Vraag nr. 239 van 8 augustus 2001
van de heer FILIP DEWINTER
Wateroverlast Antwerpen – Maatregelen
Felle onweders en stortregens hebben in de nacht van zondag 22 juli 2001 voor ernstige wateroverlast gezorgd in het A n t w e r p s e. Nogmaals werden de traditionele "rampgebieden" Merksem en Ekeren g e t r o f f e n . Talrijke bewoners leden voor de zoveel-ste keer aanzienlijke materiële schade door onder-gelopen huizen en kelders. Op sommige plaatsen in de regio steeg het water tot een hoogte van vijftig centimeter.
Voormalig minister Theo Kelchtermans beloofde reeds in 1999 dat hij de rivier de Schijn zou laten uitbaggeren en saneren. Mede hierdoor zou het probleem van de wateroverlast tot een minimum worden beperkt.
1. Werden deze werkzaamheden reeds beëindigd ? Zo neen, hoe evolueren ze ?
2. Welke maatregelen neemt de minister nog om de oorzaken van de geregelde overstromingen in dit gebied aan te pakken ?
3. Is er de laatste drie jaar overleg geweest tussen het stadsbestuur en de diensten van de minister omtrent de aanpak van de wateroverlast op het Antwerpse grondgebied en zo ja, wat werd er afgesproken ?
Antwoord
Tijdens de nacht van 22 op 23 juli 2001 trok inder-daad een hevig onweer over de stad Antwerpen en o m g e v i n g. Vooral het noordelijk deel van de stad werd weerom niet gespaard van een ongemeen he-vige neerslag. Uit metingen van het Stedelijk Ont-wikkelingsbedrijf van Antwerpen bleek dat het dit-maal ging om een neerslag van een nog grotere in-tensiteit dan de neerslag van september 1998. In Merksem werd een neerslaghoeveelheid geme-ten van 36,4 millimeter (of 36,4 liter per m2) over
een periode van 30 minuten. De totale hoeveelheid tussen 1 uur 15 en 9 uur bedroeg 76 millimeter. Dergelijke hevige neerslag is zeer uitzonderlijk en kan in de laagst gelegen zones wateroverlast ver-oorzaken.
Voor het "beperken" van wateroverlast kunnen maatregelen worden uitgewerkt. Aan dergelijke oplossingen werken op dit ogenblik zowel het Vlaams Gewest, met name de afdeling Wa t e r, a l s de stad Antwerpen.
1. Van de werkzaamheden die in 1999 werden toe-g e z e toe-g d , zijn intussen de werken in opdracht van de NV Aquafin voor het bouwen van een pompstation in de RWZI van Merksem, b e ë i n-digd ( RWZI : rioolwaterzuiveringsinstallatie – r e d . ). Het Vlaams Gewest stelt hier permanent een mobiele pomp ter beschikking van de NV Aquafin ter vergroting van de geïnstalleerde p o m p c a p a c i t e i t . Verder heeft de afdeling Wa t e r van het Vlaams Gewest de Schijnoverwelving tussen de Schijnpoort en de Verlegde Schijns in Ekeren voorzien van geschikte toegangskamers. De ruiming van de Schijnoverwelving werd ge-start in 2001. Ik heb daartoe op de begroting de middelen voor het verzekeren van de veiligheid van onbevaarbare waterlopen opgetrokken van 150 tot 230 miljoen, en de eerste drie jaar wor-den die middelen voor het grootste gedeelte ge-reserveerd voor de ruiming van de Schijn. D e eerste fase, de ruiming van de rechterkoker, i s thans zo goed als uitgevoerd. Hierbij moet wor-den vermeld dat op het ogenblik van de water-overlast van 23 juli 2001, deze koker over het stroomafwaartse deel, vanaf Merksem tot Eke-r e n , Eke-reeds volledig was vEke-rijgemaakt van Eke- rui-m i n g s p r o d u c t e n , zodat de riooloverstorten dus geen hinder meer konden ondervinden van de aanwezigheid van slib en andere afzettingen. 2. Aansluitend bij de ruiming van de
Schijnover-welving is de ruiming van de Verlegde Schijns, Hoofdgracht en Voorgracht gepland. In een eer-ste fase worden de wachtboezems geruimd, e n de aanvang hiervan is gepland voor in de loop van 2002. Het verder ruimen van de Ve r l e g d e Schijns zal gebeuren afhankelijk van de nood-zaak die zal blijken uit een thans reeds lopende modelleringsstudie.
Buiten de maatregelen die door mijn voorgan-ger werden toegezegd, loopt zoals boven reeds vermeld een modelleringsstudie over de Schijn-v a l l e i . Aan de hand Schijn-van deze studie zullen eSchijn-ven- even-tueel noodzakelijke overstromingsgebieden als buffering van de piekdebieten worden bepaald, evenals de locatie en de capaciteit van een bij-komend pompstation op de benedenloop (zijn-de (zijn-de Schijnoverwelving en (zijn-de Ve r l e g d e Schijns) van de Grote Schijn. Dit bijkomend pompstation moet ervoor zorgen dat een per-manent lagere waterstand in de Schijnoverwel-ving wordt verkregen, waardoor de rioolover-storten van Merksem op een efficiëntere wijze kunnen werken.
Naast de werken die de waterafvoer in de Grote Schijn moeten regelen en verbeteren, is nog de aanleg van een sedimentatiebekken gepland, dat moet beletten dat de Schijnoverwelving op-nieuw dichtslibt.
3. Al deze te nemen maatregelen werden bespro-ken in het kader van de bekbespro-kenwerking.
De afdeling Water organiseert het "lokaal wa-teroverleg" voor het deelbekken van de Schijn. Daar worden verschillende besturen, s e c t o r e n en belangengroepen op uitgenodigd. Op basis van de resultaten van de eerste modellering van de Schijn (de bovenloop) werden verschillende scenario's voor de toekomst besproken. De re-sultaten van de tweede modellering (de bene-d e n l o o p ) , bene-die momenteel worbene-dt uitgevoerbene-d en die aansluit op de eerste, zullen ook in het lo-kaal wateroverleg besproken worden. H i e r d o o r wordt een zo breed mogelijk maatschappelijk draagvlak voor de nodige ingrepen en investe-ringen verkregen.
Sinds 1998 is er geregeld overleg gepleegd tus-sen de diensten van het Vlaams Gewest, z i j n d e de afdeling Water en de NV A q u a f i n , de dienst Waterbeleid van de provincie Antwerpen en de diensten van het Stedelijk Ontwikkelingsbedrijf van de stad A n t w e r p e n . Dit resulteerde in een aantal van de boven besproken maatregelen, zoals de aanpassing van de RWZI-Merksem en de aanleg van de buffervijver op de ringcollec-tor.
Verder is er gepland de buffercapaciteit nog te vergroten door de aanleg van een bijkomende b u f f e r v i j v e r. Deze vijver wordt aangelegd door de stad A n t w e r p e n . De afdeling Water stelt hierbij een mobiele pomp ter beschikking van de stad Antwerpen om ter hoogte van de
Gan-zemate een lozingspunt aan te brengen naar de Schijnoverwelving.