taal tot. "Duits" wordt ver- klaard. De Duitse fascisten beginnen met de theoretische ontken- ning van het bestaan van een Nederlandse natie en'een Nederland- se taal, om tenslotte practisch de Nederlandse grenzen te · "ont- kennen". Het is ongetwijfeld voor vele Nederlanders nog moeilijk om zich dit in te denken. Vandaar, dat _soms van burgerlijke zijde de communisten verweten wordt, dat zij kwaadwillig een Duitse bedreiging uit hun duim zuigen, waarmee men zich dan . meteen de onaangename· werkelijkheid uit het hoofd poogt te zetten, als zijnde een "verdichtsel van extremisten". De provinciale bekrom- penheid en begrensdheid, die men het meest bij de kleine burgerij en door haar beïnvloede arbeiders vindt, verduistert het inzicht · in de ware betekenis van de fascistische bedreiging van Nederland.

De oommunist·en, die kennis dragen vah de rijke ervaring der in- ternationalè arbeidersbeweging, zijn daardoor beter in staat het gevaar te onderscheiden dan anderen. Hun plicht is dan ook, al het mogelijke te doen om de volksmassa over de werkelijke toe- - stand voor te lichten. En zij hebben ook hun politiek op deze nieu- we feiten ingesteld.

Ue verdediging van de nationale onafhankelijkheid van ·het land is tî:iaps het centrale vraagstuk van de gehele arbeidersklasse en alle vàoruitstrevende krachten in de volksmassa ...

(P. de Groot, Politiek en ~ultuur, september 1~38)

München Enkele weken nadat .bovenstaand stuk werd gepubliceerd, vond [op 28 sept. 1938) het verraad van München plaats, waar- mee achteraf beschouwd, de oorlog onvermijdelijk werd. Op instigatie van de pro-Duitse kringen en onder indruk van de pro-nazi-propaganda staken vele Nederlanders de vlag uit, de

"vrede was gered". · ·

De communisten schreven _toen:

"QP 14 september 1938 deed Chamberlain ( tcien minister-president van Groot-Brittannië, red. P. en C.) aan Hitier het voorstel, naar Duitsland te komen om een. "vreedzame oplossing" (voor het Tsjecho-Slowaakse vraagstuk) te vinden. De wereld zag het schouw- spe-l van de leider van het Britse wereldrijk, die naar Berchtesgaden vloog om op onderdanige wijze de eisen van Duitsland in ontvangst te nemen. Hitier verlangde de volledige afstand van het Sudeten- gebied, waarmee Tsjecho-Slowakije (de enige overgebleven bondge- noot van Frankrijk in Midden-Europa) zowel militair en politiek als economisch, machteloos gemaakt- zou worden.

Chamberlain keerde terug en beraadslaagde met Dalactier en Bon-

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

wordt de voorzitter van FNVjong, Dennis Wiersma, geïnterviewd naar aanleiding van een onderzoek van FNVjong naar de concreetheid van de plannen van aanpak tegen

In de tweede plaats werd op het congres gewezen op de mogelijkheden- grotendeels nog niet benut- die de wet op de arbeidscollectieven (van 1984) biedt. Aangedrongen werd

Bij het organiseren van het wetenschappelijke werk heeft er een onderverdeling plaats in een aantal afzonderlijke weten- schappen. In het bijzonder is er een

h:y~giën:isch ingerichte melildabrieken, zien dat niet meer zo.. Want daardoor verslapt de inter·esse voor de coöperatie en krijgen de groter·e boeren de kans

Sprenger van Eijk, Handleiding tot de kennis van onze vaderlandsche spreekwoorden en spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder aan de scheepvaart en het scheepsleven, het dierenrijk

(dus: Jan zei, dat zijn broer ziek is geweest). Aldus werd het kaartbeeld vertroebeld en misschien gedeeltelijk onjuist. Het is inderdaad waarschijnlijk dat de tijd van het hulpww.

In de eerste twee bijdragen gaan Cyrille Fijnaut en Jan Wouters in op de crises waarmee de Europese Unie momenteel wordt geconfronteerd en op

Omdat lokale politieke partijen per definitie alleen actief zijn in één gemeente, zouden zij ten opzichte van landelijke partijen minder effectief kunnen zijn omdat zij