• No results found

NMa Jaarbericht 2005

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "NMa Jaarbericht 2005"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

NMa

(2)

1 Inleiding

Op 27 januari 2005 publiceerde de NMa haar Agenda 2005. Daarin werden de toezichtstrategie en de aandachtsvelden aangeduid waarop de NMa zich in 2005 voornamelijk zou richten. In dit Jaarbericht wordt aan de hand van die aandachtsvelden belicht welke resultaten in 2005 geboekt zijn.

Op 19 mei 2005 presenteerde de NMa haar Jaarverslag 2004 en op 1 juli 2005 werd de NMa omgevormd tot een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO). Evenals de publicatie van de NMa Agenda zijn dit belangrijke mijlpalen voor de verantwoordingscyclus en de werkwijze van de NMa. Met het Jaarverslag 2004 beoogde de NMa transparant en volledig inzicht te geven in de resultaten én de effecten van haar optreden. De NMa is dan ook verheugd met de vermelding van haar jaarverslag als best practice voor het onderdeel ‘dialoog met de omgeving’ in het kader van de F.G. Kordes trofee.

De voornaamste organisatorische ontwikkeling die de NMa in 2005 doormaakte, was haar verzelfstandiging tot ZBO per 1 juli. De toezichthouder voor de energiemarkten DTe werd op dat moment volledig geïntegreerd in de NMa. Allebei de sectorspecifieke toezichthouders voor energie en vervoer (Directie Toezicht Energie (DTe) en de Vervoerkamer) zijn als directies integraal onderdeel van de NMa. De leiding van de NMa is overgegaan van een directeur-generaal (mr. P. Kalbfleisch) naar een driehoofdige Raad van Bestuur (mr. P. Kalbfleisch (vz), drs. R.J.P. Jansen en ir. G.J.L. Zijl). Er is een relatiestatuut tussen de Ministers van

Economische Zaken en Verkeer & Waterstaat en de NMa vastgesteld, dat recht doet aan de nieuwe formele bestuurlijke verhoudingen.

2 NMa Agenda 2005

In haar Agenda 2005 kondigde de NMa aan zich bij het opsporen en aanpakken van kartels en misbruik van economische machtsposities in het bijzonder te richten op de volgende sectoren: vrije beroepen, bouw, de financiële sector en de zorgsector. Het sectorspecifieke toezicht op energie door de DTe richtte zich met name op consumentenbelang, administratieve processen in de energiesector, het bevorderen van de

integratie van een Noordwest Europese groothandelsmarkt voor elektriciteit en effectieve marktwerking in de groothandelsmarkt gas. De Vervoerkamer richtte haar sectorspecifieke toezicht op vervoer op het spoor en op het stads- en streekvervoer.

In dit hoofdstuk worden de belangrijkste resultaten genoemd, aansluitend bij de aandachtsvelden uit de Agenda 2005. Daarnaast wordt de toezichtstrategie belicht. In het laatste hoofdstuk worden de kerncijfers over 2005 gegeven.

2.1 Vrije beroepen

In 2005 is voortgegaan met de inventarisatie van beroepsregels voor accountants, advocaten, notarissen en architecten. Het doel van deze omvangrijke inventarisatie is om onnodige mededingingsbelemmeringen in de beroepsregels te identificeren. Tegen deze regels kan wegens de bijkomende effecten op de mededinging bezwaar bestaan als zij verder gaan dan voor een goede uitoefening van het beroep redelijkerwijs

(3)

bevindingen van de Commissie Hammerstein (notariaat) en de Commissie Van Wijmen (advocatuur) afgewacht. In 2006 verwacht de NMa met een nader consultatiedocument te komen.

In maart 2005 heeft de NMa rapport opgemaakt tegen de Nederlandse Orde van Advocaten. De NMa vermoedt dat de regels van de Orde die ‘no cure no pay’ verbieden in strijd zijn met de Europese en Nederlandse mededingingsregels. De sanctieprocedure is voorlopig opgeschort in afwachting van het kabinetsstandpunt over de conclusies van de Commissie Van Wijmen.

2.2 Bouw

In 2005 vormde de bouw een belangrijk aandachtsveld. De NMa nam zich voor de lopende

bouwonderzoeken grotendeels af te ronden. Dat is gelukt. Vrijwel alle onderzoeken die mede zijn gebaseerd op de vanuit de bouwsector ingediende clementieverzoeken, zijn afgerond. Inmiddels is mede op basis van clementieverzoeken in ruim 1500 gevallen bewijs verzameld tegen een onderneming over het overtreden van het kartelverbod. Er werden voornamelijk sectorbrede kartelstructuren blootgelegd. De NMa onderzoekt nog of sprake is van overtredingen van het kartelverbod in enkele kleinere deelsectoren van de bouw.

Ondernemingen hebben de mogelijkheid gekregen om mee te doen aan een zogenaamde versnelde sanctieprocedure. Als ondernemingen meewerken aan deze procedure, stelt de NMa daar een verlaging van de boete tegenover.

In de sectoren grond-, wegen- en waterbouw (GWW) en installatietechniek zijn ook de sanctieprocedures in de versnelde procedure afgerond. De sanctieprocedures in beide sectoren zijn binnen een periode van zes maanden afgerond. De cumulatieve sancties bedroegen voor GWW ongeveer EUR 100 miljoen en voor de installatiesector ongeveer EUR 40 miljoen. In de onderzoeken die in het najaar van 2005 zijn afgerond lopen de versnelde sanctieprocedures nog door. Het gaat om onderzoeken in de sectoren burgerlijke en

utiliteitsbouw (ca. 700 betrokken ondernemingen), het leggen van kabels en leidingen (ca. 90 ondernemingen), groenvoorziening (ca. 60 ondernemingen), de productie en levering van betonnen straatstenen (21 ondernemingen), heipalen (negen ondernemingen) en kanaalplaatvloeren (vier

ondernemingen). De sanctieprocedures tegen ondernemingen die er niet voor hebben gekozen om versneld schoon schip te maken, volgen na de versnelde procedures.

Naast de genoemde bouwprocedures beboette de NMa in december 2005 acht ondernemingen die actief zijn in de groenvoorziening, wegens het overtreden van het kartelverbod. De NMa acht bewezen dat deze

(4)

2.3 Financiële sector

De NMa houdt intensief toezicht op de financiële sector. Zo geeft de NMa jaarlijks haar visie op de concurrentie in de financiële sector door middel van de publicatie van de Monitor Financiële Sector (MFS). De NMa geeft met de MFS geen formele oordelen in het kader van de handhaving van de Mededingingswet. De bedoeling is om kennis en inzichten te delen met alle belangstellenden binnen en buiten de financiële sector. In de MFS wordt geconstateerd dat het geïntensiveerde toezicht van de NMa op de financiële sector vruchten afwerpt. In de publicatie van de MFS in december 2005 is, onder meer, geconstateerd dat banken weinig of geen concurrentie door toetreding van nieuwe partijen ondervinden. Per jaar treden gemiddeld ongeveer vier banken toe tot deze markt, tegenover gemiddeld zes banken die de activiteiten in de

bankensector staken. Daarnaast neemt het totale aantal toe- en uittreders sinds 2003 af. Het beperkte aantal toetreders kan ertoe leiden dat de marktdynamiek en de concurrentie afnemen.

De NMa heeft daarnaast in december 2005, na een bezwaarprocedure bevestigd dat de acht banken die Interpay hebben opgericht het kartelverbod hebben overtreden. De boetes die eerder waren opgelegd aan deze partijen zijn verlaagd naar EUR 14 miljoen (was EUR 17 miljoen), aangezien de banken onder meer een innovatiefonds van EUR 10 miljoen hebben opgericht. Dit fonds beoogt een belangrijke bijdrage te gaan leveren aan een efficiënt(er) betalingsverkeer in Nederland.

De NMa ziet verder af van het opleggen van een boete aan Interpay voor het misbruiken van haar

economische machtspositie wegens het hanteren van excessieve pintarieven. Er gelden voor de handelwijze van de NMa een aantal nieuwe omstandigheden. Vertegenwoordigers van detaillisten die pinbetalingen aan consumenten aanbieden en de betrokken banken hebben op 17 november 2005 een compensatieregeling getroffen. In dit ‘Convenant Betalingsverkeer 2005’ is afgesproken dat elke onderneming die pinnen als betaalmogelijkheid aanbiedt, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2005, ten minste 1 eurocent per transactie korting krijgt op het individueel tussen bank en onderneming uitonderhandelde pintarief (gemiddeld 5 eurocent per transactie). Daarnaast blijkt uit recent onderzoek van de NMa dat de markt van netwerkdiensten voor pinbetalingen is verbeterd. Sinds maart van 2005 is het niet meer Interpay, maar zijn het de afzonderlijke banken die in onderlinge concurrentie pindiensten aan detaillisten aanbieden. Hierdoor zijn de gemiddelde pintarieven substantieel gedaald. Aangezien deze, door de NMa ondersteunde,

ontwikkelingen minimaal eenzelfde effect hebben als een aan Interpay op te leggen boete, heeft de NMa afgezien van nader onderzoek. In de behandeling van de bezwaren van Interpay tegen de eerder opgelegde boete, was de NMa tot de conclusie gekomen dat nader onderzoek noodzakelijk zou zijn voor het aantonen van excessieve tarieven. Van dat nadere onderzoek heeft de NMa, de genoemde omstandigheden in aanmerking genomen, afgezien.

Ten slotte heeft de NMa zich in een informele zienswijze uitgelaten over de oprichting van de instantie Brands & Licences Betalingsverkeer Nederland (B&L) en de activiteiten die zij gaat uitvoeren. Op basis van de door B&L verstrekte informatie heeft de NMa in de informele zienswijze aangegeven dat de

toelatingsprocedure die B&L zal hanteren voldoende onafhankelijk en transparant lijkt te zijn. De NMa zal in het kader van haar toezichthoudende taken aandachtig volgen of de manier waarop B&L in de praktijk haar activiteiten uitvoert binnen de kaders van de Mededingingswet blijft.

(5)

vergunningszaken van Vizier/De Wendel (AWBZ-sector) en CZ/OZ (zorgverzekeraars) werd de

vergunningsaanvraag gewijzigd, zodat deze fusies konden worden goedgekeurd. Nadat de rechter het eerste besluit van de NMa inzake CZ/OZ, waarin de bepaald werd dat CZ en OZ een vergunning nodig hadden voor de concentratie, vernietigde, heeft de NMa het vergunningsbesluit in de zaak CZ-OZ ingetrokken. Dat betekent dat de fusie is toegestaan en dat de gefuseerde zorgverzekeraars niet langer verplicht zijn de eerder opgelegde voorschriften na te leven. In de overige vergunningszaken in de zorg werd in één geval zonder voorwaarden een vergunning verstrekt (Ziekenhuis Hilversum/Ziekenhuis Gooi-Noord) en in twee zaken is de procedure nog niet afgerond.

De zorgzaken kenden in de afgelopen twee jaar een groot aantal interventies, gevallen waarbij de NMa voorwaarden verbindt aan een concentratie. Bij de beoordeling van concentraties in de zorgsector, is keuzevrijheid van consumenten een belangrijk aandachtspunt voor de NMa. Keuzevrijheid is essentieel voor innovatie en kwaliteitsverbetering.

In de NMa Agenda 2005 werd vastgesteld dat bij partijen in de zorg geregeld onduidelijkheid heerst over hoe zij zich dienen te gedragen in overeenstemming met de Mededingingswet. In dergelijke gevallen kan de NMa, onder bepaalde voorwaarden, met een informele zienswijze duidelijkheid verschaffen. Zo heeft de NMa zich in een informele zienswijze uitgelaten over het gezamenlijk preferentiebeleid van vijf Nederlandse zorgverzekeraars. Zij mogen sinds 1 juli 2005 voor drie groepen geneesmiddelen verschillende leveranciers aanwijzen van wie zij voor een periode van zes maanden deze middelen vergoeden. Hierdoor worden de geneesmiddelen, waarvan de prijzen buiten een bandbreedte van 5% van de laagste prijs liggen, niet meer vergoed tenzij voor deze middelen een medische indicatie bestaat. De NMa staat het gezamenlijke preferentiebeleid van de zorgverzekeraars toe omdat dit gezamenlijke beleid noodzakelijk is om de leveranciers te prikkelen op prijs te concurreren waardoor een zo laag mogelijke eindprijs tot stand komt.

2.5 Sectorspecifiek toezicht op energie

Het waarborgen van consumentenbelangen stond in 2005 centraal bij de Directie Toezicht Energie (DTe). Begin 2005 is de NMa gestart met een grootschalig onderzoek naar de administratieve processen bij

energieleveranciers. Uit de resultaten van het onderzoek die op 25 augustus 2005 het licht zagen, blijkt dat de onderzochte grote energieleveranciers er grotendeels in zijn geslaagd om de achterstanden bij verhuizingen en overstap weg te werken. Als vervolg op dit onderzoek verschijnt sinds september 2005 ieder kwartaal een scorekaart op de website www.dte.nl. De scorekaart geeft de consument inzicht in de prestaties van

individuele energiebedrijven.

Naar aanleiding van een toenemend aantal verontrustende signalen van consumenten over klantenwerving, heeft de NMa de energiebedrijven opgeroepen om een einde te maken aan misleidende en oneerlijke wervingspraktijken. Ook zijn consumenten uitgenodigd om eventuele misstanden bij werving te melden. De NMa vroeg de energiebedrijven in oktober 2005 om gezamenlijk een gedragscode op te stellen waarvoor de energiebedrijven eind december 2005 een concept hebben aangeleverd dat momenteel door de NMa bestudeerd wordt.

(6)

Op groothandelsgebied is de NMa een onderzoek gestart ter bepaling van de relevante markten voor elektriciteit. Het is de wens van de Minister van Economische Zaken en de Europese Commissie om tot een geïntegreerde, Noordwest-Europese elektriciteitsmarkt te komen. Schaalvergroting op de

elektriciteitsmarkten kan zorgen voor een verbetering van de leveringszekerheid en de concurrentie. De NMa brengt onder meer in kaart welke partijen en factoren een rol spelen bij de mogelijke ontwikkeling van een Noordwest-Europese markt, mede aan de hand van een aantal scenario’s. In december van 2005

publiceerden de energietoezichthouders in Nederland, België en Frankrijk een routekaart om de integratie van de groothandelsmarkten voor elektriciteit in deze landen te bevorderen. De nadruk hierbij ligt op het verbeteren van het grensoverschrijdende transport en handelsverkeer in deze regio.

De NMa heeft de landelijke netbeheerder gas (GTS) aangewezen als alternatieve aanbieder van

gasflexibiliteitsdiensten. Hiermee hebben leveranciers en grote afnemers van gas bij de inkoop van de door hen benodigde flexibiliteitsdiensten meer keuze. Flexibiliteitsdiensten zijn van essentieel belang voor de werking van de gasmarkt omdat zij leveranciers en grote afnemers van gas in staat stellen om

schommelingen in de gasafname op te vangen.

Het jaar 2005 was het eerste jaar waarin de NMa een aantal (17) energiegeschillen beslechtte. De NMa behandelt geschillen tussen netbeheerders en gebruikers van het net. Er werden voor het eerst ook op basis van de energiewetten sancties opgelegd. Deze sancties werden opgelegd voor het hanteren van oneerlijke en misleidende verkoopmethoden door energieleveranciers en voor energiebedrijven die zich niet hebben gehouden aan de verplichting om een hoeveelheid elektriciteit in te bieden die minstens net zo groot is als de transportcapaciteit die zij eerder via de dagveiling hebben verkregen. In totaal bedroegen de sancties

ongeveer EUR 500.000,-.

2.6 Sectorspecifiek toezicht op vervoer

Het afgelopen kalenderjaar was het eerste jaar van het toezicht op de naleving van de Spoorwegwet door de Vervoerkamer van de NMa. Eind 2004 had de minister besloten een aantal overgangsmaatregelen in te voeren op het terrein van de NMa (toegangsovereenkomst, gebruiksvergoeding) waardoor nog niet alle toezichtstaken die in de wet zijn omschreven uitgevoerd konden worden.

Uit onderzoek naar de inhoud van de Netverklaring 2006 bleek dat relevante informatie voor de vervoerders ontbrak ten aanzien van de beschikbaarheid van de infrastructuur, het capaciteitsverdelingsproces en de gebruiksvergoeding. De Netverklaring is de jaarlijkse prospectus van de railinfrastructuurbeheerder (ProRail) waarin wordt aangewezen welke infrastructuur beschikbaar is of zal zijn voor spoorwegondernemingen en de voorwaarden voor het gebruik ervan. Tevens is de Netverklaring te laat vastgesteld door ProRail. ProRail heeft naar aanleiding van de onderzoeksresultaten aangegeven de tekortkomingen te herstellen respectievelijk de verbeteringen door te voeren in de Netverklaring 2007. De eerste aanvulling van de Netverklaring 2006 die naar aanleiding van het onderzoek is uitgebracht is nog in 2005 verschenen.

(7)

goederenvervoerders, na notificatie aan, en onder toezicht van de NMa, in het kader van de totstandkoming van de toegangsovereenkomsten voor 2006 bijeen gekomen om te spreken over de Gebruiksvergoeding 2006. Dit heeft reeds in 2005 geleid tot het opstellen van een agenda inclusief een planning voor 2007 en een tussenoplossing in de Toegangsovereenkomst 2006.

De NMa heeft in 2005 de eerste onderzoeksronde afgerond naar de naleving van de verplichting van gemeentelijke vervoerbedrijven tot het onderbrengen van andere activiteiten dan de onderhands gegunde openbaar vervoeractiviteiten in een aparte rechtspersoon. Daarnaast zijn alle jaarlijkse verklaringen van de gemeentelijke vervoerbedrijven over de financiële verhoudingen tussen het gemeentelijk vervoerbedrijf en haar dochter- en zustervervoerders beoordeeld. De kwaliteit van de afgegeven verklaringen is duidelijk toegenomen sinds de uitgifte van het Controle Protocol door de NMa. De ervaring met het toezicht op basis van de Wet personenvervoer 2000 in de afgelopen jaren heeft de NMa ingebracht in de lopende evaluatie van de wet. Eind december heeft de Minister van Verkeer & Waterstaat het kabinetsstandpunt naar de Tweede Kamer gestuurd.

Naast datgene wat in de NMa Agenda 2005 werd aangekondigd heeft de NMa de bewindspersonen van Verkeer en Waterstaat in 2005 uitgebreid geadviseerd over de (mogelijke) totstandkoming van wet- en regelgeving voor regulering van de Luchthaven Schiphol, de loodsgeldtarieven en het Havenbedrijf Rotterdam.

2.7 Toezichtstrategie

In de NMa Agenda 2005 is toegelicht dat de NMa verschillende toezichtstrategieën hanteert in uiteenlopende situaties. Evidente wetsovertredingen leiden in het algemeen tot een sanctie, dat wil zeggen een bestuurlijke boete en/of een last onder dwangsom. Sanctionering echter is niet het enige instrument dat de NMa ter beschikking staat. Onder bepaalde omstandigheden kan het efficiënter en effectiever zijn om alternatieve maatregelen te nemen, waarbij onmiddellijke beëindiging van de overtreding steeds het uitgangspunt is. Het naleven van de wet is uiteraard de verantwoordelijkheid van ondernemingen zelf. De NMa ondersteunt de ondernemingen daarbij door middel van bijvoorbeeld voorlichting. Zo is in 2005 een geactualiseerde versie van de Richtsnoeren Samenwerking Bedrijven gepubliceerd. Er werd ook een informele zienswijze afgegeven over nieuwe samenwerkingsvormen in de garnalensector. Met behulp van de in juni 2005 gepubliceerde Beleidsregels voor Taxicentrales kunnen taxivervoerders en taxicentrales aan de hand van concrete voorbeelden nagaan in hoeverre zij mogen samenwerken binnen de kaders van de Mededingingswet. De richtsnoeren en brochures die de NMa publiceert met als doel duidelijk te maken hoe de wetgeving geïnterpreteerd dient te worden, zijn ook te vinden op www.nmanet.nl.

3 Andere activiteiten

Naast de activiteiten die de NMa ondernam binnen de genoemde aandachtsvelden, werden ook andere zaken opgepakt. Enkele zaken worden hier genoemd.

(8)

kabelnetwerk. De NMa verwacht niet dat door deze overname de mededinging op de markt voor betaaltelevisie en de markt voor inkooprechten van topsegment films significant wordt belemmerd. In augustus gaf de NMa groen licht aan KPN om Telfort over te nemen. Er bleek na onderzoek geen reden om aan te nemen dat door de overname de concurrentie op de markt voor mobiele

telecommunicatiediensten significant wordt belemmerd. De NMa stelde vast dat KPN door de overname een sterkere positie zou verkrijgen. De concentratie leidt er echter niet toe dat een economische machtspositie ontstaat of wordt versterkt. Voor zowel consumenten als zakelijke afnemers blijven er voldoende

keuzemogelijkheden.

De NMa concludeerde in september 2005 dat de tarieven voor analoge standaardpakketten (radio en televisie via de kabel) die UPC en Casema de afgelopen jaren hebben gerekend niet excessief zijn in de zin van de Mededingingswet. Er is dan ook geen sprake van misbruik van een economische machtspositie. Dit is vastgesteld na een diepgaand onderzoek naar de rendementen die beide kabelmaatschappijen op de analoge standaardpakketten hebben behaald. De NMa heeft in haar onderzoeken de totale kosten en opbrengsten onderzocht van de door UPC en Casema aangeboden analoge standaardpakketten in Nederland. Uit de onderzoeken blijkt weliswaar dat de tarieven van UPC en Casema in de jaren 2003 tot en met 2005 omhoog zijn gegaan, maar niet is gebleken dat de kosten en de opbrengsten van UPC en Casema over een langere periode niet in redelijke verhouding tot elkaar staan. De Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) heeft in het kader van haar analyse van de omroepmarkt in haar ontwerpbesluiten aangegeven een aantal kabelmaatschappijen, waaronder UPC en Casema, volgens de normen van de Telecommunicatiewet tariefverplichtingen voor standaardpakketten op te willen leggen. Inmiddels hebben het College van OPTA en de Europese Commissie overeenstemming bereikt over een verdere aanpak van de tarieven voor het

standaardpakket voor de kabel van de drie grootste kabelmaatschappijen (UPC, Casema, Essent).

De NMa deed voorts in 2005 uitspraken over eerder opgelegde voorwaarden bij een concentratie. Zo ging de NMa in december akkoord met het verzoek van De Telegraaf om één van de voorschriften op te heffen die verbonden was aan de vergunning voor de overname van dagblad De Limburger door De Telegraaf. De NMa oordeelde dat het niet redelijk is om nog langer van De Telegraaf te eisen dat de uitgever de commerciële en redactionele bedrijfsvoering van beide dagbladtitels gescheiden houdt.

In januari 2005 besloot de NMa in de concentratiezaak Nuon/Reliant, dat de eerder opgelegde verplichting om periodiek een aantal veilingen van productiecapaciteit van elektriciteit te houden, kon komen te vervallen, onder de voorwaarde dat Nuon de gebruiksrechten over een centrale zou overdragen. Een rechterlijke uitspraak van mei 2005 heeft het oorspronkelijke besluit van de NMa in de zaak Nuon/Reliant vernietigd. Deze zaak is nog in behandeling bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

(9)

onderzoek naar mogelijk concurrentiebeperkend gedrag van Nederlandse energieleveranciers beëindigd. Ook dit onderzoek heeft geen concreet bewijs opgeleverd van een overtreding van de Mededingingswet.

Om dezelfde reden heeft de NMa haar onderzoek naar mogelijk mededingingsbeperkend gedrag van een aantal (scheeps)bergingsbedrijven in Nederland beëindigd. Het onderzoek naar bergingen van schepen heeft geen concreet bewijs opgeleverd van een overtreding van de Mededingingswet.

De NMa besloot daarnaast geen sanctie op te leggen aan Waldeck, moedermaatschappij van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) en Studieplan. Waldeck heeft geen misbruik gemaakt van een economische machtspositie, aldus de NMa in haar besluit dat volgde op een rapport van begin 2004.

Voor het clementiebureau van de NMa stond ook het jaar 2005 met name in het teken van de afronding van de in totaal bijna 500 (in 2004 en 2005) ontvangen clementieverzoeken in de bouwsector. Inmiddels is mede op basis van bewijs dat is verkregen uit clementieverzoeken in ruim 1500 gevallen rapport opgemaakt tegen een onderneming voor het overtreden van het kartelverbod. Circa 500 ondernemingen hebben inmiddels een sanctie opgelegd gekregen als gevolg hiervan.

(10)

4 Het jaar in cijfers

De in dit overzicht weergegeven cijfers zijn voorlopig. Door administratieve processen kunnen de definitieve cijfers enigszins afwijken.

2003 2004 2005 Opmerkingen

Rapporten en boetes

Aantal formele mededingingsrechtelijke

onderzoeken 53 21 20

Aantal formele onderzoeken dat is afgerond met een rapport (vaststelling van een redelijk vermoeden dat de Mededingingswet is overtreden)

16 3 10

Aantal formele onderzoeken dat is afgerond met de

inzet van een ander instrument dan een rapport 15 3 2

Aantal gevallen waarin het formele onderzoek is

stopgezet vanwege onvoldoende bewijs 22 15 8

Aantal formele mededingingszaken waarin boete en/of last is opgelegd

14 12 8*

* Met ruim 500 sanctiebesluiten in de versnelde procedures GWW

en Installatie

Totaal boetes in mededingingszaken in miljoenen EUR

135,5 78,7 141,2*

* boetebedragen zijn niet onherroepelijk; bedragen

kunnen n.a.v. bezwaar/beroep worden

gewijzigd

Klachten en Informele zienswijzen

Afgeronde klachten over overtredingen van de

Mededingingswet 219 199 174

Informele zienswijze 143 80 46

Concentraties

Meldingen van fusies, overnames en joint ventures

(concentraties) 69 83 80

Ingetrokken meldingen 5 4 5

Ontheffing van wachtperiode 1 3 2

Besluiten op meldingen concentraties 71 71 80

Vergunning voor concentratie vereist 2 1 5

Besluiten op vergunningsaanvraag 1 0 7

Vervoer

Zaken gemeentelijke vervoerbedrijven in

behandeling genomen 6 8 5

Aantal zaken afgerond met rechtsoordeel 5 14 1

Energie

Methode-besluiten 18 14 19

Uitvoeringsbesluiten 346 212 81

Handhavingsbesluiten 43 46 46

Adviezen aan Minister van Economische Zaken 62 20 10

Aantal energiezaken waarin boete en/of last is

opgelegd - 0 12

Totaal boetes in energiezaken in miljoenen EUR

- 0 0,5*

* boetebedragen zijn niet onherroepelijk; bedragen kunnen n.a.v. bezwaar/beroep worden gewijzigd Geschillenbeslechting - 0 18 Bezwaar

Afgerond bezwaar in mededingingszaken 47 66 53

Afgerond bezwaar in energiezaken 98 98 41

Beroep

Afgeronde zaken beroep tegen

mededingingsbesluiten door rechtbank Rotterdam 18 14 29

Afgeronde zaken hoger beroep tegen

mededingingsbesluiten door College van Beroep voor het bedrijfsleven

5 12 8

Afgeronde zaken beroep tegen energiebesluiten

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ik zou graag zien dat in de toekomst de NMa zich zou beperken tot haar kerntaak, het bewaken van concurrentie, dat zij de overheid meer zou adviseren over welke marktordening nodig

De NMa concludeerde in 2006 na een eerste onderzoek dat door de overname de concurrentie kan worden belemmerd op de markten voor breedband-internet.. Tiscali is actief als

In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de inanciële overzichten van de uitkomsten van de begrotingsuitvoering

De NMa heeft in 2004 een inventarisatie uitgevoerd van regels die op basis van zelfregulering gelden voor advocaten, notarissen, accountants en architecten en die effecten

een transparante markt, met een historie van stilzwijgende collusie, nadat zij net een.. naar eigen zeggen "bilateraal contact" heeft gehad met een naaste concurrent,

De omstandigheid dat GTS in beginsel het gereguleerde tarief voor dagcapaciteit hanteert als starttarief, waarbij het geldende jaartarief wordt omgerekend naar een dagtarief door

In dit besluit stelt de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) de correctiefactor als bedoeld in artikel 27e, tweede lid, Loodsenwet vast, die

In juli 2010 kreeg Wegener, uitgever van regionale dagbladen, een boete opgelegd van 19 miljoen euro, omdat het voorschrift niet werd nagekomen dat was opgelegd door de NMa in