• No results found

Daarom moet permanente bewoning van recreatieverblijven in het bestemmingsplan worden uitgesloten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Daarom moet permanente bewoning van recreatieverblijven in het bestemmingsplan worden uitgesloten"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Provinciaal beleid:

Titel 2.9 Recreatieve ontwikkelingsmogelijkheden

Artikel 2.33 Permanente bewoning van recreatieverblijven

Permanente bewoning van recreatieverblijven, waaronder recreatiewoningen, recreatiechalets en stacaravans in het buitengebied, kan leiden tot het ontstaan van woongebieden die qua

locatiekeuze en stedenbouwkundige opzicht niet op deze functie zijn berekend en/of anderszins ruimtelijk onwenselijk zijn. Permanente bewoning van recreatieverblijven leidt ook tot

privatisering van het buitengebied en door de recreatieverblijven te onttrekken aan hun recreatieve bestemming, ontstaat er vroeg of laat behoefte aan nieuwe recreatieverblijven.

Daarom moet permanente bewoning van recreatieverblijven in het bestemmingsplan worden uitgesloten.

De bepaling neemt uiteraard niet weg dat burgemeester en wethouders op grond van artikel 4, lid 10 uit Bijlage II van het Bor in sommige gevallen een persoonsgebonden omgevingsvergunning kunnen verlenen voor het gebruik van een recreatiewoning voor permanente bewoning.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De met deze beleidsregel te dienen doelen hebben betrekking op handhaving van onrechtmatige bewoning van recreatieverblijven en het tegemoetkomen aan schrijnende gevallen door

Er wordt waar nodig handhavend opgetreden tegen volgens het bestemmingsplan niet toegestane bewoning van recreatieverblijven.. Wordt geconcludeerd dat sprake is van een situatie

18-8-2017 Opinie: Euthanasie bij geesteszieken: in sommige gevallen kan het | Opinie | De

Omdat in onze gemeente meer recreatiewoningen dan in andere gemeentes in Nederland staan en er ook meer mensen sinds jaar en dag in recreatiewoningen wonen, hebben wij gemeend

De vraag is of de gemeente, voor die periode ná 31 oktober 2003 beleidsvrijheid, heeft om al dan niet handhavend op te treden of impliceert de wet dat bij deze groep

Naar aanleiding van de uitgevoerde inventarisatie bij alle recreatiewoningen waarbij geen sprake is van inschrijving in de Brp is het vermoeden ontstaan dat bij 300 van de

Een aangewezen warmtebedrijf dat warmte levert aan een grootverbruiker brengt voor de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 2.8, tarieven in rekening die zijn vastgesteld

zorgvuldigheidseisen én zijn handelen heeft gemeld aan de gemeentelijke lijkschouwer. In het Wetboek van Strafrecht is hiertoe een strafuitsluitingsgrond opgenomen. Voor mensen met