Nummer: 4.4.4/ 200026/ 3.B603
Betreft: Oordeel met betrekking tot de naleving van art. 69, lid 5, Wp2000, boekjaar 2003
Vervoerkamer
RECHTSOORDEEL
Onderstaand treft u het oordeel aan van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: NMa) met betrekking tot de naleving door HTM van het bepaalde in artikel 69, vijfde lid,
van de Wet personenvervoer 20001 voor boekjaar 2003.
I INLEIDING
Bij brief van 12 oktober 2004 is u door de directeur van de Vervoerkamer van NMa verzocht om toezending van de verklaring zoals bedoeld in artikel 69, vijfde lid, voor het boekjaar 2003. In reactie daarop heeft de NMa de verklaring van HTM over boekjaar 2003 is door de NMa op 5 november 2004 ontvangen.
Onderhavig oordeel geeft weer of met beide overgelegde verklaringen wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 69, vijfde lid.
II BEOORDELING NALEVING ARTIKEL 69, VIJFDE LID
Uw verklaring is beoordeeld aan de hand van het controleprotocol Gemeentelijke vervoerbedrijven (Stcrt. 2004, 186). Uit deze beoordeling blijkt dat de onafhankelijke deskundige de
modelverklaring heeft toegepast en de regels van het controleprotocol heeft gevolgd bij de beoordeling van de financiële verhoudingen tussen HTM en haar dochter- en zustervervoerders. Uit de brief waarmee de verklaring is toegezonden en de daarbij gevoegde interne memo blijkt dat deze ter inzage is gelegd op alle kantoren van HTM.
1
Alle hierna genoemde artikelen zijn eveneens artikelen van de Wet personenvervoer 2000, tenzij anders wordt aangegeven.
2
III CONCLUSIE
HTM heeft met betrekking tot het boekjaar 2003 aan het bepaalde in artikel 69, vijfde lid, voldaan.
Datum:
De directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit voor deze:
Wg. 10 december 2004 Drs. R.J.P. Jansen Plv. directeur-generaal