• No results found

3) Homogene coördinaten – het projectieve vlak

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "3) Homogene coördinaten – het projectieve vlak "

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

3) Homogene coördinaten – het projectieve vlak

1.

A1,1,1

,

B0, 0,1

,

C3, 0,1

,

D0,5,1

en

E5, 7,1

.

2.

3

2 ,1 A  

 

 

,

B 1, 0

,

C   0, 0

,

1 , 1

D  2 2  

 

 

en

E   0, 4

.

3. a) a x y

A1,1, 0

3 2 6 0

bxy 

B2,3, 0

5 7 0

cy 

C1, 0, 0

2 3 0

dx   D0,1, 0

b)

m   3 E1, 3, 0

c)

P P 

1 2

 2, 2 

, zodat

P

1, 1, 0  

d)

2 6 3 3 2 3

x k m

r y k m

z k m

 

 

   

   

, neem je bijvoorbeeld

k  3

en

m  2

dan vind je:

P

18,3, 0

of

P

6,1, 0

4.

a)

2 3 2

1 2 3 52 63 28 39 0 7 0 13

      

b)

1 1

1 1 1 2 1 2

2 2 2 2

1 2 1 2 1 2 1 2

1 0

1 1 0

0 0

R R

x y x x y y

x y x y

x x y y x x y y

 

 

   

(twee gelijke rijen

determinant nul)

5.

a)

1 2 3 0 5 10 5 0 2 0

2 1 4

x y z

r     xyz   xy   z

b)

P P

1 2

/ / y

, zodat

P P

1 2

  y 3 z

. 6.

a)

2 3 2 3

x k m

y k m

z k m

 

   

   

b)

2 10 2 10

3 9 7 21 3

2 3 6 0 0 4

k m m k

k m k k

k m m

   

 

 

       

     

     

 

c) Dan moet

z  0

, dus stel bvb

k  3

en

m   2

, dan wordt

P

8, 3, 0  

d) Affien is

P

1

 1,1 2 

en

P 

2

 1 3,1 

, zodat

M1 3, 3 4

of homogeen noemervrij

M4,9,12

(2)

e) 1 2

2 1 2 0 3 8 7 0 1 3 3

x y z

P P     xyz

7.

a)

4 1

1 2 7

 

,

3 1 1 2 7

 

,

3 4 1 1 7

 

S1,1,1

b) De rechten zijn evenwijdig, dus is

4,3,0

hun snijpunt (op oneindig).

8.

Affien geldt: 1

1 1 3 , 3

P       

en 2

1 1 , P  2 4 

 

 

, zodat: PP2  2 PP1 P2 P 2

P1P

P2P1P2.

Dus is 1 11 6, 12 P  

 , of als homogene coördinaat bijvoorbeeld

P2, 11,12

9. a)

r k x  y 2 z m3 x 2 y z 0

, met k m  ℝ, en

k   m 0

b)

P2,1, 2  r k2 1 2.2   m3.2 2.1 2     0 k 6 m 0

, dus neem k6,m1, dan is:

   

6 2 3 2 0 9 4 11 0

rx   y zxyz   xyz

c)

Q2,1, 0  r k2 1 2.0   m3.2 2.1 0   0 3 k 4 m 0

, dus neem

k   4

en

m  3

, dan is

r   4x   y 2 z   3 3 x 2 y z  0 5 x 10 y 11 z 0

d) Evenwijdig met

d

3

 3 x  2 y  4 z  0

wil zeggen dat de rechte ook door punt

2,3, 0

gaat, dus

2,3, 0   2 3 2.0   3.   2 2.3 00 12 0

Q    r k     m       k m

, dus neem k12,m1 , dan is

r 12x   y 2 z   3 x 2 y z  0 15 x 10 y 23 z 0

e) Evenwijdig met de y-as wil zeggen dat de rechte door punt

0,1,0

gaat, dus:

0,1, 0   0 1 2.0   3.0 2.1 00 2 0

Q   r k    m      k m

, dus neem k2,m1, dan is

   

2 2 3 2 0 5 3 0

rx   y zxyz   xz

10. a) k x   m y 0, met k m  ℝ, en

k   m 0

b)

k x 2  my 3 0

, met k m  ℝ, en

k   m 0

(homogeen:

k x 2 z  my 3 z 0

)

c)

k x 2 y   m z 0

, met k m  ℝ, en

k   m 0

11. Voor de rechte geldt 1

5 2

x y

r

, of beter nog

r   2       x5     y2    5   

.

Voor de middelloodlijn geldt:

5

5

2

2 0

2 2

l 

x

 

y



    . Deze vergelijking uitwerken

geeft:

5

 

2

21 6

x y 2

 

    , of anders geschreven:

5 x 2 y 21 2 x   y 3 0

. Dit is inderdaad de vergelijking van een rechtenbundel met één niet-homogene parameter. De basisexemplaren zijn

1

5 2 21 2 0

rxy  

en

x   y 3 0

. Deze rechten snijden elkaar in punt

P3 2, 3 2

.

12. a) K

x

2

y

2

a z

2 2, stel

z  0

, dan moet

x

2

y

2

  0x y  x y 0

. De punten op oneindig zijn dus

P

1

 1, 1, 0  

en

P

2

 1,1, 0 

.

b) K

x

2

y

2

r z

2 2, stel

z  0

, dan moet

x

2

y

2

  0x iy  x iy 0

. De punten op oneindig zijn dus

P

1

 1, , 0 i

en

P

2

 1,  i , 0 

(dit zijn de isotrope punten)

(3)

c) K

x

2

y

2

 2 xz  3 yz  0

, stel

z  0

, dan moet

x

2

y

2

  0x iy  x iy 0

. De punten op oneindig zijn dus

P

1

 1, , 0 i

en

P

2

 1,  i , 0 

(dit zijn de isotrope punten)

d) K

 4 x

2

 9 y

2

xz  5 z

2

 0

, stel

z  0

, dan moet

4 x

2

9 y

2

  02 x 3 y  2 x 3 y 0

. De

punten op oneindig zijn dus

P

1

 3, 2, 0  

en

P

2

 3, 2, 0 

.

e) K

x

3

y

3

xyz

, stel

z  0

, dan moet x3y3  0

xy

 

x2xyy2

0. De punten op oneindig zijn dus

P

1

 1, 1, 0  

, P2

1 3 , 2, 0i

en P3

1 3 , 2, 0i

.

(Want 2 2 3 2

1 3

 

1 3

0 0

2 2

D y i i

x xy y x y x y

      

   

      

   

   

)

f) K

x2y2

2z4 0, stel

z 0

, dan moet

x

2

y

2

2

  0 x y  x y 0

. De punten op oneindig zijn dus

P

1

 1, 1, 0  

en

P

2

 1,1, 0 

(telkens dubbel geteld).

13. Homogeen is K

 2 x

2

 3 xyky

2

 2 xz  3 yz  7 z

2

 0

. De punten op oneindig vinden we als we

z  0

stellen:

2 x

2

 3 xyky

2. Samenvallende punten op oneindig impliceert dat de discriminant van deze vergelijking (in

x

of in y bekeken) nul moet zijn, dus

D  3

2

 4.2. k    0 k 9 8

.

14. Substitutie geeft:

 5 5h

2 5 5

h



1 5 h

 h 0, dus

P5, 5,1

is een snijpunt.

Het andere snijpunt vind je op deze manier niet omdat de parametervoorstelling slechts één niet-homogene parameter bevat en er dus één punt is van de rechte dat niet bereikt wordt. Het toeval wil dat dit net het punt

1, 5,5

Q

is.

4) Imaginaire punten en rechten

1.

r 2 1 2 i x     1 2 i y 4 1 2 i  0 2 x    y 4 0

2.

a) 1

 1 2 ,1 , 

 1 1

 1 3 , 2,1 

i

P i i i P i i

 

     

, de punten zijn dus inderdaad imaginair toegevoegd b) Nee want de eerste en de derde coördinaat zijn complex toegevoegd, maar de tweede niet.

3. Sowieso imaginair want mocht het snijpunt ook reëel zijn dan liggen er op de imaginaire rechte

a

twee verschillende reële punten, wat niet kan.

4. Het reële punt op een imaginaire rechte vind je door het snijpunt te zoeken met de toegevoegd imaginaire rechte

a) 2 3 0

3, 0, 2

2 3 0

ix y iz ix y iz S

  

 

   

b)

   

1   16 03,3,1

1 1 6 0

i x i y z

i x i y z S

    

 

     



c)

   

3   6 202, 1, 0

3 6 2 0

i x i y iz i x i y iz S

    

  

     



5. Stel ruxvy w 0, met u v w  ℝ, , en noem het imaginaire punt

P x y z

1

,

1

,

1

, met

x y z 

1

,

1

,

1 .

 

1 1 1 0 1 1 1 0 1 1 1 0 1, 1, 1

P r uxvywz  uxvywz  u xv ywz   P x y z  □r

(4)

6. Dit zal de rechte zijn die ook door het toegevoegd imaginaire punt gaat:

2 3 1 0 2 2 10 5 0

2 3 1

x y z

r i i ix iy iz x y z

i i

          

 

7. Zeker niet, want we kunnen een heel eenvoudig tegenvoorbeeld geven: de oorsprong ligt zowel op de rechte

1

0

r    ix y

als op de rechte

r

2

   1 i x    y 0

en dit zijn geen twee toegevoegd imaginaire rechten.

Duaal: Als er op een reële rechte twee imaginaire punten liggen zijn die niet noodzakelijk imaginair toegevoegd.

8. a) oneindig veel b) één c) oneindig veel d) één 9. a)

M3 i ,1 4 i

b) Affien is

1, 2 Pi

 

 

en

Q2 , i i

, zodat 1 ,

2 4

M  i i 

  of homogeen

M2 4 , i i , 4

.

c) Noem

P a bi c di   ,  

, met a b c d  ℝ, , , dan is

P a bi c di   ,  

, zodat dus

M a c   ,

reëel is.

d) Neen, het volstaat dat de imaginaire delen tegengesteld zijn. De reële delen moeten niet gelijk zijn.

(zo is bijvoorbeeld het midden van

1 i , 2 i

en

3 i , 4 i

gelijk aan

  2,3

, terwijl die punten duidelijk niet imaginair toegevoegd zijn)

10.

a)

2

2

2

2 0 2

0 2

x x

y x x x

y y i

y ix y ix

  

      

   

          

 

de snijpunten zijn

  0, 0

en

  2, 2i

b) 2 2 2 1 2 2 1 0

 

2 0 1

2 1 0 2 1 2 1 2 1

y x y iy y iy y i x

y i

x iy x iy x iy x iy

  

            

              

   

Het enige (dubbele) snijpunt is dus

1, i

. De rechte is dus een imaginaire raaklijn aan de parabool.

11. De vergelijking van een cirkel is C

x

2

y

2

 2 ax  2 by   c 0

of als we ze homogeen maken:

2 2 2

2 2 0

x y axz byz cz

     

C . De isotrope punten

1, , 0 i

en

1, i , 0

liggen hier inderdaad wel degelijk op (als we ze invullen klopt de vergelijking).

5) Coördinatentransformaties

1.

a)

6 2 2 2 0 1 0 0 1 M

  

 

  

 

 

b) Als

6 ' 2 1 P

   

  

   

, dan is de oorspronkelijke coördinaat van

P :

34 ' 13 1 P M P

   

    

   

, dus

P34,13,1

.

Als

1

' 4

0 Q

  

     

   

, dan is de oorspronkelijke coördinaat van Q:

2

' 2

0

Q M Q

   

     

   

, dus

P2, 2, 0

.

c) Als

1 1 0 P

   

  

   

, dan is de nieuwe coördinaat van

P :

1

1 2

' 1

0 P M

P

 

 

    

 

 

, dus

P ' 1 2 ,1, 0  

.

(5)

Als

2 3 1 Q

  

    

   

, dan is de nieuwe coördinaat van Q: 1

1

' 5

1 Q M

Q

   

    

   

, dus

P ' 1, 5,1  

.

d) De matrix van de rechte

d

is

U 1 3 2

. Ten opzichte van het nieuwe assenstelsel zal gelden:

 

' 0 2 1

U   U M  

, zodat dus dan geldt: d  2 'yz'0 2.

a) Dan is

1 0 3 0 1 2 0 0 1 M

 

 

   

 

 

en 1

1 0 3 0 1 2 0 0 1 M

  

 

  

 

 

, zodat (analoog aan de vorige oefening):

 

'

1

' 1, 4, 0

PM

PP

(oneigenlijke punten veranderen niet door een verschuiving), en

 

'

1

' 5,5,1

QM

QQ

. Dit kon ook makkelijk met de (inverse) transformatieformules.

b) De transformatieformules zijn

x   x ' 3

en y y' 2 zodat de vergelijking wordt:

x' 3

2 2

y' 2

2 6

x' 3

 

8 y' 2

16 0 x'2 2 'y 2 1 0

             

K

3.

tan   2

, dus we nemen

2 sin

  5

en

1 cos

  5

, dan geldt

' 2 ' 5

x y

x  

en

2 ' ' 5 x y

y  

. Dus:

2 2

2 2 2 2

' 2 ' ' 2 ' 2 ' ' 2 ' ' ' 2 ' 2 ' '

3 8 3 10 20 0

5 5 5 5 5 5

5 ' 5 ' 10 5 ' 0 ' ' 2 5 ' 0

x y x y x y x y x y x y

x y x x y x

     

           

              

           

        

K K

4.

De transformatieformules zijn: 2

' '

x 2 xy en 2

' '

y 2 xy , zodat de vergelijking wordt:

   

2 2

2 2

' ' ' ' 1 ' ' 2

2 x y 2 x y x y

  

        K

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• De middelen op art 19.02 zijn in 2019 met name ingezet voor activiteiten van de Global Commission on Adaptation en de versnelling van klimaat adaptieve maatregelen met het doel

Anomale diffusie in het model in figuur 6 wordt veroorzaakt doordat de kraaltjes, die een stochastische beweging volgen, niet door hun buurkraaltjes heen kunnen.. Een kraaltje wordt

Het betreft dan niet enkel bedrijven uit sectoren die relatief het meest water verbruiken (energie, chemie, voeding, …) maar ook (kleinere) bedrijven waar- voor water essentieel is

€ 23 miljoen.. Kmo-portefeuille: financiële steun voor de aankoop van diensten die de kwaliteit van de onderneming verbeteren. Concreet zijn dat opleidingen en

25 Kunt u aangeven welk deel van de publieke klimaatfinanciering in 2019 is toe te schrijven aan uitgaven waar klimaatmitigatie en/of –adaptatie een hoofddoelstelling is, en dus

Ook al moet ik gaan door het water met Hem, Maar ik maak me geen zorgen ook al zink ik

is, die vaststelt in welke mate alle waarden relatief gezien afwijken van het gemiddelde van alle waarden. Met het gebruik hiervan viel echter op dat er op sommige dimensies

Als er meer dan ´ e´ en lijnspiegeling in de symmetriegroep voorkomt, moeten alle spiegelassen door ´ e´ en punt gaan, want anders zijn er ook weer translaties (als er twee