• No results found

= Herkansing 5DT03 25-07-2008 Student-meeneemversie Vraag 1: Statica

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "= Herkansing 5DT03 25-07-2008 Student-meeneemversie Vraag 1: Statica"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Herkansing 5DT03 25-07-2008 Student- meeneemversie Vraag 1: Statica

Yuri van Gelder haalde in 2007 zilver tijdens de wereldkampioenschappen turnen op het onderdeel ringen. Er is veel kracht nodig om op deze manier in de ringen te kunnen hangen (zie foto). We willen onder andere uitrekenen hoe groot de krachten in het heupgewricht en in de omliggende spier(en) zijn in deze situatie. We nemen hierbij aan dat er maar twee spieren rond het heupgewricht werken: de muscu/us rectus femoris en de muscu/us gluteus maximus. De musculus rectus femoris loopt globaal gezien vanaf de voorzijde van het bekken via de pateliapees naar de tibia en de muscu/us gluteus maximus loopt globaal gezien van de achterzijde van het bekken naar de achterzijde van het femur.

Gegevens: Yuri is 63 kilogram. Zijn bovenlijf weegt 43 kg Neem aan dat_g

=

10 m/s2. Alle afmetingen, massa(s), hoeken, aanhechtingsplaatsen van de spieren e.d. zijn bekend (maar worden nu niet gegeven).

1 a) Maak een vrijlichaamsdiagram waarmee u de krachten in het heupgewricht en in de spieren kunt bepalen. Maak de tekening niet te klein! Stel tevens de bijbehorende evenwichtsvergelijkingen op. Geef in een legenda duidelijk aan wat alles is.

1 b) Welk van de twee spieren moet Yuri aanspannen om in deze evenwichtssituatie te kunnen blijven hangen? Motiveer uw antwoord aan de hand van een illustratie en/of evenwichtvergelijking.

1 c) Yuri blijft 10 seconden in deze positie hangen. Het kraakbeen in het heupgewricht wordt belast waardoor er een beetje water uit zal gaan. Welke factoren bepalen hoeveel water er uit het kraakbeen gaat? Noem de twee belangrijkste.

(2)

Vraag 2: Krachtenplatforms en lopen

1. 4 r-..--.--.--,--.--.~-, 1.2

z

0.8 1

""' 0.6

u:- 0.4

0.2 0

-0. 2 ...._..__...._....__.__...__.__._-' -0.5 0 0.5

t(s)

1.5

1 . 4 ,--..--.,.--..,..---r--.--r-r-, 1 .2

:zo .~ _M_

~ 0.6 u. 0.4 0.2 0

-0.2 ..._~...__~..._~_.___.__,

-0.5 0 0.5 1.5

1 (s)

Bovenstaande figuren A en B zijn forceplate registraties van de Z-component van de grondreactiekracht van een persoon. Beantwoord de onderstaande vragen:

2a) Wat is het gewicht van de persoon?

2b) Waarom zijn de twee toppen van registratie van figuur 8 niet even hoog, net zoals in figuur A?

2c) Teken in figuur 8 de output van de X-component (voor-achterwaartse component) van de grondreactiekracht

1.5

z

""

u. 0.5 0

- A - -

-0. 5 '---'---....1...-L---L-'--.1.--'--' -0.2-0. 1 0 o. 1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6

t(s)

In Figuur C is opnieuw de Z-component van de grondreactiekracht getekend.

2d) Beschrijf kort wat de persoon heeft gedaan om tot een dergelijke registratie (C) te komen.

(3)

Vraag 3: Training; Fysiologie

3a) Leg uit wat er bedoeld wordt met OBLA (onset of blood lactate accumulation).

3b) Tijdens een goede trainingsperiade verschuift de OBLA naar rechts ofwel naar een hogere V02 waarde. Geeft tenminste 3 verklaringen voor deze rechtsverschuiving.

3c) De Nederlandse sprintkampioen wil zich gaan toeleggen op het lopen van een marathon.

Leg uit wat er zal veranderen in zijn spiervezeltypering.

3d) Patiënten met diabetes type 2 kunnen vaak goed geholpen worden door ze meer te laten bewegen. Menigmaal is medicatie dan niet meer noodzakelijk. Leg uit wat het

werkingsmechanisme is van dit positieve effect van inspanning op suikerziekte.

Vraag 4: Belasting; Fysiologie

Tijdens het tweede deel van het combinatiepracticum heeft u een werkpleksimulatie gedaan om de belasting van een persoon vast te stellen.

4a) Welke fysiologische variabele heeft u tijdens de test geregistreerd?

4b) 60% van een achturige werkdag heeft een belastingsniveau van 25%van V02,max. en 40% van die dag een belastingsniveau van 35% van V02,max· Wat is het gemiddelde belastingsniveau van die werkdag?

4c) Bij de bepaling van het relatieve inspanningsniveau wordt gecompenseerd voor de hartfrequentie in rust. Door de stress van de test is deze vaak hoger dan de werkelijke rustwaarde.Wordt de relatieve belasting dan overschat of onderschat?

Vraag 5: Sturing

Parkinson patiënten hebben veel moeite met de initiatie van loopbewegingen. Ook tijdens het lopen nemen "geassocieerde"bewegingen, zoals zwaaien met de armen sterk af.

Sa) Leg uit hoe deze vormen van akinesie en bradykinese met behulp van onderstaand

"brake-accelerator" model van de basale ganglia begrepen kunnen worden. Geef daarbij met

dikke en dunne pijlen aan op welke manier de activiteit bij de ziekte van Parkinson verandert is ten opzichte van normaal.

Y0°1o

fn -:2~/~o--:§

~>J ~~lo \:iJ(\ \J~x

~0/è

(4)

Vraag 6: Economische Evaluaties

Economische evaluaties maken steeds meer deel uit van klinische trials. Cochrane is een van de voorlopers die de kwaliteit van klinisch onderzoek evalueerde. Hiervoor heeft hij criteria ontwikkeld waaraan een goede klinische studie moet voldoen. Inmiddels is deze benadering gemeengoed. Voor de economische evaluatie is dit minder gemeengoed. Toch zijn er wel degelijk duidelijke kwaliteitscriteria die toegepast kunnen worden op een

economische evaluatie. Een van die criteria is een duidelijke en complete beschrijving van de alternatieve behandelingen.

6a) Welk alternatief dient in ieder geval deel uit te maken van een goede economische evaluatie?

6b) Hoe kun je in een gepubliceerde economische evaluatie, indien het perspectief niet expliciet vermeld is, nagaan welk perspectief (viewpoint) gehanteerd is?

Vraag 7: Evenwichtstoornissen

Een 40 jarige boerin lijdt aan een erfelijke, langzaam progressieve spierziekte

(facioscapulohumerale dystrofie of FSHD). Zij heeft al jaren symmetrische spierzwakte in de schoudergordel, bekkengordel, bovenbenen en voetheffers. Er zijn geen sensibele

stoornissen. Patiënte vertelt dat zij de laatste maanden regelmatig ten val komt.

?a) Welke motorische balansstrategieën tijdens staan zullen bij deze patiënte zijn aangedaan?

7b) Door welke motorische functietekorten zal deze patiënte tijdens het lopen gemakkelijk ten val kunnen komen?

?c) Wat zou u nog willen weten ten aanzien van de valproblematiek?

7d) Wat is de prognose voor deze patiënte met betrekking tot wonen en arbeid?

Vraag 8: Gezondheidsrisico's

In een afwaskeuken werken vijf medewerkers. Twee personeelsleden staan aan het..b.e.glo van de band (çle inzet}. Eén persoon haalt de glazen en schaaltjes van de dienbladeo. Deze worden in afwasmanden gezet. Q_e...ander plaatst de barden in afwasmanden, nadat

eventuele etensresten in een container zijn gegooid. Beide personen schuiven volle afwasmanden op de erachter gelegen afwasband.

Aan het eind van de afwasband staan ook twee personeelsleden de uithaal . Deze personen zorgen ervoor dat de afwas uit de mac 1ne gehaald wordt. De afwas wordt nagekeken en opgeborgen.

Aan de overkant van de inzet staat een derde personeelslid (de extra). Deze persoon zet al het grote serviesgoed, potten en pannen in de afwasmachine. Verder spuit deze persoon ook de containers/karren schoon die gebruikt worden om het eten in te vervoeren.

Tussendoor wordt geregeld schoongemaakt (etensresten van de vloer halen e.d.).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• De kinderen gebruiken naar keuze het basismodel op kopieerblad 1 (kroon) of kopieerblad 2 (hoed).. • Zij versieren de kroon/hoed met kleurpotlood

Ze worden van een ander deeg gemaakt dan de échte pepernoten. Daardoor zijn ze

 Pepernoten die je in de winkel koopt, zijn een beetje vierkant en nogal taai.. c Heb je nu meer beelden in je hoofd bij

50 (BOSGEDEELTE ONTBREEKT) VOOR AANSLUITING ZIE LINKSMIDDEN. VOOR AANSLUITING ZIE RECHTSBOVEN VOOR AANSLUITING

In de Nadere Reformatie kon bij velen in de leer, iemand echter het Leven in Hem al hebben, zonder zijn leven te hebben verloren, kon iemand al in het geloof zijn zonder te weten

MET EEN VOLGENDE FASE MAG PAS GESTART WORDEN NADAT DE LOPENDE FASE IS AFGEROND

Aanwijzingsbesluit betaald

Per Dag Wijzer is digitaal lesmateriaal voor groep 5 tot en met 8, onder andere over Kinderrechten, Çocuk Bayrami (het Turkse feest van de kinderen), Kinderarbeid en