• No results found

OOC TATIECENTRUM

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "OOC TATIECENTRUM "

Copied!
115
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

OOC TATIECENTRUM

ERLANOSE POLITIEKE -- PARTI~

8

GHRI TEL K- HISTORISCHE

NI

(2)

JAARBOEKJE 1946

CHRISTELIJK-

HISTORISCHE

UNIE

(3)

KALENDER VOOR HET JAAR 1946

======= :c.c:=--===--:--c:--======~:=--:===-:-.... ---

... 'I

JANUARI I FEBRUARI

I -

MAART -

~z-. -:~-----6--1-3 ~2-o ~2-7-[' 3 1 o 17 24 3 10 17 24 31 M. · 7 14 21 28 4 11 18 25 4 11 18 25 D. li 1 8 15 22 29 11 5 12 19 2•6 5 12 19 26

w. 2 9 16 23 30 6 13 20 27 6 13 20 27 D. 3 10 17 24 31 I 7 14 21 28 7 14 21 28 V. 4 11 18 25 1 8 15 22 1 8 15 22 29

z. 5 12 19' 26 2 9 16 23 2 9 16 23 30

I

APRIL ~---

ME_I ___ I_

JU-NI- -

- - - · - - - . - - - c _ " ________ .. ______ ,_, . .,_" __ .,"_" .. , __ - - - - ..

14 21 28 I 5 12 19 26 i

z.

M.

D. w.

D.

V. I

z.

7 1 8 2 9 3 10 411 5 12 6 13

15 22 29 I 6 13 20 27 I

16 23 30 I 7 14 21 28 I

2 9 16 .23 30 3 10 17 24 4 11 18 25 11 24 1 8 15 22 29 I 5 12 19 2•6 18 25 ,1. 2 9 16 23 30 1

19 26 3 10 17 24 31 I

6 13 20 27 7 14 21 .28

z. ~ 7

! 1 8 2 9 3 10

! 4 i1

' 5 12 1 6 13

M.

D. w.

D.

V. z.

20 27 JULI

14 2:1 28 15 22 29 16 23 30 17 24 31 18 25 19 26 20 27

I 4 11 18 2.5

1

1 8 15 22 29

·-~---

I AUGUSTUS :SEPTEMBER 4

5

·6 7 1 8 2 9 3 10

11 18 25 1 8 12 19 26 2 9 13 20 2'7 3 10 14 21 28 4 11 15 22 29 I 5 12 16 23 30 i' ·6 13 17 24 31 7 14

15 2.2 29 16 23 30 17 2.4 18 25 19 26 .20 27 21 28

- ----·---~---:--~--~~-·----·---··--- - __ !

0~2"_~~~~-~

NOVEMBER

DECE-~E_!-_

z.

6 13 20 27

M. 7 14 21 28

D. 1 8 15 22 29

w. 2 9 16 23 30 D. 3 10 17 24 31 V. 4 11 18 25

z. 5 12 19 26

3 10 17 24 ! 1 8 15 22 29 4 11 18 25 2 9 16 23 30 5 12 19 216 '3 10 17 2•4 31 6 13 20 27 I 4 11 18 2'5 1 14 21 28 I 5, 12 19 26 ' 1 8 15 .2'2 29 ' 6 13 20 27

I 2 9 16 23 30 I 7 14 21 28

(4)

VER.JAARDAGEN DER LEDEN VAN HET VORSTELIJK HUIS.

19 Januari (geb. 1943): H. K. H. Margriet Flrancisca, Prinses van Oranje-Nassau, !Prinses van Lippe-Biesterfeld, Doch- ter 'V'an H. K. H. Prinses Juliana, Prinses van Oranje Nassau, Hertogin van Mecklenburg, enz. enz. en Z.K. H.

Prins Bernhard, Prins der Nederlanden, Prins van Lippe>- Biesterfeld.

31 Januari (gei'J. 1938) : H. K. H. Beatrix Wilhelmina Armgard, Prinses van Oranje-Nassau, Prinses van Lilppe-Biester- feld, Dochter van H. K. H. Prinses Juliana, Prinses van Oranje-Nassau, Hertogin van MeCikleni'ourg, enz. enz. en

z.

K. H. Prins Bernlhard, Prins der Nederlanden, Prins van Lippe-Bi·esterfeld.

30 &pril (geb. 1909): H. K.. H. Juliana Louise iEroma Martà Wilhelmina, Prinses van Oranje-Nassau, Hertogin van Mecklenlburg, enz. enz., Dochter van H. M. Wilhelmina,

!Koningin der Nederlanden, en Wijlen. Z. K. H. Hendrik, Prins der Nederlanden.

29 J;uni (gelb. 1911): Z.K.H. Bernhard Leopold Frederik Everhard Julius Coert Ka1rel Godfried Pieter, Prins der Nederlanden, Prrins van Lippe-Biesterfeldl.

5 Augustus (geb. 1939) : H. K. H. Irene Emma Elisabeth, Prinses van Oranje-Nassau, Prinses van Lippe-Biesterfeldi, Dochter van H. K. H. Prinses Juliana, Prinses van Oranje- Nassau, Hertogin van Mecklenburg, enz. enz. en Z. K. H.

Prins Bernhard, Prins der Nederlanden, Prins van Lippe- Biesterfeld.

31 Augustus (geb. 1880) : H. M. Wilhelmina Helena Pauline MJaria, Koningin der Nederlanden, Dochter van Wijlen Z. M. Willem m en Wijlen H. M. Emma, Koningin-Moeder.

CHRISTELIJKE FEESTDAGEN.

NieuwJaar 1 Januari.

Goede Vrijoog 19 April.

Paschen 21 en 22 April.

Hemelvaartsdag 3(1 Mei ..

Pinksteren 9 ert 10 Juni.

~stnlis 25 en 216 December.

(5)

Hoofdbest_uur.

A. Leden g·ekoz•en door de Algemeene Vergadering.

J. Kr:oles, Zeeweg 96, Ermelo.

Jkvr. J. J. Bar.sse Maclkay, Achillesstmat 24-II, Amsterd:am-z.

Ds. H. Bogers, Zeeweg 37, Katwijk aan Zee·.

Prof. Dr '!1h. L. Haitjema., Veri. He·er·eweg 38,. Groningen.

H. W. Tilanus,. Statenlaan '125, 'sGravenihage.

Prof. Dr. J. de Zwaan, Boer-haavelaan 31, Leiden.

B. Gekozen door de Kamerkring-vereendgingen.

I 's-Hertogenbosch: G. Maatjes, Ophoviuslaan 88, 's-Her- togenibosclh; Plaatsve,rvanger: J. Faber, Geldersehe- dam 77, 's-Hertogenbosch.

II Tilburg: D. w. van der Put, Kon. WilhelmJnastmat 1, Zevenbergen. Plaatsvervanger: J. J. van den Dries, Noord!h:aven 10,, Zeverubergen.

III Arnhem: E. Kamphuis, Koo1Jwij~er•'Jroek. Plaatsv;ervan- ger: Dr. H. Lier, Deventerweg 113, Zutphen.

IV Nijmegen: C. van Westreenen, Reestraat 29, Nijmegen.

Plaatsvervanger: Joh. Lokhorst, Driel. ' V Rotterdam: Mr. F. A. Nelemans, Ma.thenesser~aan 227,

Plaatsvervanger: A. in 't Veld, Kerkedijk 289, IJssel- monde (Rotterdam).

VI 's-Gravenhage: W. Wagenaar, Haanplein 18, 's-Graven- hage. Ptlaatsvervanger: L. KroL Vondelstraat 70, 's-Gravenlhàge.

VII Leiden: H. van Boeyen,. Westeinde 5, Voo11bur:g. Plaats- vervanger: W. P. Cnossen, Nieuwendijk 32, Woerden.

VIII Dordrecht: Mr. H. K. J. IBeernink, Rembrandtkade 65, 'Rijswijk (Z.H.). Plaatsvervanger: G. de !Klerik, Levens- verzekeringstraat 28, Doi1drecht.

IX Amsterdam: Jihr. F. J. E. van Lennerp·. Reerengracht 471, Plaatsvervang·er: Mr. W. F. Schokking, Stadionkade 24~, Amst·~rdam.

X S. Kroese, Westerstraat 44, Enkhuizen. Plaatsvervanger:

Jrb. Huihers Kzn.,. He·erlhiUgowaard,

XI Haarlem: Mr. Dr. J. van Bruggen, Cesa;r Francklaan 12, Heemstede. Pfaa.ts!Vervanger: E. de Groot, Zaaillen- laan 64. Haarlem.

XII Middelburg: Mr. W. F. E. Baron van der Feltz, Molen- water 49. Plaatsvervanger: Mr. H. van der Beke Callen- felds, Vlissingen.

XIII Utrecht: J. Reijers, Burgemeester, Kamerik. Plaatsver- vanger: K. Klijrtsma, Daalscheweg U4, Zuilen.

(6)

XIV Leeuwarden: J, de Ruiter, Balk. Plaatmervanger: H. I

Fernlhout, Buitenpost.

XV Zwolle: P. Corée, Klimopstraat 6, z,wolle. Plaatsv•er_

vanger: L. Bos, Abeelenstraat 3l, Hengelo (0.).

XVI Groningen: H. Wanmaker, Farmsumerweg, Appingedam.

IPla;atsvervanger: D. J. Mellema, Nieuw-Scheemda.

XVII Assen: J. C. Lodder, Boschlaan 7, Emmen. Plaatsver- vanger: J. R'enema, Nieuweroord.

XVIII Maastricht: F. A. Kraaijeveld, St. Franciscusweg 73,

!Heerlen. Plaatsvervanger: A. J. Flink, Hertog Remoud- singel 126, Venlo.

Adviseerende Leden.

Mr. Dr. G. Kolff, Huize "De Gente1", Geldermalsen; Mr. R.

Pollema, !Stationsweg 16, Leeuwarden; Mr. W. L. Baron de Vos van !Steenwijk. Lange Voorhout 12, 's-Gravenhage; Tj. Krol, Rijksstraatweg 272, Haren (Gron.); Jhr. Mr. J. W. H. Rutgers van Rozenburg, Nicolaïlaan 11, Bilthoven; Mr. Dr. J. J. R.

Schmal, van Pl!Jbstlaan 2'2, Voorburg; Jkvr. Mr. c. W. I. Wtte- waall van Stoetwegen, Laan van Meerdervoort 52. 's-Graven- hage; J. Weitkamp, Hardenb•erg.

Dagelijksch Bestuur.

H. w. Tilanus. Voorzitter; Prof. Dr. J. de Zwaan. Vice-Voor- zitter; Mr. H. K. J. Beernink. 1ste Secretaris; Mr. Dr. J. van Bruggen. Penningmeest•er.

Christelijk-Historische Eerste-Kamerclub.

Mr. IDr. G. Kolff. Huize "De Gentel", Geldermalsen; Mr. R.

PoUema, Stationsweg 16, Leeuwa1rden; Prof. Dr. J. de Zwaan, Boerhaavelaan 31, Leiden.

Mr.

w.

L. Baron de Vos van Steenwij:k, Lange Voorhout 12, 's-Gravenhage, Voorzitter van de !Eerste Kamer.

Christelijk-Historische Tweede-Kamerclub.

Vloorzitter: H. W. Tilanus, Statenlaan 125, 's-Gravenhage.

Secretaris: J,k,vr. Mr. C. W. I. Wttewaall v~an Stoetwegen, Laan van Meerderwoort 52, 's-Gravenhage; Tj. Krol, R,ijks- straatweg 272, Haren (Gron.); Jhr. !Mr. J. W. H. Rutgers IVan R00enburg,Nicolaïlaan 11, 1Bilthoven; J. Weitkamp, Hardenberg;

J. de Ruiter, Harich bij Balk.

Mr. [)r. J. J. R. Schmal, van Pabstlaan 22, Voorburg.

(7)
(8)

fi~Ofl"am tJ.an 9Jegi~den

vastgesteld 9 Juli 1908, aangevuld 21 Sept. 1917, 12 April 1928 en 20 April 1938.

Artikel 1.

De regel,. waarnaar het gezag in den Staat moet worden uit- geoefend is de in de H. Schrift geopenlbaarde ordening Gods, onverschillig welke de personen zijn, die tijdelijk met eenige staatsbediening zijn belast.

Deze ordening behoort op staatkundig gebied in alles richt- snoer en toetssteen te zijn.

Ter beoordeeling op staatkundig gebied van de vraag, wat die ordening Gods is, word•e gelet, niet alleen op de stellige uitspraken der H. Schrift maar ook op het oordeel der Christelijke Kerk en orp de leiding Gods waargenomen in de g·eschiedenis der volken.

Art 2.

De overlheid is als zoodanig Gods dienares en in beginsel alleen verantwoordelijk tegenover Hem, aran Wien zij haar ge- zag ontleent.

Dit •belet evenwel niet, dat ·de personen met uitoefening van de taak der overhetd belast, voor hare handelingen aan andere, niet v:an haar .afhankelijke personen Cbv. de Staten-Generaal) V·erantwoo11delijk kunnen worden gesteld.

Art. 3.

De overheid is geroepen de Christelijk-Historische grond- slagen van het volksleven te bevestigen en de Christelijke be- ginselen in het staatsleven te eerbiedigen.

Art. 4.

In overeenstemming met de historische ontwikkeling van het Christendom op N•ederlandschen bodem moet Nederland be- stuul1d wol"den als ·een Christelijke staat in Protestantsehen zin.

Art. 5.

Het constitutioneel ~oningscihap, opgedragen aan !het Huis Oranje, is de vrucht van d:e leidingen Gods met ons volk en de natuurlijke ontwikkeling van 's lands historie en daarom terecht in onze Grondwet bevestigd.

(9)

Art. 6.

Het is de plicht der Volksvèrteg,enwoordiging :het door de overheid aldus in te nemen standpunt tegenov·er ·elk revolution- nai•r gezind bewind te hanc1ha:ven.

Art. 7.

Het doel van de Christelijk-Historisclb.e Unie is, de door !haar beleden 'beginselen tot erkenning ..:.... niet om de regeermacht in handen van met •zelkere Christelijke beginselen instemmende personen - te brengen.

Het is dus niet zoozeer te doen om majoriteit (de roeevder- beid der kiesgerecht~gden) als wel om autoriteit (gezag van het Woord Godsl niet om het succes van de partij, maar om de macht van het beginsel.

Hierop dient, zoowel bij de organisatie van de partij als bij de samenwerking met andere partijen in de eerste p~aats te

worden gelet.

Art. 8.

Vermits geheel het volk zich aan de ordeningen Gods heeft te onderwerpen, verzet de Christelijk-Historische Unie zich tegen een groepeering des volks in twee deelen naar Gods- diensti!ge onders;c!heiding.

Daaruit volgt evenwel niet, dat geen rekening moet worden gehouden met het feit, dat hier te lande tengevolg.e van de in- wukirug der beginse~en, ·door de Fransche Revolutie gehuldigd, en de daaruit voortv~oei•ende loochening van het Goddelijk gezag op staatkundig gebied !het ui.teengaan der politieke pa.r- tijen ten aanzien van de al of niet-erkenning van dlat gezag

heeft plaats gehad en in de hand is gewerkt.

Art 9.

De ov·erheid handhave het Cihr.istelijk-Historisch karakter van ons volk, door bevordering van de Zondag.srust, door er tegen te waken, dat het ~aralkter v1an den Christelijken rustdag zou verloren gaan en door de ins.tandhouding van de algemeen

erkende Christelijke feestdagen.

Art. 10.

Zij is verplicht te waken voor de openbare zed•elijkheid, door van het terrein des openbaren levens te weren al wat te dien aanzien in strijd is met de duidelijke ordening Gods.

Art. 11.

Op haar rust de zorg voor de openbare gezondheid, maar deze verplichting brengt niet mede het recht om iemand te dwingen zich of zijne kinderen te onderwerpen aan kunstbewerking, waartegen hij bezwaar heeft.

(10)

Art 12.

De overheid behandele de Kerk in haaLt" verschillende vor- men als van eigen rechte; niet als een vereeniging, :maar als openbaring in 't volksleven_sui juris (met eigen rechtskar;akter).

Zij bescllerme haar in de uitoefening van den eeredienst, be- houdens hare onderworpenheid aan de strafwet, en eeliliedige de historisch verkregen rechten. Zij be:scherme leders recht om zich van de Kerk los- te maken.

Art. 13.

De overheid late alle kerkelijke en particulie>re instellingen tot verzorging der armen vrij haren arbeid geheel naar wel:ge- mllen te regelen; zij ibeschouwe de verzorging der armen in de eerste iPlaats als de· taak der Kerk; zij trede w:ruar noodi,g, aan- vullend op en l:levordere de samenwerking tusschen de verschil- lende instellingen, die in deZJelfde, gemeente werkzaam zijn.

Art. 14.

De overheid behoort hier te lande, in verband met de Neder- landsche staats- en :rnaatscha!ppe~ijke ontwikkeling en econo- mische toestanden, het Hooger Onderwijs krachtig te bevor- deren.

Naast volledige vrijlating van het Bijzonder Hooger Onderwijs boude zij de Openbare Universiteit als instelling· ter ontwik- keling van het wetensciha.ppelijk karakter der natie in stand, doe zij op wetenschailJpelijk ge·'oied belijdenis van de Christelijke religie door de instelling eener faculteit van Godgeleerdheid op den grondslag der openbaring, binde zij de wetenschap niet aan eenig dogma.

Art. 15.

Voor zoover het lager onderwijs van overheidswege wordt ge- geven, ibehoort de school te v10ldoen aan de eischen eener Christelijke opvoeding.

Waar de toepassing van dit beginsel in een land met een historisch verleden als het omz:e (en met de daaruit ontstane toestanden) zwarigheden ontmoet, worden deze het best uit den weg geruimd door:

a. Het onderwijs in. !handen der locale, overheid te !laten, waarbij dooe rekening dient te houden met de godsdienstige richtingen der locale bevolking.

b. Aan de ouders of deg<enen, die daartoe door dezen zijn aan- gewezen, rechtmatigen invloed te ve11zekeren op den gamg van het onderwijs.

c. Aan de bijzondere school dezelfde financieele ondersteu- ning te geven als aan de openlbare.

Het publiek gezag beihoort op den gang en. de ontwikkeling

(11)

van het gansche volksonderwijs in zijn twee geledingen toe- zicht te houden en is rverplicht het krachtig te steunen. Die steun worde evenwel niet verstrekt aan scholen, waar desbewust zedelijkheid en eerbied voor de wet worden ondermijnd.

De overheid beV'Oroere door het verleenen van bijdragen de oprichting van bijzondere scholen nie~ behoorende tot die, welke in de beide vorige artikelen zijn genoemd.

Art. 17.

De kweekscholen ter opleiding voor onderwijzer-s beihooren zich aan te sluiten bij de beginselen, wàarvan eene overeen- kO!InStig de voorgaande artikelen gemaakte regeling van het volksonderwijs uitgaat.

Art. 18.

De rechtspraak sta in. verband met het zedelijk rechtsbesef der natie volgens wetten, die op de eeuwige rechtsbeginselen rusten. Bij de vaststelling van het strafrecht behoort u1tgegaan te wovden van het beginsel, dat der overheid het recht om te straHen van Godswege is toegekend, niet slechts om de maat- schappij te beschermen, maar allereerst tot herstel van de ge- schonden gerech~igheid, desnoods door middel van de doodstraf, waartoe het recht haar in beginsel toekomt.

Art. 19.

Ten aanzien van de regeling der maatschappelijke verhou- dingen wovde door den wetgever voortdurend rekening gehouden met den groei van het sociale leven.

Daarbij sta de gelijkgerechtigheid van allen, onv·erschillig in welken economischen toestand zij zich bevinden, op den voorgrond, wat met zich brengt, dat er zoo:veel mogelijk gezorgd worde, dat niemand tengevolge van zijn economische afi.han- kelijkheid gedwongen worde tot handelingen, die bij meevdere

onafhankelijkheid als onz•edelijk of onbillijk zouden worden geweigerd.

De ove:nheid is niet gevoepen een ieder een bestaan te ver- zekeren, maar wel het verkrijgen daarvan zooveel mogelijk te v·e:rgemakkelijken.

Naar herstel der gilden, met hun puoli.ek-rechtelijk karakter moet niet worden gestreefd, maar wel moeten de samenwerking en saamhorigheid, die in de gilden zich uitspraken, in de hand gewerkt worden, opdat sociale vrede, eisch eener Christelijke maatschappij, worde bevorderd.

(12)

15 Art. 20.

De overheid oefent ihaar gezag uit ten goede van en daarom onder medewerking van het volk.

Deze medewerkinp; neme toe naarmate de ta'ak der ovelfueid zich uitlbreidt.

De directe medewerking )VOidt het !beste ·verzekerd door het verleerum van kiesrecht aan de bij de wet aan te wijzen per- sonen; gestree:Ed moet worden, dat alle kringen, waaruit het volk bestaat, zooveel mogelijk tot hun recht Immen en bij voor- keur de zoodanigen geikooen ikunnen worden, die waa11borgen bieden voor een deugdelijke vervulling van de publieke taak, waartoe zij geroepen worden.

Art. 21.

Het zelflbeschikking.srecht der Gemeente worde gehandhaafd in overeenstemming met de taak, welke de Gemeente naar historie en grondwet, in ons staat.Sbestel vervult.

De financiee~e verhouding tusscihen het Rijk en de Gemeen- ten en he·t toezicht op door de wet aangewezen !handelingen der Gemeentebesturen, alsmede de gezagsoeiiening der hoogere organen, zij zoodanig, dat het bewustzijn van zelfstandigheid en eigen verantwoordelijlmeid van die besturen worde versterkt.

Art. 22.

In de Koloniën belhoort een onibaatzuchtige staatkunde te worden gevolgd met nauwgezette inachtneming van het zedelijk en stoffelijk belang van de inlandsche bevolking. Met eerbiedi- ging van het Protestantsch beginsel van Godsdienstvrijheid, zij de regeering zich bewust van hare roeping als Christelijke overheid tegenover het heLdendom en het Molhammedanisme.

Zij zie toe, dat de eene zending niet verstorend ingrijpe in den arbeid der andere.

Art. 23.

Bij de regeling der belastingen worde de rechtvaardigheLd in dien zin betracht, dat rekening worde gehouden met de draag- tkracht der verschillende kringen des volks, wat evenwel nim- mer leiden mag tot eene opzettelijke bevoordeeling van den eenen maatschwppelijken !kring ten koste van den anderen.

Art. 24.

Waar staatsbemoeiing onvermijdelijk is, worde zoo min mogelijk van bezoldigde ambtenaren, zoo veel mogelijk van een van overheidswege geregelde medewerking der ingezetenen gebruik gema,akt.

(13)

16 Art. 25.

De overheid, geroepen door het Instandhouden van leger en vloot, voor behoud o~er nationale zelfstandigheid te waken, zorge evenwel, dat de krijgsJasten tot het noodz,akelijke beperkt blijven en bevordere, ook in het leger, in de kruzeme en op de vloot, mede door behartiging van de godsdienstige en zedeUjlke belangren van soldaat en schepeling, het leiden van een eerbaar en ordelijk leven.

Art. 2'6.

In zake het ·~uitenlandsch beleid, worde openbaarheid ge- geven aan alles wat in dit Gp~Zicht door de Regeering wordt verricht, voor zoover dit daaliVOOr geschikt is en de openbaar- heid toelaatbaar is 21onder gevaar voor land en volk:.

,Ge,en venbintenissen, in welken vorm ook, wel.Jke !Zouden kunnen leiden tot financieele lasten voor den Staat of tot uer- soonlijke of geldelijke lasten voor de bevolking, worden aan- gegaan buiten overleg met de Staten-Genera,al.

Krachtig worde bevorderd het streven naar de besli.ssing van geschillen tusschen de volken langs den weg van internationale reclltspraak, arbitrage, of bemiddeling, in plaats van door wapengeweld.

Voor zoover ddt vereenigbaar is met het landsbelang worde steun verleend aan iedere poging, om de rechtsidee in het vol- kenrechtelijk verkeer te sterken.

(14)

17

Statuten

vastgesteld in de Algemeene Vergadering van 21 September 1917, gewijzigd in de Algemeene Vergaderingen van 27 Mei 1920.

31 Maart 1921, 8 A priJ 1926, 9 Maaa:t 1927, 6 April 1934, 3 April 1935, 15 April 1936, 1 April 1937 en 20 April 1938.

I. Algemeene Bepalingen.

Artikel 1.

De Ohristelijk-Historische Unie wordt gevormd door de Plaat- selijke of Gemeentelijke Kiesvereenigingen, die tot grondslag van samen:werki.ng aanvaanden het Program van beginselen, vastgesteld in de vergadering van afgevaavdigden, gehouden te Amsterdam op 9 Juli 1908.

Art. 2.

De Unie stelt zich ten doel met alle geoorloofde middelen:

a. de kennis van de Christelijk-Historische beginselen te ver- breiden. en hunne ontwikkeling en toepassäng te bevorderen in overeenstelllUlling met de steeds wisselende toestanden;

b. de samenwerking tussclhen de bij haar aangesloten kies-

vere~nigingen te verzekeren;

c. de verkiezing te i'oevorderen, in de vertegenwoordiging :van land, gewest en gemeente, van personen, die inst~mmen

met de beginselverklaringen der Unie en, als dragers der Christelijk-Historische beginselen, het vertrouwen der kie- wrs verdienen.

Art. 3.

De Unie is samengesteld op de volgende wijze:

I. Zij, die instemming betuigen met de beginseLen der Unie, . en die gevestigd zijn in één zelfide gemeente, of in een stad of dorp of buurtsc.hap (deel eener gemeente) of in een deel eener gemeente, dat een gemeentelijken kieskring vormt, ver- eenigen zich tot eene Gemeentelij·ke of eene Plaatselijke Kies-

vereeniging. ·

II. Is in een gemeente slechts één Plaatselijke Kiesvereeni- ging, zoo is deze tevens de Gemeentelijike Kiesvereeniging.

2

(15)

18

III. Zijn in een gemeente twee of meer Plaatselijke· Kies- vel"eenigingen, zoo verlbinden deze zicih tot eene Gemeentelijke Kiesvereeniging. Eene bestaande Gemeentelijke Kiesvereeni- ging kan zicih splitsen in Plaatselijke Kiesvereenigingen. De bepalingen voor deze ver!bindinrg of splitsing en de regelen voor de samenwerking in de Gemeentelijke Kiesvereeniging, worden dan bij afzonderlijk reglement vastgesteld.

·IV. ·Personen, gevestigd in een deel van een gemeente, als bedoe-1d. sub I. waar nog geen Plaatselijke Kiesvereeniging is gevormd, kunnen door een Plaatselijke Ki.esvereeniging, binnen dezelfde gemeente, als lid worden aanrgenomen.

Personen gevestigd in een gemeente, waar nog geen Kies- vereeniging is gevormd, :kunnen door eene Gemeentelijke Kies- vereeni:ging, gelegen binnen denzelfden Statenkring of Kamer- kring, a1s lid worden aangenomen; ·zij nemen daar geen deel aan de stemmingen tot aanwij.zing van candidaten voor den Gemeenteraad.

v. In el:ken kieskring voor de verkiezing van leden der Provinciale Saten, welke kieskringen

m

deze Statuten worden aangeduid als statenkringen, vormen de Plaatselijke of Ge- meentelijke Kiesvereenigingen tezamen een Statenkring- rereeniging.

Is in een Statenkrinrg slechts één Plaatselijke Kiesvereeniging of slechts één Gemeentelijke Kiesvereeniging, ~oo is deze tevens de Statenkring-Veli'Ieeniging.

VI. In elken Kieskring voor de verkiezing van leden der Tweede Kamer, welke Kieskringen in de:oo Statuten worden aangeduid als Karmerkringen, vormen de Plaatselijke of Ge- meentelijke Klesvereeniginrgen, te!Zamen een K!amerkring- vereeniging.

Is in een Kamerkring sleclhts één Plaatselijke Kioesvereeni:ging of slechts één Gemeentelijke Kiesvereeniging, zoo is !deze te•vens de iKamerkring-vereeniging.

VII. Voor de verkiezing v:an de 1·ede:n der Tweede Kamer kunnen de Kamerkringen worden vereenigd tot Groepen. De PlaatseUjke of Gemeentelijke Kiesv·ereeniging in één groep vormen eene Gmepsvereeniging.

VIII. Alle Plaatselijke of Gemeentelijke Kiesvereenigingen vormen tezamen de AJ.gemeene Vergadering der Unie·.

rrx:.

Voor ,de stemmingen in de Sta.tenkringvereeniging, de Ka,merkringvereeniging, de Groepsver·eeniging en de A1g·emeene V:ergadering wijst elke Plaatselijke of Gemeentelijke Kiesver- eeniging één of meer !Stemhebbende leden en :hunne p1aats- vel"Vangers aan, naar verhou<ling van !het aantal iJ:eden der Vereeniging, die hunne contributie hebben betaald.

(16)

19

Deze verlhouding wordt bepaald als volgt:

bij een aantal leden, minder dan 21, één at:gevaardigde . . , ,, van 21 tot 50, twee afgevaardigden

,, ,, ,, 51 90. drie

,, " ,, ,, 91 140, vier ,, ,., ,, ,,, 141 200, Vjjf

,, 1, ,, ,,, 20,1 270, zes

"

,, ,, " ,,, 271 " 350, zeven ,, ,., ,, ,,, 351 " 440, aeht ,, " ,, ,,, 441 " 600, negen

"

,, ,, ,., meer dan 600, tien

Een afgevaardigde kan, mits •behoorlijk gemachtigd, ook voor andere afgevaardigden van kiesvereenigingen uit denzelferen Kamerkring stemmen, met dien verstande, dat een persoon ten hoogste 4 stemmen mag uit'o·rengen.

X. !Het Hoofdbestuur der Unie bestaat uit 27 leden. Van deze 27 worden 9 leden gekozen door de Algeroeene Vergade- ring. Voorts wijst elk der 18 Kamerkringvereenigingen een harer bestuursleden aan als lid - en een ander harer bestuurs- leden als pJaatsvervangend lid van het Hoofdbestuur. Bij ont- stentenis van het aangewezen lid treedt het plaatsvervangend lid op.

De verkiezing ter Algeroeene Vergadering heeft plaats uit een candidatenlijst, vermeldende de aanbevolenen door het Hoofdbestuur en de namen der candidaten, welke uiterlijk 14 dagen vóór de Algemeene Vergadering door een Kiesvereeni- ging bij het Hoofdibestuur zijn ingezonden.

Deze verkiezing geschiedt bij ééne vrije stemming, en, zoo noodig, eene hetstemming tusschen een dubbeltal. Om gekozen te zijn is vereischt, bij de stemming, de volstr•ekte meerderheid - bij de herstemming de betrekkelijke meerderheid - der geldig uitgebrachte stemmen.

Mocht in de Algeroeene Vergadering, bij de vrije stemming, de volstrekte meerderheid .zijn verkregen door meer personen, dan er plaatsen te vervullen zijn, zoo zijn gekozen zij, die de meeste stemmen verkre_g1en.

Bij onzekerheid, door gelijk aantal verkregen stemmen, is de oudste in jaren gekozen.

De leden der Unie, leden der Staten-Generaal,, voorzoover z~

geen lid van het Hoofdbestuur zijn, en de Voorzitter van de Federatie van C.-H. Jongerengroepen, alsmede de Hoofd- redacteur of een lid der Hoofdredadie - door haar aan te·

wijzen- van het dag·'olad "De iNederlander", worden mede tot zijne vergaderingen genoodigd en hebben daar een raadgevende stem.

Andere personen, welke zich jegens de Unie buitengewoon verdienstelijk hebben gemaakt, kunnen door de Algeroeene Vergadering, op vomstel van het Hoofdbestuur, tot adviseerend lid van het Hoofdbestuur en (of) het Dagelijksch Bestuur worden benoemd.

(17)

Art. 4.

Personen, gevestigd in plaatsen, waar goon kiesvereeniging bestaat, en die niet, volgens het bepaaLde in Art. 3, sub IV, door eene andere kiesvereeniging als lid zijn aangenomen, worden door het Hoofdbestuur a.J.s buitengewoon lid der tinie inge-

&ehreven. Zij betalen aan het Hoofdbestuur een jaarlijksche contributie van ten minste f 1.-. Zij hebben het recht de Algeroeene Vergadering der Unie >'Jij te wonen en aan de be- raadslaging deel te nemen.

Art. 5.

In elke vergadering der Unie spreken en stemmen de leden naar eigen overtuiging.

Alle !besluiten over zaken worden genomen met meerderheid van de uitge:brachte geldige stemmen.

OVer personen wordt schriftelijk, over zaken wordt monde- ling gestemd. Bij staking van stemmen over zaken wordt t>en voorstel geacht te zijn verworpen.

Bij verkiezing van personen worden gevolgd de regelen, voor- geschreven in artikel 3 X, met dien verstande, dat, behalve in de Algemoone Vergadering en in de Kamerkringveroonigingen, noodig zullen zijn twee .vrije stemmingen voordat tot her- stemming wordt overgegaan.

Periodiek aftredende leden van besturen of commissiën zijn terstond herkieslbaar, tenzij daaromtrent in het reglement eener Gemeentelijke of Plaatselijke Kiesvereeniging anders mocht zijn bepaald. Zij !blijven hunne functies waarnemen tot zij door nieuwbenoemden zijn vervangen.

Den leden, die doorloopend met tijdroovende werkzaamheden zijn belast, kan uit de kas der Vereeniging, welke hun deze werkzaamheden opid.roeg, eene geldelijke vergoeding worden toegelegd.

11. Taak en werkwijze van de onderscheidene Vereenigingen en hare Besturen.

Art. 6.

Elke Plaatselijke-, Gemeentelijke-, Statenkring- of Kamer- kringvereeniging kiest haar e1gen bestuur en stelt haar eigen huishoudelijk reglement vast, met inachtneming de2ler Statu- ten. Deze reglementen ~Zijn onderworpen aan de goedkeuring van het Hoofdbestuur.

Voor de reglementen, in het eerste lid bedoeld, worden modellen door het Hoofd!bestuur samengesteld.

In de Kamerkring- en Statenkrmgvereeniging zijn stemge- rechtigd hare gekozen bestuursleden en de volgem Art. 3, sub IX, aangewezen stemhebbende leden der Plaatselijke- of Gemeentelijke Kiesvereenlgingen.

(18)

Art. 7.

De contributiën der leden wol"iden ·geïnd door het Bestuur der Plaatselijke of der Gemeentelijke Kiesvereeniging. De finan- cieele veilhouding tussch.en de Plaatselijke- en de Gemeente- lijke Kiesv.ereeniging wordt vastgesteld in het· reglement, i'Je- doeld in Art. 3, sub III.

De Plaatselijke Kiesvereenigilllg !betaalt jaarlijks, in den loop van Maart, voor elk lid der Kiesvereeniging 25 cents aan het Hoofdbestuur, 10 cents ,aan de !Kamerkrilllg1vereeniging en 5 cents aan de Statenkringvereeniging. Over deze bedragen wordt door den daartoe gerechtigden penningmeester beschikt.

Bij niet tijdige betaling van een of meer dezer !bijdragen vervalt het recht van vertegenwoordiging, tenzij ten genoege van het daarlbij betrokken Bestuur, alsnog een lbillij'ke reden 1·an verontschuldiging wordt aangevoerd.

Art. 8.

De Plaatselijke Kiesvereenigingen wijlZen de stemhebbende leden en hunne plaatvervangers aan, ibedoeld in Art. 3, sub IX, tenzij besloten mocht zijn deze aanWijzing te doen geschieden door de Gemeentelijke Kiesvereeniging;

zij stellen voorloopige canldidaten voor de Provinciale Staten en voor de Tweed·~ Kamer;

z.ij dragen zorg voor de verspreiding der propagandalectuur en trachten door huisbezoek het ledental der Kiesvereeni•ging uit te breiden;

zij prodameeren de cand.idaten, overeenkomstig Afdeeling III dezer statuten gesteld, en •'Jevorderen zooveel mogelijk hunne verkiezing.

Leden •der Kiesvereeniging, die geen kiezer zijn, nemen geen deel aan de stemming voor candida ten van de openbare colleges.

Art. 9.

De Besturen van de Plaatselijke Kiesvereenigin:gen dragen zorg voor de inning- der contributiën en voor hare verdeeling overeenlkomstig Art 7;

zij houden twee registers bij: één van de namen en woon- plaatsen van de leden der kiesvereeniging; één van de namen en woonplaatsen der kiezers, die, hoewel geen Ud der kiesver- eeniging, toch geacht worden de candidaten der Unie te willen steunen;

zij verstrekken deze registers ter inzage aan de Besturen der Sta tenkringvereeniging en der Kamerkringvereeniging;

,zij doen in den loop van de maand Januari mededeeling aan deze beide !besturen van hunne eigene samenstelling en van het aantal leden der kiesvereeniging;

zij geven bij vertrek van een der leden van de kiesvereeniging naar elders. op daartoe door het Bureau der Unie v·erstrekte kaartformulieren, van di,ens verhuilzing kennis aan lhet bestuur

(19)

22

der in de nieuwe woonplaats gevestigde Kiesvereen~ging, of aan het Hoofdbestuur, indien in de nieuwe woonplaats geen kies- vereeniging der Unie mocht i'oestaan. Het bestuur der Kiesver- Eeniging of het Hoo:l)dbestuur schrijft, overeenkomstig deze kennisgeving, den v·erlhuisde als lid in.

Art. 10.

De Gemeentelijke Kiesv•ereenigingen stellen zelfstandig de candidaten voor het lidmaatschap van den Gemeenteraad.

'Ingeval in een Gemeente af~onderlijlke Plaatselijke Kiesver- eenigingen bestaan, vermeldt het reglement, bedoeld in Art. 3.

sulb III, op welke wijze daarmede bij de candidaatstelling worldt rekening gehouden.

Het bepaalde in de ·!)eide laatste leden van Art. 8 geldt ook voor de Gemeentelijke Kiesvereeniging.

Art. 11.

De besturen van de Gemeentelijke Kiesvereeni,gingen zorgen voor de indiening v:an de candidaten-lijsten bij de Gemeente, raadsverkiezingen;

zij doen jaarlijks, in den loop van de maand Januari, van hunne samenstelling mededeeling aan de besturen der Staten- kringvereeniging en der Kamerkringvereeniging.

Art. 12.

De Statenkringvereenigingen bespreken de voorloopige eau- didaturen voor de Provinciale Staten;

zij prodameeren de definitieve candidaten, overeenkomstig Afdeeling III dezer Statuten gesteld, en bevorderen zooveel mogelijk hunne verkiezing.

Art. 13.

De besturen van de Statenkringvereenigingen doen van hunne samenstelling mededeeling aan het Bestuur der Kamer- kringvereeniging en aan het Hoo:l)dbestuur;

zij doen al het mogelijke tot het vormen en versterken van kiesvereenigingen binnen den Kring.

Bij de verkiezing voor de Provinciale Staten rust op hen de taak bij het hoofdstembureau in de hoofdplaats van den Statenkring de candidatenlijsten in te lever,en, geteekend door

25 bevoegde kiezers - en, binnen zeven dagen na de open- baarmaking der cand1datenlijsten, schriftelijk mede te deelen, aan het c·entraal stem!)ureau in de hoofdplaats der Provincie, met welke andere lijsten de ingeleverde candidatenlijst tot één groep wordt verbonden.

Art. 14.

De Kamerkringvereenigingen •benoemen elk één lid van het Hoofdlbestuur, overeenkomstig !het 'be;pa;alde in Art. 3, sub X;

(20)

zij bespreken de voorloopige candidaturen voor de Tweede Kamer;

zij proclameeren de definitieve candidaten, volgens Afdeeling III dezer Statuten gesteld, en 'bevorderen zooveel mogelijk hunne verkiezing.

Art. 15.

De Besturen van de Kamerkringvereenigingen houden naam- lijsten bij van de ~eden van het eigen C'Ollege en van de be- sturen der plaatselijke-, gemeentelijke- en statenkringvereeni.:.

gingen binnen hunnen kring;

zij doen van de samenstelling dezer besturen en van de aantallen ledenr van dei-" kiesver.eenigingeri binnen hwmen kring mededeeling aan het Hoofdbestuur; zij bevorderen de vorming van de Plaatselijke, Gemeentelijke- en Statenkring- vereenigingen binnen hun gebied en geven jaarlijks verslag van dezen hunnen arbe~d aan het Hoofdlbestuur;

'zij ,!Jeslissen, behoodens be,roep op het Hoofdbestuur, om- trent de toelating tot de Unie van personen en omtrent de afsni}ding van leden, tegen welke door de desbetreffende Plaatselijke of Gemeentelij~e Kiemnereeniging berz.'waren zijn

ingebracht. ·

!Bij de verkiezing van de Tweede Kamer rust op hen de taak lbij het hoo.f1dstem'bureau in de hoofdplaats van den Kamerkring de candidatenlijst in te leveren, geteekend door minstens 25 bevoegde kiezers, hierbij opgevende, dat als ge- machtigde en diens plaatsvervanger, tot het verbinden van de lijst met de andere lijsten der Unie tot één groep, de eerste en de tweede Secretaris (met name te noemen) der Unie zijn aangewezen.

111. De vaststelling van de Candidatenlijsten.

Art. 16.

In het jaar, voorafgaande aan het jaar der periodieke a.f- treding van de leden der Tweede Kamer, richt het Dagelijksch Bestuur, vóór 1 November, tot alle Plaatselijke en Gemeen-

telijke Kiesvereenigingen het v•erzoek uiterlijk 1 December aan het adres van den eersten Secretaris vertroowelijk mede- deeling te doen van naam, woonplaats en· beroep van ten hoogste 10 personen, die zij v.oor het lidmlaatschap aer . Kamer in aanmerking wenschen te brengen. Het Dagelijksch Bestuur doet in dezen !brief mededeeling van de 'bereidheid der aftredende Kamerleden om een nieuwe candidatuur .al of niet te aanvaarden.

Het Dagelijk.sch Bestuur plaatst derz.e namen in alphabe-' tiSCihe or:de op een lijst, welke lijst onverwijld vertrouwelijk wordt toegezond6!Il aan de leden van het Hoof,dibestluw.- en

aan de in art. 17 bedoelde buitengewone leden,

(21)

24 Art. 17.

1. De Kamerkringvereenigingen wijzen vóór 1 December elk een persoon, benevens zijn plaatsvervanger aan, om zitting te nemen als buitengewoon lid van het Hoofdbestuur voor de werkzaamheden, in dit artiikel en in artikel 22 bedoeld. Zij verstrekken den Secretaris van het Hoofdbestuur onverwijld opgave van naam en a-dres van het aangewezen lid.

2. Het Hoofdbestuur, aangevuld met de 18 buitengewone leden, vergadert in het begin der maand Januari, tot besprtJ- king der personen, wier namen door de kiesvereenigin~en zijn

opgegeven, of die door ten minste vijf leden van de ver- gadering tot a,anvulling der lijst worden aanberolen.

'3. Als resultaat dier bespreking stelt de vergadering de groslijst vast, vermeldend de namen, in alphabetische volgorde.

4. De vergadering bepaalt:

a. het aantal candidatenlijsten, dat zal worden gevormd;

b. indien besloten wordt niet in alle Kamerkringen een gelijkluidende lijst in te dienen, in wèllke Kamerkrin- gen een afzonderlijke lijst en in welke Kamerkringen gelijkluidende lijsten ~zullen worden ingediend, daal''.lij lettend op een uitgewerkt voorstel van het Dagelijksch Bestuur;

c. het aantal candidaten, dat op iedere lijst zal worden geplaatst;

d. het aantal en de samenstelling der groepen, waarin de stemming over de lijst zal plaats hebben; elke groep omvat één of meer Kamerkringen. Indien besloten wordt niet in alle Kamerkringen gelijkluidende lijsten in te dienen, vormen de Kamerkringen, waarin een gelijkluidende lijst zal worden ingediend, te zamen

~en groep;

e. het ,advies omtrent de namen en de ,volgorde der can- didaten, of een deel hunner, welk•e, bij niet gelijk- luidende lijsten, naar de meening van het Versterkt Hoofdbestuur, op de onderscheidene candidatenlijsten geplaatst behaoren te worden.

Art. 18.

De Secretaris der Unie zendt voor 15 Januari aan alle Plaatselijke, Gerneentelijke en Kamerkringvereenigingen een exemplaar der groslijst, vergezeld van zoodanige toelichting.

als door het Dagelijksch Bestuur, op grond van de verworven gegeve:os ,en de gehouden !bespreking, zal zijn ~astgeste~d. . .

Tevens worden de Besturen van Kamerkringen, die een Groep vormen uitgenoodigd onverwijld elk een bepaald getal leden af te va'ariligen, naar een samenkomst, om het tijdelijk Groepsbestuur te constitueeren en plaats en uur der groeps- vergadering vast te stellen. De uitnOOidiging bevat de aanwijzing van het Kringbestuur, dat de samenkrOmst zal bijeenroepen.

(22)

In Kamerkringen. die zelfstandig een Groep vormen, be- paalt het Kamerkringbestuur plaats en uur der vergadering.

Art. 19.

De Kiesvereenigingen v~ergaderen vóór 15 Febrtuari tot be- spreking van de groslijst en tot het aanwijzen orvereenlkomstig het bepaalde in Art. 3, sub IX, van hare afgevaardigden naar de vergadering van Groep' of KamerkTing, waar de stemming voor de candidatenlijst zal plaats heb'Jen.

Art. 20.

De vergaderingen der Groeps- of Kamerkringvereenigingen tot stemming over de candidatenlijst, vinden zooveel mogelijk op éénzelfden door het Hoofdbestuur te 'bepalen datum, in de tweede helft van Februari, plaats.

Het materiaal aan candidatenlijsten, stembiljetten en stem- lijsten is voor alle vergaderingen van gelijk model en wordt door het secretariaat der Unie tijdig en in voldoend getal aan de betrokken besturen toegezonden.

Art. 21.

1. In de ve11gadering der Groepsvereeniging worden de candi- daten, elk afzonderlijk, besproken. Een candidaat, in de ver- gadering aanwezi,g, v~erlaat deze wanneer de bespreking zijner candidatuur aan de orde is.

2. Na afloop der bespreking wordt over de cand~daten gestemd door de stemgerecihtigden.

3. Stemgerechtigd zijn ten hoogste tien Bestuursleden van elk der Kamerkringvereenigingen tot de groep behoorende,, en de, volgens Art. 3 sub. IX. aangeiWezen stemhebbende leden der Plaatselijke of Gemeentelijke Kiesvereenigingen.

4. Elk stembiljet moet, om g~eldig te zijn. niet minder namen van op de groslijst voorkomende personen bevatten, dan inge- volge Art. 17, is vastgesteld. Vóór de stemming vestigt de Voor- zitter er de a,andacht op, dat alle biljetten met een kleiner aantal namen ongeldig zijn.

5. Aan den candidaat, wiens naam op een stembriefje is ge- steld op de le' plaats, worden toegekend woveel punten, als er namen op de candidatenlijst zullen voorkomen, de tweede plaats geldt voor één punt minder en ZJOO vervolgens. De namen, vermeld na dien, waaraan één punt is toegekend, worden be- schouwd als niet gesCihreven. Het bestuur telt de punten samen.

en zendt het proces-verbaal der stemming onverwijld aan den Seüretaris der Unie.

Art. 22.

1. Zoodra de processen-verbaal van alle groepen zijn inge- komen, vergadert het Dagelijksch Bestuur der Unie. Het stelt voor eiken candidaat het aantal punten vast, dat d!eze voor zijn

(23)

plaatsing op een bepaalde .lijst heeft verkregen en rang- schikt vervolgens op elke lijst de cand.idaten naar het door hen voor die lijst verkregen puntental.

2. Op ·een candidatenlijst worden geplaatst, tot een aantal, als bedoeLd in Art. 117, zij, die hij de stemming voor de lij'St het hoogste aantal punten verkregen. Bij gelijk aantal punten beslist het lot. Als een der gestelde candidaten mocht bedanken, wordt de candidatenlijst voltallig gehouden door opschuiving der namen, die op zijnen naam volgen.

3. Indien het Dagelij,ksch Bestuur van oordeel is, dat het belang der Unie dringend vordert, een wijziging in een candi- datenlijst aan te brengen, wordt het Hoofdbestuur, aangevuld met de 18 buitengewone leden, onverwijld ·bijeengeroepen. Blijkt deze V'ergadering bij 2/:l der uitgebrachte stemmen, de meening van het Dagelij<ksch Bestuur te deelen. ·zoo worden de kiesver- eenigingen in de betrokken Kamerkrin·gen uitgenoodi:gd, bin- nen een terrnijn van 14 dagen, schriftelijk hare "oeslissing te geven. Verklaren meer dan 1/a dezer Kiesvereenigingen zich tegen het voorstel van het Hoofdbestuur, zoo wordt dit be- schouwd te zijn verworpen.

4. De candidatenlijsten, met vermelding der eerstvolgende candidaten worden in, de Christelijk-Historische pers openbaar gemaakt.

5. Indien door kiesvereenigingen bezwaren mochten wordf:n ingebracl11, tegen de gepubli:ceerde ~andidatenlijsten, op grond van vermeende onregelmatigheid, zoo is de beslissing, op grond van Art. 33, sub 7,. aan de Algeroeene Vergadering.

6. Het Hoofdbestuur draagt zorg voor de verbinding der candtda tenlij sten.

Art. 23.

Bij ontbinding van de Tweede Kamer vinden de oepalingen van de Artt. 16-22 overeenkomstige toepassing. De aan te wijlZen dagen en termijnen worden dan door het Hoofdbestuur bepaald.

Art. 24.

1. Voor het stellen van candtdaten voor de Provinciale Staten wordt gehandeld als volgt.

2. Het Hoofdbestuur bepaalt tijdig \'oor het geheele land de dagen en termijnen, overeenkomend met de dagen en termijnen

genoemd in de Artt. 16, 17, 18, 19 en 20.

3. Voor Provinciën, die tevens een Kall}erkring vormen, richt het Hoo~d!bestuur tot het Kamerkrin:glbestuur het verzoek tij•dig een samenkomst te :beleggen met de Besturen der Statenkring-

vereenigingen, ten eindê in die samenkomst te bepalen hoeveel candidatenlijsten zullen worden ingediend in de Provincie, en welke Statenkringen tot een groep zullen worden ve·reenigd.

Een groep kan één of meer Statenkringen of wel de geiheele Provincie omvatten.

4. In de Provinciën Noord-Brabant, Gelderland, Z·uid-Holland

(24)

en Noord-Holland wijst het Hoofdbestuur een der Kamerkring- besturen aan, waarvan de oproeping zal uitgaan tot de andere Kamerkringbesturen en de Statenkringtbesturen in de-Provincie.

5. Het bepaalde in de Artt. 16-23 vindt ove~en'komstige toe- passing, tenzij de vergadering, in het vo~gende lid bedoeld, met minstens %, der uitgelbrachte stemmen, mocht besluiten, dat een van artikel 21, Ud 4 en 5, afwijkend stelsel van stemmen

zal worden gevolgd.

6. De vergadering van de Kamerkring·'Jesturen met de Staten- kring'besturen vervult hierbij de taak van het uitgebreid Hoofd- bestuur, genoemd in Art. 17.

7. De stemming tot vorming van de candtdatenlijst of de candidatenlijsten, heeft plaats in de vergadering van de Statenkringvereeniging of van de groep van Statenkringver- eenigingen, die daartoe volgens het derde lid van dit artikel zijn aangewezen. Bij deze stemming hebiben stemrecht ten hoogste tien Bestuursleden van elk der Statenkringvereeni- gingen en de, volgens Art. 3, sulb IX, aangewezen stemhebbende leden van de Plaatselijke of Gemeentelijke Kiesvereenigingen.

IV. Het Hoofdbestuur.

Art. 25.

Het Hoofdbestuur heeft de algemeene leiding der Unie;

het bevordert de oprichting van Plaatselijke, Gemeentelijke.

Statenkring- en Kamerkringvereenigingen;

het is belast met de voorbereiding en de uitvoering van de besluiten van de Algemeene Vergadering;

het voert, zoo noodig., onderhandelingen met derden;

het houdt een register bij van de buitengewone leden, van de aantallen leden der plaatselijke vereenigingen en van de samenstelling van het eigen college en van de ·'Jesturen de:::

Kamerkring-, Sta~enkring-, Gemeentelijke en Plaatselijke ver- eenigingen;

het beslist in hooger beroep, omtrent de toelating tot ä.e Unie van personen en omtrent de afsnijding van leden tegen welke door de de:>betreffende Plaatselijke of Gemeentelijke Kiesvereeniging bezwaren ziln ingebracht;

het zorgi; voor de samenstellin:.; en de verspreiding va:a propagand'3.ketuur en van een jaarbericht, vermeldende o.a. de Sé!menstelli.ni?; en c:>e adressen van de collegeb en besturen in het 5e lid van dit Art. genoemd;

het publiceert in de Christelijk-Historische pers, een beknopt verslag van elke. Hoofdbestuursvergadering;

het bevordert, in overleg met de Besturen der Kamerkring- vereenigingen, het beleggen van streekvergaderingen in de ver- schillende provinciën, ·waar Hoofdbestuursleden en Unieleden

elkaar regelmatig ontmoeten ter bespreking van dringende politieke vraagstuklken;

het is bevoegd uit of buiten zijnen kring bijzondere commis·

siën of personen uit te noodtgen voor een 'Jepaalde taak.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Veel werkgevers weten ook niet goed welke skills (competenties) ze zoeken en of nodig hebben voor de toekomst (Ballafkih et al., 2018).. Veel voorspellingen van werkgevers zijn

A ls je 2 2 tot 3 0 jaar bent, middelbare- en eventueel een H 80-opleiding bezit, over goede contactuele eigenschappen beschikt, zelfstandig kunt werken, bereid, bent

Vaak zijn we als auditor zo overtuigd van ons eigen gelijk, dat we niet in staat zijn te horen wat de ander echt te zeggen heeft (zie kader Het gezamenlijk belang).. Je kunt

Bij de woning aan de Begijnenstraat 4 is sprake van een bestaande bron en een bestaande ontvanger omdat in de huidige situatie ook zwaar transport langs de woning rijdt, oftewel een

1) Ingevolge artikel 5 van de Wvg kan de gemeenteraad gronden aanwijzen waarop van toe- passing zijn de artikelen 10 tot en met 24 en 26 en 27 van de Wvg. 2) De commissie

De vaste voorzitter van deze commissie, de heer Vriend, heeft zich wegens ziekte moeten afmelden voor deze hoorzitting.. De commissie hoort nu met

De beoordeling van de vraag of mevrouw De Waard-Melman planschade heeft geleden ingevolge artikel 49 WRO (oud) dient te worden beoordeeld aan de hand van zowel het plan

Op grond van artikel 21, eerste lid WRO kan de raad verklaren dat voor een bepaald gebied een bestemmingsplan wordt voorbereid, het zogenaamde voorbereidingsbesluit.. Dit is in het