• No results found

Manifestaties van angst

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Manifestaties van angst"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Probeert u eerst eens

in te slapen

zonder slaapmiddel

Lukt dat na een

l

k uurtje niet, dan kunt u

altijd nog Dormicum® nemen.

Met Dormicum® slaapt u dan alsnog snel in

en bent u 's-ochtends weer fit.

Samenstelling: Een tablet Dormicum" bevat als werkzaam bestanddeel midazolammaleaat overeenkomend met 15 mg of ~,5 mg midazolam Indicaties: Desympto-matische behandeling van slaapstoornissen. Contra indicaties: myasthenia gravis en overgevoeligheid voor benzodiazepinen Waarschuwingen en voorzorgen: Het reactieverm ogen kan door Doi-imcum® worden beïnvloed tot max. ? uur na inname door respectievelijk sedatie, amnesie en spierverslapping. De kans opanterogra-de amnesie is groter m opanterogra-de eerste S-"7 uur na inname. Paradoxale reacties kom en bij kinderen en bejaarde patiënten vakervoor. Na langdurig gebruik van een benzodiaze-pine moei de behandeling geleideli|k worden afgebouwd vanwege het optreden van onttrekkingsverschijnselen In het algemeen wordt afgeraden Dormicum8 voor te schrijven aan patiënten met psychosen en ernstige depressies Interacties: Desedatieve werking wordt in de meestegevallen versterkt bij gelijktijdiggebruikvanpsy-chotrope stoffen en alcohol. DeBiologische beschikbaarheid van Dormicum* wordt vergroot bij gelijktijdiggebruikvanH2-receptorblokkerende sloffen, zoals ranitidi-ne. Bijwerkingen: Bijwerkingen die gebruikelijk zijn bij lichte overdosering van benzodia/epmen zijn verminderde waakzaamheid, duizeligheid, spierzwakte en misselijkheid. Amnesie, met name vlak na het moment \ an mname. kan optreden. Dosering: Volwassenen 7.5 mg -15 mg: bejaarden en

(2)

Manifestaties van angst

Dr. G. Glas,

psychiater, Academisch Ziekenhuis Utrecht, Utrecht

Angst is een vaak

gehoorde klacht op het

spreekuur (tabel 1),

hoewel de verschijnselen

vaak moeilijk zijn te

herkennen. Angst gaat

immers niet altijd gepaard

met subjectieve gevoelens

en kan zich op veel

manieren manifesteren

(vaak met een lichamelijke

klacht). Voor de

behandeling is het zinvol

onderscheid te maken

tussen een aantal

verschijningsvormen, die

in dit artikel worden

besproken.

Sleutelwoorden: angst, fobie, pa-niekstoornis, posttraumatische stress-stoornis, dwang, D.S.M. IHR., ob-sessie: zie dwang, compuhie: zie dwang.

m wat meer vat te krijgen op het ver-schijnsel angst, wordt wel een onderscheid gemaakt tussen fysiologische, ge-drags- en belevingsmanifestaties. De voornaamste fysiologische (of: somatische) verschijnselen van angst zijn hartbonzen en ta-chycardie, kortademigheid, het gevoel te stikken, druk op de borst of in de keelstreek, duize-ligheid, het gevoel flauw te val-len, trilval-len, droge mond, trans-piratie, misselijkheid, diarree, mictiedrang, tintelingen, dove sensaties, wisselend koud en warm worden. Het zijn deze verschijnselen die vaak het eerst als klacht worden genoemd bij een bezoek aan de huisarts.

Gedragsuitingen van angst zijn een gespannen houding, onrustige motoriek en voor zich uit staren. Angstige patiënten zijn vaak aanklampend in hun gedrag. Ze zoeken steun en be-vestiging. Bij acute en extreme angst staart de patiënt verbijs-terd voor zich uit en staat aan de grond genageld. De belang-rijkste niet-acute gedragsmani-festatie van angst is echter ver-mijdingsgedrag. Naar vermij-dingsgedrag dient gericht te worden gevraagd. Soms scha-men patiënten zich ervoor, in andere gevallen zijn zij in de loop van de tijd aan hun nei-ging tot het vermijden van situ-aties gewend geraakt.

In de beleving gaat het vooral om gevoelens van onveiligheid en bedreigd-zijn. Deze gevoe-lens kunnen de kleur krijgen van angst voor verlies van

con-trole over zichzelf of de omge-ving; in andere gevallen domi-neert een besef van kwetsbaar-heid. Ook andere varianten zijn mogelijk, zoals hyperalertheid (op scherp staan); bezorgdheid; piekeren; gejaagdheid en prik-kelbaarheid.

Classificatie

Termen als paniekstoornis, soci-ale fobie en posttraumatische stress-stoornis zijn de laatste tien jaar in de psychiatrie inge-burgerd geraakt. Ze zijn ont-leend aan het momenteel meest gezaghebbende classificatiesys-teem van de psychiatrie, het Di-agnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, third edi-tion Revised (D.S.M. IHR.) (tabel 2). Voor de huisarts is vooral het onderscheid tussen paniek, fobie, gegeneraliseerde angst, dwang en de posttrauma-tische stress-stoornis van belang. Paniek

Casus: een 24-jarige student ver-telt dat hij aanvallen heeft waarin hij plotseling kortademig wordt, transpireert en afwisselend koude-en ivarmtegevoelkoude-ens heeft. Zijn hart gaat tijdens zo 'n aanval heftig tekeer. Menigmaal dacht hij aan een hartaanval te zullen overlijden, maar herhaald internistisch onder-zoek heeft niets opgeleverd dat daarop zou kunnen wijzen. Niet-temin maakt betrokkene zich ern-stige zorgen over zijn lichamelijke toestand. Hij staat erop dat er op-nieuw een E. C. G. wordt gemaakt. Uit de voorgeschiedenis wordt dui-delijk dat hij zich onder studiege-noten niet geaccepteerd voelt en dat

(3)

TABEL 1.

Prevalentie van angststoornissen gedurende 1 maand, 6 maanden en gedurende het hele teven in vijf grote Amerikaanse

steden (ECA) en in München (aantal/100).

ECA 1 mnd. Angststoornissen 7.3 (totaal) Fobie 6.2 Paniekstoomis 0.5 Obsessief- 1 .3 compulsieve stoornis München Angststoornissen (totaal) Agorafobie Enkelvoudige fobie Paniekstoornis Obsessief-compulsieve stoornis 6 mnd. 8.9 7.7 0.8 1.5 6 mnd. 8.1 3.6 4.1 1.1 1.8 leven 14.6 12.5 1.6 2.5 leven 13.9 5.7 8.0 2.4 2.0

Bron: Regier et al. 1988: Wittchen 7986, 198B.

zijn moeder een jaar geleden is overleden. Zelf legt hij geen ver-band tussen de paniekaanvallen en deze gebeurtenissen.

Paniek is een plotseling en on-verwacht optredende toestand van heftige angst of onwelbe-vinden, die gepaard gaat met een aantal lichamelijke ver-schijnselen.

Bij paniek is dat waarvoor men bang is in eerste instantie vaak niet duidelijk. Patiënten vertellen dat hun lichaam op hol slaat, dat ze het gevoel heb-ben dood te gaan, dat ze geen adem meer kunnen halen, dat hun hart tekeergaat of dat ze vreemde sensaties in hun hoofd of ledematen hebben (duizelig-heid; tintelingen; doofheid). Ook misselijkheid, braken, buikpijn en diarree kunnen op-treden. De aanvallen treden voor het besef van de patiënt vaak onverwacht op. Bij zorg-vuldige anamnese zijn er echter

meestal toch wel aanleidingen te ontdekken, zoals ruzies, al-leen-zijn, kortdurende catastro-fale gedachten vaak naar aanlei-ding van lichaamssensaties.

Paniek is een buitengewoon verontrustende emotie. Voor het beloop is het van groot be-lang hoe de huisarts de eerste aanval benoemt. Uit epidemio-logisch onderzoek is duidelijk geworden dat veel patiënten met paniekaanvallen worden verwezen naar cardiologen, gas-troënterologen en neurologen (Markowitz et al.,1989; Shapiro et al.,1984). Ongeveer de helft van de patiënten met atypische angina pectoris blijkt te voldoen aan de criteria van de paniek-stoornis (Beltman et al.,1987; Mukerji, 1987). Er zijn aanwij-zingen dat patiënten met paniek-aanvallen ook los van hun aan-vallen neigen tot somatisatie. Anders gezegd: deze patiënten zijn verhoogd gevoelig voor li-chaamssignalen en neigen ertoe

lichaamssignalen te interprete-ren als bewijs voor een somati-sche aandoening. Daarnaast komt bij deze mensen in ver-hoogde mate alcohol- en ge-neesmiddelenmisbruik voor. Fobie

De fobie is een angst die gebon-den is aan bepaalde min of meer specifieke situaties en die leidt tot het vermijden van die situaties.

Wanneer paniekaanvallen aan circumscripte omstandigheden zijn gebonden en bovendien gepaard gaan met vermijdings-gedrag, spreekt men van een fo-bie. Voor een fobie is het echter niet strikt noodzakelijk dat de angst de intensiteit van paniek aanneemt. Bij langdurig be-staande fobieën kan de angst zelfs geheel ontbreken. De ver-mijding is hier zo effectief dat er van confrontatie met angst-uitlokkende situaties geen spra-ke meer is.

Agorafobie

Casus: een 23-jarige nog thuiswo-nende vrouw, bediende in een per-soneelskantine, vertelt haaf huisarts dat zij aanvallen heeft van duize-ligheid en hartbonzen waarbij zij het gevoel heeft te stikken. Bij na-vraag blijken de aanvallen op te treden in winkels en in drukke mensenmenigten. Zonder begelei-ding van één van haar familieleden durft zij de straat niet meer op uit angst een aanval te krijgen. Patiën-te is bij de huisarts al langer be-kend vamt'ege haar neiging tot so-matiseren. Ze maakt een onzelf-standige indruk en deed tot voor kort alles samen met haar tweeling-zus. Deze zus is echter een jaar geleden zelfstandig gaan wonen en heeft sinds kort een relatie met een vriend.

(4)

De agorafobie is een angst voor het zich bevinden in situaties waaruit ontsnapping moeilijk is of hulp niet voorhanden in het geval van een pamekaanval. Als gevolg hiervan wordt het alleen uit huis gaan vermeden, evenals het zich bevinden in mensen-menigten en het gebruik van de auto of openbaar vervoer.

Deze vorm van fobie heeft de minst circumscripte binding aan een bepaald type situaties. Het is niet zozeer een angst voor straten en pleinen, danwei een angst voor de angst, te weten paniek-aanvallen. Zo vertelt de patiënte uit het voorbeeld, dat zij liefst niet zonder begeleiding de deur uit gaat, uit angst een aanval te krijgen zonder dat hulp voorhan-den is. Dit beroep op anderen kan tot onbegrip en spanningen in de huiselijke sfeer aanleiding geven. De actieradius van de agoraphobicus is klein. Openbaar vervoer en drukke menigten worden gemeden. De gang naar het werk is vanwege de angst vaak niet meer mogelijk.

De agorafobie ontstaat slui-pend, meestal tussen het 20ste en 30ste levensjaar, en komt drie keer zoveel bij vrouwen dan bij mannen voor. In een periode die, vaak achteraf, als stressvol wordt ervaren, begint het met paniekaanvallen en chronische angst. Geleidelijk, in de loop van maanden of jaren, ontwikkelt zich het vermij-dingsgedrag. Patiënten mijden de straat, verliezen vrienden en kennissen en tobben over hun lichamelijk functioneren. Bood-schappen doen wordt een kwel-ling. Op het werk aangekomen, is men vaak al uitgeput van het vechten tegen de angst. De de-moralisatie kan zo groot zijn dat

zich een depressie ontwikkelt. Met het toenemen van de ver-mijding kunnen de paniekaan-vallen geleidelijk naar de ach-tergrond verschuiven.

Sociale fobie

Casus: een 35-jarige, enigszins schuwe boekhouder meldt zich bij zijn huisarts in verband met con-centratieproblemen en piekeren. Hij blijkt al een maand niet te werken. Op zijn werk heeft hij het gevoel dat men hem uitlacht om zijn ui-terlijk en manier van doen. Mij heeft geen vrienden. De dag voor hij thuis bleef, kreeg hij tijdens een vergadering een aanval, waarbij hij trilde en hyperventileerde en een sterke drang had om te vluchten. Patiënt piekert er voortdurend over wat de mensen op zijn iverk van hem zullen vinden.

De sociale fobie is een sterke angst voor situaties waarin men zou kunnen worden geconfron-teerd met de kritiek van ande-ren of waarin men iets zou kun-nen doen dat vernederend is of gevoelens van schaamte op-roept. Als gevolg hiervan wor-den die situaties vermewor-den of

TABEL 2.

Indeling angststoornissen volgens D.S.M.IHR. Paniekstoornis zonder agorafobie Paniekstoornis met agorafobie Agorafobie zonder een voorge-schiedenis van paniekaanvallen Sociale fobie

Enkelvoudige fobie

Obsessief-compulsieve stoornis Posttraumatische stress-stoornis Gegeneraliseerde angststoornis Angststoornis niet elders gespecificeerd

met zeer veel angst doorstaan. De angst voor kritiek en de angst te worden uitgelachen, staan centraal. Mensen met deze fobie voelen zich snel minder-waardig, ze tobben over hun ui-terlijk en prestaties. Ze leiden een teruggetrokken bestaan en mijden sociaal contact. Meestal komt het verzoek om hulp erg laat, als er al aanzienlijke beper-kingen in het beroepsmatige en sociale functioneren bestaan. De sociale fobie is vermoedelijk de meest onderschatte fobie.

Specißeke of enkelvoudige fobieën Casus: een 53-jarige vrouw komt op het spreekuur en vertelt dat zij 'het niet meer heeft' bij het zien van een spin. Hoewel ze rationeel weet dat er geen enkel gevaar be-staat, wordt ze bij het zien van een spin overvallen door een onbeschrij-felijk gevoel van angst. Ze kan niet zeggen waarvoor ze precies bang is. Het gevoel is zo sterk dat ze totaal verlamd bovenop een stoel gaat staan of zich terugtrekt in een an-der vertrek tot iemand anan-ders de spin heeft veru'ijderd. Ze meldt zich nu op het spreekuur, omdat ze als leidster van een zomerkamp on-der nogal primitieve omstandighe-den meer dan anders het risico loopt aan spinnen te worden blootgesteld.

De enkelvoudige fobie is een sterke angst voor een scherp omschreven stimulus. Blootstel-ling aan die stimulus wordt ver-meden of met zeer veel angst doorstaan. De binding aan een bepaald type situatie is bij deze vorm van fobie het sterkst. De meest voorkomende fobieën zijn: de fobie voor kleine dieren (spinnen, ratten en/of insekten); voor bloed, verwondingen of injecties; voor kleine ruimten

(5)

(claustrofobie); voor de tand-arts; voor vliegen en voor hoogte; en voor water, onweer en/of duisternis. Slechts een kleine minderheid van de lijders aan een specifieke fobie zoekt daarvoor hulp, meestal als het vermijden van de gevreesde si-tuatie leidt tot onacceptabele beperkingen in het sociale en/of beroepsmatige functione-ren. Herkenning levert in de re-gel weinig moeite op.

Gegeneraliseerde angst

Casus: een 36-jarige man meldt zich bij herhaling op het spreekuur met klachten over gespannenheid, slapeloosheid, duizeligheid en hart-kloppingen. De huisarts kent hem als iemand die veel piekert en altijd leeuwen en beren ziet. Patiënt is herhaaldelijk naar de fysiotherapeut verwezen in verband met span-ningshoofdpijn en hypertone mg-miisculatuur. Bij lichamelijk onder-zoek ligt hij als een plank op de onderzoektafel. De handpalmen zijn koud en de polsfrequentie is verhoogd. Bij verder vragen blijken er relatieproblemen te bestaan. Gegeneraliseerde angst is een chronische, niet-realistische en excessieve angst voor twee of meer levensomstandigheden. Deze angst gaat gepaard met motore spanning, autonome hy-peractiviteit en hyperalertheid.

Het is een vorm van chroni-sche angst die niet te herleiden valt tot angst voor paniekaan-vallen, confrontatie met fobi-sche of traumatifobi-sche 'cues'. Hier staat het overal-tegen-op-zien centraal. Mensen met ge-generaliseerde angst maken zich voortdurend zorgen. Lichame-lijke angstequivalenten zijn voor het stellen van de diagnose

1066

IN HET KORT

De specifieke fobie is angst vooreen bepaal de sterk omschreven prikkel, terwijl de gegeneraliseerde angst daarentegen een chronische en niet-realistische angst is voor meerdere, als gevaarvol ervaren gebeurtenissen in de toekomst.

obligaat, evenals het gevoel op scherp te staan (hyperalertheid, hypervigilantie).

Posttraumatische stress-stoornis Casus: een 28-jarige vrouw met een al langer bestaande voorgeschie-denis van slaapstoornissen en klachten op gynecologisch gebied wordt verwezen door de eerstehnlp van het ziekenhuis, waar zij de dag tevoren een maagspoeling heeft ondergaan na een suïcidepoging. Het blijkt dat zij last heeft van nachtmerries en perioden van afwe-zigheid. Bij verder vragen meldt zij dat ze tijdens de perioden van afwezigheid herinneringsbeelden heeft van traumatische, sexuele er-varingen op kinderleeftijd. De posttraumatische stress-stoornis wordt gekenmerkt door angst als gevolg van niet te stui-ten herbelevingen van traumati-sche gebeurtenissen; daarnaast door nachtmerries, verhoogde 'arousal' en vermijding van 'cues' die op enigerlei wijze

naar het trauma verwijzen. Deze perioden van angst kun-nen worden afgewisseld met pe-rioden van emotionele verdo-ving en depersonalisatie. De casus laat zien welke ver-schijnselen bij de posttraumati-sche stress-stoornis voorkomen. Hier wordt de vaak zeer heftige angst bepaald door herbelevin-gen van traumatische situaties, vaak incest, verkrachting of fy-siek geweld. Tijdens de herbe-leving maakt de patiënt vaak een afwezige indruk. Soms worden stemmen in het hoofd gemeld. Tussen de herbelevin-gen in zijn patiënten vaak hy-peralert en overgevoelig voor signalen die op enigerlei manier verwijzen naar de traumatische situaties. Te denken valt aan te-levisiebeelden, aanrakingen (waaronder lichamelijk onder-zoek), ruzie of een ruzieachtige sfeer en plaatsen waar de trau-matische gebeurtenis zich heeft afgespeeld of die daarop gelij-ken. Confrontatie met signalen die naar het trauma verwijzen, wordt vermeden.

Bij sommige patiënten wordt in plaats van de hyperalertheid het omgekeerde gezien: een toestand van emotionele vlak-heid en onbereikbaarvlak-heid. Dit verdoofd-zijn is soms moeilijk te onderscheiden van de depres-sie. Automutilatie kan dan een manier zijn waarop wordt ge-poogd het contact met zichzelf te herstellen. Suïcidepogingen komen ook frequent voor. Uit onderzoek is gebleken dat meer dan de helft van de vrouwen die een eerste suïcidepoging doet, een voorgeschiedenis heeft van sexueel misbruik.

(6)

de scheepvaart besmi 60 jaar Eenjubileum waard Paginal

Verbod i>p tabaksreclame?

[n tegenstelling ux andere org. msattcs m de gezondhads/org heeft de KNMG nog geen stand punt ingenomen over de vraag of er een verbod op tabaksreclame moei komen Pagina 3

Arts en mensenrechten

In df 17de eeuw k w . m i de arts Johannes \Vier al op voor de rechten van de mens. De Johannes Wierslichunj; houdt /Ljn ideecn in ere. blijkens een onlangs gehouden symposium

Pagina 5 [Hscussie in "Des Indes"

n hei tweede artikel n.a.v. een discussie in het Haagse hotel Des Indes over de communicatie

tus-GEZONDHEIDSZORG

Beroepsgroep moet zelf belang duidelijk maken

Effecten fysiotherapie

nauwelijks aangetoond

V an de effectiviteit van fyunlbera-|iii- is nu« bijzonder weinig aange-toond. Dit wil overigen* niet zeg-gen dat fysiotherapie helemaal geen zin zou hebben. Dit «taut in een rapport van de vakgroep Epi-demiologie en RiostatHtk-k »an de K ij fcsLinm-n.il c il [ jmburg.

zydige problemen (lev^r- en nier-aandoeningen, niet Age nezende breuken. reuma.i Rechterem en pen dingsMoom i ssen ) J meen hebben i ov er andere t lijkheden zijn y Met effettiv de/c al meijl zijn opgeld effect \voiy Inlertei Hel rapport beval een analyse van UM dusver vemcht onder/oek naar effecüviieit van fysiotherapie

l de resultaten als de k hel onderzoek «.order

üenoemd Hel is. vol-kers, "aan de be-aan te loner

Mie

»idelijkheid

rivé-klinieken

komen We antwoord geeft op de vraag hoe dat teerd met kan worden voorkómen

in die Meer steun krijgl Simons van de sen eerste- en iweeddijn worden

hverse vonnen van samenwer-ing lussen eerste en tweedelijn onder de loep genomen.

Pagina 6 en 7

if> op pagina 1 2 .iitriom 2

enpreveitie pntk^king ?ijn Irai. zijn iiitniK _ . \. CV m^ Lltjk en

ennvL-sme oeleni al eeuwen een aantrtkkmgskmchl uil op de

mens. de geneeskundige

belang-stellm. vt>ir hel verschijnse wwd: ,i) JcHtr Hippocrates

be-hreven. UU de middeleeuwen zo" n 700 documenten bekend over de geneeskundige gen \an magneten \anerend van bolbreuk tot waterzucht. Fysiotherapeuten gebruiken mag-neettherapie voor bijna even

veel-Meningsve

Hei «a» heiWdA-fraUk-li.1 Van Otterloo die ofj

handelmg om een nciiitie vroeg Hijerkenldaterspihke is \anme ningsverschil tussen de fractie en Simons "Ikben van meningdatje niet kunt \olstaan mei een toetsing of de toegankelijkheid en de

kwa-Estraderm TTS 50 / 6 st verpakking Estraderm TTS 100 / 6 st verpakking Verdere informatie is op aanvraag verkrjgbaar

Alternalieve geneeswijzen

n het laalste artikel over altema-ieve geneeswijzen wordt inge-;aan op de vraag wat de onbe-listc wetenschappelijke stand an zaken inzake alternatieve ge- j KCSWIJÄO voor hei beleid i

ior artsen betekent. Pagina l

rombig in De Balie

n hel politiek-c ui lure Ie L 3e Balie hield de hou

(7)

Dwang

Casus: een 28-jarige vrouw vertelt dat zij niet kan ophouden met het schoonmaken en op orde brengen van haar huis. De angst dat er toch nog vuil is achtergebleven, houdt haar zo bezig dat haar nachtrust eronder lijdt. Omdat alles schoon-maken toch met lukt, heeft zij ver-schillende zones in haar huis inge-steld met een uiteenlopende graad van reinheid. Langzaam heeft zij het territorium waar zij zich goed voelt, kleiner zien worden. Zij ver-mijdt het om de deur uit te gaan, omdat het schoonmaakritueel bij te-rugkomst zo tijdrovend is dat zij aan de andere noodzakelijke schoonmaakactiviteiten niet meer toekomt. Ook haar man heeft zich moeten schikken in haar rigide rei-nigingsrituelen. Bij thuiskomst moet hij zijn schoenen in een be-smette zone uittrekken en met schone sokken de overstap naar een 'veilige' zone maken. De spanning tussen beide echtelieden is zo hoog opgelopen, dat zij zich bij het R.l.A.G.G. hebben aangemeld voor relatietherapie.

De dwangstoornis (obsessief-compulsieve stoornis) wordt ge-kenmerkt door niet te stoppen gedachten, impulsen of beelden met een agressieve, sexuele of blasfemische inhoud (obsessies) en/of door zich telkens herhalen-de, stereotype handelingen, die een bepaald niet-reahstisch ge-vaar moeten afwentelen (com-pulsies).

Ten aanzien van dwang kan on-derscheid worden gemaakt tus-sen dwanghandelingen (com-pulsies) en dwanggedachten (obsessies). Zonder dat men dit wil, heeft men het gevoel ge-dwongen te worden iets te doen

of te denken. Het met bewuste wilsinspanning tegenhouden van de dwanghandeling of de dwanggedachte leidt tot een sterke toeneming van angst.

Dwanghandelingen

Dwanghandelingen hebben mees-tal betrekking op de hygiëne en/of ordelijkheid en op het con-troleren van zaken, waarvan men zich verbeeldt dat deze zonder controlehandelmgen zouden lei-den tot een catastrofe. Wat be-treft het eerste moet worden gedacht aan overmatig poetsen, opruimen en zichzelf \vassen; wat betreft het tweede aan ta-melijk gebruikelijke controle-handelingen zoals het uitdraaien van het gas of het licht en het op slot doen van deuren, maar ook aan strikt individuele pre-occupaties. Zo moest een pati-ënte alle kranten spellen om na te gaan of op de plaatsen waar zij de afgelopen dagen was weest geen ongeluk was ge-beurd, waar zij verzuimd zou kunnen hebben hulp te bieden; een ander was zo bang bij het boodschappen doen iets te ver-geten dat de hele dag werd be-steed aan het opstellen en con-troleren van het boodschappen-lijstje. Schoonmaakntuelen kun-nen de dagelijkse gang van za-ken ernstig verstoren, doordat ook huisgenoten aan de rein-heidseisen moeten voldoen en doordat aan het schoonmaken de nachtrust wordt opgeofferd. Ook de teldwang komt regel-matig voor.

Dwanggedachten

Dwanggedachten hebben in de regel een agressieve, sexuele of godslasterlijke inhoud en gaan vaak gepaard met levendige

voor-PRAKTISCHE PUNTEN

• Paniekaanrallen worden door de

patiënt vaak geïnterpreteerd als be-wijs voor een ernstig lichamelijk

lij-den.

• De beleving*-, gedrags- en

fysio-logische verschijnselen van angst to-nen onderling een aanzienlijke vari-atie in intensiteit: sterke fysiologi-sche verschijnselen van angst gaan bijvoorbeeld lang niet altijd gepaard met een intense angstbeleving.

• De agorafobie is een fobie voor uit

huis gaan; wat vermeden wordt, zijn paniekaanvalten buitenshuis.

• Vraag bij een eerste suïcidepoging

bij een vrouw altijd naar nare sexue-le ervaringen.

0 Naar vermijdingsgedrag en naar

dwangrituelen dient gericht te wor-den gevraagd, omdat patiënten zich ervoor schamen of omdat de ver-schijnselen daarvan ego-syntoon zijn geworden.

0 Angst is pathologisch als het leidt

tot beperkingen in de sociale en be-roepsmatige sfeer.

• Bij iedere somatiserende patiënt

dient gericht naar angststoornissen te worden gevraagd.

stellingen. Een patiënte vermeed het om het keukenmes te gebrui-ken, omdat het zien daarvan haar dwong om te denken dat zij daarmee één van haar familiele-den om het leven moest brengen. Besluit

Het moeilijkst te onderkennen zijn vermijdingsgedrag en dwang-gedachten en -handelingen. Hier-naar dient gericht te worden ge-vraagd. Daarnaast kan de arts bij paniekaanvallen, agorafobie en gegeneraliseerde angst gemakke-lijk op een dwaalspoor worden gebracht, omdat primair vaak de lichamelijke verschijnselen wor-den gemeld en de patiënt vooral m het verdwijnen daarvan lijkt te zijn geïnteresseerd. •

(8)

LITERATUUR

! Beltman BD. Basha I, Flaker G. Rosear L de, Mukerji V, LamberaJ. Non-fearful pa-nic disorder paniek attacks without fear. Behavior Research and Therapy 1987, 25: 487^92.

- MarkowitzJS. Weissman MM. Qucllette R, Lish JD, Klennan GL. Quality of life in panic disorder. Archives of General Psychi-atry 1989; 46: 984-92.

3 Mukerji V, Bcitman BD, Alpert MA, He-witt JE, Basha IM Panic attack symptoms m patients with chest pain and angiogra-phically normal coronary arteries. Journal of Anxiery Disorders 1987; 1: 41-6. 4 Regier DA. Boy d JH, Burke JD, Rae DS,

MyersJK. Kramer M, Robins LN, George LK, Kamo M. Locke BZ. One-month prevalence ot mental disorders in the Uni-ted States. Archives of General Psychiatry 1988: 45; 977-86.

Shapiro S, Skinner A, Kesslet LG, KorffM von, German PS, Tischler GL, Leaf PJ, Benham L, Cottier L, Regier DA Utiliza-tion of health and mental health services. Three epidemiologie catchment area sites. Archives of General Psychiatry 1984; 41: 971-8

Wittchen H-U. Epidemiology of panic at-tacks and panic disorders. In: I. Hand & H-U. Wittchen (eds.). Panic and Phobias ]. Empirical evidence of theoretical models and longterm effects of behavioural treat-ments Springer Verlag: Berlin/Heidel-berg/Neu York/Tokyo, 1986: 19-28. Wittchen H-U. Natural course and spon-taneous remissions of untreated anxiety disorders: results of the Munich Follow-up Study (MFS). In: I Hand & H-U Witt-chen (eds), Panic and Phobias 2. Treat-ments and variables affecting course and

outcome. Springer Verlag: Berlin/Hei del-berg/New York/Tokyo, 1988: 3-17. Gemakkelijk toegankelijke Nederlandsta-lige literatuur:

8 Emmelkamp, P.M.G., Bouman, T K &. H.A- Scholing (1989), Angst, fobieën en dwang: diagnostiek en behandeling. Van Loghum Slaterus: Deventer. 9 Wolf, M. de & Jac Hoevenaars (Î985),

Met angst en beven. Over angsten en fo-bieën. Ad. Donker: Rotterdam (hoewel dit boek primair voor paaënten « bedoeld, is het ook voor de huisarts geschikt om ver-trouwd te raken met verschillende vormen van angst).

over

AFTEN

gesproken

Buccalsone

open t monden die voor anderen gesloten Wijven

OOK DE FABRIKANT VAN: TRIANAL DORSIFLEX CALMDAY C-WILL EN WILLOSPON POSTBUS 30,1160 AA Zwanenburg Voor de bijsluiter, zie het repertorium 1989

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Kelling, G.L Police field services and crime: the presu- med effects of a capacity. Crime and delinquency, 24e jrg., nr. De schrijver bespreekt de onderzoeken die gedaan zijn

T OEVOEGEN VAN KENMERKEN AAN GELABELDE DATA

Er is onder de democratische partijen één partij, de P.v.d.A., die zich duidelijk uitspreekt tegen de bestaande economische orde. Als de opstellers van het adres ~edeneren:

Resumerend, stelde hij hier, dat, be- halve door het wegvallen van uitgaven met aflopend karakter, het overheids- budget, voor zover uit lopende inkom-sten te

Julia wordt plotseling wakker door een geluid in haar kamer en ziet er grie- zelige schaduwen.. Simon heeft bij het spelen drie keer op een

De oplossing en zeer veel andere werkbladen om gratis te

Het accent lag op de fysiologische aspecten van angst, er werd geen onderscheid gemaakt tussen (ob- jectloze) angst en (objectgebonden) vrees, en er werd feitelijk geen