Vraag nr. 55 van 28 januari 1999
van de heer FRANCIS VERMEIREN
Nieuw financieringssysteem VHM – Kritiek Re- kenhof
In het Boek van het Rekenhof 1998 wordt aange- stipt met betrekking tot de subsidies aan de Vlaam- se Huisvestingsmaatschappij (VHM) in het kader van het nieuw financieringsstelsel dat, wat de aan- wending van de middelen betreft, het in eerste in- stantie gaat om overdrachten op grond van be- talingsvooruitzichten (blz. 112).
Dit geeft geen getrouw beeld van de daadwerkelij- ke uitvoering van de betrokken gewone investe- ringsprogramma's, stipt het Rekenhof aan.
Bij zijn controle van de rekeningen 1997 heeft het Rekenhof vastgesteld dat op 31 december 1997 de gewone investeringsprogramma's 1997 slechts voor 30 % waren vastgelegd wat de huursector, en voor 74 % wat de eigendomssector betreft.
Reeds in voorgaande jaren had het Rekenhof een toenemende achterstand in de vastlegging van die programma's genoteerd en had daarom aange- drongen op een evaluatie van het nieuw financie- ringssysteem.
De VHM heeft verwezen naar structurele proble- men zoals de procedures van het nieuw financie- ringssysteem, en haar onvermogen om op te treden tegen erkende sociale huisvestingsmaatschappijen die onvoldoende actief zijn.
1. In hoeverre werden de investeringsprogram- ma's voor 1998, zowel inzake de huursector als de eigendomssector, vastgelegd ?
2. Werd de achterstand in de vastlegging van die programma's in 1998 tot andere proporties her- leid ?
3. Hoe staat het met de evaluatie van het nieuw fi- nancieringssysteem ?
4. Werden maatregelen getroffen om de erkende sociale huisvestingsmaatschappijen tot grotere activiteit aan te zetten ?
5. Welke maatregelen werden getroffen om de structurele problemen waarnaar de VHM ver- wijst uit de weg te ruimen ?
Antwoord
1. De VHM beschikte in 1998 in zowel huur- als eigendomssector over een investeringsbudget van 2.378.558.000 frank.
In de huursector beliep de totale vastlegging op dat budget op 31 december 1.685.576.000 frank.
Procentueel betekent dit dat op het jaareinde 70,87 % van het totale investeringsplafond kon worden vastgelegd.
In de eigendomssector liepen de vastleggingen op het jaareinde van 1998 op tot 2.030.606.000 frank, of 85,37 % van het totale investeringsvo- lume. (Onder de term "vastlegging" wordt ver- staan : de goedkeuring van het gunningsvoorstel door de VHM, waarna de werken onmiddellijk kunnen worden besteld.)
2. De door het Rekenhof gesignaleerde achter- stand in de vastleggingen werd in 1999 aanzien- lijk verminderd.
In de huursector werd in 1997 slechts 30,13 % van alle kredieten in hetzelfde begrotingsjaar vastgelegd. Met 70,78 % vastleggingen in 1998 kan men spreken van een opmerkelijke vooruit- gang.
In de eigendomssector noteerde men eveneens een positieve evolutie van 73,55 % goedkeurin- gen in 1997 tot 85,37 % in 1998.
3. Een globale evaluatie van het nieuwe financie- ringssysteem heeft tot op heden nog niet plaats- gevonden.
In haar reactie op de kritiek van het Rekenhof heeft de VHM trouwens nooit de nieuwe finan- cieringswijze op zich in vraag gesteld. Wel ver- wees de instelling naar de relatief logge proce- dures die inherent zijn aan het nieuwe systeem omdat de rechtstreekse budgettering, in plaats van de debudgettering die vroeger werd toege- past, impliceert dat de kredieten elk jaar wor- den vastgelegd op de begroting van dat jaar. Zo wordt een grotere overeenstemming bereikt tussen de begroting en de uitvoering ervan.
Dit vergroot dus ook de controlemogelijkheid van het Parlement en van het Rekenhof.
4. De positieve trend die in 1998 kon worden waargenomen, is voornamelijk het resultaat van een actieplan dat door de VHM werd uitge- werkt met het oog op een tijdige vastlegging van de investeringsprogramma's. Zonder in de- tail te willen treden, behelst dat actieplan in eer- ste instantie strakkere termijnen, zowel voor het
indienen van de technische ontwerpdossiers van de bouwprojecten, als voor de controle van die dossiers door de VHM.
Gekoppeld aan een verscherpte centrale opvol- ging en begeleiding van het dossierverloop door de VHM-diensten en vooral ook een sanctione- ring van sociale huisvestingsmaatschappijen die de afspraken niet naleefden – via de vervan- ging van hun projecten door projecten van an- dere maatschappijen – stond deze aanpak ga- rant voor een versnelde uitvoering van de pro- gramma's.
5. In de toekomstige beheersovereenkomsten tus- sen het Vlaams Gewest en de VHM enerzijds en de VHM en de sociale huisvestingsmaatschap- pijen anderzijds, zullen ongetwijfeld structurele ingrepen worden voorgesteld inzake de pro- grammatie en planning van de bouw- en hypo- thecaire activiteiten van de VHM.
Zonder nu al in detail te willen treden – de be- heersovereenkomsten moeten immers nog wor- den afgesloten en goedgekeurd – voorziet de nieuwe aanpak in uitvoering van de Vlaamse Wooncode onder meer in :
– de uitvoering van een enveloppesysteem ge- koppeld aan een bundeling van de middelen bij de VHM ;
– een programmatie die is gesteund op de re- sultaten van het lokaal overleg inzake het woonbeleid ;
– zowel stimuli als sancties voor de sociale huisvestingsmaatschappijen op het vlak van de uitvoering van de investeringsprogram- ma's.
Samen met een nog verscherpt actieplan voor de opvolging van de investeringen moet deze nieuwe aanpak in de nabije toekomst garant kunnen staan voor een snelle, maar ook degelij- ke uitvoering van alle investeringsprogramma's van de VHM.