• No results found

ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 12-05-2010

Datum publicatie 12-05-2010

Zaaknummer 24-002146-08

Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Verdachte heeft zich in de periode van 5 april 2007 tot en met 27 november 2007 schuldig gemaakt aan het medeplegen van de handel in cocaïne en heroïne.

Verdachte heeft zich daarnaast, door het voorhanden hebben van gestolen fietsen, schuldig gemaakt aan opzetheling. Het hof is van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden passend en geboden is. Voorts heeft het hof beslist op de in beslag genomen goederen.

Vindplaatsen Rechtspraak.nl 

Uitspraak

Parketnummer: 24-002146-08

Parketnummer eerste aanleg: 19-810204-07

Arrest van 12 mei 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Assen van 19 augustus 2008 in de strafzaak tegen:

[verdachte],

geboren op [1978] te [geboorteplaats], wonende te [woonplaats], [adres],

verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. F.P. Slewe, advocaat te Amsterdam.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank Assen heeft de verdachte bij het vonnis wegens de onder 1 en 3 ten laste gelegde misdrijven veroordeeld tot een straf en een beslissing genomen met betrekking tot de in beslag genomen voorwerpen, zoals in dat vonnis omschreven.

Gebruik van het rechtsmiddel

De officier van justitie is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen. Hij heeft dit

ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290

(2)

hoger beroep aan verdachte doen betekenen.

Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

De vordering van de advocaat-generaal

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden. Voorts heeft hij gevorderd dat het hof conform de beslissing van de rechtbank zal beslissen met betrekking tot de in beslag genomen goederen.

De beslissing op het hoger beroep

Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

1.

hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 27 november 2007 te [plaats], althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde heroïne en/of cocaïne (telkens) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

2.

hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 27 november 2007 te [plaats], althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie die tot oogmerk had het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, derde, vierde en/of vijfde lid van de Opiumwet, namelijk het verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of aanwezig hebben van middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;

3.

hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 27 november 2007 te [plaats], althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) (een) fiets(en) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die fiets(en) (telkens) wist(en) dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;

(3)

althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat

hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 27 november 2007 te [plaats], althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) (een) fiets(en) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die fiets(en) (telkens) redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.

Vrijspraak feit 2

Het hof is op grond van het onderzoek van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat sprake is geweest van een bepaalde rolverdeling tussen de verdachte en zijn medeverdachten bij de handel in harddrugs, waarbij onderscheid kan worden gemaakt tussen (overwegend) aansturende

activiteiten enerzijds en (overwegend) uitvoerende activiteiten anderzijds. Deze rolverdeling was echter niet zodanig gestructureerd dat kan worden gesproken van deelneming aan een organisatie als bedoeld in artikel 11a van de Opiumwet.

Het hof acht derhalve niet bewezen hetgeen onder 2 aan verdachte is ten laste gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Het hof overweegt met betrekking tot de pleegperiode van feit 1 dat deze dient te worden verkort van 5 april 2007 tot en met 27 november 2007 omdat uit het dossier blijkt dat medeverdachte

[medeverdachte] tot en met 4 april 2007 in vreemdelingenbewaring heeft gezeten, terwijl uit het onderzoek niet blijkt dat verdachte eerder is begonnen met de handel in harddrugs dan

medeverdachte [medeverdachte].

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat:

1.

hij op verschillende tijdstippen in de periode van 5 april 2007 tot en met 27 november 2007 te [plaats], telkens tezamen en in vereniging met een ander of anderen, telkens opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde heroïne en cocaïne middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;

3.

hij op 27 november 2007 te [plaats] fietsen voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die fietsen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.

Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 en 3 primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.

Kwalificatie

Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:

(4)

feit 1: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.

feit 3 primair: opzetheling.

Strafbaarheid

Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.

Strafmotivering

Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de

omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.

Verdachte heeft zich in de periode van 5 april 2007 tot en met 27 november 2007

schuldig gemaakt aan het medeplegen van de handel in cocaïne en heroïne. Door het plegen van deze delicten heeft verdachte het gebruik van cocaïne en heroïne, stoffen die schadelijk zijn voor de

volksgezondheid, bevorderd en de gezondheid van de gebruikers in gevaar gebracht.

Bij verdachte zijn op 27 november 2007 vier nieuwe fietsen aangetroffen, die afkomstig bleken van diefstal. Verdachte heeft zich door het voorhanden hebben van deze fietsen schuldig gemaakt aan opzetheling. Door het plegen van een dergelijk feit is verdachte betrokken geweest bij de handel in gestolen goederen. Het bestaan van afzetmogelijkheden via helers bevordert vermogenscriminaliteit.

Het hof houdt rekening met een verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 4 februari 2010, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder veroordeeld is voor strafbare feiten.

Gelet op voornoemde omstandigheden en op de ernst en aard van de gepleegde delicten is het hof van oordeel dat niet kan worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die

onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming meebrengt. Het hof is van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden passend en geboden is.

Verbeurdverklaring

Het hof zal de in beslag genomen, aan verdachte toebehorende, geldbedragen - te weten Nederlands geld, 15 biljetten van 50 euro, Nederlands geld, 13 biljetten van 20 euro, Nederlands geld, 24 biljetten van 10 euro, Nederlands geld, 13 biljetten van 5 euro, Nederlands geld, 24 euro los muntgeld en buitenlands geld, 1 biljet van 20 dollar - verbeurd verklaren omdat op grond van het onderzoek voldoende aannemelijk is geworden dat deze, gelet op de aard en hoogte van de bedragen, door de gepleegde strafbare feiten verkregen zijn.

Onttrekking aan het verkeer

Het hof zal de in beslag genomen heroïne - omschreven als 1 stuk hero?ne (mogelijk heroïne in

papier) - onttrekken aan het verkeer, aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.

Teruggave

Het hof zal de teruggave gelasten aan de verdachte van de in beslag genomen mobiele telefoons -

(5)

omschreven als 1 stuk GSM, kleur zwart, merk PRADA, in zwarte hoes en 1 stuk GSM, kleur zilver, merk LG - nu het belang van de strafvordering zich daartegen niet verzet.

Bewaring ten behoeve van de rechthebbende

Het hof zal ten aanzien van de fietsen - omschreven als 1 damesfiets, kleur grijs, merk BATAVUS Cresendo, met mandje en fietstassen, 1 damesfiets, kleur grijs, merk SPARTA Helios, 1 fiets met hulpmotor, kleur rood, merk LINBIKE Delue en met zwarte fietstas basil en 1 damesfiets, kleur grijs, merk ENERGY- de bewaring ten behoeve van de rechthebbende gelasten.

Toepassing van wetsartikelen

Het hof heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 47, 57 en 416 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet, zoals deze artikelen golden ten tijde van de bewezen verklaarde feiten.

De uitspraak HET HOF,

RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:

vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:

verklaart het verdachte onder 2 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;

verklaart het verdachte onder 1 en 3 primair ten laste gelegde bewezen, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;

verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 en 3 primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;

veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden;

beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht;

verklaart verbeurd:

Nederlands geld, 15 biljetten van 50 euro;

Nederlands geld, 13 biljetten van 20 euro;

Nederlands geld, 24 biljetten van 10 euro;

Nederlands geld, 13 biljetten van 5 euro;

Nederlands geld, 24 euro los muntgeld;

Buitenlands geld, 1 biljet van 20 dollar;

verklaart onttrokken aan het verkeer : 1 stuk hero?ne (mogelijk hero?ne in papier);

(6)

gelast de teruggave aan verdachte van:

1 stuk GSM, kleur zwart, merk PRADA, in zwarte hoes;

1 stuk GSM, kleur zilver, merk LG;

gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:

1 damesfiets, kleur grijs, merk BATAVUS Cresendo, met mandje en fietstassen;

1 damesfiets, kleur grijs, merk SPARTA Helios;

1 fiets met hulpmotor, kleur rood, merk LINBIKE Delue en met zwarte fietstas basil;

1 damesfiets, kleur grijs, merk ENERGY.

Dit arrest is aldus gewezen door mr. P. Koolschijn, voorzitter, mr. H. Heins en mr. G.N. Roes, in

tegenwoordigheid van S. van Krugten als griffier, zijnde mr. G.N. Roes buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Datum publicatie 30-09-2010 Zaaknummer 200.065.899/01 Rechtsgebieden Civiel recht.. Bijzondere kenmerken

niet worden afgeleid dat zij dat saldo met het oog op de aanstaande fraude heeft teruggebracht

drugsgerelateerde incidenten en verklaringen ten aanzien van café Rumours. (…) Uit de in het verslag

Datum publicatie 21-01-2010 Zaaknummer 200.004.987-01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

2.7 Indien de werkzaamheden die [A] op het GLT-project moest verrichten, per 1 september 2007 zijn

Bij de beschikking van 30 mei 2011 heeft de Ondernemingskamer - voor zover thans van belang -

Datum publicatie 23-02-2017 Zaaknummer 200.015.254/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

[slachtoffer] ") beschikbaar stelde tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling en welke persoon de leeftijd van zestien jaren maar nog niet