Meetvoorwaarden Gas – RNB bijlage 3 bij voorstel N 2011-523

(1)

Meetvoorwaarden Gas – RNB

Onderdeel van de voorwaarden als bedoeld in artikel 12b, eerste lid, van de Gaswet Met in procedure zijnde wijzigingsvoorstellen.

Zwart tekst is vigerende door de Raad van Bestuur van de NMa vastgestelde codetekst. Gekleurde - onderstreepte of doorgehaalde - tekst is onderdeel van codewijzigingsvoorstellen die nog in behandeling zijn.

Door middel van voorstel N 2011-523 wijzigt de structuur van de Meetvoorwaarden Gas - RNB en verplaatsen vele artikelen. De ver-plaatsingen zijn in de kantlijn aangegeven. Daarbij worden de artikelen op de oude locatie onderscheiden van die op de nieuwe locatie door aan het artikelnummer (1) of (2) in superscript toe te voegen.

Doorlopende tekst geldend vanaf 1 juli 2011, bijgewerkt tot en met:

- besluit 103732/7 d.d. 07-06-2011 inwerkingtreding wijziging grens kv/gv gas

- voorstel N 2011-523 d.d.04-07-2011 uitrol slimme meters Tekst van verplaatste artikelen is alleen op de nieuwe plaats opgenomen.

De Meetvoorwaarden Gas – RNB zijn vastgesteld bij de onderstaande (wijzigings)besluiten:

Besluit nummer Datum besluit Staatscourant 1 101929/50 21-11-2006 22-11-2006, nr. 228, p. 26 1 102080/9 + 102127/8 21-11-2006 22-11-2006, nr. 228, p. 26 2 102411/8 20-12-2006 21-12-2006, nr. 249, p. 93 3 102442/3 27-06-2007 29-06-2007, nr. 123, p. 44 4 102500_1/15 09-09-2008 10-09-2008, nr. 175, p. 9 5 102773/10 25-11-2008 27-11-2008, nr. 231, p. 28 6 102973/7 25-11-2008 26-11-2008, nr. 230, p. 16 7 103142_1/11 07-07-2009 17-07-2009, nr. 10720 8 103456/3 29-06-2010 02-07-2010, nr. 10413 9 103669_3/9 15-03-2011 16-03-2011, nr. 4776 10 103732/7 07-06-2011 10-06-2011, nr. 10448 Disclaimer:

Dit document bevat de doorlopende tekst van een onderdeel van de voorwaarden als bedoeld in artikel 12b, eerste lid, van de Gaswet, zoals deze gelden op de datum vermeld onder aan de bladzijde. De tekst is met de grootst mogelijke zorg samengesteld, maar heeft geen formele status. Leidend is de tekst van de besluiten waarmee de voorwaarden zijn vastgesteld en gewijzigd. De besluiten zijn onder meer te raadplegen op de website van de Energiekamer van de NMa (www.energiekamer.nl).

(2)

Inhoudsopgave

1 Algemene bepalingen 3

1.1 Werkingssfeer en definities 3

1.2 Geheimhouding Voorwaarden met betrekking tot meterbeheerders, meterplaatsers en meetverantwoordelijken 3

2 Meetverantwoordelijkheid Keuze van meetinrichting en aanwijzing meterbeheerder 5

2.1 Het uitoefenen van meetverantwoordelijkheid en erkenning als meetverantwoordelijke Algemeen 5

2.2 Meetinrichting in het overdrachtspunt van een aansluiting met een totale maximale capaciteit van ten hoogste 40 m3(n) per uur6

2.3 Meetinrichting in het overdrachtspunt van een aansluiting met een totale maximale capaciteit groter dan 40 m3(n) per uur 7

2.4 Aanwijzing meterbeheerder 7

2.5 [verplaatst] 7

3 Beheer meetinrichtingen door de erkende meetverantwoordelijke Uitrol van op afstand uitleesbare

kleinverbruikmeetinrichtingen ten behoeve van kleinverbruikaansluitingen 8

3.1 Algemeen 8

3.2 Administratie met betrekking tot de meetinrichting Procedure prioriteitsplaatsing 9

3.3 Procedure plaatsing door derden van een door de netbeheerder geleverde meetinrichting 9

3.4 Procedure plaatsing door derden van een niet door de regionale netbeheerder geleverde meetinrichting 10

3.5 [verplaatst] 12

3.6 [verplaatst] 12

4 Datacollectie door de erkende meetverantwoordelijke Eisen aan meetinrichtingen 12

4.1 Algemeen 12

4.2 Eisen aan kleinverbruikmeetinrichtingen 14

4.3 Eisen aan grootverbruikmeetinrichtingen 15

5 Meetgegevensverzameling 17

5.1 Meetgegevensverzameling bij overige kleinverbruikmeetinrichtingen 18

5.2 Meetgegevensverzameling bij profielgrootverbruikmeetinrichtingen 18

5.3 Datacollectie Meetgegevensverzameling bij uurlijks en aan dagelijks op afstand uitleesbare

telemetriegrootverbruikmeetinrichtingen 18

5.4 Storingen in de datacollectie bij dagelijks op afstand uitleesbare meetinrichtingen gegevensverwerking bij

telemetriegrootverbruikmeetinrichtingen 19

6 Bijzondere bepalingen 20

6.1 Verwisseling of wijziging van het deel van de meetinrichting en/of switchen van de erkende meetverantwoordelijke dat zich in

het perceel van de aangeslotene bevindt 20

6.2 Onvoorzien 22

6.3 Overgangs- en slotbepalingen 22

7 Meetgegevensprocessen 22

7.1 Validatie, vaststelling en overdracht van meetgegegevens van gasaansluitingen door de meetverantwoordelijke 22

7.2 DatavVerwerking en distributie van (meet)gegevens van gasaansluitingen door de regionale netbeheerder 25

7.3 Verwisseling of wijziging van de meetinrichting en/of switchen van de erkende meetverantwoordelijke 26

Bijlage 1 ex artikel 3.5.5 van de Meetvoorwaarden Gas – RNB Voorwaarden m.b.t gasmeter en volumeherleiding 28

Bijlage 2 Bepalingen betreffende de compressibiliteitsberekening. 30

(3)

Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006

1 Algemene bepalingen

Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006 1.1(1)_{is gesplitst in 1.1}(1)_{en 1.2}(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 1.1 Werkingssfeer en definities Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006 Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

1.1.1 Deze regeling bevat de voorwaarden met betrekking tot de wijze waarop regionale

netheerders en aangeslotenen zich gedragen ten aanzien van het ontwerp, de aanleg, het be-heer en het onderhoud van de meetinrichtingen alsmede het meten van gegevens betreffen-de het transport en betreffen-de levering van gas en betreffen-de uitwisseling van meetgegevens en administra-tieve gegevens van meetinrichtingen zoals bedoeld in artikel 12b, eerste lid, onderdeel b, van de Gaswet.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 1.1.2 In deze regeling wordt onder “meetverantwoordelijkheid” verstaan de verantwoordelijkheid

van de aangeslotene voor het aanwezig zijn op het overdrachtspunt van de aansluiting van een op grond van hoofdstuk 3 van deze regeling vereiste meetinrichting, het (doen) beheren van de meetinrichting als bedoeld in hoofdstuk 3 van deze regeling, het (doen) verrichten van de datacollectie als bedoeld in hoofdstuk 4 van deze regeling en het (doen) verwisselen of wijzigen van de meetinrichting als bedoeld in onderdeel 6.1.1 van deze regeling.

Meetinrichtingen voldoenten minste aan de daaraan in of krachtens de wet gestelde eisen. Ingeval van strijdigheid tussen een dwingende wettelijke eis en een eis uit deze regeling, geldt de dwingende wettelijke eis.

Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006 Besluit 102411/8; in werking: 22-12-2006 Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

1.1.3 De in deze regeling gebruikte begrippen die ook in de Gaswet worden gebruikt, hebben de

betekenis die daaraan in de Gaswet is toegekend. Van de overige in deze regeling gebruikte

begrippen is de betekenis vastgelegd in de Begrippenlijst Gas behorende bij de voorwaarden

bedoeld in artikel 12b van de Gaswet.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

formuliering conform McE

1.1.4 De in deze regeling genoemde artikelen die betrekking hebben op een meetinrichting die

onder de Metrologiewet valt, zijn aanvullend op de Metrologiewet. In zoverre een meetinrich-ting onder de Metrologiewet valt, is deze regeling niet van toepassing ten aanzien van een onderwerp dat voor die meetinrichting in de Metrologiewet wordt geregeld.

1.3(1) is verplaatst naar B3.4(2)

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

1.2 Geheimhouding Voorwaarden met betrekking tot meterbeheerders, meterplaatsers en meetverantwoordelijken

1.3.1(1)_{is verplaatst naar B3.4.1}(2)

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

De erkende meetverantwoordelijke verstrekt, behoudens het bepaalde in hoofdstuk 4 van deze regeling, geen meetgegevens van aangeslotenen aan derden, anders dan met schrifte-lijke toestemming van de desbetreffende aangeslotene.

1.2.1 Meterbeheerder

Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006 Besluit 102411/8; in werking: 22-12-2006 verplaatst van 2.1.8, b(1)_{naar 1.3.1.1}(2)

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

1.2.1.1 hij De meterbeheerder participeert in het door de door de overheid aangestelde toezichthou-der op de Metrologiewet goedgekeurde systeem van systematische (steekproefsgewijze)

pe-riodieke controle van in gebruik zijnde gasmeters en volumeherleidingsinstrumenten zoals

uitgevoerd in opdracht van de deelnemende erkende meetverantwoordelijken

meterbeheer-ders gezamenlijk of aantoont toont aan op andere, ter beoordeling van de door de overheid aangestelde toezichthouder op de Metrologiewet, aanvaardbare gelijkwaardige wijze te voor-zien in een dergelijke controle.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 1.2.2 Meterplaatser

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 1.2.2.1 Het deel van de op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetinrichting dat geplaatst moet worden

in het perceel van de aangeslotene wordt geplaatst door een meterplaatser die is erkend con-form bijlage 4 of door de netbeheerder.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 1.2.2.2 De regionale netbeheerder verstrekt aan de meterplaatser op diens verzoek:

a. de bedrijfsspecifieke informatie die nodig is voor het uitvoeren van werkzaamheden, aan of in de onmiddellijke nabijheid van de aansluiting, die verband houden met de plaatsing van meetinrichtingen;

b. het recht om verzegelingen die door of vanwege de regionale netbeheerder zijn aange-bracht te schenden of verbreken indien dit noodzakelijk is voor het uitvoeren van werk-zaamheden aan of in de onmiddellijke nabijheid van de aansluiting, die verband houden met de plaatsing van meetinrichtingen.

c. het recht om namens de netbeheerder verzegelingen aan te brengen conform de in 4.1.2 genoemde voorwaarden.

Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006 verplaatst van 2.2(1)_{naar 1.3.3}(2)

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

(4)

verplaatst van 2.1.1(1) naar 1.3.3.1(2)

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

1.2.3.1 Tot het uitoefenen van meetverantwoordelijkheid voor een grootverbruikaansluiting zijn per-sonen toegelaten die hiervoor conform bijlage 3.2 zijn erkend laat TenneT slechts natuurlijke en rechtspersonen toe aan wie hij op de voet van 2.1.8 een erkenning als meetverantwoorde-lijke heeft verleend.

Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006 verplaatst van 2.2.1(1) naar 1.3.3.2(2)

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

1.2.3.2 Per grootverbruikaansluiting is er één erkende meetverantwoordelijke voor alle uit de onder-delen 3, 4 en 6.1 hoofdstukken 4, 5 en 6 van deze regeling voortvloeiende werkzaamheden.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

1.2.3.3 Een aangeslotene die de meetverantwoordelijkheid voor zijn grootverbruikaansluiting(en) niet

zelf uitoefent, draagt die meetverantwoordelijkheid over aan een in 2.1.1 1.2.3.1 bedoelde

na-tuurlijke of rechtspersoon.

Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006 Besluit 102500_1/15; in werking: 11-09-2008 verplaatst van 2.2.3(1) naar 1.3.3.4(2)

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

1.2.3.4 Indien de aangeslotene bij ingebruikname van de meter grootverbruikaansluiting geen erkend

meetverantwoordelijke aanwijst, of indien de aangeslotene de regionale netbeheerder

hieromtrent verzoekt, wijst de regionale netbeheerder voor de aangeslotene een erkend

meetverantwoordelijke aan. De aangeslotene heeft het recht om van meetverantwoordelijke te wisselen.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

1.2.3.5 Een aangeslotene die de meetverantwoordelijkheid voor zijn aansluiting(en) niet zelf

uitoe-fent, mandateert machtigt een erkende meetverantwoordelijke voor het opvragen van

infor-matie uit het aansluitingenregister van de regionale netbeheerder, betrekking hebbend op de aansluiting van de aangeslotene alsmede voor het afwikkelen van het proces van overdracht van meetverantwoordelijkheid.

Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006 verplaatst van 6.1.3(1) naar 1.3.4(2)

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

1.2.4 Beëindiging van de beheerovereenkomst tussen erkende meetverantwoordelijke en de

aangeslotene

Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006 verplaatst van 6.1.3.4(1) naar 1.3.4.4(2)

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

1.2.4.1 De eigenaar van de meetinrichting is gerechtigd vanaf tien werkdagen na de datum waarop de beheerovereenkomst afloopt (delen van) de meetinrichting te (laten) verwijderen. Hierbij

dient de erkende meetverantwoordelijke ervoor te zorgen dat het overdrachtspunt in goede

en veilige toestand achter blijft.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

1.2.4.2 Ingeval tussen de aangeslotene en een andere erkende meetverantwoordelijke binnen tien werkdagen na beëindiging van de oude beheerovereenkomst alsnog een beheerovereen-komst in werking treedt, wordt voor zover van toepassing vanaf dat moment de werkwijze

volgens 7.3.2 gevolgd.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

1.2.4.3 Indien niet voldaan wordt aan het gestelde in 6.1.3.5 1.2.4.3, wordt de aansluiting door deac-tiveert de regionale netbeheerder gedeactiveerd de aansluiting.

Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006 verplaatst van 2.5(1) naar 1.2.5(2)

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

1.2.5 Vangnetregeling meetverantwoordelijkheid

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

1.2.5.1 De vangnetregeling is van toepassing vanaf het moment dat de erkenning van de meetver-antwoordelijke is ingetrokken tot het moment dat er voor de desbetreffende aansluiting een

nieuwe erkende meetverantwoordelijke is aangewezen.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

1.2.5.2 Kleinverbruikers hebben 40 werkdagen de tijd om een nieuwe erkende meetverantwoordelij-ke aan te wijzen. Telemetriegrootverbruikers hebben tien werkdagen de tijd om een nieuwe

erkende meetverantwoordelijke aan te wijzen. De overige aangeslotenen hebben 40 werkda-gen de tijd om een nieuwe meetverantwoordelijke aan te wijzen.

Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006 verplaatst van 2.2.3+2.5.3(1) naar 1.2.5.3(2)

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

1.2.5.3 Indien de aangeslotene niet zelf binnen de in 2.5.2 1.2.5.2 genoemde termijn een nieuwe

erkende meetverantwoordelijke aanwijst, wijst de regionale netbeheerder voor de

aangeslo-tene een nieuwe erkende meetverantwoordelijke aan.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

1.2.5.4 Onverwijld nadat hij bericht heeft ontvangen van de intrekking van de erkenning meldt de regionale netbeheerder de desbetreffende aangeslotene of diens gemachtigde bij aangete-kende brief, dat:

a. de erkenning van de door of namens hem aangewezen meetverantwoordelijke is

inge-trokken respectievelijk geschorst;

b. in verband met het intrekken respectievelijk schorsen van de erkenning van de door of

namens de aangeslotene aangewezen meetverantwoordelijke de vangnetregeling in werking treedt;

c. de aangeslotene verplicht is er alles aan te doen om te voorkomen dat zolang de vang-netregeling van toepassing is, de meetinrichting en de eventueel daarbij behorende communicatiemiddelen worden verwijderd of gewijzigd of niet meer functioneren of kun-nen functioneren;

d. de aangeslotene de gelegenheid heeft om binnen de in 2.5.2 1.2.5.2 genoemde termijn

een nieuwe erkende meetverantwoordelijke aan te wijzen;

(5)

erkende meetverantwoordelijke aanwijst, de regionale netbeheerder voor de

aangeslote-ne een nieuwe erkende meetverantwoordelijke aanwijst, waarbij de regionale

netbeheer-der ten behoeve van de aangeslotene aangeeft wat de tarieven en voorwaarden zijn die

door de door hem aan te wijzen erkende meetverantwoordelijke worden gehanteerd, dan

wel aangeeft op welke wijze deze tarieven en voorwaarden voor de aangeslotene toe-gankelijk zijn.

Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006 Besluit 102669_3/9; in werking 01-04-2011

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

1.2.5.5 Indien mogelijk treft de regionale netbeheerder bij aangeslotenen met een dagelijks op af-stand uitleesbare telemetriegrootverbruikmeetinrichting, waarbij de dataverzameling van meetgegevens, zoals bedoeld in 4.1.15.3.1, en de dataoverdracht van meetgegevens, zoals

bedoeld in 4.1.3 7.1.2, ondanks de intrekking van de erkenning van de erkende

meetverant-woordelijke correct blijven functioneren, een regeling met de desbetreffende erkende

pro-grammaverantwoordelijke om de desbetreffende meetdata meetgegevens te gebruiken

zo-lang de vangnetregeling van toepassing is

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

1.2.5.6 Indien de in 2.5.5 1.2.5.5 genoemde oplossing niet mogelijk is, wordt worden, zolang de

vangnetregeling van toepassing is, de meetdata meetgegevens ten behoeve van de allocatie,

voor aansluitingen met een op afstand uitleesbare telemetriegrootverbruikmeetinrichting,

vastgesteld op basis van:

a. het jaarverbruik van de voorafgaande periode en

b. een profiel dat, indien mogelijk, is gebaseerd op historische meetdata meetgegevens.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

1.2.5.7 Het in 2.5.6 1.2.5.6 bedoelde, op historische meetdata meetgegevens gebaseerde profiel

wordt door de regionale netbeheerder vastgesteld na overleg met de aangeslotene.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

1.2.5.8 Indien voor het in 2.5.6 1.2.5.6 bedoelde profiel geen gebruik gemaakt kan worden van

histo-rische meetdata meetgegevens wordt gebruik gemaakt van een, door de gezamenlijke

net-beheerders en de erkende programmaverantwoordelijken vooraf vastgesteld, noodprofiel.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

1.2.5.9 Zolang de vangnetregeling van toepassing is, is de meetverantwoordelijke wiens erkenning is

ingetrokken, alsmede een eventuele beoogde nieuwe erkende meetverantwoordelijke

ver-plicht er alles aan te doen om te voorkomen dat de meetinrichting en de eventueel daarbij behorende communicatiemiddelen worden verwijderd of gewijzigd of niet meer functioneren

of kunnen functioneren.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

gebaseerd op later aan de McE toege-voegde bepaling

1.2.5.10 In het geval de meetverantwoordelijke in faillissement verkeert of surseance van betaling is verleend, wijst de MV-erkenner de curator respectievelijk bewindvoerder op de verplichting zoals genoemd in 1.2.5.9. Zonodig stelt de MV-erkenner zich garant voor de eventuele kos-ten hiervan, maximaal gedurende de periode dat de vangnetregeling van toepassing is.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

1.2.5.11 Indien er, nadat de nieuwe erkende meetverantwoordelijke is aangewezen, nog geen

da-taoverdracht van meetgegevens kan plaats vinden zoals bedoeld in 4.1.3 7.1.2, treft de

regi-onale netbeheerder met de nieuwe erkende meetverantwoordelijke en de erkende

program-maverantwoordelijke die het aangaat een regeling omtrent de te gebruiken meetwaarden.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

1.2.5.12 Indien er sprake is van een dagelijks op afstand uitleesbare telemetriegrootverbruik

meetin-richting, stelt de nieuwe erkende meetverantwoordelijke onverwijld vast wat de meterstanden

zijn aan het begin en het einde van de periode waarop de vangnetregeling van toepassing is geweest, alsmede het verbruik gedurende die periode, en geeft deze door aan de regionale netbeheerder.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

1.2.5.13 Indien er geen sprake is van een niet dagelijks op afstand uitleesbare telemetriegrootver-bruikmeetinrichting en indien de dataverzameling als bedoeld in 4.2.1.1 of 4.2.1.25.2.1 of 5.2.2 plaats zou moeten vinden in de periode waarin de vangnetregeling van toepassing is, wordt deze datacollectie opgeschort en vindt deze plaats binnen een maand nadat de nieuwe meetverantwoordelijke is aangewezen.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

2 Meetverantwoordelijkheid Keuze van meetinrichting en aanwijzing

meterbeheerder

2.1(1) is verplaatst naar B3.1(2) Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006 verplaatst van 3.1(1) naar 2.1(2)

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

2.1 Het uitoefenen van meetverantwoordelijkheid en erkenning als meetverantwoordelijke

Algemeen

2.1.1(1) is verplaatst naar 1.3.3.1+B3.1.1(2)

Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006 verplaatst van 3.1.1(1) naar 2.1.1(2)

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

2.1.1 Tot het uitoefenen van meetverantwoordelijkheid voor een aansluiting laat TenneT slechts

natuurlijke en rechtspersonen toe aan wie hij op de voet van 2.1.8 een erkenning als meet-verantwoordelijke heeft verleend.

De bepalingen van hoofdstuk 3 2 zijn van toepassing op comptabele meetinrichtingen in het

(6)

overdrachtspunt tussen twee gastransportnetten van regionale netbeheerders de netkoppe-ling.

2.1.2(1) is verplaatst naar B3.1.2(2) Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006 verplaatst van 3.1.2(1) naar 2.1.2(2)

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

2.1.2 TenneT kan aan een natuurlijke of rechtspersoon op aanvraag een erkenning als

meetver-antwoordelijke verlenen.

Meetinrichtingen in het overdrachtspunt van een aansluiting op een gastransportnet waarvan de nominale gasdruk hoger is dan 8 bar (overdruk) en meetinrichtingen in het

overdrachts-punt tussen twee gastransportnetten waarbij de nominale gasdruk in één of beide

gastrans-portnetten hoger is dan 8 bar (overdruk) voldoen aan de technische eisen genoemd in de Meetvoorwaarden Gas – LNB. 2.1.3(1) is verplaatst naar B3.1.3(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 2.1.3 [verplaatst] 2.1.4(1) is verplaatst naar B3.1.4(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 2.1.4 [verplaatst] 2.1.5(1) is verplaatst naar B3.1.5(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 2.1.5 [verplaatst] 2.1.6(1) is verplaatst naar B3.1.6(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 2.1.6 [verplaatst] Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006 2.1.7(1) is vervallen Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

2.1.7 [vervallen]De uit de onderdelen 3, 4 en 6.1 van deze regeling voortvloeiende

werkzaamhe-den worwerkzaamhe-den uitsluitend uitgevoerd door of namens een erkende meetverantwoordelijke.

2.1.8(1) is verplaatst naar 1.3.1.1+B3.1.7(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 2.1.8 [verplaatst] 2.1.9(1) is verplaatst naar B3.1.8(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 2.1.9 [verplaatst] 2.1.10(1) is verplaatst naar B3.1.9(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 2.1.10 [verplaatst] 2.1.11(1) is verplaatst naar B3.1.10(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 2.1.11 [verplaatst] 2.1.12(1) is verplaatst naar B3.1.11(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 2.1.12 [verplaatst] 2.1.13(1) is verplaatst naar B3.1.12(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 2.1.13 [verplaatst] 2.2(1) is verplaatst naar 1.3.3(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

2.2 Meetinrichting in het overdrachtspunt van een aansluiting met een totale maximale capaciteit van ten hoogste 40 m3(n) per uur

2.2.1(1) is verplaatst naar 1.3.3.1(2)

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

2.2.1 In het (de) overdrachtspunt(en) van een aansluiting met een totale maximale capaciteit van

ten hoogste 40 m3(n) per uur is een niet op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetinrichting of een op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetinrichting aanwezig.

Besluit 102442/3; in werking: 01-07-2007 2.2.1a(1) is vervallen

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

2.2.1a [vervallen] In afwijking van 2.2.1 is er voor aansluitingen zoals bedoeld in B1.4.6 van de

(7)

Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006 2.2.8(1) is verplaatst naar 7.3.2.7 Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 2.2.8 [verplaatst] Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006 2.2.9(1) verplaatst naar 7.3.2.8 Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 2.2.9 [verplaatst] Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006 2.2.10(1) is verplaatst naar 7.3.1.1 Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 2.2.10 [verplaatst] Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006 2.2.11(1) is verplaatst naar 7.3.2.11 Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 2.2.11 [verplaatst] 2.3(1) is verplaatst naar B3.2(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

2.3 Meetinrichting in het overdrachtspunt van een aansluiting met een totale maximale capaciteit groter dan 40 m3_{(n) per uur}

Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006 Besluit 102669_3/9; nog niet in werking Besluit 103732/7; in werking: 01-07-2011 2.3.1(1) is verplaatst naar B3.2.1(2)

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

2.3.1 Een aansluiting, waarop de aangeslotene conform 4.3.1.3 of 4.3.1.8 van de

Allocatievoor-waarden Gas de afnamecategorie GGV respectievelijk GIS toegekend heeft gekregen, als-mede een netkoppeling tussen twee regionale gastransportnetten zoals bedoeld in B5.2.4 van de Allocatievoorwaarden Gas, dient een uurlijks uitleesbare

telemetriegrootverbruikmeet-inrichting, zoals beschreven in 3.3 4.3.4 te hebben.

Besluit 102973/8; in werking 01-07-2009 Besluit 102669_3/9; nog niet in werking Besluit 103732/7; in werking: 01-07-2011 2.3.2(1) is verplaatst naar B3.2.2(2)

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

2.3.2 Een aansluiting, waarop de aangeslotene conform 4.3.1.5 of 4.3.1.10 van de

Allocatievoor-waarden Gas de afnamecategorie GXX respectievelijk GIN toegekend heeft gekregen, dient een dagelijks uitleesbare of een uurlijks uitleesbare telemetriegrootverbruikmeetinrichting,

zoals beschreven in 3.3 4.3.4 te hebben.

2.3.3(1) is verplaatst naar B3.2.3(2)

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

2.3.3 Een aansluiting, waarop de aangeslotene conform 4.3.1.7 van de Allocatievoorwaarden Gas

de afnamecategorie G2C toegekend heeft gekregen, dient een profielgrootverbruikmeetin-richting zoals beschreven in 4.3.3, een dagelijks uitleesbare of een uurlijks uitleesbare tele-metriegrootverbruikmeetinrichting, zoals beschreven in 4.3.4 te hebben.

2.3.4(1) is verplaatst naar B3.2.4(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 2.3.4 [verplaatst] 2.3.5(1) is verplaatst naar B3.2.5(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 2.3.5 [verplaatst] 2.4(1) is verplaatst naar B3.4(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 2.4 Aanwijzing meterbeheerder 2.4.1(1) is verplaatst naar B3.4.1(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

2.4.1 De meterbeheerder van een meetinrichting in de netkoppeling van netbeheerders is een door

de beide netbeheerders aangewezen meetverantwoordelijke.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

2.4.2 De meterbeheerder van een meetinrichting van een kleinverbruikaansluiting is de regionale

netbeheerder.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

2.4.3 De meterbeheerder van een meetinrichting van een grootverbruikaansluiting is de door de

aangeslotene aangewezen meetverantwoordelijke.

2.4.4(1) is vervallen

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

2.4.4 [vervallen] Een schorsing wordt beëindigd na het verloop van de voor de schorsing bepaalde

termijn. Heeft de meetverantwoordelijke na de schorsing nog niet aan de hem eventueel bij de schorsing opgelegde verplichtingen voldaan, dan trekt TenneT de erkenning per direct in.

2.4.5(1) is vervallen

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

2.4.5 [vervallen] Beëindiging van een schorsing wordt op dezelfde wijze openbaar gemaakt als het

opleggen van een schorsing.

(8)

2.5.4(1) is verplaatst naar 1.2.5.4(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 2.5.4 [verplaatst] 2.5.5(1) is verplaatst naar 1.2.5.5(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 2.5.5 [verplaatst] 2.5.6(1) is verplaatst naar 1.2.5.6(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 2.5.6 [verplaatst] 2.5.7(1) is verplaatst naar 1.2.5.7(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 2.5.7 [verplaatst] 2.5.8(1) is verplaatst naar 1.2.5.8(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 2.5.8 [verplaatst] 2.5.9(1) is verplaatst naar 1.2.5.9(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 2.5.9 [verplaatst] 2.5.10(1) is verplaatst naar 1.2.5.11(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 2.5.10 [verplaatst] 2.5.11(1) is verplaatst naar 1.2.5.12(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 2.5.11 [verplaatst] 2.5.12(1) is verplaatst naar 1.2.5.13(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 2.5.12 [verplaatst] Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006 Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

3 Beheer meetinrichtingen door de erkende meetverantwoordelijke

Uitrol van op afstand uitleesbare

kleinverbruikmeetinrichtingen ten

behoeve van kleinverbruikaansluitingen

Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006 3.1 Algemeen 3.1.1(1) is verplaatst naar 2.1.1(2)

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

3.1.1 Er is sprake van prioriteitsplaatsing indien de aangeslotene op zijn verzoek of op verzoek van

een derde ten behoeve van zijn kleinverbruikaansluiting - voorafgaande aan de collectieve uitrol van op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetinrichtingen in de desbetreffende wijk, de beschikking krijgt over een door of namens de regionale netbeheerder geplaatste op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetinrichting.

3.1.2(1) is verplaatst naar 2.1.2(2)

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

3.1.2 Indien de aangeslotene dit verzoekt, komt hij in aanmerking voor een prioriteitsplaatsing.

Voor de aanvraag van een prioriteitsplaatsing is paragraaf 3.2 van toepassing.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

3.1.3 Er is sprake van een plaatsing door derden van een op afstand uitleesbare

kleinverbruik-meetinrichting indien een aangeslotene ten behoeve van zijn kleinverbruikaansluiting - voor-afgaande aan de collectieve uitrol van op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetinrichtingen in de desbetreffende wijk - de beschikking krijgt over een door een meterplaatser geplaatste op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetinrichting.

3.1.2(1) is verplaatst naar 2.3.2(2) 3.1.3a [vervallen]

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

3.1.4 Voor het op verzoek van de aangeslotene door een ander dan de regionale netbeheerder ter

beschikking stellen van een door de regionale netbeheerder te leveren op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetinrichting, is paragraaf 3.3 van toepassing.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

3.1.5 Voor het op verzoek van de aangeslotene door een ander dan de regionale netbeheerder ter

beschikking stellen van een niet door de regionale netbeheerder te leveren op afstand uit-leesbare kleinverbruikmeetinrichting, is paragraaf 3.4 van toepassing.

(9)

3.2(1) is verplaatst naar 4.3.2(2)

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

3.2 Administratie met betrekking tot de meetinrichting Procedure prioriteitsplaatsing

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

3.2.1 Indien de aangeslotene of een derde een prioriteitsplaatsing wenst, geeft de aangeslotene of

diens gemachtigde de regionale netbeheerder opdracht voor een prioriteitsplaatsing en ver-strekt daarbij de volgende gegevens:

a. de EAN-code van de aansluiting;

b. de naam van de aangeslotene met wie de aansluit- en transportovereenkomst is geslo-ten, alsmede de adresgegevens, zijnde straatnaam, huisnummer met eventuele toevoe-gingen, postcode en plaatsnaam of eventuele alternatieve locatieaanduidingen, behorend bij het overdrachtspunt van de aansluiting;

c. correspondentieadres en gegevens voor facturering van de kosten voor de prioriteits-plaatsing.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

3.2.2 De regionale netbeheerder controleert:

a. of de melding aan de juiste regionale netbeheerder is gedaan;

b. of het een aansluiting betreft die in aanmerking komt voor plaatsing van een op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetinrichting;

c. of er op de desbetreffende aansluiting nog geen op afstand uitleesbare kleinverbruikmee-tinrichting is geplaatst;

d. of plaatsing van de meter op het adres niet binnen drie maanden is ingepland door de re-gionale netbeheerder;

e. voorzover dit op afstand is te bepalen: of plaatsing van de meter technisch mogelijk is; f. voorzover dit op afstand is te bepalen: of plaatsing van de meter financieel redelijk is en

of dit in verhouding staat tot potentiële energiebesparingen.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

3.2.3 Het resultaat van de in 3.2.2 genoemde vaststelling wordt binnen vijf werkdagen na de in

3.2.1 bedoelde aanvraag meegedeeld aan de aangeslotene of diens gemachtigde. Indien niet aan alle in 3.2.2 genoemde criteria wordt voldaan, wordt de procedure prioriteitsplaatsing ge-stopt.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

3.2.4 De regionale netbeheerder neemt binnen drie maanden na de in 3.2.1 bedoelde aanvraag de

oude meetinrichting weg en plaatst de nieuwe op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetinrich-ting.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.2.5 De in 3.2.4 genoemde verplichting van de regionale netbeheerder vervalt indien het niet lukt

om een afspraak over de plaatsing te maken met de aangeslotene of indien de aangeslotene zich niet houdt aan de gemaakte afspraak.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.2.6 Nadat geconstateerd is dat de nieuwe meetinrichting gedurende vijf aaneengesloten dagen

op afstand uitleesbaar is, wordt de aangeslotene of diens gemachtigde hierover door de net-beheerder geïnformeerd .

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

3.3 Procedure plaatsing door derden van een door de netbeheerder geleverde meetinrich-ting

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

3.3.1 Een ander dan de regionale netbeheerder die op verzoek van de aangeslotene, conform

artikel 13d, lid 6 of artikel 13e, lid 7 van de Wet, er zorg voor draagt dat de afnemer beschikt over een op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetinrichting meldt de voorgenomen plaatsing van een door de regionale netbeheerder te leveren op afstand uitleesbare kleinverbruikmeet-inrichting aan de regionale netbeheerder en verstrekt daarbij de volgende gegevens: a. de EAN-code van de aansluiting;

c. naam en contactgegevens van de meterplaatser; d. naam en contactgegevens van de aanvrager.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

3.3.2 De regionale netbeheerder controleert of:

a. de meterplaatser is erkend;

b. het een aansluiting betreft die in aanmerking komt voor plaatsing van een op afstand uit-leesbare kleinverbruikmeetinrichting;

c. de melding aan de juiste regionale netbeheerder is gedaan;

d. er op de desbetreffende aansluiting nog geen op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetin-richting is geplaatst;

e. plaatsing van de meter op het adres niet binnen drie maanden is ingepland door de regi-onale netbeheerder.

(10)

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 _{3.3.1 bedoelde melding meegedeeld aan de ander dan de regionale netbeheerder die op}

verzoek van de aangeslotene conform artikel 13d, zesde lid, of artikel 13e, zevende lid, van de Wet, er zorg voor draagt dat de aangeslotene beschikt over een op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetinrichting.

Indien niet aan alle in 3.3.2 genoemde criteria wordt voldaan, wordt de procedure plaatsing door derden van een door de regionale netbeheerder geleverde meetinrichting gestopt.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

3.3.4 De meterplaatser neemt binnen vijftien werkdagen na de in 3.3.3 bedoelde melding contact

op met de regionale netbeheerder voor het maken van afspraken over de plaatsing.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.3.5 De regionale netbeheerder verstrekt uiterlijk vijf werkdagen voor de conform 3.3.4 geplande

plaatsing:

a. de te plaatsen op afstand uitleesbarekleinverbruikmeetinrichting met de daarbij behoren-de gebruiks- en montage- en transportinstructies

b. de meterwisselgegevens:

- het meternummer van de huidige meetinrichting;

- de marge waarbinnen de tellerstand(en) van de huidige meetinrichting moeten liggen ten tijde van de plaatsing.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.3.6 De meterplaatser controleert of de vastgelegde tellerstanden van de oude meetinrichting zich

binnen de in 3.3.5 bedoelde marge bevinden en of het meternummer van de oude meetin-richting klopt.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.3.7 De meterplaatser neemt de oude meetinrichting weg en plaatst de door de regionale

netbe-heerder verstrekte op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetinrichting.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.3.8 De meterplaatser legt ter plekke vast:

a. de naam van de aangeslotene met wie de aansluit- en transportovereenkomst is geslo-ten, alsmede de adresgegevens, zijnde straatnaam, huisnummer met eventuele toevoe-gingen, postcode en plaatsnaam of eventuele alternatieve locatieaanduidingen, behorend bij het overdrachtspunt van de aansluiting;

b. de datum van de meterwisseling;

c. het meternummer en de tellerstand(en) van de oude meetinrichting; d. het meternummer en de tellerstand(en) van de nieuwe meetinrichting;

en laat de aangeslotene met het plaatsen van zijn/haar handtekening verklaren dat hij/zij akkoord gaat met bovengenoemde gegevens.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.3.9 Indien de aangeslotene niet verklaart dat de tellerstand(en) van de oude meetinrichting juist

zijn, zorgt de meterplaatser voor een foto met tellerstanden en meternummer.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.3.10 De meterplaatser verzendt de in 3.3.8 genoemde gegevens binnen één werkdag na de dag

van plaatsing in een door de gezamenlijke netbeheerders opgesteld format voor elektroni-sche gegevensuitwisseling aan de regionale netbeheerder.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.3.11 De meterplaatser levert de oude meetinrichting conform de in 3.3.4 genoemde afspraken af

bij de regionalenetbeheerder.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.3.12 De regionale netbeheerder controleert of de nieuwe meetinrichting gedurende vijf

aaneenge-sloten dagen op afstand uitleesbaar is.

Indien dit niet het geval is wordt de meterplaatser in de gelegenheid gesteld om het probleem uiterlijk binnen tien werkdagen op te lossen.

op afstand uitleesbaar is, wordt de plaatsing geaccepteerd door de regionale netbeheerder en worden de ander dan de regionale netbeheerder die op verzoek van de aangeslotene con-form artikel 13d, zesde lid, of artikel 13e, zevende lid, van de Wet, er zorg voor draagt dat de aangeslotene beschikt over een op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetinrichting en de me-terplaatser hierover geïnformeerd door de regionale netbeheerder.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.3.14 De regionale netbeheerder neemt, na acceptatie, de nieuw geplaatste op afstand uitleesbare

kleinverbruikmeetinrichting in beheer en betaalt de bij of krachtens de Wet daartoe vastge-stelde vergoeding.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.3.15 De netbeheerder bewaart de op grond van 3.3.10 ontvangen gegevens tenminste twee jaar.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

3.4 Procedure plaatsing door derden van een niet door de regionale netbeheerder gelever-de meetinrichting

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

(11)

voorgenomen plaatsing van een niet door de regionale netbeheerder geleverde op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetinrichting aan de regionale netbeheerder en verstrekt daarbij de volgende gegevens:

a. de EAN-code van de aansluiting;

c. naam en contactgegevens van de meterplaatser;

d. merk en type-aanduiding van de te plaatsen op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetin-richting;

e. naam en contactgegevens van de aanvrager.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.4.2 De regionale netbeheerder stelt vast of:

a. de melding aan de juiste regionale netbeheerder is gedaan;

b. het een aansluiting betreft die in aanmerking komt voor plaatsing van een op afstand uit-leesbare kleinverbruikmeetinrichting;

c. er op de desbetreffende aansluiting nog geen op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetin-richting is geplaatst;

d. de plaatsing van de meter op het adres niet binnen drie maanden is ingepland door de regionale netbeheerder;

e. de meterplaatser erkend is;

f. de te plaatsen op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetinrichting voldoet aan de bij of krachtens de in het Besluit op afstand uitleesbare meetinrichtingen gestelde eisen en of deze meetinrichting informatie kan uitwisselen met (het informatiesysteem van) de regio-nale netbeheerder zonder dat dit specifieke aanpassingen aan het informatie- c.q. uit-leessysteem van de betreffende regionale netbeheerder behoeft;

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.4.3 Het resultaat van de in 3.4.2 genoemde vaststelling wordt binnen vijf werkdagen na de in

3.4.1 bedoelde melding meegedeeld aan de ander dan de regionale netbeheerder die op verzoek van de aangeslotene conform artikel 13d, lid 6 of artikel 13e, lid 7 van de Wet, er zorg voor draagt dat de aangeslotene beschikt over een op afstand uitleesbare kleinver-bruikmeetinrichting.

Indien niet aan alle in 3.4.2 genoemde criteria wordt voldaan, wordt de procedure plaatsing door derden van een niet door de regionale netbeheerder geleverde meetinrichting gestopt.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.4.4 De meterplaatser neemt binnen vijftien werkdagen na de in 3.4.3 bedoelde melding contact

op met de netbeheerder voor het maken van afspraken over de plaatsing en over de toegan-kelijkheid van de communicatievoorziening.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.4.5 De regionale netbeheerder verstrekt uiterlijk vijf werkdagen voor de conform 3.4.4 geplande

plaatsing de meterwisselgegevens:

a. het meternummer van de huidige meetinrichting;

b. de marge waarbinnen de tellerstand(en) van de huidige meetinrichting moeten liggen ten tijde van de plaatsing.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.4.6 De meterplaatser controleert of de vastgelegde tellerstanden van de oude meetinrichting zich

binnen de in 3.4.5 bedoelde marge bevinden en of het meternummer van de oude meetin-richting klopt.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.4.7 De meterplaatser neemt de oude meetinrichting weg en plaatst de op afstand uitleesbare

kleinverbruikmeetinrichting.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.4.8 De meterplaatser legt ter plekke vast:

a. de naam van de aangeslotene met wie de aansluit- en transportovereenkomst is geslo-ten, alsmede de adresgegevens, zijnde straatnaam, huisnummer met eventuele toevoe-gingen, postcode en plaatsnaam of eventuele alternatieve locatieaanduidingen, behorend bij het overdrachtspunt van de aansluiting;

b. de datum en de tijd van de meterwisseling;

c. het meternummer en de tellerstand(en) van de oude meetinrichting; d. serienummer, metercode en bouwjaar van de nieuwe meetinrichting; e. de tellerstand(en) van de nieuwe meetinrichting;

en laat de aangeslotene met het plaatsen van zijn/haar handtekening verklaren dat hij/zij akkoord gaat met bovengenoemde gegevens.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.4.9 Indien de aangeslotene niet verklaart dat de tellerstand(en) van de oude meetinrichting juist

zijn, zorgt de meterplaatser voor een foto met tellerstanden en meternummer.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.4.10 De meterplaatser verzamelt de additionele gegevens die de regionale netbeheerder nodig

(12)

volgende gegevens: - de telwerkindicatie; - de tariefzone; - de energierichting; - de meeteenheid;

- het aantal posities voor de komma; - de vermenigvuldigingsfactor.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.4.11 De meterplaatser verzamelt de gegevens die nodig zijn voor het functioneren van de

meetin-richting met inbegrip van het tot stand komen van de communicatie.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.4.12 De meterplaatser verzendt de in 3.4.8, 3.4.10 en 3.4.11 genoemde gegevens binnen één

werkdag na de dag van plaatsing in een door de gezamenlijke netbeheerders opgesteld for-mat voor elektronische gegevensuitwisseling aan de regionale netbeheerder.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.4.13 De meterplaatser levert de oude meetinrichting conform de in 3.4.4 genoemde afspraken af

bij de regionale netbeheerder.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.4.14 De regionale netbeheerder controleert of de nieuwe meetinrichting gedurende vijf

aaneenge-sloten dagen op afstand uitleesbaar is.

Indien dit niet het geval is wordt de meterplaatser in de gelegenheid gesteld om het probleem uiterlijk binnen tien werkdagen op te lossen.

op afstand uitleesbaar is, wordt de plaatsing geaccepteerd door de regionale netbeheerder en worden de ander dan de regionale netbeheerder die op verzoek van de aangeslotene con-form artikel 13d, zesde lid, of artikel 13e, zevende lid, van de Wet, er zorg voor draagt dat de aangeslotene beschikt over een op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetinrichting en de me-terplaatser hierover door de regionale netbeheerder geïnformeerd.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.4.16 De regionale netbeheerder neemt, na acceptatie, de nieuw geplaatste op afstand uitleesbare

kleinverbruikmeetinrichting in beheer en betaalt de bij of krachtens de Wet daartoe vastge-stelde vergoeding. 3.5(1) is verplaatst naar 4.1.3(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.5 [verplaatst] 3.5.1(1) is verplaatst naar 4.1.3.1(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.5.1 [verplaatst] 3.5.2(1) is verplaatst naar 4.1.3.2(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.5.2 [verplaatst] 3.5.3(1) is verplaatst naar 4.1.3.3(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.5.3 [verplaatst] 3.5.4(1) is verplaatst naar 4.1.3.4(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.5.4 [verplaatst] 3.5.5(1) is verplaatst naar 4.1.3.5(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.5.5 [verplaatst] 3.5.6(1) is verplaatst naar 4.1.3.6(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.5.6 [verplaatst] 3.6(1) is verplaatst naar 4.2.4+4.3.5(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.6 [verplaatst] 3.6.1(1) is verplaatst naar 4.2.4.1+4.3.5.1(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.6.1 [verplaatst] 3.6.2(1) is verplaatst naar 4.3.5.2(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.6.2 [verplaatst] 3.6.3(1) is verplaatst naar 4.3.5.3(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 3.6.3 [verplaatst] Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006 Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

4 Datacollectie door de erkende meetverantwoordelijke Eisen aan

mee-tinrichtingen

4.1(1) is verplaatst naar 5.3(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

4.1 Algemeen

(13)

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

4.1.1.1(1) is verplaatst naar 5.3.1(2)

Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006 verplaatst van 3.1.9(1) naar 4.1.1.1(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

4.1.1.1 Ter voorkoming van ongewenste gaslekkage is de meetinrichting, met inbegrip van de daarbij

behorende appendages, technisch gasdicht.

Besluit 101929/50; inwerking: 23-11-2006 Besluit 102411/8; inwerking: 22-12-2006 verplaatst van 3.1.10(1) naar 4.1.1.2(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

4.1.1.2 Het ontwerp en de aanleg van de comptabele meetinrichting voldoet tenminste aan de

bepa-lingen op grond van de Metrologiewet, alsmede NEN 1059: 20032010 “Nederlandse editie op

basis van NEN-EN 12186 en NEN EN 12279 – Gasvoorzieningssystemen – Gasdrukregel-stations voor transport en distributie”.

Besluit 101929/50; inwerking: 23-11-2006 verplaatst van 3.1.11(1) naar 4.1.1.3(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

4.1.1.3 Met de in 3.1.10 4.1.1.2 bedoelde meetinrichting wordt gelijkgesteld een meetinrichting die

rechtmatig is vervaardigd of in de handel is gebracht in een andere lidstaat van de Europese Unie dan wel rechtmatig is vervaardigd in een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij een daartoe strekkend of mede daartoe strekkend Verdrag dat Neder-land bindt, en die voldoet aan eisen die een beschermingsniveau bieden dat ten minste

ge-lijkwaardig is aan het niveau dat met de eisen genoemd in 3.1.10 4.1.1.2 wordt nagestreefd.

4.1.1.4(1) is vervallen

4.1.1.4 Aan de in 3.3.1 genoemde meetdata voegt de erkende meetverantwoordelijke de EAN-code

van de aansluiting waar de meetinrichting bij hoort, alsmede de datum en de tijd waarop deze meetdata van toepassing is, toe.

De meetinrichting wordt zodanig onderhouden, dat zij voortdurend aan de in deze regeling opgenomen eisen voldoet.

4.1.1.5(1) is vervallen Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

4.1.1.5 [vervallen] De in 4.1.1.1 genoemde verzameling van meetdata vindt zodanig plaats dat de

resolutie van de meetdata daardoor niet wordt beïnvloed.

4.1.2(1) is verplaatst naar 7.1.1 Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 4.1.2 Verzegelingen 4.1.2.1(1) is verplaatst naar 7.1.1.1 Besluit 101929/50; inwerking: 23-11-2006 Besluit 102411/8; inwerking: 22-12-2006 verplaatst van 3.1.4(1) naar 4.1.2.1(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

4.1.2.1 Onverminderd de verzegelingen op grond van de Metrologiewet wordt de meetinrichting door

de erkende meetverantwoordelijke meterbeheerder zodanig verzegeld dat niet in de meetin-richting kan worden ingegrepen zonder de verzegeling te verbreken.

4.1.2.2(1) is verplaatst naar 7.1.1.2

4.1.2.2 De verzegeling bestaat uit een hardwarematige en/of een daaraan gelijkwaardige

software-matige verzegeling. Softwaresoftware-matige verzegelingen worden minimaal tenminste eenmaal per

twee jaar gewijzigd.

4.1.2.3 De hardwarematige zegels dragen een kenmerk van de erkende meetverantwoordelijke

meterbeheerder en de functionaris die het zegel heeft aangebracht.

4.1.2.4 De erkende meetverantwoordelijke meterbeheerder heeft een zegeltangadministratie en een

schriftelijke instructie voor het gebruik van zegeltangen en zegels.

Besluit 101929/50; inwerking: 23-11-2006

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

gebaseerd op ATvG 2.1.3.3

4.1.2.5 Verzegelingen die door of vanwege de meterbeheerder zijn aangebracht op de meetinrichting

worden niet geschonden of verbroken tenzij de meterbeheerder uitdrukkelijk toestemming geeft tot het verbreken van de verzegeling.

4.1.3(1) is verplaatst naar 7.1.2 Besluit 101929/50; inwerking: 23-11-2006 verplaatst van 3.5(1) naar 4.1.3(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

4.1.3 Nauwkeurigheidseisen aan de meetinrichting

4.1.3.1 De nauwkeurigheid voor het vaststellen van het herleid volume in normaal kubieke meter

[m3(n)] wordt bepaald door de nauwkeurigheid van de afzonderlijke componenten en/of de

toegepaste berekeningssystematiek.

4.1.3.2 De maximaal toelaatbare afwijking van een voor de eerste maal in gebruik te nemen

meetin-richting overschrijdt de in onderstaande tabel genoemde waarden van de maximaal toelaat-bare afwijking niet.

Verbruikscategorie Volumemeting Capaciteitsmeting

Qmin - 0,2 Qmax 0,2 Qmax – Qmax Qmin - 0,5 Qmax 0,5 Qmax - Qmax < 40 m3_(n)/h _{5,7 %} _{5,3 %} _n.v.t. _n.v.t. 40 m3_{(n)/h – 170.000 m}3_(n)/jaar _{4,1 %} _{3,2 %} _n.v.t. _n.v.t. 170.000 – 10 miljoen m3_(n)/jaar _{2,2 %} _{1,3 %} _{3,7 %} _{2,4 %} > 10 miljoen m3_(n)/jaar _{1,5 %} _{1,0 %} _{2,0 %} _{1,5 %} De 95% betrouwbaarheidsgrenzen (+) zijn vermeld

Besluit 101929/50; inwerking: 23-11-2006

4.1.3.3 De maximaal toelaatbare afwijking van een in gebruik zijnde meetinrichting overschrijdt de in

(14)

verplaatst van 3.5.3(1) naar 4.1.3.3(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

Verbruikscategorie Volumemeting Capaciteitsmeting

Qmin - 0,2 Qmax 0,2 Qmax – Qmax Qmin – 0,5 Qmax 0,5 Qmax - Qmax < 40 m3_(n)/h _{7,7 %} _{6,3 %} _n.v.t. _n.v.t. 40 m3_{(n)/h – 170.000 m}3_(n)/jaar _{5,0 %} _{3,6 %} _n.v.t. _n.v.t. 170.000 – 10 miljoen m3_(n)/jaar _{3,8 %} _{2,8 %} _{4,2 %} _{3,1 %} > 10 miljoen m3_(n)/jaar _{1,5 %} _{1,0 %} _{2,0 %} _{1,5 %} De 95% betrouwbaarheidsgrenzen (+) zijn vermeld

4.1.3.4(1)_{is verplaatst naar 7.1.2.4}

Besluit 101929/50; inwerking: 23-11-2006 verplaatst van 3.5.4(1)_{naar 4.1.3.4}(2)

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

4.1.3.4 Het minimale en het maximale debiet dienen binnen het meetbereik van de gasmeter te

liggen.

4.1.3.5 Op verzoek van TenneT toont de erkende meetverantwoordelijke aan dat de maximaal

toe-laatbare afwijking van de meetinrichting niet de in 3.5.2 en 3.5.3 4.1.3.2 en 4.1.3.3 genoemde

waarden van de maximaal toelaatbare afwijking overschrijdt, met dien verstande dat:

a. aan het bepaalde in 3.5.2 4.1.3.2 is voldaan indien de meetinrichting is ontworpen en

ge-installeerd overeenkomstig bijlage 1 en voldaan wordt aan de uitgangspunten voor de desbetreffende volumeherleidingsmethodiek;

b. aan het bepaalde in 3.5.3 4.1.3.3 is voldaan indien de meetinrichting is gecontroleerd

overeenkomstig bijlage 1 en voldaan wordt aan de uitgangspunten voor de desbetref-fende volumeherleidingsmethodiek.

4.1.3.5a(1)_{is verplaatst naar 7.1.2.6} Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

4.1.3.5a [verplaatst]

4.1.3.6 In andere dan de genoemde gevallen, toont de erkende meetverantwoordelijke op andere

wijze aan dat de maximaal toelaatbare afwijking van de meetinrichting de in 3.5.2 en 3.5.3

4.1.3.2 en 4.1.3.3 genoemde waarden van de maximaal toelaatbare afwijking niet over-schrijdt. 4.1.3.7(1) is verplaatst naar 7.1.2.8 Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 4.1.3.7 [verplaatst] 4.1.3.8(1) is verplaatst naar 7.1.2.9 Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 4.1.3.8 [verplaatst] 4.1.3.9(1)_{is verplaatst naar 7.1.2.10} Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 4.1.3.9 [verplaatst] 4.1.3.10(1) is verplaatst naar 7.1.2.11 Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 4.1.3.10 [verplaatst] Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006. 4.1.4(1) is vervallen Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

4.1.4 [vervallen]Dataopslag, beveiliging en archivering

Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006. 4.1.4.1(1) is vervallen

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

4.1.4.1 [vervallen] De in 4.1.1.1 genoemde data wordt opgeslagen in niet-vluchtige databuffers.

Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006. 4.1.4.2(1) is verplaatst naar 5.3.4(2)

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

4.1.4.2 [verplaatst] Kennisneming van data is voorbehouden aan die partijen die daartoe op grond

van deze regeling, wetgeving en/of rechtsgeldig gesloten overeenkomsten zijn gerechtigd.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

4.1.4.3 [verplaatst] De data is beveiligd tegen wijziging ervan.

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

4.1.4.4 [verplaatst] De erkende meetverantwoordelijke bewaart de data bedoeld in 4.1.1.1 gedurende

een periode van zeven jaar.

4.2(1) is verplaatst naar 5.1(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

4.2 Eisen aan kleinverbruikmeetinrichtingen

4.2.1(1)_{is vervallen}

Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006.

verplaatst van 3.4(1)_{naar 4.2.1}(2)

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

4.2.1 Dataverzameling Eisen aan overige niet op afstand uitleesbare kleinverbruik

meetin-richtingen

4.2.1.1(1) is verplaatst naar 5.1.1(2) Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006 verplaatst van 3.4.1(1) naar 4.2.1.1(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

4.2.1.1 Een meetinrichting registreert: - de totale op het overdrachtspunt uitgewisselde hoeveelheid

gas, uitgedrukt in kubieke meters [m3_]_{en/of in normaal kubieke meters [m}3_(n)]_{. De standen}

van elk telwerk zijn ter plaatse van de meetinrichting op elk willekeurig moment afleesbaar

(15)

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

4.2.1.4 [verplaatst]

4.2.2(1) is verplaatst naar

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

4.2.2 Datavalidatie Eisen aan op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetinrichtingen

4.2.2.1(1) is verplaatst naar Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

4.2.2.1 De data genoemd in 4.2.1.1 wordt gevalideerd op volledigheid en op juistheid aan de hand

van de volgende criteria:

a. de voor de bepaling van de hoeveelheid gas benodigde tellerstanden zijn beschikbaar; b. de gemeten hoeveelheid gas is groter dan 50 % van het verbruik dat op grond van het

verbruik tijdens de voorafgaande periode zou mogen worden verwacht;

c. de gemeten hoeveelheid gas is kleiner dan 200 % van het verbruik dat op grond van het verbruik tijdens de voorafgaande periode zou mogen worden verwacht.

De op afstand uitleesbare kleinverbruikmeetinrichting voldoet aan de op het moment van plaatsing geldende versie van het Besluit op afstand uitleesbare meetinrichtingen.

4.2.2.2(1) is verplaatst naar Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 4.2.2.2 [verplaatst] 4.2.2.3(1) is verplaatst naar Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 4.2.2.3 [verplaatst] 4.2.2.4(1) is verplaatst naar Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 4.2.2.4 [verplaatst] 4.2.3(1) is vervallen Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 4.2.3 [verplaatst]

4.2.3.1(1) is verplaatst naar IcEG 6.6.2.12

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

4.2.3.1 [verplaatst]

4.2.4(1) is vervallen Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006 verplaatst van 3.6(1) naar 4.2.4(2)

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

4.2.4 Dataopslag, beveiliging en archivering Storingen in de kleinverbruikmeetinrichting

4.2.4.1(1) is verplaatst naar 5.1.2(2) Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006 verplaatst van 3.6.1(1) naar 4.2.4.1(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

4.2.4.1 Een storing in de meetinrichting bij de meting of bij de in hoofdstuk 4 bedoelde

data-overdracht gegevensdata-overdracht vanuit de op afstand uitleesbare meetinrichting wordt zo

spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee maanden nadat de storing is opgemerkt, door de

erkende meetverantwoordelijke door de regionale netbeheerder is gesignaleerd, verholpen.

4.2.4.2(1) is verplaatst naar 5.1.4+5.2.5(2)

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

4.2.4.2 Een storing in het meetgedeelte van de meetinrichting wordt zo spoedig mogelijk, doch

uiter-lijk binnen tien werkdagen, nadat de storing is gesignaleerd door de regionalenetbeheerder, verholpen. 4.2.4.3(1) is verplaatst naar 5.1.5+5.2.6(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 4.2.4.3 [verplaatst] 4.2.4.4(1) is verplaatst naar 5.2.7(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 4.2.4.4 [verplaatst] 4.3(1) is verplaatst naar 5.4(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

4.3 Eisen aan grootverbruikmeetinrichtingen

Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

4.3.1 Algemeen

4.3.1.1(1) is verplaatst naar 5.4.1.1(2)

Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006 verplaatst van 1.2.1(1) naar 4.3.1.1(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011

4.3.1.1 De regionale netbeheerder verleent een namens de erkende meetverantwoordelijke

opere-rende medewerker toegang tot de meetinrichting in een aan de regionale netbeheerder ter beschikking staande ruimte. De regionale netbeheerder verleent deze toegang door: a. het verstrekken van een op naam gestelde aanwijzing en een sleutel aan de medewerker

van de erkende meetverantwoordelijke, òf

b. het in onderling overleg binnen vijf werkdagen na ontvangst van het verzoek om toegang,

begeleiden van de medewerker van de erkende meetverantwoordelijke door een

be-voegde medewerker van de regionale netbeheerder, of

c. het (laten) plaatsen van alle essentiële onderdelen van de meetinrichting in een voor de

erkende meetverantwoordelijke vrij toegankelijke ruimte.

4.3.1.2(1) is verplaatst naar 5.4.1.2(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 4.3.1.2 [verplaatst] 4.3.1.3(1) is verplaatst naar 5.4.1.3(2) Voorstel N 2011-523: 04-07-2011 4.3.1.3 [verplaatst] 4.3.2(1) is verplaatst naar 5.4.2(2) Besluit 101929/50; in werking: 23-11-2006