Nederlandse ambassade in New Delhi Afdeling Politiek, Cultuur en Publieksdiplomatie

1

Stageverslag

Nederlandse ambassade in New Delhi Afdeling Politiek, Cultuur en Publieksdiplomatie

Naam: Hilde Stolting

Studentnummer: 2054302

Adres: Ringdijk 8, 7926TX Kerkenveld Telefoonnummer: 0627277258

Opleiding: Masterprogramma Midden-Oostenstudies Stagedocent: Prof. dr. W.J. van Bekkum

Werkgever: Ministerie van Buitelandse Zaken

Stage adres: Nederlandse ambassade in New Delhi, 6/50F, Shantipath – Chanakyapuri, New Delhi

Stageperiode: 01-09-2016 t/m 31-01-2017

Stagebegeleider: Tweede Ambassadesecretaris, Jan-Jaap Gerards

Datum: 01-02-2017

2

Stageverslag

Verslag van de stage op de Nederlandse ambassade in New Delhi

Hilde Stolting

3

Inhoudsopgave

Inleiding 4

1. De organisatie 6

1.1 Ministerie van Buitenlandse Zaken 6 1.2 Nederlandse ambassade in New Delhi 8

2. Werkzaamheden 10

2.1 Algemene werkzaamheden 10

2.2 “BEMO festival” 12

2.3 Evenementen 13

2.4 Overige werkzaamheden 15

3. Evaluatie 15

Conclusie 16

Bijlage I. Spreekpunten ambassadeur 18

Bijlage III. Programma 25

Bijlage IV. Impressie 26

Bijlage V. Artikel – cable 29

4

Inleiding

Bij aanvang van mijn master Midden-Oosten was ik al vastbesloten dat ik stage wilde lopen in het buitenland. Wat ik destijds nooit had kunnen voorstellen is dat ik stage zou gaan lopen op de Nederlandse ambassade in New Delhi.

Er zijn vele redenen op te noemen waarom ik perse stage (in het buitenland) wilde lopen. Een belangrijke praktische overweging is om mijn kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. Daarnaast had ik weinig relevante werkervaring opgedaan tijdens mijn studie, aangezien ik een dubbele bachelor volgde. Door deze dubbele studies had ik bovendien niet de mogelijkheid langdurig in het buitenland te verblijven terwijl ik dit altijd ambieerde.

Al sinds het begin van de middelbare school ben ik geïnteresseerd in andere culturen, religies en mensenrechten. Ik ben al jaren ervan overtuigd dat ik een carrière wil bij een NGO. Mijn zoektocht naar een stage begon dan ook bij NGOs in het Midden-Oosten. Al snel bleek het om een praktische reden het vrijwel onmogelijk bij een NGO stage te lopen: NGOs bieden vaak geen financiële vergoeding aan en ik had niet de draagkracht een half jaar zonder inkomen rond te komen. Gedurende mijn masteropleiding is diplomatie aan bod gekomen. Ik realiseerde mij dat ik op een ambassade me ook bezig kon houden met mensenrechten en de Nederlandse overheid biedt een acceptabele vergoeding. Ik hield de website internationalefuncties.nl dagelijks in de gaten voor interessante stageplaatsen. Mijn medestudenten gaven aan dat diplomatie niet bij mij zou passen en zelf had ik ook het vermoeden dat het mij niet op het lijf geschreven was. Toch koos ik er voor om te solliciteren bij ambassades, het zou sowieso een goede leerervaring zijn.

Nu ik heb uitgelegd waarom ik stage heb gelopen op een ambassade

in plaats van een NGO, rest de vraag nog hoe ik in India terecht ben

5

gekomen. In eerste instantie solliciteerde ik voor ambassades in het Midden- Oosten: Koeweit en Oman bijvoorbeeld. Helaas werd ik hier niet voor geselecteerd. Ik begon te solliciteren voor andere plaatsen, waaronder Bakoe (Kazachstan). Langzaam kreeg ik positieve reacties binnen, Rabat (Marokko), Bakoe en New Delhi (India) nodigden mij uit voor een sollicitatiegesprek. Ondertussen had ik ook een baan gekregen bij Humanitas Groningen, maar toen New Delhi mij selecteerde voor de stageplaats, koos ik toch voor de kans langdurig in het buitenland te zijn. In 2015 was ik op vakantie geweest in India, ik wist dat het land een leuke uitdaging zou worden voor mij om langer te verblijven. Alhoewel India niet onder het Midden-Oosten valt en mijn kennis van Arabisch niet van pas zou komen, was ik erg enthousiast om in New Delhi stage te gaan lopen. Mijn interesse in religie en cultuur houdt niet op bij het Midden-Oosten en India is een zeer interessant land maatschappelijk gezien. De positie van vrouwen heeft altijd mijn bijzondere interesse gehad en in India valt op dat gebied nog veel te winnen. Ik was ervan overtuigd dat niet alleen mijn verblijf een unieke ervaring zou worden, maar ook het werk op de ambassade veel met mensenrechten te doen zou hebben. Dit bleek inderdaad het geval te zijn, een van de evenementen die ik heb georganiseerd ging over vrouwenrechten, hier kom ik later in het verslag uitgebreid op terug.

Ik begon met het zoeken van een stageplaats in het tweede semester, mijn eerste brieven heb ik verzonden in maart en in juni kreeg ik deze stageplaats. Ik vind het proces van mijn solliciteren het vermelden waard:

alleen al in deze maanden heb ik erg veel geleerd. Ik heb vele brieven

geschreven, die uiteraard steeds geraffineerder werden. Daarnaast heb ik

gebeld met ambassades en bovendien het telkens verdiepen in het land

waarvoor ik solliciteerde, heeft me praktische vaardigheden en kennis

opgeleverd.

6

In het eerste hoofdstuk zal ik ingaan op de algemene taken van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en specifiek op de Nederlandse ambassade in New Delhi. In de daarop volgende hoofdstukken bespreek ik mijn functies als stagiaire en bespreek ik mijn belangrijkste bijdragen.

1. De organisatie

De officiële stage gever was het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ). In dit hoofdstuk zal ik allereerst kort schetsen wat het Ministerie van Buitenlandse Zaken behelst. Vervolgens zal ik specifieker ingaan op mijn plaatsing: de Nederlandse ambassade in New Delhi.

1.1 Het Ministerie van Buitenlandse Zaken

BZ voert het beleid uit dat is opgesteld door het Nederlandse Kabinet. Het ministerie is centraal gelegen in Den Haag, maar heeft daarnaast 150

posten over de hele wereld om het beleid uit te dragen en te raporteren aan Den Haag wat de situatie is in een bepaald land (hier kom ik in paragraaf 1.2 op terug). Grofweg heeft BZ vier taken

, namelijk:

- Consulaire dienstverlening aan Nederlanders in het buitenland;

- Economische diplomatie: de belangen van Nederlandse bedrijven in het buitenland behartigen;

- Veiligheid: het bestrijden van oorlogen in de wereld en het verbeteren van de internationale rechtsorde;

- Ontwikkelingssamenwerking: duurzame economische groei bevorderen en mensenrechten waarborgen.

De politieke leiding van het ministerie is de verantwoordelijkheid van de minister van Buitenlandse Zaken, Bert Koenders en minister van

1 https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-buitenlandse- zaken/inhoud/organisatie (01-02-2017 om 19.58 uur)

2 https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-buitenlandse-zaken (01-02-2017 om 19.37 uur)

7

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Lilianne Ploumen.

Echter zal dit spoedig veranderen, aangezien op 15 maart 2017 de Tweede Kamerverkiezingen zullen plaatsvinden. Onder de politieke leiding, is de ambtelijke leiding, deze bestaat uit de Secretaris-generaal en de plaatsvervangend Secretaris-generaal. Daaronder zijn vier Directeur- generalen aangesteld, die elk aan het hoofd staan van vier verschillende afdelingen, namelijk Politieke Zaken, Europese Samenwerking, Buitenlandse Economische Betrekkingen en Internationale Samenwerking. Deze afdelingen bestaan weer uit verschillende directies, namelijk Regiodirecties, Themadirecties, Forumdirecties en Ondersteunende directies en ondersteunende diensten. De onderstaande tabel

geeft deze organisatie duidelijk weer:

3 https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-buitenlandse- zaken/inhoud/organisatie/organogram (08-02-2017 om 19.30 uur)

8

1.2 De Nederlandse ambassade in New Delhi

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden in New Delhi vertegenwoordigt niet alleen Nederland, maar het Koninkrijk der Nederlanden. Dit houdt ook de bijzondere gemeenten en landen in: Saba, Sint Eustatius, Bonaire, Aruba, Curacao en Sint Maarten.

De Nederlandse ambassade in New Delhi vertegenwoordigt het Koninkrijk der Nederlanden in India, Nepal en Bhutan. Naast de ambassade in New Delhi, is er nog een vertegenwoordiging in de vorm van een Consulaat-Generaal in Mumbai. Gezien de omvang van India, zijn er ook nog verschillende “Netherlands Business Support Offices” (NBSOs). Al deze vertegenwoordigingen samen wordt “ Trade Network India” (TNI) genoemd.

Ik liep echter stage op de politieke afdeling, ik was in mindere mate betrokken bij het TNI. Daarnaast is er zowel in Nepal als Bhutan een Nederlands Honorair Consulaat.

De ambassade staat onder leiding van ambassadeur Alphonsus Stoelinga. Plaatsvervangend ambassadeur is Dominique Kuhling, zij is tegens Hoofd Afdeling Politieke Zaken en Publieksdiplomatie. Deze afdeling heeft verder een eerste en tweede ambassadesecretaris, twee plaatselijke beleidsmedewerkers, een secretaresse, en twee stagiairs (een lokale, een Nederlandse). De lokale stagiaire, Anubha, heeft in Rotterdam aan Erasmus gestudeerd.

De ambassade in New Delhi is een grote post (ruim tachtig werknemers) en heeft verschillende afdelingen, naast de afdeling Politieke Zaken en Publieksdiplomatie, zijn er de afdelingen Consulaire Zaken, Economische Zaken, Landbouw, Defensie en Innovatie Attaché Netwerk.

Economische Zaken maakt het grootste deel uit van de activiteiten van de ambassade. De politieke afdeling is relatief klein. In 2003 werd de

4 http://india.nlembassy.org/organization/the-embassy-in-new-delhi/organisation-structure (08-02-2017 om 19.50)

9

ontwikkelingssamenwerking beeindigd, hierdoor kan de Nederlandse overheid niet direct steun bieden aan India en ligt de nadruk vooral op economische betrekkingen

. Echter, door het aanbieden van fondsen aan NGOs en projecten, steunt Nederland indirect bepaalde mensenrechtenthema‟s. De volgende thema‟s genieten prioriteit:

1. Equal rights for women, focused on political participation and prevention of violence against women.

2. Equal rights for lesbian, gay, bisexual and transgender people (LGBT) 3. Business and human rights

4. Freedom of religion and belief

Gezien de omvang van India, zijn er in het meerjarenplan van de ambassade focusgebieden geformuleerd, zodat de Nederlandse inzet meer gefocust wordt en daardoor meer effect heeft in die genoemde gebieden.

Daarnaast bericht de politieke afdeling relevant nieuws naar Den Haag en schrijft zogenoemde cables over onderwerpen waar Den Haag meer inzicht in wil. Ondanks het feit dat India in 2003 de hulpgelden heeft opgezegd, zijn er veel onderwerpen met betrekking tot mensenrechten waar Den Haag vraagtekens bij stelt. De politieke afdeling houdt zich ook bezig met de media, het profileren van Nederland (als handelspartner) staat hierbij centraal.

Overigens ontving de Nederlandse ambassade in New Delhi op 2 februari 2017 de jaarlijkse ambassadeprijs (grote post).

5 https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/betrekkingen-met-nederland/inhoud/india (08- 02-2017 om 19.50)

6 http://india.nlembassy.org/you-and-netherlands/programmes-%E2%80%93-small-scale- support-program.html (08-02-2017 om 19.50)

7 http://www.nu.nl/ondernemen/4438623/beste-ambassades-staan-volgens-ondernemers- in-new-delhi-en-toronto.html (08-02-2017 om 20.05)

10

2. werkzaamheden

Zoals in de vorige paragraaf kort werd besproken, beslaan de werkzaamheden op de politieke afdelingen verschillende aspecten. In de volgende paragrafen zal ik mijn werkzaamheden als stagiaire bespreken.

Eerst zal ik de algemene werkzaamheden bespreken, daarna de evenementen waar ik aan bijgedragen heb.

2.1 Algemene werkzaamheden

Meetings: elke maandagochtend gaan de hoofden van de afdelingen samenzitten met de ambassadeur en bespreken nieuwe ontwikkelingen/problemen. Na deze bijeenkomst, riep Dominique Kuhling (hoofd politieke zaken) de afdeling politieke zaken bij elkaar om aan ons te vertellen wat er besproken was in de voorgaande meeting. Deze meeting werd ook bijgewoond door Defensie. Vervolgens werd er een rondje gemaakt, waarbij iedereen zijn/haar werkzaamheden meedeelde. Wanneer de secretaresse deze meeting niet bij kon wonen, maakten de stagiaires (Anubha en ik) de aantekeningen en verstuurden die vervolgens naar alle afdelingen binnen de ambassade.

Naast de wekelijkse meeting, was er op elke eerste dinsdag van de maand een stafbijeenkomst: alle afdelingen komen samen en de ambassadeur leidt de meeting. Hij bespreekt de grote ontwikkelingen en inventariseert kort bij alle afdelingen de ontwikkelingen.

Social Media: samen met stagiairs van andere afdelingen (Innovatie en Economie) waren wij verantwoordelijk voor het onderhouden van Facebook.

In eerste instantie was ik verbaasd over hoe veel waarde werd gehecht aan de Facebookpagina. Echter werden er maandelijks “social media meetings”

gehouden om een strategie te bespreken. De bedoeling was elke dag een

post te plaatsen. Deze posts waren inhoudelijk zeer verschillend: van leuke

11

feitjes over Nederland tot het aankondigen van events. De grotere events van de ambassade werden niet afgedaan met één Facebookpost: we verzonnen een Social Media strategie naar het event toe, tijdens het event (Twitter speelde hier voornamelijk een rol bij), en een follow-up na het plaatsvinden van het event. Toen ik, bijvoorbeeld, een panel discussie organiseerde in het teken van International Day for the Elimination of Violence Against Women (later kom ik hier uitgebreider op terug), postte ik voorafgaand van het event feiten die beschikbaar werden gesteld door UN Women, tijdens het event foto‟s, en achteraf postte ik kerncitaten van de sprekers.

Website: de Nederlandse ambassade in New Delhi heeft een officiële website, namelijk india.nlembassy.org. Aangezien de website zowel in het Nederlands als Engels beschikbaar is, was ik verantwoordelijk voor het updaten van de website (de lokale stagiaire hoefde dit dus niet te doen). De stagiair op de economische afdeling was ook bevoegd, echter werd zijn stage vroegtijdig beëindigd vanwege een ongeluk. Het updaten van de website gebeurt door CMS (Content Management System). Ik heb zelfs een online cursus hiervoor gevolgd zodat ik in staat was zowel tekst als foto‟s en andere bijlagen toe te kunnen voegen aan de website.

Nieuwsbulletin: het streven was om elke week een kort nieuwsbulletin te

schrijven en dit aan Den Haag voor te leggen. Ik hield verschillende kranten

en magazines in de gaten. De relevantie voor Den Haag werd hierbij in het

achterhoofd gehouden. India is bijvoorbeeld aan de beurt in mei 2017 voor

de Universal Periodic Review, waardoor mensenrechten belangrijk was. Ik

stuurde mijn selectie van nieuws, verwoord in korte bullets, naar de eerste

ambassadesecretaris.

12

Het bezoeken van conferenties en evementen: ik hield verschillende organisaties en denktanks in de gaten voor interessante (en relevante) conferenties. Zodoende heb ik bijvoorbeeld verschillende conferenties bezocht over nucleaire veiligheid. Na afloop van een conferentie werd er altijd een rapportje verwacht met daarin de hoofdlijnen van de conferentie.

Naast conferenties heb ik ook projecten bezocht die door Nederland gesteund worden/werden.

2.2 “BEMO festival”

De titel “BEMO festival” klinkt waarschijnlijk vreemd, ik zal het nader toelichten. In ieder geval heeft deze activiteit een aanzienlijk deel van mijn stage uitgemaakt.

Vanuit het ministerie worden er fondsen gedelegeerd naar ambassades om projecten te steunen. Zoals in hoofdstuk 1 is besproken, staan daarbij vier verschillende thema‟s centraal en zijn er focusgebieden geformuleerd.

Toen ik arriveerde als stagiaire, was er al een selectie gemaakt van de projecten die steun zouden ontvangen. Op de zogenoemde “depletion meetings” bespraken we de voortgang van de uitgaves van de fondsen. Al snel bleek dat we erg veel geld over hadden. Dat is niet goed, want in het daarop volgende jaar kan het ministerie besluiten minder fondsen beschikbaar te stellen. Het kwam er dus op neer dat de projectsvoorstellen nogmaals doorgenomen moesten worden. Nadat we een selectie hadden gemaakt, moesten de voorstellen in een door het ministerie opgesteld format gegoten worden. Dit format is de BEMO. In dat format moeten vragen beantwoord worden, bijvoorbeeld wat de relevantie is en hoe het project aansluit op de geformuleerde mensenrechtenthema‟s.

Er zat een enorme tijdsdruk achter, aangezien er deadlines waren

gesteld door RSO. Ik heb in drie weken tijd enorm veel BEMO‟s

13

geproduceerd. De BEMO‟s werden vervolgens ter goedkeuring naar RSO gestuurd, na goedkeuring werden de contracten opgesteld.

2.3 Evenementen

Gedurende mijn stage ben ik hoofdzakelijk betrokken geweest bij de organisatie van twee evenementen.

Panel discussie over “trafficking and the sexual exploitation of women”: dit event vond plaats op 2 december 2016. Meerdere aanleidingen waren er voor dit event. Het idee kwam omdat het 25 november de

“International Day for the Elimination Violence Against Women”. Echter was dit ook de start van de #16days campagne van de VN, waarvan de leus

“Orange the world” was, waarbij activisme tegen genderbased geweld centraal stond. Deze campagne liep tot en met 10 december, wat de

“International Human Rights Day” was. 2 december, precies halverwege, viel bovendien samen met de “International Day for the Abolition of Slavery”. Al deze dagen kwamen samen in het onderwerp. Voor een inhoudelijk verslag van de panel discussie verwijs ik graag naar bijlage V.

Samen met mijn coördinator hebben we gebrainstormd over het onderwerp. Vervolgens heb ik een kort onderzoek gedaan en het onderwerp verder afgebakend. Samen met de NGO Global March hebben we gezocht naar geschikte sprekers. Ik heb geholpen met het schrijven van de uitnodigingen. De ambassadeur zou de panel discussie gaan leiden. Het was aan mij de taak om spreekpunten op te stellen. Nederland kent prostitutie en de vrouwenhandel is een heikel punt. Het was ook aan mij om een antwoord te formuleren wanneer hier naar gevraagd zou worden.

Naast de inhoud van het event, heb ik ook het programma gemaakt.

Aangezien de VN campagne de slogan “Orange the World” had (wat

natuurlijk ook de kleur is van Nederland), had ik oranje strikjes gemaakt die

14

de sprekers en bezoekers konden opspelden. Ook had ik een gepaste achtergrond gemaakt die geprojecteerd werd.

Ook was ik verantwoordelijk voor de Social Media output met betrekking tot het event. Na afloop heb ik een cable geschreven over het event (bijlage V). In bijlagen I tot en met V kunt u meer vinden over het event.

Conferentie “attaining global nuclear security”: het idee was om een conferentie te organiseren met experts uit Nederland en India. De conferentie zou uit twee delen bestaan: een deel zou in India plaatsvinden, het andere deel in Nederland. Echter bleek al snel dat het onderwerp te gevoelig lag voor de Indiase overheid. Voor deze conferentie werkten we samen met de denktank Observer Research Foundation. Het onderwerp was eerst meer specifiek gericht op Zuid-Azië, om de Indiase overheid tevreden te houden formuleerden we het onderwerp globaler (letterlijk). Nog steeds waren er zorgen, waardoor er besloten werd om de conferentie alleen in Nederland plaats te laten vinden. Vermoedelijk vindt de conferentie begin april plaats.

Gezien de gevoeligheid van het onderwerp, heeft het opstellen van de

brief nogal veel voeten in de aarde gehad. Naast het opstellen van de brief,

was ik het contactpersoon voor de Nederlandse deelnemers. Daarnaast heb

ik een opzet gemaakt van het programma van de conferentie en de dagen

daarom heen en heb ik een locatie gereserveerd (namelijk: het Johan de

Witthuis). Vele vergaderingen hebben plaatsgevonden om de vele problemen

omtrent dit evenement uit de weg te kunnen gaan.

15

2.4 Overige werkzaamheden

Naast de reeds genoemde werkzaamheden, kwamen er kleine opdrachten tussendoor: het maken van een speech voor het hoofd van de afdeling voor een filmfestival, maar ook opdrachten voor de economische afdeling. De stagiair van de economische afdeling moest helaas vroegtijdig stoppen vanwege een ongeluk. Zo heb ik bijvoorbeeld een kort onderzoek gedaan naar het beleid in India met betrekking tot start-ups, en heb ik een testimonial geschreven. Dit testimonial is een interview waarbij advies voor bedrijven om in India business te doen centraal stond. Dit interview kunt u vinden op de website van de ambassade: http://india.nlembassy.org/doing- business/testimonials/interviews/ellis-bartholomeus---ellis-in-

wonderland.html.

3. Evaluatie

Voor de stagegever heb ik vooral een ondersteunende rol gespeeld. De BEMOs, updaten van de website en korte onderzoeken om vragen te beantwoorden zijn enkele voorbeelden hiervan. Daarnaast hebben alle stagiairs bijgedragen aan een efficiëntere en aantrekkerlijkere Facebookpagina. De “mannequin challenge” en het gebruik maken van hashtags en tags zijn ideeën die toch vooral van deze “jongere” generatie komen. Mijn werkzaamheden omtrent de events zijn erg gewaardeerd, mijn creativiteit was daarbij een toevoeging (de aankleding van het event omtrent trafficking bijvoorbeeld).

Mijn master sluit natuurlijk niet precies aan op India, mijn kennis van

het Arabisch was bijvoorbeeld totaal niet toepasbaar. Toch de algemene

academische vaardigheden zijn waardevol gebleven. Voor het event omtrent

trafficking heb ik veel onderzoek moeten doen, formele stukken moeten

lezen en kernpunten/problemen formuleren.

16

Ik wilde graag stage lopen op de ambassade om zo meer inzicht te krijgen in de diplomatieke wereld. Naast het inzicht verkrijgen van de werkzaamheden op de ambassade, heb ik andere zeer waardevolle kennis en vaardigheden opgedaan. Ik heb geleerd om beleid toe te passen: het framework had ik ten alle tijden in het achterhoofd en ik formuleerde zaken opdat het binnen dit framework zou passen. Sowieso heb ik beter leren schrijven. Naar mijn mening was mijn masteropleiding een goede opleiding om deze stage succesvol te kunnen doen.

Ik ben ervan overtuigd dat deze stage waardevol is voor mijn toekomst. Naast het feit dat ik veel over mijzelf geleerd heb, ben ik nu een stuk zelfverzekerder en ken ik beter mijn eigen zwakte- en sterktepunten.

De zwakte en sterktepunten kwamen overigens overeen met de evaluatie met mijn coördinator. Mijn coördinator vond mij een zeer goede teamspeler en dat ik een “hands on” mentaliteit heb. Echter vond hij mijn accuraatheid een verbeterpunt: het voorzichtig opstellen van tekst is een verbeterpunt. Ik kan mij hier absoluut in vinden.

Ik vond het voornamelijk aan het begin van de stage lastig wat er van mij verwacht werd. De formats van bepaalde stukken werden bijvoorbeeld niet aan ons voorgelegd, waardoor het in het begin het erg onduidelijk was wat het eindresultaat moest worden. Verder heb ik erg van mijn stage genoten en ik zou het niet anders willen.

Conclusie

De stage op de ambassade in New Delhi heeft mijn dromen overtroffen. Ik

heb een super goede tijd gehad en erg veel geleerd. Ik weet nu zeker dat ik

toch daadwerkelijk de kant van NGOs op wil. Een verbeterpunt,

accuraatheid, is een belangrijke eigenschap van een diplomaat. Natuurlijk

wil ik mij verbeteren, maar ik denk dat mijn sterktepunten beter uitkomen in

een andere omgeving.

17

India is een zeer interessant land als het gaat om mensenrechten. Ik

heb hier veel over geleerd en dit is natuurlijk belangrijke kennis voor een

eventuele carriere bij een NGO.

18

Bijlage I

Panel discussion on approaches to ending the trafficking and sexual exploitation of women

Event timetable

- 10.00-10.15: Opening with coffee

- 10.15-10.20: welcome and opening remarks – ambassador Stoelinga - 10.20-12.00: Panel discussion

o 10.20-10.25 – two short videos

o 10.25-10.35 – TBC Bhuwan Ribhu, activist, Bachpan Bachao Andolan

o 10.35-10.45 – TBC Chetan Sanghi, Joint Secretary (Women Welfare, Gender Budgeting, Anti Trafficking Bill, Women and Cybercrime and Parliament) Ministry of Women and Child Development

o 10.45-10.55 – Dr. PM Nair, IPS Officer (Rtrd.), Chair Professor, Tata Institute of Social Sciences (TISS)

o 10.55-11.05 – Mr. Alok Goswami and Ms. Madhuja Nandi, activists, Sanlaap

o 11.05-11.15 – Ms. Ritumoni Das, co-founder Kathkatha o 11.15-12.00: Q&A and discussion

- 12.00-12.15: Closing remarks – ambassador Stoelinga, followed by small sandwiches

Welcome remarks / suggested remarks

 Welcome to all of you present today.

 Here today on the occasion of 3 international days: 25th November

“International Day for the Elimination of Violence against Women”, 2nd December (today) “International Day for the Abolition of Slavery, 10th December “United Nations Human Rights Day”

 25th November start of the 16 Day of activism. Initiated by UN

Women, campaign ends at December 10th. The campaign its slogan is

“orange the world – raise money to end violence against women and

girls”. In accordance to “orange the world”, we invite you to wear the

orange ribbon we provided. And to raise awareness, we encourage you

19

to tweet/facebook along, using the hastags #16days #KingdomNL

#orangetheworld. All this together makes today the time to raise the issue of trafficking of women and their sexual exploitation.

 The event is a joined initiative by the Embassy and Global March Against Child Labour.

 It is with great pleasure and honor that we can preside over such an eminent and diverse panel today.

 I will come to the introduction of the panel in a bit, but I can only say that I look very much forward to our panelists‟ contributions. They represent a wide range of voices and approaches, including the legal, activist-oriented fields. Also the voice of former trafficking victims will be heard today.

 I also look forward to your [audience] contributions.

On violence against women

 Unfortunately, violence against women is still a global phenomenon.

Worldwide, 1 in every 3 women is victimized by some form of violence.

So, while our discussion today will be focused on the subcontinent, I want to emphasize that violence against women also is still very much a sad reality in the Netherlands and Europe as a whole.

 2014 report “Violence against women: an EU-wide Survey”. Research done by European Union Agency for Fundamental Rights. Research showed that 45% of the Dutch women experienced some form of physical and/or sexual violence. An area of enormous concern in the Netherlands is trafficking for sexual exploitation. Criminal activity related to the „red light districts‟.

 Trafficking is by nature oftentimes an international phenomenon.

Netherlands thus makes part of the international effort to combat it.

Works with international partners such as:

o Bilaterally, with other countries o NGOs

o National law enforcement agencies of countries o UN system

o With EU and EU member state partners partners

 All of these actors are represented in some form today.

 Before we kick-off, I would also like to draw your attention to the

statement regarding the 25

November International Day for the

20

Elimination of Violence Against Women by the EU High Representative Mogherini of last week. In her words: “violence against women is a sign of weakness for men, not strength”. I can only agree with that.

Contribution of The Netherlands

 Finally, the Embassy also would like to seize the occasion to announce that it will continue to play its part. It intensifies its ongoing

contribution in eliminating violence against women. For that reason, in 2017 an extra 125.000 euros will be earmarked within the “small scale support programme” for projects that aim to eliminate violence against women.

 Having said that, I herewith would like to hand over and give the floor to: TBA

Suggested points to make/questions to ask to panelists

 How can the private sector play a role in combating violence against women? E.g. making sure that own companies is free of sexual violence at the workplace and raise awareness among employees.

NGO Sanlaap has ideas about this, maybe they want to share?

 Impunity of perpetrators is an issue. The Human Trafficking Bill – which is delayed – addresses this issue: minimum jail sentence will be 7 years. Before the perpetrators can be sentenced, they have to be

“caught”. How can this be achieved? PM Nair.

 Lot of trafficking has an international component. Trafficking from Bangladesh as a source country for instance. It takes a long time – 2 á 3 years – to repatriate Bangladeshi girls back. How can we speed this up?

 Middle East is a destination region for traffickers. How is the international cooperation effort? What are challenges for law enforcement? How can we get more grip on this situation?

 Trafficked women and girls need support, but besides immediate

support of victims awareness among both men and women will lead

to a cultural change related to the issue.

21

Closing remarks

 Trafficking is a huge issue to address. Positive is that the governments (Indian, EU) are prioritizing the problem and also addressing this by the most effective means.

 The complex issue asks for a multipronged approach: starting with getting more grip on trafficking itself, prosecution of perpetrators, liberation and rehabilitation of victims, as well as change through awareness raising.

 Although the 16 Days of Activism against Gender Based Violence campaign will end, the struggle will continue also after that date and sadly, in all probability for the foreseeable future. The Netherlands will continue to play an active role in this regard.

 I am happy to say that we are not alone in this regard. Governments and law enforcement agencies around the world are cooperating to bringing trafficking to an end.

 I can only hope for a day when we have left Gender Based Violence behind. I can only concur with the words already spoken earlier this week by the EU High Representative for Foreign Policy Mogherini:

“Each time we mark the International Day for the Elimination of Violence against Women, we acknowledge a failure of our societies.

[…] violence against women is violence against the entire society: the entire society has to react, starting with men”

 Equal rights, as well as the elimination of violence against women, are issues that are at the heart of the foreign policy of the Netherlands.

They will continue to be so, as long as it takes.

 I thank you for your great participation today.

Background on the issue (for usage Ambassador)

 Trafficking is a transnational, international and national problem, for it take place across borders, but also within countries (from countryside to brothels in big cities).

 Commercial sexual exploitation is a form of forced labour (this can be linked with 2

December -International Day for the Abolition of

Slavery). Trafficking, however, can also lead to forced labour in both

factories and private sector. Thus, trafficking is an issue with many

aspects. Trafficking of women and girls with the purpose of sexual

22

exploitation is just one aspect. Also: trafficking is not merely „a women‟s issue‟: men and boys are also trafficked.

 Since trafficking is a criminal activity, it is by definition problematic to have exact and up-to-date data. The international/transnational aspect also makes it hard to monitor. However, research commissioned by the NGO Swaniti Initiative has indicated that more than 90 per cent of India‟s trafficking is internal.

NL Policy reponse

 Broad-based approach to human trafficking: the Task Force on Human Trafficking and the National Rapporteur on Trafficking in Human Beings and Sexual Violence against Children play an important part in the drive to eradicate the problem. The Task Force's main tasks are to encourage a broad-based approach to human trafficking, and to encourage cooperation between partners in the system.

 In NL activity of so-called „Romeo pimps‟ ('loverboys'), human traffickers who usually seduce young girls and women in order to exploit them later on. They force their victims to work for them as prostitutes or to perform other illegal work.

 A government-wide action plan to combat loverboys is in place. The main objectives are to:

o prevent people falling victim to loverboys;

o investigate and prosecute loverboys;

o protect and assist victims.

Indian policy response

 Most recent: After all the speculation over the possibility of the draft Trafficking of Persons (Prevention, Protection and Rehabilitation) Bill 2016 making it to the Cabinet and then to Parliament this winter

session, Minister for women and child development Maneka Gandhi on 21 November conceded that the draft legislation will not be able to make it to this session. Her ministry has now set its eyes on the budget session next year.

 The draft anti-trafficking Bill had proposed stringent imprisonment of

anywhere from seven to ten years for traffickers. The punishment can

23

extend to a life term in case the victim is a minor or in a similarly vulnerable position. The existing Immoral Trafficking (Prevention) Act, 1956, awards a much more lenient punishment to those who use the services of trafficked women.

 Current framework: the Constitution of India prohibits all forms of trafficking under Article 23 and has several legislations in place to address the issue. However, the country lacks a holistic law covering all aspects of the crime. The Immoral Trafficking Prevention Act (ITPA), 1956, focuses on prostitution as a means of sexual

exploitation, the Goa Children‟s Act defines trafficking holistically but is only applicable for children in the State of Goa. The Criminal Law

(Amendment) Act 2013, notifies Section 370 and 370A in a bid to provide comprehensive measures to combat the crime.

Info panelists and presentations

 (TBC) Bhuwan Ribhu - Bachpan Bachao Andolan– BBA has programmes on victim assistance (rescue, prosecution and

rehabilitation) and performed research on child trafficking. BBA has led the demand for policy changes and for the enforcement of various anti-trafficking legislations in India. Bhuvan Ribhu – is the national secretary to BBA. He became active in the issue of child labour at university. He started volunteering for BBA and then working at BBA pro bono after he qualified from law school.

 (TBC) Ministry of Women and Child Development - Chetan Sangi – Chetan Sanghi, Joint Secretary (Women Welfare, Gender Budgeting, Anti Trafficking Bill, Women and Cybercrime and

Parliament), or Ashi Kapoor – Deputy Secretary (Integrated Child Protection Scheme - Child protection)

 P.M. Nair – Former IPS. Chair professor at the Tata Institute of Social Sciences Mumbai (TISS). He has several publications on his name, e.g.

“Trafficking in Women and Children in India” (2005), together with Sankar Sen. “Handbook for Law Enforcement Agencies in India”, for the United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC) and UNIFEM.

 The NGO Sanlaap, will do a joint presentation:

o Alok Goswami: He is associated with Sanlaap since inception June 30, 1987. He is an expert in research , training and

documentation. He has the exposure of representing Sanlaap at

24

various National and International events. He is a popular face among the development sector in India.

o Madhuja Nandi: she is a noted Women‟s Rights Activist in the Eastern part of India. She is in the development sector since the last 17 years. She is also a fulltime staff member in the Sanlaap team since the last two years. She has sufficient exposure in trainings, research and documentation. She had been

instrumental in Rescue of Traffic victims in association with Police and other NGOs.

 Ritumoni Das, of the NGO Kat-Katha – Kat-Katha works with

women and children in brothels in Delhi. The aim of the organization is

to liberate families trapped on G.B. Road (one of the three large red

light districts) and to influence government policy to impact sex-

workers. Ms. Das is cofounder of the organisation.

25

Programme 2 December 2016

Panel discussion on approaches to ending the trafficking and sexual exploitation of women

10.00-10.15 Tea and coffee

10.15-10.20 Welcome and Opening Remarks Alphonsus Stoelinga

Ambassador of the Kingdom of the Netherlands

10.20-11.30 Panel Discussion

- Two short videos

- Mr. Alok Goswami and Ms. Madhuja Nandi, activists, Sanlaap - P.M. Nair, former IPS, Mumbai.

- Ms. Ritumoni Das, Co-founder Kat-Katha - Bhuwan Ribhu, Bachpan Bachao Andolan

11.05-11.45 Q&A and discussion

11.45-11.50 Closing Remarks

H.E. Alphonsus Stoelinga

Ambassador of the Kingdom of the Netherlands

11.50-12.15 Followed by coffee and small sandwiches

26 Bijlage III

27

28

29 Bijlage IV

#16days in Delhi – spotlight on trafficking and sexual exploitation of women during well- visited panel discussion on 2 December

Van : NDE-PPC

Verzonden op : 19 december 2016 Thema : gender en mensenrechten

Samenvatting

 In the cadre of Human Rights Day and the International Day for the Elimination of Violence Against Women, NDE and Indian NGO „Global March Against Child Labour‟ organised a panel discussion on approaches to ending the trafficking and sexual exploitation of women on December 2^nd. Main conclusions were that 1) despite well designed legislation, aspects related to the implementation of these laws leave much to be desired, 2) discourse surrounding trafficking reflects traditional and sometimes misogynist attitudes within segments of the police apparatus as well as within society at large.

 On December 10^th and 11^th the “Laureates & Leaders for Children Summit 2016” took place in Delhi. UNESCO Special Envoy on Literacy for Development, HRH Princess Laurentien,

participated in this event. The summit was inaugurated by Nobel Peace Prize Laureate Kailash Satyarthi.

Commentaar

In the cadre of the #16days campaign (and specifically related to 25 November International Day for the Elimination of Violence Against Women and 10 December International Human Rights Day), the Embassy and Global March organised a panel discussion on combating trafficking and sexual

exploitation of women. Panelists included NGOs and a (former) Indian Police Service officer. Notably absent was the responsible Ministry for Women and Child Development, which despite indicating some interest, decided not to partake. It is possible that this is related to the withdrawal of the earlier tabled

„Anti Trafficking Bill‟ (see message).

The Embassy has earmarked a window within the delegated Human Rights fund 2017 (125.000 euros) for combating violence against women. The announcement, done during the Ambassador‟s opening remarks of the discussion, was met with a positive response amongst panelists and NGOs present within the audience. The earmarked part will possibly be tendered.

EU colleagues appreciated the opportunity to consult civil society and policy implementers on an issue which is highly relevant in the context of India‟s upcoming UPR 2017.

The event took place in consultation with Dutch NGO Free a Girl, a „Dialogue and Dissent‟ party that has shown interest in working with the Embassy in the context of the strategic partnership in a more substantial manner than solely in case of trouble related to visas to India for employees.

Bericht

1. On 2 December NDE and Global March organised a panel discussion at the NL residence on combating trafficking and commercial sexual exploitation of women. Panelists included Bhuwan Ribhu (activist at Indian NGO Bachpan Bachao Andolan), former top-cop P.M. Nair (Indian Police Service), Ritumoni Das of victim organisation Kat-katha, which lobbies and advocates for the women and children in Delhi‟s brothels as well as two activists from Indian NGO Sanlaap. Sanlaap is a Kolkata-based organisation working with the „Dialogue & Dissent alliance led by NGO Free a Girl.

2. Ribhu focused on the centrality of trafficking and commercial sexual exploitation with the

„black money‟ cycle, a heavily contested issue following the recent crackdown on untaxed

30

„black money‟ by the Modi government. Ribhu argued that Prime Minister Modi‟s

demonetization policy lacks bite in addressing the black money issue because it does little to combat criminality that is the source of a large part of illicit money in question. Ribhu is in favour of a criminal justice approach to the demand side of the market, arguing that trafficking and commercial sexual exploitation are phenomena that are propelled by the demand side of the commercial sex market, not so much by supply factors such as lack of alternative livelihood opportunities.

3. Only days before the event a proposed anti-trafficking bill, which was tabled for the currently ongoing session of parliament, was withdrawn by the responsible ministry (Ministry of Women and Child Development). The bill seems to have been withdrawn because of the current ruckus in parliament over demonetization (which is highly contested because it turns out to be very harsh for the rural poor). Opposition parliamentarians are waging a fierce battle over demonetization against the government and as a result of the issue dominating the

proceedings, there is hardly any time left to discuss new bills. Ironically, the demonetization policy thus not only sidesteps the core issue of organised crime, but also crowds out valuable discussion time in parliament on new policy proposals.

4. Another issue which was raised during the discussion related to the mentality and associated discourse within some segments of the Indian Police as it pertains to trafficking and other forms of gender based violence. Terminology used („clients‟ for buyers of sexual services, a criminal activity in India; „eve-teasing‟ for sexual harassment; „honor killing‟ for murder, etc.) were considered less appropriate by all panelists because they are euphemisms for criminal acts. Similarly, the panelists were of the opinion that a 12 year old working in a brothel should not be referred to as a sex worker, but as a child victim of rape and sexual exploitation. P.M.

Nair (Indian Police Service) addressed the issue of sensitization of beat cops. Although progress has been made, residual misogynist attitudes sometimes result in indifference to victims, or reluctance (or in the worst cases even arbitrary refusals) to file First Information Reports (FIR). Other panelists concurred with Nair and represented similar examples based on their own experiences.