• No results found

Meetvoorwaarden Gas - LNB

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Meetvoorwaarden Gas - LNB"

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Meetvoorwaarden Gas

- LNB – meting door aangeslotene

(2)

Deze doorlopende tekst is bijgewerkt tot en met de volgende besluiten:

Nr Onderwerp & Besluitnummer Datum besluit Staatscourant Datum in werking A Besluit Aansluitpunt landelijk

gasnet (12.0278.52)

19-11-2015 20-11-2015, nr. 41517

(3)

1 Algemene bepalingen 1.1 Werkingssfeer

1.1.1 De Meetvoorwaarden Gas – LNB – Meting door aangeslotene bevatten de voorwaarden inzake de gashoeveelheidsmetingen (volume– en capaciteit) door aangeslotenen op de aansluitingen op het landelijk gastransportnet waar gas wordt afgenomen voor eigen gebruik, waarbij uitsluitend het aansluitpunt is of wordt aangelegd door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet.

1.1.2 [Vervallen] 1.2 Definities

1.2.1 Begrippen, die in de Gaswet of de Begrippenlijst Gas zijn gedefinieerd, hebben de in de Gaswet of Begrippenlijst Gas gedefinieerde betekenis en zijn in de hierop volgende tekst vetgedrukt. 1.2.2 [Vervallen]

1.2.3 [Vervallen] 1.2.4 [Vervallen]

1.2.5 Onder het lokaal data acquisitiesysteem wordt verstaan het systeem dat op de plaats van de meting drie tellerstanden, te weten de tellerstand van de gasmeter, de niet-herleide

gashoeveelheid en de herleide gashoeveelheid van het Elektronisch Volume Herleidings Instrument (EVHI), verzamelt en aan het einde van elk uur registreert. Dit lokaal data acquisitiesysteem is in eigendom en beheer van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet.

1.3 Algemene functionele eisen

1.3.1 Aangeslotene dient er voor zorg te dragen dat de meetinrichting voor de bepaling van

gashoeveelheid en gashoeveelheid per uur bestaat uit een gasmeter, een temperatuuropnemer, een drukopnemer en een Elektronisch Volume Herleidings Instrument (EVHI).

1.3.2 De meetinrichting voldoet aan de volgende specificaties - meetonzekerheid in gashoeveelheid op maandbasis - meetonzekerheid in gashoeveelheid per uur

- beschikbaarheid data per uur (gemiddelde op jaarbasis)³ 99% - maximale storingsduur meting en/of data acquisitie

(4)

Deze eisen gelden op basis van 95% betrouwbaarheid.

1.3.3 Aangeslotene registreert de voor het meetproces en v oor het be heersproces relevante parameters conform hoofdstuk 2 v an d eze Meetvoorwaarden Gas – LNB – Meting d oor aangeslotene. Deze pa rameters kunnen do or de netbeheerder van h et landelijk

gastransportnet worden opgevraagd. Na op vraging wo rden de g egevens binnen 15 werkdagen ter beschikking g esteld.

1.3.4 Aangeslotene zorgt e r voor dat d e meetinrichting door het l okale da ta ac quisitiesysteem uitleesbaar is met ee n f requentie v an m inimaal eenmaal per 5 s econden.

1.3.5 Met de in de ze Meetvoorwaarden Gas – LNB - Meting d oor aangeslotene bedoelde

meetinrichting wordt ge lijkgesteld ee n meetinrichting die rechtmatig i s vervaardigd o f in de handel is gebracht i n ee n an dere l idstaat v an d e E uropese Unie da n wel rechtmatig i s vervaardigd o f in de handel is gebracht i n ee n s taat, niet zijnde een lidstaat van d e E uropese Unie, di e pa rtij is bij een daartoe s trekkend of mede daartoe s trekkend Verdrag d at Nederland bindt, en d ie v oldoet aan eisen die een beschermingsniveau bieden dat ten minste gelijkwaardig is aan het niveau dat m et de eisen g enoemd i n de ze Meetvoorwaarden Gas – LNB – Meting d oor aangeslotene wordt na gestreefd.

1.4 [Vervallen]

1.5 Algemene eis en aan beheer en o nderhoud

1.5.1 Aangeslotene voert het be heer en onderhoud aa n de meetinrichting, met ui tzondering v an h et lokale da ta ac quisitiesysteem, zodanig ui t dat blijvend wordt v oldaan aan de g estelde f unctionele eisen.

1.5.2 Werkzaamheden aa n he t l okale da ta ac quisitie systeem van d e netbeheerder van h et landelijk gastransportnet mogen uitsluitend verricht worden do or medewerkers van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet of personen die tot het verrichten van d e we rkzaamheden z ijn gemachtigd d oor de netbeheerder van h et landelijk gastransportnet. De netbeheerder van h et landelijk gastransportnet, of een hiertoe door de netbeheerder van h et landelijk

gastransportnet gemachtigde voert het be heer en o nderhoud aan het lokale da ta

acquisitiesysteem zodanig ui t dat blijvend wordt voldaan aan de g estelde functionele eisen. 1.5.3 De ui tvoering v an d e we rkzaamheden volgens 1.5.1 en 1.5.2 wordt opgetekend door degene di e

(5)

beschikking gesteld. De gegevens vastgelegd door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet worden op verzoek van de betreffende aangeslotene door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet ter beschikking gesteld. Na opvraging worden de gegevens binnen 15 werkdagen ter beschikking gesteld.

1.5.4 Nadat een meetinrichting of onderdeel daarvan d oor aangeslotene is verwijderd, be waart deze de rel evante ijk- en k alibratiecertificaten ten minste tot 1 jaar na verwijdering. De ze ge gevens worden op v erzoek van d e netbeheerder van h et landelijk gastransportnet door betreffende aangeslotene ter beschikking ge steld. Na o pvraging worden de g egevens binnen 15 werkdagen ter beschikking g esteld.

1.5.5 De netbeheerder van h et landelijk gastransportnet of een door de netbeheerder van h et landelijk gastransportnet gemachtigde derde partij mag met ei gen apparatuur metingen uitvoeren o m de g oede werking v an d e v olumeherleiding van d e meetinrichting te te sten.

2 Gashoeveelheidmeting 2.1 Algemeen

2.1.1 Aangeslotene zal er voor zorg dragen d at de hoeveelheid gas onder bedrijfscondities

uitsluitend wordt gemeten met gasmeters die v oldoen aan de eisen v oor gasmeters van k lasse 1,0 v olgens instrument s pecifieke bi jlage MI-002 van Richtlijn 2004/22/EG van 31 maart 2004 betreffende meetinstrumenten. Aangeslotene zal er voor zorg dr agen d at de bepaling v an d e geleverde hoeveelheid gas onder normaalcondities uitsluitend plaats vindt m et ee n

Elektronische V olume Herleidings Instrument (EVHI) dat voldoet aan de e isen v olgens instrument specifieke bi jlage MI-002 van Richtlijn 20 04/22/EG 31 m aart 2004 b etreffende meetinstrumenten. 2.1.2 De bepaling v an d e ge leverde ho eveelheid gas onder normaalcondities door het E lektronische

Volume Herleidings Instrument (EVHI) gebeurt met de ptz-methode. De ptz-methode i s een omrekening met be hulp v an de g emeten druk, de gemeten temperatuur en de berekende compressibiliteit

2.1.3 Aangeslotene dient e r voor zorg te dra gen dat h et gas ter plaatse v an d e m eting e en temperatuur heeft v an te n minste 5° C.

2.1.4 Aangeslotene dient e r voor zorg te dra gen dat h et gas ter plaatse v an d e m eting te chnisch v rij is van v loeistof en v aste be standdelen.

(6)

2.1.6 De gasmeter en het Elektronische Volume Herleidings Instrument (EVHI), inclusief druk- en temperatuuropnemers, di enen v oorzien te zijn van v erzegeling e n m arkering. Deze verzegeling en m arkering di enen conform de van to epassing z ijnde EG typegoedkeuringen te zijn. Deze verzegeling m ag a lleen worden v erbroken e n wo rden aangebracht do or een daartoe b evoegde instantie o f persoon zoals beschreven i n de Metrologiewet.

2.2 Configuratie va n de m eetinrichting 2.2.1 [Vervallen]

2.2.2 [Vervallen]

2.3 Gasmeter

2.3.1 De gasmeter is ofwel voorzien v an e en mechanisch tel werk ofwel gebaseerd op el ektronische verwerking v an m eetsignalen.

2.3.1a Een gasmeter voorzien v an een mechanisch tel werk is uitgerust m et ee n l aagfrequente (LF) pulsgever gekoppeld aa n he t m echanisch tel werk en e en hoogfrequente (HF) pulsgever. Di t ty pe gasmeter beschikt ov er een controlemogelijkheid om de correcte werking v an d e ga smeter te verifiëren, bi jvoorbeeld ee n HF/LF-controle. Di t ty pe gasmeter is uitgerust m et ee n s eriële ou tput waarmee d e tel werkstand op af stand uitleesbaar is.

2.3.1b Een gasmeter gebaseerd op elektronische v erwerking v an m eetsignalen i s uitgerust met ee n seriële ou tput, een elektronisch aa ngestuurd pulssignaal, seriёle c ommunicatie v oor

diagnostische d oeleinden en e en v oorziening d ie d e werking v an d e gasmeter verzekert ti jdens uitval van v oedingsspanning. Tevens beschikt di t ty pe gasmeter over een elektronisch s ignaal waarmee h et v erschil wordt aangegeven tu ssen e en to estand waarin de gasmeter correct functioneert en waarin de ze niet c orrect f unctioneert.

2.3.2 De gasmeter dient, daar waar beschikbaar, te v oldoen aan de (i nter)nationale no rmen (bijvoorbeeld IS O, CEN, NEN) die v oor het be treffende type gasmeter gepubliceerd z ijn. V oor turbinegasmeters is EN12261, v oor rotorgasmeters is EN12480 en voor ultrasone-gasmeters is ISO17089 v an to epassing.

2.3.3 De gasmeter moet zijn voorzien v an e en k alibratiecertificaat v an een e rkende kalibratieinstelling waarbij geldt da t de gebruikte k alibratiefaciliteit:

- geaccrediteerd i s conform ISO/IEC 17025 v oor het uitvoeren v an d ergelijke k alibraties; - traceerbaar is naar de E uropese G eharmoniseerde Referentie Waarde v oor hoge d ruk

(7)

- voor kalibratie v an tu rbinegasmeters voldoet aan de eisen z oals gesteld i n E N 12261 annex A. 2.3.4 Naast de bepalingen uit 2.1.1 ge ldt da t:

- de f lowgewogen g emiddelde m iswijzing b ij de h oogste dr uk waarbij gekalibreerd i s ongeveer nul bedraagt. O nder “ongeveer nul” wordt verstaan zo di cht bi j nul als technisch m ogelijk is. - bij de h oogste druk waarbij gekalibreerd wordt de m iswijzing i n he t gebied tu ssen 0 ,25*Qmax

en Qmax kleiner dan 0, 5% i s, waarbij Qmax het maximale d ebiet i s onder bedrijfscondities

waarbij de gasmeter gebruikt m ag wo rden.

- in he t gebied tu ssen 0 ,25*Qmax en Qmax mag h et verschil tussen d e m iswijzing b ij de h oogste

druk waarbij gekalibreerd i s en d e m iswijzing b ij de l aagste druk waarbij gekalibreerd i s niet groter zijn da n 0,7%.

- indien d e gasmeter is voorzien v an e en “beperkt opschrift” voor de d rukklasse, z e bi nnen het aangegeven bereik wordt gebruikt.

2.3.5 Indien a ls gasmeter een turbinemeter wordt ge bruikt dan is deze toepasbaar in de volgende drukklassen:

Drukklas se

Toepasbaar bij een overdruk van

Indien gekalibreerd bij een overdruk van

ANSI 150

Alle drukken atmosferisch en 8 bar ANSI

150

Tussen 4 en 8 bar 8 bar ijk; geen lage druk kalibratie

ANSI 300

Alle drukken 8 bar en 20 of 35 bar ANSI

600

Alle drukken 8 of 20 bar en 50 of 60 bar

2.3.6 Indien a ls gasmeter een rotormeter wordt gebruikt dan is deze toepasbaar in de volgende drukklasse:

Drukklas se

Toepasbaar bij een overdruk van

Indien gekalibreerd bij een overdruk van

ANSI 150

(8)

2.3.7 Gasmeters worden i ngebouwd v olgens het voorschrift v an d e f abrikant v an d e gasmeter met dien v erstande da t er bij de t urbinegasmeter sprake i s van ee n rechte a anstroomlengte v an te n minste 5 maal de n ominale l eidingdiameter (5D), voorafgegaan d oor een s troomrichter, en ee n afstroomlengte v an te nminste 2D. V oor een rotorgasmeter geldt ge en m inimale aa n- en afstroomlengte. B ij een ultrasone-gasmeter is er sprake v an e en rechte a anstroomlengte e n afstroomlengte v olgens ISO 17089.

2.3.8 Aangeslotene controleert p eriodiek, door middel van e en he rkalibratie, o f in ge bruik zijnde gasmeters aan de i n 2.3.4. gestelde e isen v oldoen. V oor turbinegasmeters en u ltrasone gasmeters geldt ee n he rkalibratieperiode van 5 jaar, v oor rotormeters een herkalibratietermijn van 1 0 jaar. De k alibratie wordt ui tgevoerd onder condities gelijkwaardig aa n di e v an d e

meetinrichting. B ij herkalibratie wordt de gasmeter voorafgaand aa n de kalibratie ni et gereinigd of gereviseerd. Transport v an de gasmeter dient p laats te v inden volgens de v oorschriften v an de f abrikant.

2.3.9 Voor meetinrichtingen met een jaarafname van 2 50 miljoen m3(n) of meer per meetstraat, wordt

met i ngang v an 1 januari 2013 de door de gasmeter gemeten h oeveelheid gas gecorrigeerd v oor de a fwijking v an d e be treffende gasmeter conform het bij deze ga smeter behorende

kalibratiecertificaat.

2.4 Bepaling van de h oeveelheid g as o nder normaalcondities

2.4.1 Voor de bepaling v an d e ge leverde hoeveelheid gas onder normaalcondities wordt de d oor de gasmeter bij bedrijfscondities gemeten hoeveelheid gas met be hulp v an e en E lektronische Volume Herleidings Instrument (EVHI) herleid tot m³(n) volgens de v olgende f ormule:

p

273,15

Z

V = *

n

V

1,01325 273,15 + t Z

*

*

n , waar

Vn: het aantal m³(n);

V: de g emeten hoeveelheid gas in m ³ bij p en t (bedrijfscondities);

p: de a bsolute d ruk waaronder het gas de v olumemeter passeert i n ba r;

t: de te mperatuur waaronder het gas de v olumemeter passeert i n ° C.

Z: compressibiliteit onder bedrijfscondities

Zn: compressibiliteit onder normaalcondities

(9)

2.4.3 Indien e en tu rbine- of een ultrasone-gasmeter wordt to egepast, di ent d e temperatuuropnemer voor het vaststellen v an d e temperatuur t geplaatst te zijn in ee n z ogenaamde “ meet- en impulsring” achter de gasmeter, of wel direct a chter de gasmeter, waarbij de m aximale af stand tussen u itlaatflens van d e gasmeter en de temperatuuropnemer 0,5 m bedraagt.

Indien e en rotorgasmeter wordt to egepast di ent d e m eet- en i mpulsring z ich aa n de inlaatzijde van d e rotormeter te be vinden.

De temperatuuropnemer dient t e v oldoen aan de eisen gesteld in NEN EN 12405-1:2005 en annex A2:2010.

2.4.4 Het E lektronische V olume Herleidings Instrument (EVHI) dient a ls ingangssignaal voor het bepalen v an d e ge meten hoeveelheid gas onder bedrijfscondities V de s eriële ou tput van d e gasmeter te ge bruiken.

2.4.5 De berekening v an d e compressibiliteiten Z en Zn in he t Elektronisch V olume Herleidings

Instrument (EVHI) geschiedt conform de S GERG methodiek (ISO 12213-3) of AGA NX19-mod. Methodiek, af hankelijk van d e ui tvoering v an h et E VHI.

2.4.6 De v oor de we rking v an h et Elektronisch V olume Herleidings Instrument (EVHI) benodigde ingestelde waarden voor de calorische b ovenwaarde, de relatieve dichtheid, het molair percentage CO2 en h et molair percentage N2 worden door de netbeheerder van h et landelijk

gastransportnet bepaald op basis van l angjarige ge middelden van h et ter plekke v oorkomende gas en p lanningsgegevens van d e te verwachten toekomstige g asstromen. De ze waarden worden door de netbeheerder van h et landelijk gastransportnet op h aar website ge publiceerd. Aangeslotene zal deze ge publiceerde waarden ha nteren i n he t E VHI.

2.4.7 Op he t v olgens 2.4.1 be paalde g eleverde hoeveelheid gas onder normaalcondities wordt do or de netbeheerder van h et landelijk gastransportnet nog ee n c orrectie toegepast:

V' =Cf *V

n z n

De netbeheerder van het landelijk gastransportnet past achteraf deze correctie toe voor de invloed van de feitelijke gaskwaliteit (op het tijdstip van de meting) op de herleiding van het volume, dat wil zeggen op de door het Elektronische Volume Herleidings Instrument (EVHI) bepaalde waarde voor de compressibiliteit Z. Deze correctie wordt de Z-correctie genoemd. Bij het bepalen van de omvang van de Z-correctiefactor Cfz worden de in 2.4.6 genoemde ingestelde

waarden gebruikt en de volgens 3.1.5 van de Meetvoorwaarden Gas – LNB bepaalde

gerealiseerde waarden. Ten gevolge van de Z-correctie worden geen extra eisen gesteld aan de in het EVHI geprogrammeerde ingestelde waarden en is er evenmin sprake van een

(10)

2.5 [Vervallen] 2.6 [Vervallen]

2.7 Beheer e n onderhoud meetinrichting

2.7.1 Aangeslotene controleert te n m inste 3 maal per jaar de gasmeter uitwendig op regelmatig lopend tel werk, af wezigheid van v ocht ac hter glas en op ee n aa nvaardbaar geluidsniveau. Tevens wordt de gasmeter gesmeerd c onform voorschrift v an d e f abrikant.

2.7.2 Aangeslotene controleert h et E lektronisch V olume Herleidings Instrument (EVHI), de

temperatuuropnemer, de d rukopnemer met c ontrole ap paratuur die v oldoet aan de o nderstaande eisen:

Onderdeel Maximaal toegestane afwijking gemeten waarde t.o.v. referentie-waarde

Kalibratiefrequentie

Referentiedrukopnemer 0,1% 2 x per jaar

Referentietemperatuur-opnemer

0,1 K 2 x per jaar

2.7.3 In het controleproces vindt een bewaking plaats op systematische afwijkingen, zijnde afwijkingen tussen m eetinstrumenten en controleapparatuur die m eermaals in de zelfde ri chting v oorkomen. Deze be waking v indt p laats volgens ISO 7871 of een vergelijkbare m ethode. De bewaking s taat bekend onder de n aam CUSUM techniek. De CUS UM techniek houdt i n da t herhaalde

afwijkingen in de zelfde ri chting to t een correctieve actie l eiden indien z ij gezamenlijk een drempelwaarde o verschrijden, te rwijl zij ieder voor zich al s “niet s ignificant” beoordeeld z ouden worden.

2.7.4 De CUSUM techniek dient t e worden toegepast op de c ontrole resultaten voor de druk- en temperatuuropnemers.

2.7.5 Aangeslotene kalibreert één keer per jaar elk Elektronisch V olume Herleidings Instrument (EVHI). V oor het be palen v an de miswijzing v an h et E VHI wordt een c ontroleapparaat (inclusief referentiedruk en -temperatuuropnemer) parallel geschakeld. De m iswijzing v an h et E VHI (herleidingsfout) is het procentuele v erschil tussen d e met be hulp v an h et E VHI bepaalde

conversiefactor en de c onversiefactor van h et c ontroleapparaat, betrokken o p de laatstgenoemde conversiefactor. E en c ontrole v an h et E VHI bestaat uit ten minste 2 metingen binnen één

(11)

2.7.6 Aangeslotene controleert é én k eer per jaar de d rukopnemer door de d rukopnemer van de Elektronisch V olume Herleidings Instrument (EVHI) te vergelijken m et de referentiedrukopnemer van h et c ontroleapparaat.

2.7.7 Aangeslotene controleert é én k eer per jaar de t emperatuuropnemer door de

temperatuuropnemer van d e Elektronisch V olume Herleidings Instrument (EVHI) te vergelijken met de referentietemperatuuropnemer van het controleapparaat.

2.7.8 [Vervallen] 2.7.9 [Vervallen]

2.7.10 Indien b ij de c ontroles genoemd i n 2.7.5 t/ m 2.7.7 aangeslotene een afwijking v indt g roter dan d e toegestane afwijking (z ie on derstaande ta bel), dan stelt aangeslotene de netbeheerder van h et landelijk gastransportnet hiervan d irect i n k ennis en v oert aangeslotene binnen 4 weken e en vervolgonderzoek en e en e ventuele justering o f vervanging u it. Tevens wordt er een nieuwe controle ui tgevoerd.

Wanneer de h erleidingsfout groter is dan 1% dan neemt aangeslotene de b etreffende i n ge bruik zijnde meetinrichting direct uit bedrijf en wo rdt ee n reserve meetinrichting in be drijf genomen. Aangeslotene stelt de netbeheerder van h et landelijk gastransportnet hiervan d irect i n k ennis. Wanneer de h erleidingsfout groter is dan 1,5% dan corrigeert aangeslotene de meetresultaten conform 4.1.7 of 4.6.5.

Controle frequentie

Te bepalen afwijkingen maximaal toelaatbare

afwijking

1 x per jaar Herleidingsfout 0,5 %

Verschil herleidingsfout van de 2 metingen 0,3%

p-fout 0,4 % CUSUM p actiegrens 0,45 % drempelwaarde 0,08 % t-fout 0,5 K CUSUM t actiegrens 0,45 K drempelwaarde overig 0,08 K

2.7.11 De netbeheerder van h et landelijk gastransportnet kan i ndividuele c ontroleresultaten v an d e betreffende aansluiting opvragen bij aangeslotene. Na o pvraging worden d e ge gevens binnen 15 werkdagen ter beschikking g esteld.

(12)
(13)

2.7.12 Aangeslotene dient a dequaat te reageren i n ge val van s toring v an de meetinrichting, opdat de meting b lijft v oldoen aan de a lgemene functionele e isen conform 1.3.2. In dien aangeslotene constateert dat de meetinrichting niet c orrect f unctioneert of gefunctioneerd he eft, meldt aangeslotene dit aan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet binnen drie werkdagen.

2.8 Lokale data-acquisitie gashoeveelheidsgegevens 2.8.1 [Vervallen]

2.8.2 De netbeheerder van h et landelijk gastransportnet draagt e r zorg voor dat d e bi jdrage v an d e onnauwkeurigheid v an d e k lok van h et l okale da ta ac quisitiesysteem aan de b epaling v an d e hoeveelheid pe r uur maximaal 0,05% bedraagt. De k lok van h et l okale data acquisitiesysteem wordt te n minste da gelijks gesynchroniseerd m et ee n c entrale k lok. B ij een tijdsynchronisatie m et een tijdsverschil groter dan 18 s econden v indt e r een correctie op de u urwaarden pl aats op b asis van d at ti jdsverschil.

2.8.3 Aangeslotene biedt d e tel lerstand vanuit de gasmeter en de n iet-herleide g ashoeveelheid en de herleide g ashoeveelheid v anuit het Elektronisch V olume Herleidings Instrument (EVHI) aan middels seriële v erbinding a an h et l okale da ta ac quisitiesysteem van d e netbeheerder van h et landelijk gastransportnet. Een g edetailleerde technische be schrijving v an d eze s eriële

verbinding s taat vermeld op de website v an d e netbeheerder van h et landelijk gastransportnet. De ov erdracht v an d e tel werkstand van d e gasmeter naar het lokale da ta ac quisitiesysteem vindt indien m ogelijk plaats op b asis van e en a nder signaal dan het signaal dat gebruikt wordt v oor de herleiding d oor het E VHI. De te lwerken v an h et l okaal data ac quisitiesysteem worden afgeleide telwerken g enoemd. De a fgeleide telwerken l open synchroon m et pri maire tel werken v an d e gasmeter en het EVHI. Aangeslotene dient e r voor te z orgen dat de g enoemde te llerstand vanuit de gasmeter en de niet herleide gashoeveelheid en de herleide gashoeveelheid vanuit het EVHI door het lokale da ta ac quisitiesysteem uitleesbaar zijn m et ee n f requentie v an minimaal eenmaal per 5 s econden

2.8.4 [Vervallen]

(14)

3 [Vervallen]

4 Verwerking van de gegevens 4.1 Verwerking van de meetgegevens

4.1.1 De meetgegevens en de door de meetinrichting gegenereerde storingsinformatie worden minimaal eenmaal per dag door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet verzameld en verwerkt.

4.1.2 [Vervallen]

4.1.3 De netbeheerder van het landelijk gastransportnet controleert de gegevens conform 4.1.1 bij de verwerking op volledigheid en verifieert de gegevens.

4.1.4 Bij de verificatie van de gashoeveelheidmeting vindt door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet controle plaats op de juiste overbrenging van de signalen van de gasmeter naar het Elektronische Volume Herleidings Instrument (EVHI) en van de juiste herleiding door het EVHI. Deze verificatie vindt plaats op de data per uur. Eenzelfde verificatie vindt plaats op maandbasis, met het oogmerk eventuele lange-termijn effecten op te sporen. Metingen die niet voldoen aan gestelde criteria worden aan aangeslotene gemeld die hierop een nader onderzoek zal instellen.

4.1.5 [Vervallen] 4.1.6 [Vervallen]

4.1.7 Eventueel door de meetinrichting gegenereerde storingsinformatie en andere bijzondere omstandigheden kunnen aanleiding zijn tot een automatische correctie van de meetgegevens door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet. Een nader door aangeslotene ingesteld onderzoek naar de juistheid van de gegevens kan aanleiding zijn voor een handmatige correctie van de meetgegevens door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet. 4.1.8 Alle gevonden fouten in de gashoeveelheidmeting worden door de netbeheerder van het

landelijk gastransportnet gecorrigeerd.

4.1.9 De netbeheerder van het landelijk gastransportnet houdt alle correcties in de data in logboeken bij. In deze logboeken worden minimaal vermeld de originele meetwaarde, de

(15)

4.2 [Vervallen]

4.3 Correctieprocedures G ashoeveelheidmeting vóór het verstrijken van d e termijn voor het verzenden van de c orrecties va n de d efinitieve allocatie

4.3.1 Onder de o mstandigheden d ie v olgens 4.1.7 l eiden tot e en au tomatische c orrectie v allen i n i eder geval: s panningsuitval op d e gehele meetinrichting of een onderdeel daarvan e n

storingsmeldingen van a pparatuur.

4.3.2 Indien o ver een bepaalde p eriode geen waarden p er uur beschikbaar zijn maar de tot ale

hoeveelheid di e ge durende d ie pe riode gemeten is wel bekend is, v erdeelt de netbeheerder van het landelijk gastransportnet deze tot ale ho eveelheid o ver de periode overeenkomstig ee n qu a belastingcurve v ergelijkbare periode indien d eze ov ereenkomstigheid pl ausibel is.

4.3.3 [Vervallen]

4.4 Bepaling uur- en maandwaarden

4.4.1 Het af geleide te lwerk van d e he rleide h oeveelheid v an h et E lektronisch V olume Herleidings Instrument (EVHI) bepaalt de gashoeveelheid pe r uur, e ventueel gecorrigeerd c onform 4.3 en 2.4.7.

4.4.2 De geleverde hoeveelheid energie per uur wordt be paald do or de netbeheerder van het landelijk gastransportnet en i s gelijk aan de g emeten hoeveelheid gas, bepaald volgens 4.4.1, maal de calorische bovenwaarde van d it gas in he t betreffende uur. De netbeheerder van h et landelijk gastransportnet bepaalt hi ertoe de gaskwaliteit op het aansluitpunt conform de

Meetvoorwaarden Gas – LNB uitgaande van é én o f meerdere gaskwaliteitmetingen met ee n nauwkeurigheid di e l eidt to t een nauwkeurigheid v an d e be paling v an d e hoeveelheid energie die ge lijk is aan of beter dan de s pecificaties in 1.3.2 v an d e Meetvoorwaarden Gas – LNB. 4.4.3 Een h oeveelheid gas die ni et aa n ee n uur is toe te s chrijven b estaat uit een hoeveelheid ni et

herleid gas die ni et aa n ee n uur is toe te s chrijven, we lke ho eveelheid gas het ‘ restvolume dV ’ wordt ge noemd, en een hoeveelheid he rleid gas die ni et aan een uur is toe te s chrijven, we lke hoeveelheid gas het restvolume DVn wordt ge noemd.

Het restvolume dV bestaat uit de som van h et e ventuele v erschil tussen h et v olume be paald m et de gasmeter en het niet herleide volume bepaald door het Elektronisch Volume Herleidings Instrument (EVHI).

(16)

4.4.4 Voor het restvolume DVn wordt pe r dag een daggemiddelde Z -correctiefactor voor de

gerealiseerde gaskwaliteit uitgerekend en to egepast.

4.4.5 Restvolumes dV en DVn kunnen oo k ontstaan bij tijdsynchronisatie v an d e i nterne k lok van d e

data acquisitie ap paratuur.

4.4.6 Indien d e v aststelling v an restvolumes dV en DVn door de netbeheerder van h et landelijk

gastransportnet plaatsvindt p er dag gerekend van 0 .00 uur tot 24.00 uur worden deze toegeschreven a an d e gasdag met de zelfde d atumaanduiding a ls de kalenderdag.

4.4.7 Per maand wordt de som van de dagwaarden v an h et he rleide e n Z -gecorrigeerde restvolume dV plus de s om van d e da gwaarden van h et Z -gecorrigeerde restvolume DVn bepaald en

vermenigvuldigd m et de maandgemiddelde v olumegewogen calorische b ovenwaarde. Het resultaat wordt ‘ restenergie’ genoemd.

4.4.8 De geleverde hoeveelheid energie per maand is gelijk aan de s om van d e ho eveelheden per uur volgens 4.4.2. pl us de h oeveelheid restenergie c onform 4.4.7.

4.4.9 De netbeheerder van h et landelijk gastransportnet voorziet meetgegevens van e en k enmerk waarmee wordt aangegeven of ze v oldoen aan de e isen aan d e m eetonzekerheid i n hoeveelheid energie per uur conform 1.3.2 v an d e Meetvoorwaarden Gas - LNB. Di t k enmerk wordt he t nauwkeurigheidskenmerk genoemd. Meetgegevens worden s tandaard geacht na uwkeurig te zijn. Meetgegevens waarvan n a c orrectie v olgens 4.3 niet m et zekerheid k an worden b epaald of ze voldoen aan de a lgemene eisen z oals geformuleerd i n 1 .3.2. v an d e Meetvoorwaarden G as – LNB worden gemarkeerd al s ‘onnauwkeurig’. M eetgegevens welke ge corrigeerd z ijn c onform 4.3.2 worden geacht na uwkeurig te zijn.

(17)

4.6 Afhandeling correcties na het verstrijken van de termijn voor het verzenden van de correcties van de definitieve allocatie

4.6.1 Indien aangeslotene dan wel de netbeheerder van h et landelijk gastransportnet gegronde redenen h eeft om aan te n emen d at de meetresultaten niet j uist z ijn, di enen zij elkaar hierover zo spoedig m ogelijk te i nformeren, m et vermelding v an d e g egronde reden(en). Indien o ver de meetresultaten naar aanleiding v an d eze mededeling verschil van m ening tu ssen d e

netbeheerder van h et landelijk gastransportnet en aangeslotene ontstaat, zullen z ij een nader onderzoek instellen, e lkaar over de ui tkomst v an d it onderzoek informeren en i n on derling o verleg trachten het geschil op t e lossen. Onverminderd het gestelde i n artikel 19 v an d e G aswet k unnen de netbeheerder van h et landelijk gastransportnet en aangeslotene gezamenlijk een derde partij benoemen o m het geschil tussen h en o p te lossen i ndien z ij samen g een overeenstemming bereiken. De ze de rde p artij kan e veneens nader onderzoek instellen. De kosten v an d eze de rde partij en v an d it onderzoek komen voor rekening v an d egene die i n he t ongelijk wordt gesteld.

4.6.2 Indien d e s ituatie, be doeld i n 4.6.1 z ich v oordoet en dit l eidt to t een correctie, z al de netbeheerder van h et landelijk gastransportnet de b etrokken erkende

programmaverantwoordelijke(n) hierover informeren e n hem (hen), i ndien e n v oor zover noodzakelijk, betrekken bij het overleg waarin wordt getracht he t geschil op t e l ossen.

4.6.3 De netbeheerder van h et landelijk gastransportnet of aangeslotene kan h et i nitiatief nemen tot een correctie naar aanleiding van:

- de h erkalibratie v an d e gasmeter: i ndien h et f low g ewogen g emiddelde m eer dan 1% afwijkt - de i nterne c ontroles conform 2.7: indien d aaruit bl ijkt dat de m eetonzekerheid v an d e 1.3.2

gestelde g rens van 1 ,5% wordt ov erschreden

- fouten di e do or toedoen van m enselijk handelen z ijn on tstaan

Deze c orrecties worden uitgevoerd c onform de methode in 5.10 v an d e Aansluitvoorwaarden G as - LNB - Aansluitpunt.

4.6.4 De netbeheerder van h et landelijk gastransportnet voert c orrecties uitsluitend uit indien d e daarin be trokken hoeveelheid energie meer bedraagt dan 25000 k Wh ( @ 2559 m3(n;35,17) ) per

maand.

4.6.5 Correcties worden v erwerkt als hoeveelheid energie per maand en h ebben de rhalve geen invloed op d e reeds toegewezen hoeveelheid energie per uur.

(18)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien en voor de periode dat de meetinrichting niet voldoet aan hetgeen bepaald is in de Meetvoorwaarden Gas – LNB – Meting door aangeslotene, is de netbeheerder van het

A study of typical sound paths and their time intervals indicates that a transition time point may exist between early reflected sound and late reflected sound

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

With this article the author intends to fill one of these gaps in the narrative of social history and focuses specifically on the experiences of teachers who taught

Keightley J furthermore maintained that the provisions contained in chapter 19 of the Children's Act do not explicitly make provision for instances where the commissioning parents

Figure 5.6: Plot of the Sensor Node Idle State Supply Current as Measured by the Sensor Node and the Tektronix DMM4050 Precision Digital Multimeter for 10 Nodes Descriptive

The aim of this research was to analyse the profile of nutrition interventions for combating micronutrient deficiency with particular focus on food fortification reported in

Lise Rijnierse, programmaleider van ZZ-GGZ benadrukte dat dit het moment was om argumenten voor deze signalen aan te scherpen of te komen met argumenten voor alternatieve