• No results found

Economie hapert, arbeidsmarktherstel onzeker

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Economie hapert, arbeidsmarktherstel onzeker"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Economisch herstel wankelt

De 2009-crisis ligt achter ons. We telden tot voor kort negen opeenvolgende kwartalen met een po- sitieve kwartaalgroei van het Belgische bruto bin- nenlands product. Ook het lopende jaar 2011 werd behoorlijk ingezet met een economische groei van +0,9% in het eerste kwartaal en +0,4% in het twee- de kwartaal (figuur 1). Dit was telkens iets hoger dan de gemiddelde groei in EU-27.

In het derde kwartaal van 2011 viel de economi- sche groei in België echter volledig stil en voor het vierde kwartaal wordt niet veel beterschap verwacht (NBB, 2011a; FPB, 2011). Dit is het gevolg van een nieuwe groeivertraging van de wereldhandel, een toenemende onrust op de financiële markten en een wankelend vertrouwen bij producenten en consu- menten. Het vertrouwen van de Belgische bedrijfs- leiders is in oktober voor de zevende opeenvol- gende maand afgenomen en de algemene conjunc- tuurbarometer van de Nationale Bank van België is gedaald tot het laagste peil in bijna twee jaar (NBB, 2011b; NBB, 2011c). België sluit zich hiermee aan bij tendensen die zich ook elders in Europa afteke- nen, zij het dat de economische groei voor EU-27 in het derde kwartaal van 2011 nog iets beter stand hield dan in België (+0,2% tegenover 0,0%).

Ook op jaarbasis bekeken, werden begin 2011 nog mooie groeicijfers opgetekend, zij het in dalende orde: +2,9% in het eerste kwartaal, +2,2% in het tweede kwartaal, en +1,8% in het derde kwartaal (NBB, 2011a). Dankzij de stevige eerste jaarhelft zal de gemiddelde jaargroei in 2011 naar verwachting oplopen tot +2,4%. Voor 2012 vallen de groeiprognoses vervolgens heel wat lager uit. Bo- vendien neemt het pessimisme hand over hand toe.

Terwijl het Federaal Planbureau in september 2011 nog een gemiddelde jaargroei van 1,6% voorop- stelde voor 2012, zwakte de Hoge Raad van Finan- ciën in oktober 2011 de groeiprognose af tot slechts 0,8% (FPB, 2011; HRF, 2011). Ook in Vlaanderen wordt voor 2011 nog een sterke jaargroei verwacht (+2,6%), gevolgd door een groeivertraging in 2012 (+1,6% volgens SVR, 2011). De neerwaartse bijstel- ling werd echter nog niet doorgerekend naar de re- gionale projecties.

De economische instabiliteit zorgt intussen ook voor een grote onzekerheid over de arbeidsmarktvoor- uitzichten. De verwachtingen voor 2011 zijn posi- tief, met op Belgisch niveau een forse banengroei (+54 000 banen) en een krimp in de werkloosheid (-23 600 personen) (FPB, 2011). De voorspellingen voor 2012 zijn pessimistischer, maar vooral nog heel onzeker. Op het moment van de analyses cir- culeerden nog geen bijgestelde projecties voor de arbeidsmarkt. De Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) waarschuwt alvast voor een ‘double-dip’ in de westerse economieën waardoor het werkloos- heidsniveau van voor de crisis pas in 2016 opnieuw

Economie hapert, arbeidsmarktherstel onzeker

In dit artikel bekijken we de economische groeicijfers en de glo-

bale trends op de arbeidsmarkt. We concluderen dat de Vlaamse

arbeidsmarkt aan de beterhand is, maar dat het herstel nog lang

kan aanslepen. Bovendien brengt het huidige klimaat van finan-

ciële en economische onrust een grote onzekerheid met zich mee

over de verdere ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.

(2)

bereikt zou worden (ILO, 2011). De auteurs gaan er van uit dat omwille van de aanslepende crisis en de budgettaire saneringsoperaties de ‘jobretentie’ veel beperkter zou kunnen zijn dan in de 2009-crisis, waardoor het reële jobverlies zich deze keer sneller en sterker zou manifesteren.

De arbeidsmarkt herademt, maar kloof nog niet gedicht

In het kielzog van het economisch herstel, deed ook de arbeidsmarkt het behoorlijk goed in de eerste jaarhelft van 2011. Dit wordt mooi weergegeven in figuur 2 waar we enkele conjunctuurgevoelige ar- beidsmarktindicatoren bundelen: uitzendarbeid, tij- delijke werkloosheid, ontvangen vacatures, bedrijfs- falingen en bedrijfsoprichtingen. De trendreeksen (met uitzondering van de uitzendactiviteit) zijn be- rekend als een voortschrijdend gemiddelde van de voorbije twaalf maanden, telkens uitgedrukt als een index met januari 2008 als referentiemaand (= 100).

Kijken we eerst naar de tijdelijke werkloosheid.

Deze trendlijn springt het meest in het oog met een spectaculaire groei tot in januari 2010. De tij- delijke werkloosheid piekte toen op index 190, bij- na een verdubbeling ten aanzien van januari 2008 (index 100). Vanaf februari 2010 werd vervolgens een daling ingezet die aanhield tot augustus 2011.

Die maand zakte het trendniveau van de tijdelijke werkloosheid tot 88 600 werknemers. Dit waren er al 52 000 minder dan het hoogste niveau in januari 2010, maar toch nog ruim 14 400 tijdelijke werklozen meer dan in januari 2008 (trendniveau van 74 200 tijdelijk werklozen). Met andere woorden, drie-en- een-half jaar na aanvang van de crisis was de ba- lans nog steeds negatief. Bovendien tekenden we in september 2011 opnieuw een lichte stijging op van het trendniveau van tijdelijke werkloosheid. Indien de recente conjunctuurvertraging aanhoudt, is het niet ondenkbaar dat deze indicator verder zal op- lopen. De tijdelijke werkloosheid is immers een erg conjunctuurgevoelige indicator. Dankzij het systeem van tijdelijke werkloosheid kunnen schokken in de

Figuur 1.

Procentuele kwartaal- en jaargroei van het bruto binnenlands product (België en EU-27; 2008-I tot 2011-III)

1,6 1,9

1,1

-1,3

-3,7 4,2-

-2,5 -0,1

1,9 2,9

2,1 2,1

2,9 2,2

1,8

0,8 0,5

-0,4

-2,2 -1,7

0,2 1,1

0,6 0,1

1,1

0,4 0,5

0,9 0,4

0,0

-5,0 -4,0 -3,0 -2,0 -1,0 0,0 1,0 2,0 3,0 4,0(%)

Jaargroei BE Kwartaalgroei BE Kwartaalgroei EU27

2008-I 2008-III2008-II 2008-IV 2009-II2009-I 2009-IV2009-III 2010-III2010-II2010-I 2010-IV 2011-I 2011-II 2011-III

Bron: NBB, Eurostat (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)

(3)

productie opgevangen worden zonder werknemers af te stoten. De werknemer krijgt een terugkeertic- ket en de werkgever houdt talent aan boord. Toch kan deze buffer eveneens verstorend werken indien andere werkzoekenden hierdoor bij een relance minder kansen krijgen om aangeworven te worden (‘outsiders’). Volgens de OECD kan het huidige sys- teem van tijdelijke werkloosheid in België inderdaad de werkloosheidsdynamiek en (re)allocatie van werknemers afremmen. Dit zou vervolgens de ar- beidsmarktsegmentatie en de structurele werkloos- heid in de hand werken (OECD, 2011). Bovendien bleek eerder dat werknemers tijdens deze periodes van inactiviteit weinig tot geen competentieverster- kende opleidingen volgden (Jacobs & De Cuyper, 2011; OECD, 2011). Hierdoor kan de toekomstige inzetbaarheid in het gedrang komen. Gezien de eco- nomische vooruitzichten is het dan ook van groot

belang om het systeem nu te hervormen, en waar mogelijk een relatie in te bouwen met maatregelen die erop gericht zijn om in periodes van tijdelijke werkloosheid te investeren in het competentieni- veau van werknemers. Het onderzoek van Jacobs &

De Cuyper (2011) biedt alvast enkele aanknopings- punten voor een urgentieplan in tijden van crisis.

Ook de uitzendactiviteit reageerde fors op de eco- nomische crisis. Tussen juni 2008 en mei 2009 wer- den heel wat uitzendcontracten stopgezet en zakte de index van de uitzendactiviteit tot een dieptepunt.

Midden 2009 werd het herstel ingezet. Sindsdien beleefde de uitzendactiviteit een bijna ononder- broken groei gedurende twee jaar. Toch werd het hoge niveau van begin 2008 nog niet geëvenaard.

Bovendien werd in mei 2011 het groeipad terug verlaten en begon de uitzendactiviteit opnieuw te Figuur 2.

Index van de uitzendactiviteit (België) en trendindex van de bedrijfsoprichtingen, bedrijfsfalingen, tijdelijke werkloosheid en ontvangen VDAB-vacatures (Vlaams Gewest) (januari 2008 – oktober 2011)

60 80 100 120 140 160 180 200

(Index jan/08 = 100)

Uitzendactiviteit (BE) Tijdelijke werkloosheid Bedrijfsoprichtingen Bedrijfsfalingen Ontvangen VDAB-vacatures

Jan-08 Maa-08 Mei-08 Jul-08 Sep-08 Nov-08 Jan-09 Maa-09 Maa-11Mei-09 Jul-09 Jul-11Sep-09 Sep-11Nov-09 Jan-10 Maa-10 Mei-10 Jul-10 Sep-10 Nov-10 Jan-11 Mei-11

Trendindex: index van het trendniveau (= voortschrijdend gemiddelde van de voorbije twaalf maanden)

Bron: VDAB, RVA, Graydon, Federgon, FOD Economie – Algemene Directie Statistiek (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)

(4)

dalen. De uitzendactiviteit reageert hiermee op de economische groeivertraging die ons in de tweede jaarhelft van 2011 parten speelt.

Bekijken we vervolgens de bedrijfsfalingen en de bedrijfsoprichtingen. De bedrijfsfalingen blijven bo- ven index 120 hangen. Dat wil zeggen dat het ge- middeld aantal falingen per maand nog steeds 20%

hoger is dan begin 2008. Het aantal falingen houdt met andere woorden stand op een relatief hoog ni- veau. Bij de bedrijfsoprichtingen merken we sinds de zomermaanden van 2011, en na een langdurig herstel, opnieuw een plafonnering tot zelfs lichte daling van het aantal bedrijfsoprichtingen.

De enige indicator die tot nu toe echt kon overtui- gen, is de trendlijn van de ontvangen vacatures bij VDAB. De vacatures zijn sinds maart 2010 aan een opmars bezig en in mei 2011 werd het precrisisni- veau opnieuw bereikt. Daarmee is dit de enige in- dicator die de kloof als gevolg van de economische crisis gedicht heeft. In augustus 2011 werd voor het eerst een trendniveau van meer dan 25 000 ontvan- gen vacatures overschreden. Toch merken we ook

hier de invloed van de neerwaartse conjunctuur eind 2011. In oktober 2011 viel de groei van de vacatures nagenoeg stil (zie ook Braes & Herremans, 2011).

De werkloosheid daalt traag en onzeker

Het herstel op de Vlaamse arbeidsmarkt is ook duidelijk zichtbaar in de werkloosheidsevolutie.

In figuur 3 bekijken we de trendevolutie van de Vlaamse werkloosheid, eveneens opgesplitst in kortdurige (korter dan een jaar) en langdurige (langer dan een jaar) werkloosheid. Het gaat om een voortschrijdend gemiddelde van telkens twaalf maanden. De referentiemaand (t) verschilt voor elk van de drie categorieën. Per categorie is de refe- rentiemaand gelijk aan de maand met het laagste niveau dat voor de crisis bereikt werd. Voor de to- tale werkloosheid was dat oktober 2008 (168 300 nwwz), voor de kortdurige werkloosheid augustus 2008 (95 500 nwwz) en voor de langdurige werk- loosheid januari 2009 (71 600 nwwz).

Figuur 3.

Evolutie van het trendniveau van de werkloosheid: totale, kortdurige en langdurige werkloosheid (Vlaams Gewest)

117

115 121

100 105 110 115 120 125 130 135

t t+1 t+2 t+3 t+4 t+5 t+6 t+7 t+8 t+9 t+10 t+11 t+12 t+13 t+14 t+15 t+16 t+17 t+18 t+19 t+20 t+21 t+22 t+23 t+24 t+25 t+26 t+27 t+28 t+29 t+30 t+31 t+32 t+33 t+34 t+35 t+36 t+37

Totaal (t = okt'08) Kortdurig (t = aug'08) Langdurig (t = jan'09) (Index t=100)

t = maand waarin het laagste trendniveau bereikt werd per categorie; het trendniveau is een voortschrijdend gemiddelde van de voorbije twaalf maanden.

Bron: VDAB (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)

(5)

Het trendniveau van de totale werkloosheid begon te stijgen in november 2008. In augustus 2010, na 22 maanden van werkloosheidsstijging, werd een hoogtepunt bereikt met 211 000 niet-werkende werkzoekenden. De werkloosheid was toen meer dan een kwart hoger (index 126) dan het bodem- niveau van oktober 2008. Vanaf september 2010 begon het trendniveau van de werkloosheid te da- len. Intussen houdt de werkloosheidsdaling al 14 maanden stand en zijn we weer onder de grens van 200 000 niet-werkende werkzoekenden gezakt.

Toch zijn we in oktober 2011 nog steeds 17% ver- wijderd van het precrisisniveau (index 117).

De kortdurige werkloosheid begon te stijgen vanaf september 2008. Na 18 maanden werd een piek bereikt op 32% boven het precrisisniveau (index 132). Tussen maart 2010 en september 2011 kende de trend vervolgens een ononderbroken daling. We sluiten de reeks voorlopig af op index 115 (in okto- ber 2011). Er zijn met andere woorden nog steeds 15% meer kortdurig werklozen dan voor de crisis.

Indien de conjunctuurvertraging aanhoudt, kan dit

bovendien resulteren in een nieuwe instroom van werklozen. In september en oktober 2011 zwakte de daling van de kortdurige werkloosheid al enigs- zins af in vergelijking met de voorgaande maanden (van -0,9% naar -0,5%).

De stijging van de langdurige werkloosheid komt lo- gischerwijze trager op gang, hier speelt immers een doorstroomeffect vanuit de kortdurige werkloosheid.

De stijging hield ook langer stand (22 maanden) dan bij de kortdurige werkloosheid. Toch is de stijgende trend intussen ook bij de langdurige werkloosheid gekeerd. Vanaf februari 2011 begon deze te dalen en in oktober 2011 was het saldo voor de achtste maand op rij negatief. Dit betekent dat de uitstroom uit de langdurige werkloosheid telkens groter was dan de nieuwe instroom. Toch lag het trendniveau van de langdurige werkloosheid in oktober 2011 nog steeds 21% hoger dan bij aanvang van de crisis.

De balkjes in figuur 4 geven bijkomende informatie over de omvang van de werkloosheidskloof die zich ontwikkeld heeft ten aanzien van het precrisisniveau

Figuur 4.

Werkloosheidskloof ten aanzien van precrisisniveau in oktober 2008* (Vlaams Gewest; nov/08 – okt/11)

Aug/10 42800

Okt/11 28100

0 10000 20000 30000 40000 50000

Nov-08 Jan-09 Maa-09 Mei-09 Jul-09 Sep-09 Nov-09 Jan-10 Maa-10 Mei-10 Jul-10 Sep-10 Nov-10 Jan-11 Maa-11 Mei-11 Jul-11 Sep-11

(Aantal nwwz)

* Op basis van het trendniveau van de werkloosheid, dit is een voortschrijdend gemiddelde van de voorbije twaalf maanden.

Bron: VDAB (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)

(6)

in oktober 2008. Het verschil ten opzichte van ok- tober 2008 werd tijdens de crisisperiode maand na maand groter. In mei 2009 werden reeds 10 000 nwwz extra geteld ten opzichte van oktober 2008, in augustus 2009 liep de gecumuleerde kloof op tot meer dan 20 000 nwwz. Nog een jaar later, in augustus 2010, was de kloof het grootst met een surplus van 42 800 nwwz ten aanzien van het pre- crisisniveau. Daarna werd de kloof geleidelijk aan weer afgebouwd. Toch zien we dat er in oktober 2011 nog steeds een surplus is van meer dan 28 000 nwwz. Dit wil zeggen dat de totale kloof voorlo- pig (slechts) voor één derde werd gedicht (zie ook Boey & Herremans, 2011). Er is dus nog een lange weg te gaan. Bovendien reageert de werkloosheid doorgaans met enkele maanden vertraging op de conjunctuurevolutie. De economische groeivertra- ging kan het verdere herstel belemmeren.

Conclusie

Uit de analyse van de economische groeicijfers bleek dat de Belgische economie vanaf 2010 open bloeide, maar dat het conjunctuurherstel intussen opnieuw aan het wankelen is. De groeiverwachtin- gen voor de tweede jaarhelft van 2011 en voor 2012 werden alvast neerwaarts bijgesteld.

Intussen vond de Vlaamse arbeidsmarkt een tweede adem. Verschillende conjunctuurindicatoren evolu- eerden in positieve zin en de werkloosheid daalde gestaag. Toch gaapt er nog steeds een grote kloof ten aanzien van het precrisisniveau. Bovendien kan de huidige economische groeivertraging nog roet in het eten gooien. De weg naar een volledig her- stel is bijgevolg nog lang en onzeker.

Wim Herremans

Steunpunt Werk en Sociale Economie

Bibliografie

Boey, R. & Herremans, W. 2011. Voorzichtige daling van de werkloosheid. Over.Werk. Tijdschrift van het Steun- punt WSE. 21(4). Leuven: Steunpunt Werk en Sociale Economie.

Braes, S. & Herremans, W. 2011. De Vlaamse Vacature- markt: piek of piekeren? Over.Werk. Tijdschrift van het Steunpunt WSE. 21(4). Leuven: Steunpunt Werk en So- ciale Economie.

FPB. 2011. Economische vooruitzichten 2011-2012. Sep- tember 2011. Brussel: Federaal Planbureau, Instituut voor de Nationale Rekeningen.

Jacobs, L. & De Cuyper, P. 2011. Naar een hogere oplei- dingsdeelname tijdens periodes van inactiviteit. Drem- pels en kritische succesfactoren van opleidingsdeelna- me tijdens tijdelijke werkloosheid. Leuven: HIVA – On- derzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving.

HRF. 2011. Bijwerking van het advies van maart 2011 ten gevolge van de gewijzigde economische context. Okto- ber 2011. Hoge Raad van Financiën.

ILO. 2011. World of Work Report 2011. Making markets work for jobs. Geneva: International Labour Organiza- tion.

NBB. 2011a. Economische indicatoren voor België. Nr.

2011-43. Brussel: Nationale Bank van België.

NBB. 2011b. Maandelijkse conjunctuurenquête bij de be- drijven – september 2011. Brussel: Nationale Bank van België.

NBB. 2011c. Maandelijkse conjunctuurenquête bij de be- drijven – oktober 2011. Brussel: Nationale Bank van België.

OECD. 2011. Economic Surveys: Belgium 2011. OECD Publishing.

SVR. 2011. De Vlaamse conjunctuur in oktober 2011.

Brussel: Studiedienst Vlaamse Regering.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien de aanvraag wordt ingediend naar aanleiding van een staking of een lock-out, moet de aanvraag op het werkloosheidsbureau toekomen uiterlijk op het einde van de zesde

Rekening houdend met de competenties van de RVA pogen wij voor België en zijn buurlanden Duitsland, Frankrijk en Nederland een algemene vergelijking te maken van [1] de

In deze studie bekijken we eerst de evolutie van de werkgelegenheid van de loontrekkenden en vervolgens de tijdelijke (TW) en de volledige werkloosheid (VW) voor alle sectoren

Tokelau-eilanden Norfolk Vatikaanstad Amerikaans Samoa St Helena Tuvalu. Turks- en Caicoseilanden Brits gebied in de Indische

Niet nader bepaalde gebieden bij handelsverkeer met derde landen Zuid-Soedan. Mayotte Kiribati Comoren Faeröer Palau Niue-eiland St

St Helena Bouveteiland België Christmaseiland Tokelau-eilanden Norfolk. Brits gebied in de Indische Oceaan

Niet nader bepaalde gebieden bij intra-EU-handelsverkeer hoge zee : bvb invoer en uitvoer naar boorplatformen. Niet nader bepaalde gebieden bij handelsverkeer met derde landen Turks-

❑ Ik verklaar tijdelijk onderdak te bieden aan mensen die hun woning zijn verloren door de overstromingen van 14 en 15 juli 2021 en ik vraag het behoud van mijn gezinstoestand tot