• No results found

Op Nma

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Op Nma"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Nederlandse Mededingingsautoriteit

B ES LU IT

Nummer: 104110/4

Betreft zaak: Ontheffing proefproject vellen gebundelde grenscapaciteit Oude Statenzijl

Nma

Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 12h van de Gaswet.

I Inleiding

1. Op 6 april 2012 heeft de Raad van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna tevens: de Raad) een schriftelijke aanvraag, gedateerd op 15 maart 2012, ontvangen van Gas Transport Services B.V. (hierna: GTS) inzake het voornemen van GTS tot het experimenteren met het veilen van gebundelde grenscapaciteit op het grenspunt Oude Statenzijl (hierna tevens: het grenspunt). GTS geeft aan dat de werkwijze van dit

experiment in lijn is met de regelgeving zoals vastgelegd in de MR Grenscapaciteit,' welke evenwel nog niet in de nationale codes is vastgelegd. GTS vraagt de Raad om

toestemming voor het uitvoeren van dit experiment. Die toestemming is nodig omdat het experiment in strijd is met een aantal nu nog geldende regels.

2. De achtergrond van het verzoek is, blijkens de aanvraag, aankomende Europese

regelgeving. In dit verband verwijst GTS naar de Network Code on Capacity Allocation Mechanisms (hierna: NC CAM), welke op dit moment in ontwikkeling is.' GTS verwacht dat de NC CAM per 1 oktober 2013 in werking treedt. Vooruitlopend hierop wenst GTS een proefproject to starten, waarbij ervaring kan worden opgedaan met de in de NC CAM voorgestelde wijze van capaciteitsallocatie (veilen). GTS wijst in dit verband op de herhaaldelijke oproepen hiertoe door de Europese Commissie en de nationale

Regeling van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 3 mei 2011, nr. WIZ / 11059422 tot wijziging van de Regeling tariefstructuren en voorwaarden gas, Stcrt. Nr. 7740, 9 mei 2011.

2 De meest recente versie hiervan is door de European Network of Transmission System Operators for Gas (ENTSO-G)

vastgesteld op 6 maart 2012 en op diezelfde datum bij de Agency for the Cooperation of Energy Regulators (ACER)

(2)

Nqa

toezichthouders, waaronder de Energiekamer NMa.3 GTS wijst in dit kader tevens op de welwillende houding van zowel het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en

Innovatie als de Energiekamer van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (verder tevens: Energiekamer NMa). Daarnaast geeft GTS aan dat de werkwijze in het voorgestelde proefproject in lijn is met de MR Grenscapaciteit. Alhoewel deze MR Grenscapaciteit nog niet in de nationale codes is vastgelegd, kan met dit proefproject wel deels aan deze regelgeving worden voldaan, aldus GTS. De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna tevens: de Raad) neemt aan dat GTS pier doelt op de bepalingen voor zover het betreft de verplichting tot het veilen van capaciteit met een looptijd korter dan een jaar.

3. GTS geeft aan dat niet alleen zij baat heeft bij het kunnen opdoen van ervaring met het nieuwe allocatiemechanisme, maar dat ook netgebruikers en toezichthouders hierbij gebaat zijn. In dit kader verwijst GTS ook naar het belang van het opdoen van ervaring met het gebruik van een boekingsplatform en alle operationele zaken daaromheen. Tevens kan het proefproject het vertrouwen in Europa in de werking van dit nieuwe allocatiemechanisme doen toenemen. Ook wijst GTS op haar streven om vroegtijdig te voldoen aan alle onderdelen van de NC CAM, waaronder ook het veilen van andere capaciteitsproducten (jaar, kwartaal en maand). Dit heeft volgens GTS een positieve uitwerking op het aantrekken van gasstromen door het gastransportnet van GTS en is daarmee ondersteunend aan het Nederlandse gasrotondebeleid.4

4- GTS beschrijft het proefproject als volgt. GTS heeft met Gasunie Deutschland (hierna: GUD) afgestemd om een proefproject te realiseren op het H-gas grenspunt tussen GTS en GUD te Oude Statenzijl (300146, Oude Statenzijl GUD-H). Op dit grenspunt zullen GTS en GUD gezamenlijk een beperkte hoeveelheid gebundelde entry- en exitcapaciteit op dag-vooruit basis aanbieden via een veilingmechanisme. Naar zeggen van GTS is dit ter grootte van enkele tienduizenden kubieke meters gas per uur, zowel richting Nederland als Duitsland. Hierbij zullen GTS en GUD gebruik maken van het Duitse

3. European Commission, Communication from the Commission to the European Parliament and the Council , Th e future Role of the regional initiatives, Brussel, 7.12.2010 , COM (2010) 721 final.: " Early implementation by on e regio n might pro vide a useful test bed on ho w best to implemen t n e w codes, on th e time needed to do so an d pra ctical hurdles to be o vercom e. Lessons learne d may facilita te an d speed up implementa tio n in o ther regions. Th e work don e so fa r in the Cen tral- West electricity region on market coupling and in th e Cen tral-East electricity regio n on application of Po w based capa city allocation pro vide good examples in this regard" (p. 4).

Zie ook ACER op het 21''' Madrid Forum van 22 maart 2012 te Madrid, presentatie "Gas regional Initiative Getting to

(3)

m4a

boekingsplatform Trac-x.5 GTS is voornemens uiterlijk drie maanden na de start van het proefproject in samenspraak met de Energiekamer NMa een evaluatie te starten, waarin de ervaringen van GTS en de betrokken marktpartijen zullen worden meegenomen.

5. GTS geeft aan dat de voor het proefproject benodigde capaciteit op dag-vooruit basis zal worden vastgesteld aan de hand van actuele gegevens, zoals de status van het

gastransportnet en de weersverwachting. Deze capaciteit vormt volgens GTS momenteel geen onderdeel van de technische capaciteit op het betreffende grenspunt, omdat deze capaciteit niet voor een langere termijn gegarandeerd kan worden. De momenteel toegewezen vaste en afschakelbare capaciteit op het grenspunt is gebaseerd op de technische capaciteit die GTS voor een langere tijd kan aanbieden. Derhalve is de capaciteit die beschikbaar wordt gesteld voor het proefproject extra vaste capaciteit op dag-vooruit basis bovenop de huidige technische capaciteit.

6. GTS geeft aan dat zij conform de NC CAM en de MR Grenscapaciteit in beginsel het gereguleerde tarief voor dagcapaciteit zal hanteren als starttarief in de veiling. Het proefproject zal derhalve leiden tot tarieven die worden bepaald door het gereguleerde dagtarief vermeerderd met een zogenoemde veilingpremie, het verschil tussen de veilingprijs en het gereguleerde tarief. Als de veilingpremie groter is dan nul, dan zal het in rekening gebrachte tarief dus hoger zijn dan het gereguleerde tarief. Met het oog hierop stelt GTS voor om binnen het proefproject de inkomsten als gevolg van de veiling en de kosten die worden gemaakt ter realisering van het proefproject als 'nieuwe producten en diensten' te verwerken in haar jaarlijkse tariefvoorstel.

7. Het proefproject heeft geen nadelige gevolgen voor bestaande partijen op het grenspunt, aldus GTS. Het proefproject heeft immers enkel betrekking op extra vaste dag-vooruit capaciteit bovenop de huidige technische capaciteit. Het heeft geen gevolgen voor bestaande capaciteitsrechten van partijen met vaste capaciteit of afschakelbare capaciteit. GTS kent weliswaar een systeem van opwaarderen van afschakelbare capaciteit, maar dit systeem is niet van toepassing op de voor het proefproject beschikbare dag-vooruit capaciteit. Ook op dit moment worden lange termijn afschakelbare capaciteitscontracten door GTS niet op dagbasis opgewaardeerd (van afschakelbare naar vaste capaciteit).

GTS geeft aan dat zij enkel positieve readies heeft ontvangen op haar voornemen. In dit verband refereert ze aan het uiten van haar voornemen tijdens een bijeenkomst met representatieve organisaties van netgebruikers op zo december 2011 en een

sectorbijeenkomst bij de Energiekamer NMa op 14 februari 2012. Tot slot geeft GTS aan

(4)

rma

dat zij alle huidige klanten met capaciteit op het grenspunt zal benaderen en de bedoeling en eventuele gevolgen van het proefproject uiteen zal zetten. GTS verwacht ook hierbij een positieve respons.

9. GTS geeft aan dat zij voor de realisatie van dit proefproject twee soorten kosten zal moeten maken. Ten eerste zijn dit interne kosten op IT-gebied, zoals de communicatie met het boekingsplatform, verwerking van veilingresultaten en een aanpassing van de facturering. Ten tweede betreft het kosten met betrekking tot derde partijen, zoals de kosten voor het aanpassen, onderhoud, beheer en gebruik van het boekingsplatform. GTS raamt deze kosten op ongeveert5o.000 euro.

10. Idea liter wil GTS het proefproject starten per 15 mei 2012, zo volgt uit de aanvraag.

Derhalve verzoekt zij de Energiekamer NMa in haar aanvraag om uiterlijk per to mei 2012 hierover een besluit te nemen. GTS heeft nadien echter per email d.d.16 maart 2012 aangegeven dat zij voornemens is het proefproject per 22 mei van start te laten gaan.

II Huidig wettelijk kader On th effingsbevoegdh e id N Ma 11. Artikel 12h van de Gaswet luidt:

7. De raad van bestuur van de mededingingsa utoriteit kan op aan vraag bij b eschikking

een ontheffing verlenen van de ta riefstructuren en de voorwaarden. bij zijn beslissing neemt de raad van bestuur va n de mededingingsa utoriteit de bela ngen als bedoeld in a rtikel tzf eerste lid, onderdelen b tot en met C en de regels, bedoeld in a rtikel 72 5 eerste lid, onderdelen g en h, in a cht

2. De raad va n bestuur van de mededingingsa utoriteit stelt be/eidsrege/s op met betrekking to t de procedure voor aan vraag va n een onthefling.

3. De raad va n bestuur van de mededingingsa utoriteit ka n voorschriften en beperkingen verbinden aan de onthefling. De raa d van bestuur va n de m ededingingsa utoriteit kan de voorschriften en opgelegde beperkingen wijzigen.

4. De raad van bestuur van de mededingingsa utoriteit trekt de ontheffing in op een daa rtoe strekkend schrifielijk verzoek va n de ho uder va n de ontheffing.

5. De raa d van bestuur va n de mededingingsautoriteit ka n de ontheffing intrekken, indien:

a. de houder van de ontheffing de aa n de ontheffing verbonden voorschriften of opgelegde beperkingen niet nakomt;

(5)

c. de raa d va n bestuur van de mededingingsa utoriteit, ge/et op de b elangen bedoeld in a rtikel 7.2C eerste lid, onderdelen b tot en met f, en de regels, b edoeld

in a rtikel 72C eerste lid, onderde/en g en It, va n oordee/ is da t intrekking van de

ontheffing noodzake/ijk is.

6. fen op grond van dit a rtikel genomen beschikking wordt bekendgema akt in de Staa tscoura nt.

Cap aciteitsallo cat ie

12. De Regeling tariefstructuren en voorwaarden gas (verder tevens: de Regeling) geeft

voorschriften met betrekking tot de tariefstructuren als bedoeld in artikel in en de voorwaarden als bedoeld in artikel lab van de Gaswet. De MR Grenscapaciteit is een wijziging op deze Regeling. De aanpassingen die voortvloeien uit deze wijziging van de

Regeling, zijn nog niet geImplementeerd in voornoemde tariefstructuren en voorwaarden. Het betreft Kier onder meer de implementatie van artikel 18b van de Regeling. Lid 2 tot en met 4 van artikel 1812 luiden als volgt:

2. De vo o rwa a rde n bep a len do t op te rm ijn ten m inste tie n p ro ce n t va n de te ch n isch e

la n dsgrens- o ve rsch rijden de cap aciteit vo o r h et transp o rt va n ga s wo rdt ge rese rve e rd vo o r co n t ra cten m e t e en lo op tijd va n een ja a r of ko rte r.

3 . D e vo o rwaa rde n bep ale n m et b e t re kking tot de to e de ling va n de op gro n d va n h et vo rige lid ge reserveerde lan dsgre nso versch njde n de cap a cite it vo o r h e t tra nsp o rt va n gas da t ten m inst e t win tig p ro cen t da a rva n a ls vaste capa cite it wo rdt ge reserve e rd vo o r con t racte n m e t e e n lo op tijd ko rter da n e e n ja a r en wo rdt aa nge b o de n via ee n ve iling do o r of in op dra ch t van de b e h e e rde r va n het desb etreffe n de gasn et.

4. De vo o rwaa rden ku n n e n m et betre kking to t de ve iling a ls b edo e ld in h e t de rde lid, te vens de te rm ijn b epa le n wa a rb in nen de ge rese rve erde cap a cite it wo rdt ge ve ild en de m in im ump rijz e n vastste llen wa a ro n de r die capacite it n ie t wo rdt ge ve ild.

13. Artikel 2.1.2. van de Transportvoorwaarden Gas — LN B, opgesteld op basis van artikel 12b van de Gaswet, heeft betrekking op entry- en exitcapaciteit. Dit artikel bepaalt de wijze van toedeling van transportcapaciteit. Tevens bepaalt dit artikel hoe afschakelbare capaciteit moet worden opgewaardeerd indien nieuwe capaciteit beschikbaar komt. Dit artikel luidt, voor zover Kier relevant, als volgt:

(6)

Nvia

En try- en exitcapa citeit worden gecon tra cteerd en a a n erkende

programma vera ntwoordelijken toege wezen volgens het first come first served principe.

O verige voorwaarden

De netbeheerder va n het la n delijk gastransp ortnet za l on verwilld, me t inachtneming va n

2. 7. 12, na ar ma te er bestaa nde niet ahchakelba re entrycapa citeit respectievelijk

bestaa nde niet a hchakelbare exitcapa citeit o fbestaa nde a fschakelba re entrycapaciteit respectie velijk bestaande a hchakelba re exitcapa citeit in een tra nche met een lagere wa arschijnlijkheid van a hchakelen beschikbaa r komt, de gecontra cteerde a hchakelba re entrycapa citeit respectie velijk a hchakelba re exitcapa citeit in een tranche met een lagere wa arschijnlijkheid va n a fschakelen op waarderen na a r niet a hcha kelba re entrycapa citeit respectie velijk niet a fschakelba re exitcapa citeit da n wel de gecontra cteerde a fschakelba re entrycapa citeit respectie velijk a fschakelba re exitcapa citeit in een tra nche met een h ogere

waa rschfinlijkheid van a fschakelen op waa rderen naa r a hchakelba re entrycapa citeit resp ectie velijk a fschakelbare exitcapa citeit in een tra nche met een lagere

wa a rschijnlijkheid va n a fscha kelen. Het op wa a rderen zal worden uitge voerd in de vo lgo rde van de volgens 5. 7. 6 vastgelegde tfidstemp et

Ta riefregulering

14. Verordening 715 /20096 geeft in artikel 13 de mogelijkheid aan lidstaten om tarieven vast te stellen aan de hand van marktgerichte regelingen, zoals veilingen. Gelet op de formulering biedt deze bepaling niet rechtstreeks een juridische basis voor tarieven die op basis van veilingen tot stand zijn gekomen. Een aanvullende handeling van de wetgever lijkt hiertoe nodig. Artikel 13 luidt, voor zover hier relevant, als volgt:

De lidstate n k u n n e n b eslu ite n dat de t a rie ve n o o k k u n n en wo rden va stge ste ld a a n de h a n d va n m a rktge rich te regelingen, zo a ls ve ilingen, m its de rge lijke regelinge n e n de e ru it vo o rt vlo e ie n de in ko m ste n doo r de regu le re n de insta ntie wo rden go edge ke u rd.

15. De tarieven van GTS dienen overeenkomstig artikel 82 van de Gaswet te worden vastgesteld. Dit artikel luidt als volgt

t I n afwijking va n a rtikel So wo rde n de tarie ven te r u it vo ering va n de ta ke n do o r de n e tbe h e e rde r va n h et la n de lijk gastra nsp o rtn et, gen o e m d in de a n ike le n l o e n w a, e e rste l id,

6 Verordening (EG) Nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Read van 13 juli 2009

betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten en tot intrekking van Verordening (EG) nr.

(7)

Isma

o n derdee l b, c, d e n e, a lsm e de de tarie ve n vo o r de t ra n sp o rt o n de rste un en de die n s te n va stgeste ld o ve re e n ko mst ig dit a rtike l.

2. Vo or e lke taa k va n de netbe he erder van het la nde lllk ga stra n sp o rtn e t, b edo e ld in he t e e rste lid, ste p de ra ad va n be st u u r va n de m ede dingingsa u to riteit de m e t h o de van regu le ring vast, vo o r e en pe rio de va n te n m inste drie en te n h o ogste viffja a r, n a o ve rleg m et de geza m e n lijk e n e t be h e e rde rs en m et rep rese n tatie ve o rga n isatie s va n pa rtije n op de gasm a rkt e n m e t in ach tn e m ing van het be lo ng do t de do e lm a tigh e id van de be drijfivoe ring op de mee st do e lm a t ige k wa liteit van de u itvoering va n deze ta ke n wa rden bevo rde rd.

3. De n e t b e h e e rde r va n het la n delijk gast ra n sp o rt n et ze ndt jaa rlijks vo o r i sep tem b e r a a n de raa d va n b estu u r van de m e de dingingsa u to rite it ee n vo o rst e l vo o r de t a rie ven vo o r u it vo e ring va n de ta ke n gen o em d in de a rtike le n i o en l oa, m et in a ch tn e m ing va n de ta riefst ru ct u ren vastgeste ld op gra n d va n a rtike l l eaf tzg e n m et ina ch tn e m ing va n de ge m a a kte k osten vo o r in ve ste ringen, be do e ld in a rtike 1 3 9e,

3,f, d

e rde lid, of 54 a , de rde lid, vo o r zo ve r deze ko ste n do e lm a t ig zijn .

4. D e ro ad va n b estuu r va n de m e dedingingsa uto rite it st elt n a o ve rleg m et de geza m e n lijke n et b eh ee rde rs e n m e t representa t ie ve o rga n isatie s e e n do e lm a tigh e ids ko rtin g vast. D it b e s lu it ge ldt vo o r dezelfde p e rio de a ls he t beslu it op gra nd van h et t we ede lid. De

do e lm atigh e ids ko rting h e eft to t do e l o m e e n do e lm at ige b edriffivo e ring te b e vo rde ren .

5. De ra ad van bestu ur va n de m ededingingsa u to rite it ste lt ja a rlijks de ta rie ven va st die k u n n e n ve rsch ille n vo o r de o n dersch eide n tariefdragers.

6. I n die n e en vo o rste l n ie t bin n e n de te rm ijn, b e do eld in h et de rde lid, a an de ra a d van be stu u r van de mededingingsa u to rite it is gezo n den stelt deze de ta rieven u it e ige n b e weging vast m e t in a ch tn em ing va n dit artike l.

7. D e va stgeste lde ta rie ven trede n in werking op e e n do o r de raad va n b est u u r va n de m e dedingingsa u to rite it to b ep a len da tu m e n ge lden to t de datu m va n in we rkin gtre ding va n h e t bes lu it to t vastste lling van de ta rie ve n vo o r h et vo lgen de ja a r.

8. Artike l 81 c, tweede en vffde lid, zijn va n o ve ree n ko m st ige to epa ss ing.

9. De n e t b e h e erder van h e t lande lijk gastra nspo rtn et pu b licee rt de vo o r h e m ge lde n de ta rie ve n op e en ge sch ikte wijze . Te vens legt de n etbehe e rde r van h et la n de lijk ga stransp o rtn e t de vo o r h em ge ldende ta rie ven vo o r een iede r te r inzage in a l zijn vestiginge n .

i o. De ra a d van best u u r van de m ede dingingsa uto rite it ste lt ee n b e leids rege l vast b e treffe n de de b e o o rde ling van do e lm atigh e id, bedoe ld in h e t de rde lid.

16. Artikel 3.4.2 van de TarievenCode Gas7 weerspiegelt de kostenorientatie binnen de tariefregulering, en luidt als volgt:

De tra nsp o rttarie ve n e n de t ra n sp o rtge re la tee rde ta rie ve n wa rde n ge base erd op de m a te wa a rin zij de ko ste n gen o e m d in a rtike l 3. 4 . 7 ve roo rza ken .

(8)

IMa

17. In het Besluit tot vaststelling van de tarieven ter uitvoering van de transporttaak en de taak balancering ingevolge artikel 82, vijfde lid, van de Gaswet per 1 januari 2012 voor Gas Transport Services B.V.8 (verder tevens: het Tariefbesluit ) is zowel het exittarief als het entrytarief voor het grenspunt Oude Statenzijl vastgesteld.

III Toekomstig wettelijk kader Cap a cite itsa llo ca tie

18. Zoals eerder genoemd is de NC CAM, een Europese netcode, momenteel in ontwikkeling. De status van deze netcode is als volgt: ENTSO-G heeft de NC CAM op 6 maart 2012 vastgesteld en deze ligt momenteel ter beoordeling aan ACER voor. ACER zal deze netcode, vergezeld van haar advies, indienen bij de Europese Commissie.

Laatstgenoemde zal vervolgens de code inbrengen in de comitologieprocedure. Na het doorlopen van deze procedure wordt de netcode als bijlage gevoegd bij Verordening 715/2009, en krijgt daarmee een rechtstreekse werking. Naar verwachting zal de code omstreeks oktober 2013 in werking treden. De huidige versie van de NC CAM bepaalt dat de toewijzing van capaciteit op grenspunten zal geschieden door middel van een veiling. Artikel 4.1, onder 1, van de NC CAM luidt (thans) als volgt:

A u ct io n s sha ll b e used fo r th e a llo ca tio n of cap a city a t I n te rco n n ectio n Po in ts.

19. De NC CAM, in zijn huidige vorm, bepaalt dat naburige transmissiesysteembeheerders gebundelde capaciteitsproducten zullen aanbieden. Artikel 5.1 van de NC CAM Iuidt als volgt:

Adja cen t tra nsm issio n syste m op e ra to rs sh a ll jo intly offe r B u n dled Capa city p ro du cts, a cco rding to th e fo llo wing p rin ciples: (. . .) .

Ta riefregu le ring

20. Wetsvoorstel 32 8149 wijzigt de Gaswet vanwege de implementatie van Richtlijn 2009/73/EG en Verordening 715/2009. De Tweede Kamer heeft onlangs met dit wetsvoorstel ingestemd. Zodoende ligt het wetsvoorstel op dit moment ter beoordeling voor bij de Eerste Kamer. Naar verwachting zal deze wetswijziging medio 2012

inwerkingtreden. Met de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel wordt artikel 82 van de Gaswet aangepast. Met deze aanpassing wordt de totstandkoming van tarieven als

(9)

Nvla

uitkomst van een veiling mogelijk. Het tiende en elfde lid van het nieuwe artikel 82 van de Gaswet gaan als volgt luiden:

10. He t de rde tot en m et nege n de lid is n iet va n t o ep ass ing op de ta a k va n de n e t b e h e e rde r va n h e t la n de lijk gastransp o rtn e t, b edo eld in a rtike l 10, ee rste lid, vo o r zo ve r

a. die ta a k be t re kking h eeft op he t t ransp o rt va n gas dat de la n dsgre n s o ve rsch rijdt, e n b . de to e de ling van die transpo rtcapacite it p la atsvin dt do o r m iddel va n ee n veiling of e en an de re m a rktconfo rm e m eth o de.

i t . De ra a d va n b est u ur va n de m ededingingsa uto rite it h o u dt b ij h et vastste llen va n de m e th o de va n regu le ring va n de ta rie ve n reke n ing m e t de op b re ngste n u it e en ve iling of een a n de re m a rktco nfo rm e m e th ode.

21. De NC CAM, in zijn huidige vorm, bepaalt dat het gereguleerde tarief in de veiling gehanteerd zal worden als minimumprijs voor alle vaste en afschakelbare

capaciteitsproducten. Artikel 7.1 van de NC CAM luidt als volgt:

Th e Regu late d Ta riff sh a ll be used as th e Reserve Price in a ll a u ctio ns fo r a ll Sta n da rd Cap a city Pro ducts fo r firm a n d in te rruptib le cap a city.

IV Procedure en zienswijzen.

22. De Raad heeft een ontwerp van dit besluit op 12 april 2012 gedurende drie weken ter inzage gelegd, onder mededeling daarvan in de Staatscourant van 12 april 2012, nr. 7434, en op de website van de Energiekamer NMa. De Raad heeft belanghebbende partijen daarbij uitgenodigd om schriftelijk op dit conceptbesluit te reageren. De Raad heeft twee schriftelijke reacties ontvangen, afkomstig van de Vrijhandels Organisatie voor

Elektriciteit en Gas (VOEG) en Vereniging Energie-Nederland (ENL). Deze reacties zijn tevens geplaatst op de website van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, www nma nl.

(10)

24. Ook ENL heeft aangegeven in zijn algemeenheid in te kunnen stemmen met het proefproject, alhoewel zij geen voorstander is van een verplichting tot gebundelde grenscapaciteit. Naar de mening van ENL dienen de marktpartijen een keuze te hebben tussen het kopen van gebundelde of ongebundelde grenscapaciteit. Voorts geeft ENL aan dat het toepassen van een lager tarief dan het gereguleerde tarief bij onvoldoende vraag naar gebundelde capaciteit onwenselijk is. Naar de mening van ENL kan het hanteren van een lager tarief dan het gereguleerde tarief een verkeerd beeld geven over het wel of niet slagen van de pilot.

25. De zienswijzen van VOEG en ENL heeft de Raad in zijn beoordeling van de aanvraag betrokken en hebben geleid tot wijziging van het ontwerp - besluit. De zienswijzen worden verderop in dit besluit behandeld.

26. Op 7 mei 2012 is (per e-mail) het gewijzigde ontwerp-besluit aan GTS gezonden om GTS

de gelegenheid te geven hierop te reageren. GTS heeft op 8 mei 2012, eveneens per e-mail, laten weten geen bezwaar te hebben tegen de voorgenomen wijziging van het besluit.

V Beoordeling budding

27. Het voornemen van GTS zoals verwoord in haar aanvraag impliceert dat GTS bij de uitvoering van haar voornemen op bepaalde punten niet in overeenstemming met het vigerende juridische kader zal handelen. Dit betekent dat het verzoek van GTS tot medewerking in feite een verzoek is haar toe te staan om van bepaalde regels van het vigerende juridisch kader af te wijken ten behoeve van het proefproject. Het betreft hier zowel de wijze van capaciteitsallocatie als de totstandkoming van de transporttarieven. 28. In haar aanvraag formuleert GTS haar verzoek als een verzoek tot het verlenen van

medewerking aan het proefproject door het nog niet vastgelegd zijn van nieuwe regelgeving — zijnde de MR Grenscapaciteit — in de codes tijdelijk te gedogen. De Raad stelt vast dat de Transportvoorwaarden Gas — LN B (hierna tevens: Transportcode) en de TarievenCode Gas nog niet in overeenstemming zijn gebracht met de voorschriften zoals

opgenomen in de MR Grenscapaciteit.

(11)

"Ma

toestaan tarieven te hanteren die niet tot stand zijn gekomen middels de daartoe voorgeschreven reguleringssystematiek van artikel 82 Gaswet en die bovendien, voor zover zij het gereguleerde dagtarief voor het desbetreffende entry- en exitpunt te boven gaan, in strijd zijn met het Tariefbesluit als bedoeld in artikel 82, vijfde lid, van de Gaswet.

30. De vraag ligt voor of en, zo ja, in hoeverre de Raad deze medewerking kan toezeggen. In dit verband zal hij ingaan op de relevante feiten, omstandigheden en belangen en de waardering ervan en motiveren waarom hij van mening is dat GTS in dit bijzondere geval, onder het stellen van voorschriften en beperkingen, in haar voornemen kan worden gefaciliteerd.

M a atsc h app e lijk e n eco n o m isch b e lti ng

31. Onderhavig initiatief moet worden gezien in het licht van de ontwikkelingen in de Europese gasmarkt. Het streven van de Europese Raad is om in 2014 den interne

Europese gasmarkt te realiseren.' Dit streven geeft zij onder meer vorm door in de Verordening te verplichten tot het opstellen van netwerkcodes door ENTSO-G, het samenwerkingsverband van de Europese TSO's. De netwerkcodes worden ontwikkeld voor grensoverschrijdende aangelegenheden en aangelegenheden betreffende de marktintegratie. De Europese lidstaten, waaronder Nederland, hebben hiermee ingestemd vanwege het belang dat zij hechten aan het realiseren van den interne gasmarkt. Het veilen als allocatiemechanisme voor alle grensoverschrijdende transportcapaciteit zoals voorgeschreven in de NC CAM (in concept) zal hieraan bijdragen, zo is de gedachte. Hiermee wordt namelijk bewerkstelligd dat capaciteit op een transparante en marktconforme wijze wordt aangeboden: iedere belangstellende kan meedingen naar capaciteit tegen een bepaalde prijs. Op deze wijze komt een prijs tot stand die de vraag en het aanbod beter weerspiegelt. Een ander voordeel is dat het veilen over de lange termijn beter inzicht geeft in de behoefte aan capaciteit. Dit geeft

informatie die nuttig kan zijn voor bepaalde investeringsbeslissingen.

32. Het onderhavige initiatief draagt bij aan de ontwikkeling van grensoverschrijdende handel en daarmee aan den Europese gasmarkt. Het proefproject past daarmee binnen de Europese eenwordingsgedachte. Hierbij kan worden opgemerkt dat dit type proefprojecten in Nederland en in Europa wordt toegejuicht, niet alleen door de Energiekamer NMa, maar ook door andere toezichthouders en Europese instellingen zoals de Europese Commissie en ACER. Op basis van het voorgaande concludeert de Raad dat met het proefproject een belangrijke maatschappelijke en economische ontwikkeling wordt gestimuleerd.

10 Europese Raad, 4 februari 2011. Zie ook:

(12)

"Mg

33. Het initiatief kan bovendien ook geacht worden de belangen en regels te dienen die de Raad, gelet artikel 12h van de Gaswet, in acht dient te nemen bij zijn beslissing omtrent de verlening van een ontheffing. In dit verband kan onder meer worden gewezen op het felt dat de additionele vaste dag-vooruit capaciteit van het proefproject de gasvoorziening ten goede komt en de ontwikkeling van het (grensoverschrijdende) handelsverkeer op de gasmarkt stimuleert. Tevens heeft de allocatie van transportcapaciteit door middel van een veiling tot gevolg dat het doelmatig handelen van netgebruikers wordt bevorderd en de dienstverlening aan deze netgebruikers wordt verbeterd.

34. Al met al hecht de Raad een grote waarde aan het proefproject en beoordeelt hij dit als zeer wenselijk. Alhoewel de Raad van oordeel is dat terughoudend moet worden omgegaan met het verlenen van een ontheffing van de tariefstructuren en voorwaarden, zou het weigeren van een ontheffing in dit specifleke geval, en gelet op de tijdelijkheid daarvan, een ongewenste uitwerking hebben. Het onderhavige proefproject is immers de enige manier waarop waardevolle ervaring kan worden opgedaan met de radicale wijziging in de nabije toekomst van het huidige allocatiemechanisme van transportcapaciteit.

B e lo ng va n G TS

35. Het belang van GTS bij het experimenteren met het alloceren van capaciteit door middel van veilen, in plaats van allocatie door middel van het First Come First Served principe, is gelegen in de Europese regelgeving. Zoals gezegd schrijft de Europese gasverordening voor dat in zogenoemde Europese netwerkcodes regels moeten komen, waaronder regels voor capaciteitsallocatie van gebundelde Iandgrensoverschrijdende capaciteitsproducten.

In de zogenoemde Framework Guidelines on CAM (opgesteld door ACER) zijn de principes opgenomen die uitgewerkt moeten worden in de eerder genoemde NC CAM. In dit kaderrichtsnoer is onder andere bepaald dat capaciteit geveild moet worden en dat de capaciteit alleen in gebundelde producten gealloceerd mag worden. In de NC CAM zijn deze principes nader uitgewerkt.

36. Naar verwachting zal de NC CAM in 2013 van kracht worden en daarmee wordt de verplichting voor GTS om landgrensoverschrijdende capaciteit door middel van veilen te alloceren een felt. Daarmee is naar het oordeel van de Raad ook het belang van GTS gegeven bij het kunnen experimenteren met veilen als allocatiemethode. Hierbij neemt de

(13)

m4a

hand ligt en toe te juichen valt. In dit verband kan nog worden gemeld dat zowel ACER als de Europese Commissie een vroegtijdige implementatie van de NC CAM voorstaan. Dit proefproject draagt daar aan bij.

37. Overigens dient GTS ook op grond van artikel 186 van de MR Grenscapaciteit nu al bepaalde capaciteit te veilen. Het proefproject is hiermee in lijn.

B e la ng pa n n etge bru ike rs

38. Het belang van de netgebruikers, de wederpartijen van GTS, is naar de Raad meent in lijn met het belang van GTS. Ook deze partijen hebben in de nabije toekomst te maken met de eerdergenoemde nieuwe regelgeving vanuit Europa en zullen als afnemer van transportcapaciteit derhalve ook met een veilingsysteem moeten werken. Om die reden acht de Raad het ook in hun belang om te kunnen experimenteren met een

veilingmechanisme. Bovendien ondervinden netgebruikers Kier geen nadeel van, omdat het gaat om gebundelde dag-vooruit capaciteit die bovenop de bestaande technische capaciteit beschikbaar zal gaan komen. Zo volgt uit de aanvraag van GTS dat zij als uitgangspunt hanteert dat partijen met afschakelbare capaciteit op dezelfde wijze als daarvoor worden afgeschakeld, namelijk vanaf het moment dat de bestaande partijen meer nomineren dan de huidige technische capaciteit.

39- GTS geeft in haar aanvraag aan dat zij het voornemen tot het proefproject heeft gemeld tijdens een bijeenkomst met representatieve organisaties van netgebruikers op zo december 2011. Ook is het proefproject ter sprake gebracht tijdens een sectorbijeenkomst

ten kantore van de NMa op 14 februari 2012. GTS geeft in haar aanvraag tevens aan dat

zij haar bestaande klanten op het betreffende grenspunt zal benaderen en het proefproject aan die klanten zal toelichten. GTS geeft aan een positieve respons te verwachten. Gegeven de hierboven uiteengezette voordelen voor de netgebruikers verwacht ook de Raad dat deze klanten positief zullen reageren op het voorgenomen proefproject.

(14)

m4a

te doen met het veilen van gebundelde grenscapaciteit. De vraag of de verplichting tot het afnemen van gebundelde grenscapaciteit een terechte verplichting is, is hier niet aan de orde. Zoals vermeld is dit een vraagstuk dat onderwerp is van de in ontwikkeling zijnde NC CAM.

41. Op grand van het vorenstaande concludeert de Raad dat de belangen die worden gediend met dit proefproject zwaar wegen. Tevens heeft de Raad niet kunnen vaststellen dat er partijen zijn die in hun belangen worden geschaad.

42-

Bep e rkte o m va ng en scop e

Tot slot zij nog opgemerkt dat het proefproject blijkens de aanvraag beperkt van omvang en scope is. De aanvraag van GTS heeft uitsluitend betrekking op de capaciteitsallocatie en bijbehorende tariefvorming voor een zeer beperkte hoeveelheid transportcapaciteit op den interconnectiepunt op de Nederlandse grens. Naar GTS aangeeft, en de Raad niet onaannemelijk acht, betreft het slechts enkele tienduizenden kubieke meters gas per uur. Voorts heeft GTS de kosten van het proefproject geraamd op ongeveer 150.000 euro. In verhouding tot de totale jaarlijkse kosten van GTS is dit een zeer beperkte kostenpost. Zoals gezegd heeft het proefproject daarnaast geen betrekking op de huidige technische capaciteit, maar slechts op een kleine hoeveelheid beschikbaar gemaakte additionele dag-vooruit capaciteit. Op deze manier wordt een beperkte hoeveelheid capaciteit

beschikbaar gemaakt die in de huidige situatie niet beschikbaar is. Gelet op het

vorenstaande is onaannemelijk dat er een zwaarwegend belang wordt geschaad door het experiment.

Ove rga ngss itua tie

43• De Raad neemt bij de beoordeling van het verzoek van GTS in aanmerking dat binnen afrienbare termijn het huidige juridisch kader zal wijzigen.

44• In de eerste plaats kan worden gewezen op de hierboven al genoemde NC CAM die naar verwachting in oktober 2013 van kracht wordt. De verplichting tot het veilen van

landgrensoverschrijdende capaciteit zal daarmee een Europeesrechtelijke verplichting worden die rechtstreeks doorwerkt in de Nederlandse rechtsorde.

45• Met de inwerkingtreding van eerder genoemd wetsvoorstel 32 814 zal artikel 82 van de Gaswet worden aangepast." Met deze aanpassing wordt de reguleringssystematiek uitgebreid met de mogelijkheid om te veilen. Zoals gezegd verplicht de eerdergenoemde MR Grenscapaciteit op zichzelf reeds tot het veilen van capaciteit met een looptijd korter dan een jaar. Deze verplichting dient door middel van een codewijziging te worden

(15)

Iva

gesimplementeerd in de Transportcode en de TarievenCode Gas. Met deze wijziging zal een (aanvullende) juridische basis, als bedoeld in artikel in en nb van de Gaswet, worden gelegd voor het veilen van grenscapaciteit door GTS. In verband hiermee zal de

Raad in dit besluit GTS voorschrijven de benodigde codewijzigingen zo snel mogelijk in gang te zetten.

46. Gezien deze aankomende wijzigingen in het relevante juridisch kader zal binnen afrienbare tijd de juridische basis voor het door GTS voorgestelde proefproject bestaan.

Co n c lu s ie

47. Op grond van het vorenstaande komt de Raad tot de conclusie dat de belangen die zijn gediend bij het faciliteren van dit proefproject zwaarder wegen dan de (eventuele) belangen die zich hier tegen zouden kunnen verzetten. Om die reden is de Raad van

mening dat zijn medewerking gewenst en gerechtvaardigd is.

48. De Raad ziet evenwel reden om aan deze medewerking bepaalde voorschriften en beperkingen te verbinden. Dit wordt in de volgende paragraaf toegelicht.

VI Voorschriften en beperkingen bij het besluit

Bep erking in de tijd

49. GTS geeft in haar aanvraag niet aan op welke periode haar aanvraag betrekking heeft. De Raad ziet aanleiding om zijn toestemming ten behoeve van het proefproject te beperken in de tijd tot den jaar, te rekenen vanaf de eerste dag na de inwerkingtreding van dit besluit. Hierbij neemt de Raad in aanmerking dat een periode van den jaar haar toereikend lijkt om operationele ervaringen op te doen. Indien mocht blijken dat deze termijn ontoereikend is kan de Raad op verzoek van GTS overwegen deze termijn te verlengen. Bij de beoordeling van een dergelijk verzoek betrekt de Raad de feiten en omstandigheden op dat moment.

A anpassen Tra nsportvoorwaarden Gas — L NB en Tarie ven Code Gas

5o. GTS vraagt om tijdelijk te gedogen dat de relevante voorschriften van de MR

Grenscapaciteit nog niet zijn vastgelegd in de codes. De Raad honoreert dit verzoek door het verlenen van een ontheffing van de relevante codebepaling maar ziet, met het oog op het zekerstellen van deze tijdelijkheid, het belang van ee n wijziging van de Transportcode en de TarievenCode Gas door daarin op te nemen dat transportcapaciteit tevens kan worden gealloceerd en geprijsd door middel van een veiling.

(16)

Nqa

vroegtijdige implementatie van de veilingregels uit de NC CAM op andere grenspunten. Deze vroegtijdige implementatie heeft vanzelfsprekend ook een juridische basis in de Transportcode en de TarievenCode Gas nodig. Door de in randnummer 49

voorgeschreven wijzigingen van de Transportcode en TarievenCode Gas wordt deze juridische basis gevormd voor deze vroegtijdige implementatie op andere grenspunten. 52. Gelet op het tijdsbeslag dat doorgaans gemoeid is met de procedure van

codewijzigingen, is het noodzakelijk dat deze procedure onmiddellijk in gang wordt gezet. Bij deze codewijzigingen dient, voor zover mogelijk, in aanmerking te worden genomen dat in oktober 2013 naar verwachting de NC CAM van kracht wordt. De Raad zal GTS verplichten tot het, binnen een maand na de dag van inwerkingtreding van dit besluit, doen van een verzoek aan de gezamenlijke netbeheerders om een voorstel te doen tot wijziging van de Transportcode en TarievenCode Gas als bedoeld in artikel 12c, eerste lid, van de Gaswet. Indien de Raad zes maanden na de dag van inwerkingtreding van dit besluit constateert dat bij hem nog geen codewijzigingsvoorstel is ingediend ter aanpassing van de Transportcode en de TarievenCode Gas, kan de Raad gebruik maken van zijn bevoegdheid om zelf een ontwerpbesluit tot wijziging van de Transportcode of TarievenCode Gas in procedure te brengen als bedoeld in het tweede lid van artikel 12c van de Gaswet

53. Tevens zal de Raad in die situatie overwegen om gebruik te maken van zijn

bevoegdheid om het onderhavige besluit in te trekken. Immers, indien de gezamenlijke netbeheerders niet tot een dergelijk codewijzigingsvoorstel kunnen komen, lijkt aannemelijk dat er onvoldoende draagvlak of urgentie bestaat voor de voortzetting van het proefproject. Maa nd• en dagfactoren

54. Het proefproject is bedoeld om wezenlijke, vooral operationele, ervaring op te doen met het veilen (en hieraan verwante processen) als marktconforme allocatiemethode van transportcapaciteit. Om deze ervaring te kunnen opdoen is het nodig dat het

(17)

isma

55• De Raad verzoekt GTS om in voorkomend geval de voornoemde maand- en dagfactoren zodanig aan te passen dat het starttarief van de veiling onder het niveau van het

gereguleerde dagtarief komt Hiermee wordt bewerkstelligd dat het aanbod op de veiling qua prijs aantrekkelijk(er) wordt en dat zal naar verwachting weer voldoende vraag genereren om de veiling in voldoende mate operationeel te laten zijn.

56. VOEG heeft in haar reactie op een ontwerp van dit besluit aangegeven van mening te zijn dat het ongepast is om bij veilingen van transportcapaciteit te werken met starttarieven, omdat zulke tarieven er in resulteren dat transportcapaciteit onbenut blijft indien de marktprijzen tussen Nederland en Duitsland minder ver uiteen lopen dan het starttarief dat voor het verkrijgen van transport wordt gehanteerd. VOEG beseft echter ook dat het achterwege laten van starttarieven tot onderdekking van de kosten van GTS kan leiden en dat dergelijke fundamentele discussies tijd kosten. Derhalve geeft VOEG in haar reactie aan zich, in het kader van dit proefproject, te kunnen vinden in een starttarief Zij is echter wel van mening dat dit starttarief dan wel zo laag mogelijk moet worden gesteld en pleit er dan ook voor om het starttarief van begin of aan — om onnodig tijdsverlies voor het inregelen van een geschikt niveau voor de starttarieven te vermijden — op

(maximaal) 1/365 van het gereguleerde jaartarief te stellen. ENL vindt daarentegen dat het toepassen van een starttarief lager dan het gereguleerde dagtarief onwenselijk is, omdat het hanteren van lagere transporttarieven een verkeerd beeld kan geven over het wel of niet slagen van het proefproject en hiermee vooruit wordt gelopen op de Europese

Network Code Tariffs.

57. Met VOEG is de Raad van mening dat het werken met gereguleerde startprijzen in het kader van veilingen zich op het eerste gezicht minder goed lijkt te verhouden met het concept van veilingen. De Raad vindt echter dat dit in dit geval niet van doorslaggevende betekenis kan zijn. Waar het de Raad in het kader van het proefproject vooral om gaat is dat er voldoende operationele ervaring kan worden opgedaan met de veilingsystematiek. Op voorhand is niet aannemelijk dat het hanteren van een gereguleerd starttarief daaraan in de weg staat.

58. De vraag die zich dan vervolgens voordoet is wat de hoogte van dat starttarief dan zou moeten zijn. Naar het oordeel van de Raad ligt het voor de hand om hierbij in beginsel aan te sluiten bij de hoogte van de thans gereguleerde dagtarieven. Voor zover VOEG heeft aangegeven dat het starttarief een zo laag mogelijk tarief zou moeten zijn, deelt de Raad dat standpunt dus niet.

(18)

"Ma

zienswijze geen aanleiding om het besluit in de door EN L gewenste richting aan te passen. Voor de Raad staat voorop dat het proefproject voldoende operationele ervaring moet bieden. Voor zover hiertoe noodzakelijk is dat er een lager starttarief wordt gehanteerd, wordt GTS daarom toegestaan een dergelijk lager starttarief te hanteren.

6o. De Raad vindt het wel belangrijk om op de hoogte te zijn van de hier bedoelde

neerwaartse bijstellingen van de maand- en dagfactoren. De Raad verzoekt GTS dan ook om in voorkomend geval dit uiterlijk binnen 5 werkdagen aan de Raad te melden.

6i. Het effect van eventuele aanpassingen van de maand- en dagfactoren (en daarmee het starttarief) dient GTS duidelijk, en onderbouwd met feiten en gegevens, inzichtelijk te maken in haar periodieke rapportages en evaluaties. Gevolg van (mogelijk) lagere tarieven is dat GTS (mogelijk) lagere inkomsten uit dit project genereert. Daar de kosten en opbrengsten van het proefproject in aanmerking zullen worden genomen bij de jaarlijkse tariefvaststelling (zie hierna), ziet de Raad hierin geen reden om deze

verplichting niet op te kunnen leggen. Daarbij komt dat GTS met dit proefproject in staat wordt gesteld om extra inkomsten te genereren, op grond waarvan het hierboven genoemde mogelijke nadeel van lagere inkomsten gerelativeerd dient te worden. Tevens beseft de Raad dat de veilingprijs — de prijs waartegen de capaciteit uiteindelijk wordt gekocht — in theorie lager dan het gereguleerde dagtarief kan komen te liggen, en dat dit een potentieel nadeel oplevert voor de huidige capaciteitshouders op het grenspunt. Concreet zou dit namelijk kunnen betekenen dat een huidige capaciteitshouder een (lets) hoger tarief voor dagcapaciteit betaalt dan een netgebruiker die dagcapaciteit tegen een veilingprijs afneemt. De Raad is echter van mening dat dit potentiele nadeel niet van dien aard is dat het belang dat wordt gediend met het proefproject daarvoor zou moeten wijken. De Raad benadrukt in dit verband dat het potentiele nadeel klein is vanwege de beperkte hoeveelheid capaciteit die gebruikt zal worden voor het proefproject, en dat het huidige capaciteitshouders vrij staat om zelf ook te participeren aan de veilingen.

Koste n e n op b re ngsten

62. GTS stelt voor om de kosten en opbrengsten van het proefproject in aanmerking te nemen bij de jaarlijkse vaststelling van de tarieven. Naar de mening van GTS betreft het zogenoemde 'nieuwe producten en diensten'. Naar de Raad aanneemt stelt GTS in feite voor de kosten en opbrengsten van het project in aanmerking te nemen bij de jaarlijkse tariefvaststelling als bedoeld in artikel 82 Gaswet, waarbij de kosten worden opgevoerd als nieuwe producten en diensten als bedoeld in paragraaf 8.2 van het vigerende methodebesluit.

(19)

Iva

meegenomen in de jaarlijkse tariefvaststelling. De Raad ziet echter niet in dat dit zou kunnen onder de noemer 'nieuwe producten en diensten'. De kosten en opbrengsten betreffen immers de transportdienst en hangen derhalve niet samen met een nieuw product of nieuwe dienst. GTS motiveert dit verder ook niet in haar aanvraag.

64. Naar het oordeel van de Raad kunnen in dit speciale geval van een proefproject de kosten — verrekend met de meeropbrengsten uit de veiling (de veilingpremies) — worden

beschouwd als (negatieve) kosten ten behoeve van de zogenoemde 'marktfaciliterende activiteiten' als bedoeld in paragraaf 8.3 van het vigerende methodebesluit. Hierbij neemt de Raad in aanmerking dat onderhavig proefproject dient ter facilitering van de

ontwikkeling van de gasmarkt, zoals beschreven in randnummer 187 van het vigerende methodebesluit.' In randnummers 189 en 190 van dit methodebesluit geeft de Raad aan dat onder marktfaciliterende activiteiten tevens moet worden verstaan de activiteiten van GTS die ten goede komen aan de Europese marktintegratie en daarmee het huidige pakket aan diensten van GTS verbeteren. Naar het oordeel van de Raad kan het proefproject en de daarmee te behalen resultaten bijdragen aan de ontwikkeling van de gasmarkt en de marktintegratie.

63. De Raad merkt tot slot op dat GTS in haar aanvraag de totale kosten van het proefproject op 150.000 euro raamt. De Raad gaat ervan uit dat GTS zich inspant om dit bedrag niet te overschrijden. Een mogelijke (substantiele) overschrijding van de geraamde kosten dient zo spoedig mogelijk bij de Raad te worden gemeld. GTS kan er niet vanuit gaan dat een overschrijding van de geraamde kosten (volledig) in aanmerking wordt genomen bij de jaarlijkse tariefvaststelling.

Eva lu at ie

66. De Raad vindt, net als GTS blijkens haar aanvraag, het van groot belang dat de ervaringen opgedaan met het proefproject, zowel door GTS als andere partijen

(netgebruikers), op gezette tijden warden geinventariseerd en geevalueerd. GTS geeft in haar aanvraag aan dat zij voornemens is om uiterlijk drie maanden "na de

inwerkingtreding van de pilot" een evaluatie te starten. De Raad kan hiermee instemmen. De Raad vindt een evaluatie van het proefproject van eens in de zes maanden wenselijk. Deze periodieke evaluatie behelst onder meer de verplichting om een rapportage van de evaluatie over te leggen aan de Raad. De Raad zal een voorschrift ter zake aan onderhavig besluit verbinden.

(20)

Isma

67. De exacte invulling — en daarmee de te evalueren onderwerpen — van de periodieke evaluatie en bijbehorende rapportage zal, zoals door GTS in haar aanvraag voorgesteld, in samenspraak met de Raad plaatsvinden.

Tra nsp a ra n t ie

68. In haar reactie op een ontwerp van dit besluit geeft VOEG aan dat zij van mening is dat de uitkomsten van de veilingen publiekelijk toegankelijk moeten komen. Hiermee bedoelt zij dat de beschikbaar gestelde capaciteiten, verkochte capaciteiten en de bijbehorende prijzen door GTS zouden moeten worden gepubliceerd. De Raad heeft transparantie richting de markt hoog in het vaandel staan en constateert dat hetgeen door VOEG wordt voorgesteld in lijn is met artikel 4.7, onderm, van de NC CAM,en kan hier derhalve mee instemmen. GTS zal daarom dagelijks op zijn website (op geaggregeerd niveau)

veilinguitkomsten moeten publiceren, waaronder in ieder geval de hoeveelheid — en tegen welk starttarief — beschikbaar gestelde capaciteit en de hoeveelheid daadwerkelijk gealloceerde capaciteit tegen welke veilingprijs. Hierbij dient aangegeven te worden hoe het starttarief is opgebouwd (opsplitsing naar TSO). De Raad zal een voorschrift ter zake aan onderhavig besluit verbinden.

VII Besluit

69. De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit besluit het verzoek van GTS te honoreren en geeft zijn toestemming voor het uitvoeren van het proefproject inzake het dag-vooruit veilen van gebundelde exit- en entrycapaciteit op het grenspunt Oude Statenzijl. Aan deze toestemming, die mede inhoudt het besluit tot het verlenen van een ontheffing van artikel 2.1.2 van de Transportvoorwaarden Gas — LNB op grond

van artikelnh van de Gaswet, worden de volgende voorschriften en beperkingen verbonden:

t. GTS dient, binnen een maand na de dag van inwerkingtreding van dit besluit, een verzoek als bedoeld in artikel tzc, eerste lid, van de Gaswet te doen aan de gezamenlijke

netbeheerders tot het doen van een voorstel tot wijziging van de Transportcode en TarievenCode Gas, door daarin op te nemen dat transportcapaciteit tevens kan worden

gealloceerd en geprijsd door middel van een veiling;

2. GTS dient eens in de zes maanden het proefproject te evalueren en hiervan verslag te

(21)

3. de in het vorige voorschrift opgelegde evaluatie- en rapportageverplichting client in ieder geval betrekking te hebben op de (eventuele) noodzaak van het aanpassen van het gereguleerde starttarief van de veiling en op de waargenomen effecten van dergelijke aanpassingen als bedoeld in randnummers 54 en 55 van dit besluit;

4. GTS dient dagelijks op zijn website (op geaggregeerd niveau) veilinguitkomsten te publiceren, waaronder in ieder geval de hoeveelheid — en tegen welk starttarief — beschikbaar gestelde capaciteit en de hoeveelheid daadwerkelijk gealloceerde capaciteit tegen welke veilingprijs. Voor wat betreft het starttarief client duidelijk te zijn hoe dit is opgebouwd;

5. de kosten van het proefproject verrekend met de meeropbrengsten uit de veiling (de veilingpremies) kunnen uitsluitend — in het kader van een tariefvoorstel — worden opgevoerd als (negatieve) kosten van zogenoemde 'marktfaciliterende activiteiten' als bedoeld in paragraaf 8.3 van het vigerende methodebesluit; en

(22)

mita

VIII Publicatie en inwerkingtreding

70. Dit besluit wordt bekend gemaakt in de Staatscourant. Ook zal dit besluit worden gepubliceerd op de internetpagina van de Energiekamer NMa (whavJamaml)

71. Dit besluit treedt in werking op de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij bekend wordt gemaakt.

Den Haag,

Datum:

14 MEI

2012

De Raad van tuu van de NMa, namens deze

Robert Sp' cer

Clustermanager Handel &Transport Gas Directie Regulering Energie en Vervoer

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als een klant een aandelenopdracht wil plaatsen waarvan de totale waarde behoorlijk groot is, kan hij dat beter doen bij Van der Meulen dan bij Haag. Immers, bij Van der Meulen is

Voor vertaling van biba, buba, etc naar C(P)S en terminating, zie achteraan voorbeeld 14 minuten en inkoop gesprekken incl. retail opslag biba offnet

− In het nieuwe tariefstelsel mogen de taxi-aanbieders aanvullende tarieven rekenen voor extra dienstverlening, zoals het meenemen van koffers; wat onder extra dienstverlening

Hoewel blijkt dat de causa-eis voor de overeenkomst niet meer expliciet in een wetsartikel wordt gesteld, moet hieruit niet de conclusie worden getrokken dat een

stuk is een treffend statement waarin de ver- vreemding van linkse kiezers ten opzichte van de PvdA scherp in beeld wordt gebracht. Zwa- german vraagt zich onder meer af waarom de

Concreter wordt gewezen op de gevolgen van de in- voering van een basisinkomen voor het functioneren van de arbeidsmarkt, een versterking van de tweede- ling van de

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

De bouw van arbeiderswoningen en woningen voor den kleinen middenstand worde krachtig bevorderd door eene vlotte goedkeuring van goede bouwplannen, zoo noodig door