• No results found

Het belang van tekstbegrip in het NT2-onderwijs

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Het belang van tekstbegrip in het NT2-onderwijs"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

33steHSN-Conferentie

218

Golomb, C. (2003). Child Art in Context. A Cultural and Comparative Perspective.

Washington: American Psychological Association.

Heusden, B. van & P. Gielen (eds.) (2015). Art Education Beyond Art. Teaching Art in Times of Change. Amsterdam: Valiz Uitgevers.

Kress, G. & T. van Leeuwen (2006). Reading Images. The Grammar of Visual Design.

New York/London: Routledge.

Meyer, O., D. Coyle, A. Halbach, K. Schuck & T. Ting (2015). “A pluriliteracies approach to content and language integrated learning – mapping learner progres- sions in knowlegde construction and meaning-making”. In: Language, Culture and Curriculum, 28 (1), p. 41-57.

Nightingale, R. & P. Safont (2019). “Conversational Style and Early Academic Language Skills in CLIL and Non-CLIL Settings: A Multilingual Sociopragmatic Perspective”. In: English Language Teaching, 12 (2), p. 37-56.

Pladevall-Ballester, E. (2018). “A longitudinal study of primary school EFL learning motivation in CLIL and non-CLIL settings”. In: Language teaching Research, 23 (6), p. 765-788.

Ronde 4

Yvette Reuver-van der Gronden (a) & Marjan van der Spek-den Hartog (b) (a) Deeltijdschakelklassen, Enschede

(b) Greijdanus College, Zwolle

Contact: yvette.schakelklas@gmail.com

m.vanderspek@greijdanus.nl

Het belang van tekstbegrip in het NT2-onderwijs

1. Inleiding

In het onderwijs aan nieuwkomers werken al jaren bevlogen mensen die het beste met hun leerlingen voor hebben. Hetzelfde geldt voor het regulier onderwijs waar nieuw- komers worden opgevangen. Toch ontbreekt het nog vaak aan een onderbouwde visie op of voldoende kennis van het Nederlands als tweede taal (Hajer, Kootstra & van Popta 2018). Dat is niet zo verwonderlijk. Met de toename van het aantal nieuwko- mers, de laatste jaren, was er nauwelijks tijd om goed na te denken over de invulling van het onderwijs. In allerijl werden oude methodes opgepoetst. De laatste tijd lijkt

Conferentie 33_Opmaak 1 4/11/19 13:15 Pagina 218

(2)

7. Nederlands in een meertalige context

219

7

het onderwijs aan nieuwkomers langzaamaan volwassener te worden. Dat blijkt bij- voorbeeld uit initiatieven als (a) ‘Ruimte voor Nieuwe Talenten’ (Ministerie van OCW, PO-Raad & Lectoreninitiatief Professionalisering Taalonderwijs Nieuwkomers 2017), waarin evidence-based praktijken voor het onderwijs aan nieuwkomers worden beschreven en (b) het genoemde onderzoek van Hajer, Koostra & van Popta (2018), waarin het onderwijs aan nieuwkomers in Vlaanderen, Zweden en Nederland met elkaar worden vergeleken. Ook blijkt de veranderende kijk op onderwijs aan nieuw- komers uit de mogelijkheid die er sinds een paar jaar is om een Master-specialisatie

‘Nieuwkomers en Culturele Diversiteit’ te volgen binnen de Master ‘Educational Needs’ (EN). Die vernieuwing is nodig. Volgens de Inspectie van het onderwijs (2017) is er namelijk sprake van een grote kansenongelijkheid: leerlingen met een anderstali- ge achtergrond stromen nog altijd door naar lagere schooltypes. In deze tekst gaan wij in op onze ervaringen tijdens het volgen van de Master EN – leerroute ‘expert in NT2, nieuwkomersonderwijs en culturele diversiteit’.

2. Kritisch kijken naar het onderwijs in onze praktijk

In de Master werken we onder andere met het boek Scaffolding language, Scaffolding learning (Gibbons 2015) dat een sociaal-culturele aanpak van het leren van een taal voorstaat. De literatuur die we bestudeerden, leidde er al meteen toe dat we kritisch naar ons eigen onderwijs gingen kijken. We realiseerden ons dat voor nieuwkomers vaak aanpassingen worden gedaan in het programma om het onderwijs te vereenvou- digen. Hoewel het lijkt alsof we leerlingen hiermee tegemoet komen, werken we net lage verwachtingen in de hand (Mariani 1997). Zo wordt weinig met teksten gewerkt en veel met losse woorden, terwijl juist leesbegrip zo belangrijk is voor het vervolgon- derwijs. Door het lezen van teksten kunnen leerlingen de stap van DAT (dagelijks algemeen taalgebruik) naar CAT (cognitief academisch taalgebruik) maken. Als er tek- sten worden gebruikt, kiezen we vaak voor eenvoudige teksten met veel hoogfrequen- te woorden, terwijl leerlingen juist taal leren van moeilijkere teksten met laagfrequen- te woorden die vaak worden herhaald en waarbij taalsteun wordt gegeven. Daarnaast werd ons duidelijk dat we rond te veel thema’s tegelijk werken, omdat we gebruikma- ken van verschillende methodes. Leerlingen leren taal het beste door langere tijd rond één thema te werken. We zagen eveneens dat we veel bezig zijn met grammatica, ter- wijl het maar de vraag is of jonge kinderen expliciet grammaticaonderwijs nodig heb- ben. Ook merkten we dat er weinig aandacht was voor de eigen taal van de leerlingen.

Op school mochten leerlingen alleen Nederlands spreken, vanuit de gedachte dat ze hun nieuwe taal dan sneller zouden leren. Uit recent onderzoek blijkt nochtans dat de eigen taal van leerlingen op school wel het beste een rol kan spelen.

Conferentie 33_Opmaak 1 4/11/19 13:15 Pagina 219

(3)

3. Veranderingen op school

We hebben een aantal ‘proeftuintjes’ uitgezet om na te gaan hoe we het onderwijs op onze scholen zo zouden kunnen vormgeven dat leerlingen er meer van kunnen leren.

Het voordeel van een proeftuintje is dat je op kleine schaal een verandering kunt door- voeren om ervan te leren. We probeerden de volgende veranderingen uit in de onder- bouw:

a. We werkten rond langer durende thema’s en hebben sommige thema’s uitgebouwd naar een meer multiperspectivisch thema. We kozen bijvoorbeeld voor een thema als ‘groeien’ (het kan hierbij letterlijk om groeien gaan, maar ook om sociaal-emo- tionele groei).

b. In de onderbouw kozen we niet langer voor de meest eenvoudige prentenboeken, maar voor prentenboeken over moeilijkere onderwerpen en met meer tekst.

c. In de onderbouw hebben we de prenten geprojecteerd op het digibord, zodat de leerlingen de tekst gemakkelijker met de prenten zouden kunnen verbinden.

d. We boden de prentenboeken op verschillende manieren herhaald aan, opdat leer- lingen steeds meer taal zouden ontwikkelen om het verhaal te volgen en erover in gesprek te gaan.

4. Wat hebben we geleerd?

Inhoudelijk hebben we gemerkt dat:

a. het efficiënt is om langer aan één thema te werken (Er is dan meer tijd om met de prentenboeken bij het thema ‘de diepte in te gaan’ en zodoende een prentenboek op verschillende manieren aan bod te laten komen. We merkten dat de leerlingen het verhaal goed konden volgen, hun woordenschat en kennis groter werd en ze hun taalbegrip verder ontwikkelden);

b. een thema als ‘groeien’ veel gespreksmogelijkheden biedt;

c. het aanbieden van prentenboeken met moeilijkere tekst goed te volgen is voor de leerlingen wanneer je de juiste taalsteun biedt (‘herhaald voorlezen’, ‘een digitaal prentenboek inzetten’, ‘een verteltafel creëren om de interactie in een rijke context te bevorderen’, enz.);

d. het belangrijk is om kritisch te blijven kijken naar het aanbod en naar de gebruik- te methodes (Het volgen van de Master zorgt voor een onderzoekende houding ten aanzien van een visie op het onderwijs aan nieuwkomers, waarbij begrippen als

‘kansenongelijkheid’ of ‘high challenge-high support’ – Mariani 1997 – een grote rol spelen);

e. het ingewikkeld is om veranderingen door te voeren in een team dat jarenlang nascholingen heeft gevolgd van een beperkt aantal deskundigen op het gebied van

33steHSN-Conferentie

220

Conferentie 33_Opmaak 1 4/11/19 13:15 Pagina 220

(4)

Nederlands als tweede taal (Duidelijk werd dat we gewend zijn geraakt om deskun- digen te volgen en het moeilijk vinden om op basis van onderzoek eigen beslissin- gen te nemen);

f. leerlingen moeilijkere teksten beter aankunnen dan we verwachtten (Vol enthousi- asme hebben ze vanuit verschillende invalshoeken over prentenboeken gewerkt – message abundacy volgens Gibbons 2015. Ze waren actief betrokken bij de activi- teiten en erg trots op het eindresultaat: hun zelfgemaakte prentenboek).

5. Tot slot

Andere studenten in de Master deden soortgelijk onderzoek in de bovenbouw van het basisonderwijs of in het voortgezet onderwijs. Zij werkten bijvoorbeeld rond actuele onderwerpen met tekstsets waarbij een bepaald onderwerp in meerdere teksten terug- kwam. Daarnaast werd bijpassende taalsteun geboden. Door deze manier van werken lukt het ons om aanpassingen in ons onderwijs uit te proberen en te implementeren.

Dat is een mooie manier om het onderwijs aan nieuwkomers niet van buitenaf, door middel van schoolmethodes, maar van binnenuit te veranderen.

Referenties

Gibbons, P. (2015). Scaffolding Language, Scaffolding Learning. Portsmouth, NH:

Heinemann.

Hajer, M., G. Kootstra & M. van Popta (2018). ‘Ruimte en Richting in Professionalisering voor Onderwijs aan Nieuwkomers. Een verkenning van oplei- ding en scholing voor leraren in basis- en voortgezet onderwijs in Vlaanderen en Zweden’. Online raadpleegbaar op: www.cteno.be/downloads/publicaties/Ruimte_

en_richting_in_professionalisering_voor_onderwijs_aan_nieuwkomers.pdf.

Inspectie van het Onderwijs (2017). ‘Jaarbeeld 2017’. Online raadpleegbaar op:

www.onderwijsinspectie.nl/binaries/onderwijsinspectie/documenten/jaarversla- gen/2018/05/23/jaarverslag-2017/Jaarverslag-Inspectie-van-het-Onderwijs- 2017.pdf.

Mariani, L. (1997). ‘Teacher support and teacher challenge in promoting learner autonomy’. Online raadpleegbaar op: www.learningpaths.org/papers/papersup- port.htm.

Ministerie van OCW, PO-Raad & Lectoreninitiatief Professionalisering Taalonderwijs Nieuwkomers (2017). ‘Ruimte voor nieuwe talenten. Keuzes rond nieuwkomers op de basisschool’. Online raadpleegbaar op: www.poraad.nl/files/themas/

school_kind_omgeving/ruimte_voor_nieuwe_talenten.pdf.

7. Nederlands in een meertalige context

221

7

Conferentie 33_Opmaak 1 4/11/19 13:15 Pagina 221

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

We wijzen de Tweede Kamer op de stand van zaken bij het opvolgen van de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Tot voor

Echter scholen in een samenwerkingsverband kunnen in meerdere gemeenten staan, dit maakt de aansluiting tussen scholen en gemeentelijk achterstandenbeleid voor zowel gemeenten

Nu conform kabinetsbesluit de ramingsmeevaller van 280 miljoen vanaf 2014 structureel behouden blijft voor uitgaven aan het onderwijs, is er geen sprake van ‘extra geld’ naar

Door iwoo te integreren in passend onderwijs, wordt de verantwoordelijkheid voor de besteding van iwoo- middelen feitelijk gedecentraliseerd naar de samenwerkingsverbanden.. Het zou

De minister betwist onze conclusie dat er meer verlofuren afgekocht zijn dan is toegestaan doordat de regels over het overboeken van verlofstuw- meren en/of minimaal op te nemen

Naar aanleiding van het door de Algemene Rekenkamer uitgevoerde rijksbrede onderzoek naar informatiebeveiliging constateert de Algemene Rekenkamer dat OCW in 2011 stappen heeft

De inspectie beoordeelt subvraag 1.4 positief omdat de school leerbronnen ter beschikking heeft voor het afstemmen op de onderwijsbehoeftes van individuele leerlingen... Subvraag 1.5

grip bij leerlingen, maar zij zijn niet eerder bevraagd over hun visie op tekstbegrip.. We wilden daarom weten hoe zij tekstbegrip onderwijzen, hoe ze het toetsen, hoe ze tekst-