• No results found

GEMEENTEBLAD STAD OOSTENDE. van de AGENDA. 382 ZITTING VAN 28 FEBRUARI Nr. 4

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "GEMEENTEBLAD STAD OOSTENDE. van de AGENDA. 382 ZITTING VAN 28 FEBRUARI Nr. 4"

Copied!
45
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

382 ZITTING VAN 28 FEBRUARI 1983 - Nr. 4

Hebben voorgestemd : Hr. R. Bonnel, Mevr. J.-M. Decaesstecker-Pauwelyn, HH.

F. Bourgois, H. Quaghebeur, G. Daniels, J. Christiaens D. Vermeesch, A. Laridon, Mevr. N. Beschuyt-Walraevens' HH. H. Dumarey, M. Friederichs, C. Bil, J. Vyvey, A. Gunst'

E. Masschalck, R. Huyghe, E. Van Daele, R. Bourgoignje' E. Vanremoortele, Mevr. E. Vercruysse-Haghebaert, ' H. Bultiauw-Roels, HH. Y. Miroir, K. Dirickx,

D. Vandepi+te, J. Vandenabeele, G. Cattoor, 0. Vermote J. Vandecasteele, M. Quatacker, P. Van Laer,

J. Kerckhof, W. Deswaef, M. Béro, J. Gpekint.

Hebben tegengestemd : HH. K. Lambert, J. Vandemeulebroucke, M. Vanhecke, Mevr, B. Van CoiIIie-Thyseri.

De overige posten van de functie F.4 - Verkeer - Wogen - Waterlopen, worden aangenomen.

De zitting uordt geheven te 1.10 uur. De agenda zal verder afgewerkt worden op 1.3.1983.

De Stadssecretaris

G. Van Laere.

De huidige notulen gaven geen aanleiding tot opmerkingen en worden goedgekeurd in de zitting van 22 april 1983.

Namens de Raad

De Secretaris De Burgemeester

G. Van Laere. J. Goekint.

1983

GEMEENTEBLAD

van de

STAD OOSTENDE

Zitting van de Gemeenteraad op

1 MAART 1 9 8 3

AGENDA

O P E N B A R E Z I T T I N G (VOORTZETTING)

>*. Gemeentefinanciën - Boekhouding - Stadsbegroting 19Ö3 : aanneming

5. Gemeente - Gemeenteraad - Motie aangaande de afgifte van administratieve stukken aan werkzoekenden : aanneming

Nr. 5

BlZ.

lt69

(2)

ZITTING VAN 1 MAART 1983 - Nr. 5

BIJ DE AANVANG VAN DE ZITTING ZIJN :

AANWEZIG ': Hr. J. Goekint, Burgemeester-Voorzitter ;

Hr. R. Bonnel, Mevr. J.-M. Decaessteoker-Pauwelyn, HH.

F. Bourgois, M. Quaghebeur, G. Daniels, J. Christiaens, D. Verraeesch, Schepenen ;

HH. A. Laridon, K. Lambert, J. Vandemeulebroucke, Mevr.

N. Beschuyt-Walraevens, HH. H. Dmnarey, M. Vanhecke, M. Friederichs, C. Bil, A. Gunst, E. Masschalck, R. Huyghe E. Van Daele, R. Bourgoignie, E. Vanremoortele, Mevr. ' E. Vercruysse-Haghebaert, H. Bultiauw-Roels, HH. Y. Miroir, K. Dirickx, D. Vandepitte, G. Cattoor, J. Vandecasteele, M. Quatacker, P. Van Laer, J. Kerokhof, W. Deswaef, M. Bero

Leden ; ' Hr. G. Van Laere, Stadssecretaris.

AFWEZIG MET : Hr. R. Makelberge, Schepen ; Mevr. B. Van Coillie-Thysen, Lid.

KENNISGEVING

ZITTING VAN 1 MAART 1983 - Nr. 5 385

AFWEZIG : HH. J . Vyvey, J . V a n d e n a b e e l e , 0 . V e r m o t e , L e d e n .

De Hr. Burgemeester-Voorzitter verklaart de z i t t i n g voor geopend te 17.15 uur.

O P E N B A R E Z I T T I N G

V R A A G

BOUWEN OOSTENDSE HALLEN

M. VANDEMEULEBROUCKE.- Schepen Christiaens verklaarde dat tot tweemaal toe de werken aan de Oostendse Hallen moesten worden stilgelegd. Daarop volgt toch automatisch het leggen van de zegels ? Waarom werd dat vandaag dan niet gedaan ?

M. CHRISTIAENS, Schepen.- Gisteren, op 28 februari 1983, om 16.30 uur werd vastgesteld, dat het bevel tot het stiI leggen der werken ter plaatse niet werd gerespecteerd en dat er betonnen funderingen werden uitgevoerd. Heden- morgen, 1 maart, werden dan ook onmiddellijk de nodige maatregelen genomen om dit bevel daadwerkelijk te doen naleven. Om 9.45 uur is de bevoegde dienst ter plaatse geweest om de modaliteiten na te gaan voor het afsluiten en het verzegelen van de toegangen tot de werf. Er was nochtans geen enkele activi- teit op de werf. Zodra er opnieuw de minste activiteit wordt vastgesteld, zal het nodige materieel en materiaal, dat in de werkhuizen wordt klaarge- houden, onmiddellijk ter plaatse worden gebracht en zal de werf verzegeld worden.

Nog wat commentaar : gisteren werd mij gevraagd, waarom niet maandagna- middag de zegels werden gelegd. Er zijn daar twee redenen voor. Ten eerste had ik eerst gevraagd aan de gemachtigde ambtenaar om zich ter plaatse te be- geven en verslag uit te brengen. De vorige week werd mij ook tweemaal gezegd, dat de werken bezig waren, maar toen de gemachtigde ambtenaar ter plaatse kwam, heeft hij moeten constateren dat zulks op dat ogenblik niet het geval was. Dus wilde ik mij eerst vergewissen van de werkelijke toestand.

Ten tweede is het ook zo, dat het verzegelen van een werf geen eenvou- dige zaak is. Zij moet op een behoorlijke manier - dus met nadarafsluitingen - afgesloten worden, zodat de hulp van de Stedelijke Werkhuizen nodig is.

Al dat materieel staat momenteel klaar om in te grijpen als het moet. Het praktisch resultaat is, dat er thans niet meer gewerkt wordt.

M. VANDEMEULEBROUCKE.- Ik heb hiermede geen antwoord gekregen op mijn vraag : rroest niet automatisch de zegel legging volgen ?

H. CHRISTIAENS, Schepen.- De eerste maal dat werd vastgesteld dat de werken zonder vergunning werden aangevangen, werden ze stilgelegd. De tweede maal, toen werd vastgesteld dat de voorschriften van de vergunning niet werden gevolgd, beschikte men ter plaatse niet over het nodige materieel om de werf te verzegelen. Gisterenavond werden daartoe maatregelen genomen, maar aan- gezien er deze morgen niet de minste activiteit was, werd beslist niet op te treden. De werken liggen nu stil, maar alle voorzorgen zijn genomen. Wij volgen de gang van zaken op de minuut en zullen een rechte lijn blijven volgen. Meer kan ik niet zeggen. • ,

4.- GEMEENTEFINANCIEN - BOEKHOUDING - STADSBEGROTING 1983 : AANNEMING. (Voortzetting)

F. 441 - HANDELSHAVEN

M. VANHECKE.- Het spijt mij dat de verantwoordelijke Schepen hier niet is. • Dus zal ik mij tot het Schepencollege moeten wenden.

Op de nieuwe Schepen rust de enorme verontwoordelijkheid voor de verdere welvaart en tewerkstelling in Oostende en hinterland zorg te dragen. Hierbij is geen show, maar wei-inzicht, moed en doorzettingskracht vereist. Hier moet niet het persoonlijk belang, maar wel het belang van de Oostendse bevol- king primeren. • :

Er is geen enkele Vlaamse haven - van Belgische kan ik moeilijk spreken - die winst maakt. Ook Oostende maakt hierop geen uitzondering. Het blijft echter waar, dat onze haven één van de longen is die zuurstof geeft:aan de economische welvaart van onze bevolking. .

(3)

386 ZITTING VAN 1 MAART 1983 - Nr. 5

De stadshaven zelf is in de laatste 10 jaar, wat goederentrafiek be- treft, vrij gunstig geëvolueerd. Van 909.000 ton in 1973 naar 1.911.000 ton in 1982, betekent nog altijd een stijging met 110 %.

De belangrijkste oorzaken hiervan zijn o.m. : 1) De belangrijke aanvoer van grint en zeezand ; 2) De inschakeling en expansie van de Schiaffinolijn ; 3) De afvoerstijging van chemische produkten van de U.C.B. ; 4) De recente export van veevoeders door de Belgian Port Operators.

Indien enkel de trafiekstijging van het laatste jaar zou bekeken worden, vertegenwoordigt dit een aangroei van 221.000 ton of 13 % en dit niettegen- staande de aanzienlijke achteruitgang van de grintaanvoer met 160.000 ton en de algemene economische recessie.

Vooral de betere verhouding tussen in- en afvoer valt op. Waar dit vroeger ongeveer 10 % afvoer vertegenwoordigde, komt men nu tot praktisch het drievoudige. Dit is zeer belangrijk omdat de vrachtkosten, wegens de mogelijkheid van keervracht, aanzienlijk kunnen gedrukt worden, wat onze haven des te interessanter maakt.

Onze buitengewoon gunstige ligging als verbindingsbasis naar'de Britse eilanden, moet ons aanzetten nog verder aan doelgerichte promotie te doen.

Van de E.E.G.-export naar Groot-Brittanniö gaat slechts 12,7 % over onze Vlaamse havens, waar dit nog steeds 25,2 % is voor Nederlandse havens, die geografisch veel ongunstiger gelegen zijn. Onze marktpenetratie in Groot- Brittannië ligt dus zeer sterk beneden onze mogelijkheden.

Wegens het labiel karakter van privé-rederijen die enkel optimale winst beogen, moet Oostende zeer goed opletten dat de Schiaffinolijn niet wegvalt.

Het internationaal vervoer is immers vooral gesteund op snelheid en infrastructuurmogeIijkheden bij laden en lossen. Welnu de doorgang langs de Demeysluis is tijdrovend en totaal verouderd. Daarnaast betekent dit eveneens een zeer belangrijke verkeershinder voor het plaatselijk baanver- keer. Ook dient onderlijnd te worden, dat het slib in het handels- en houtdok reeds jaren niet meer uitgebaggerd werd, wat het gevaar van vast-

lopen in de hand werkt en ons miljoenen schadeloosstelling kan kosten.

Ik geloof dat wij al genoeg hebben met de 6 miljoen schadeloosstelling die de vroegere thermendokter aan de stad heeft'gekost. Er is düs dringend een oplossing van los- en laadmogelijkheid in de buitenhaven voor die lijn noodzakelijk. Hier kan zeli'f.seen hogere havenbelasting gerust verantwoord.

. . .- ' :-I I : • • . • ~"r. ... :- • • • . ! : . • " •

Ik wil hier benadrukken dat het geenszins de bedoeling is in zware concurrentie te komen met de R.M.T.:, wel integerideeI. •' ZoweI de R.M.TJ als de privé-sector hebben mijns inziens parallele belangen. Ik zou sterk ' durven pleiten voor een soort rondetafelgesprek van de belanghebbende partijen om tot een doeltreffende oplossing te komen. In dezelfde lijn wil ik ook pleiten voor een havenschap' waarbij zowel de stad, de proviriciey als de Vlaamse Gemeenschapsraad, zouden betrokken worden. Ik hou mijn '•

hart vast wanneer ik hoor dat de R.M.T. iri 1982>met 7 schepen'een veufies van ongeveer 500 miljoen moet incasseren. Vergelijk dit even met het tekort van 33 mi Ijoen voor gans onze haven. Wanneer het tekort op onze handels- haven vergeleken wordt met het tekort van het zwembad dat 50 miljoen be- draagt, of met dit van het Thermaal Instituut dat 30 mi Ijoen bereikt, ziet iedereen onmiddellijk waar de onevenwienten in onze begroting te situeren

ZITTING VAN 1 MAART 1983 - Nr. 5 387 vallen. Het is ook bij het brede publiek onvoldoende bekend dationze haven qua vrachtverkeer, niet zoveel moet onderdoen voor de haven van Gent, zonder dat hierbij nog rekening wordt gehouden met de 2,5 miljoen passagiers die jaarIijks Oostende aandoen.

Een andere bedenking is dat het tekort van onze handelshaven praktisch volledig zou kunnen weggewerkt worden indien de hogere overheid, dit bete- kent echter op dit ogenblik 3 verschillende nationale ministers, in dezelfde mate zou tussenkomen als in de andere havens wat het sluizenpersoneel of de sasseniers betreft. Met een minimumbezetting van 48 personen, waar wij enkele jaren geleden nog een bezetting van 53 personen kenden, met een veel geringer trafiek en met de 40-urenweek, wordt nu van dit personeel een maximumprestatie geëist.

Het is al te duidelijk dat dit personeel niet uitsluitend ingezet wordt voor uitsluitend Oostendse belangen, maar ook voor regionale en dus nationale belangen. Zij moeten o.m. zorgen voor de afvoer van het overtollige water langs de Noord-Ede van het poldergebied, maar ook voor het vuile water dat zelfs voor een deel afkomstig is van Noord-Frankrijk en langs Gent en Brugge naar Oostende afgevoerd wordt. Eén dag geen subsidie aan CockeriII-Sambre door de Belgische regering zou reeds volstaan, om het totaal deficit van onze twee havens weg te werken. Onvoorstelbaar, maar waar ! Wanneer dit dossier goed voorbereid wordt, moeten hier ongetwijfeld resultaten bereikt worden. Hierbij kan ook in de weegschaal geworpen worden dat de Stad tot op heden alle belastingen op de R.M.T.-activiteiten heeft geweerd.

Mag ik ook van iemand van het College vernemen, welke werken juist voorzien worden in de achterhaven ? Volgens het ingediende vijfjarenplan wordt hiervoor 2 x 120 miljoen uitgetrokken. ; : • . •.

Ten slotte maak ik nog de bedenking, dat mijn tussenkomst een opbou- wende benadering is van het probleem en zij niet als een shownummer kan beschouwd worden.

M. DE BURGEMEESTER-VOORZITTER.- Dank voor de interessante benadering van i het probleem. Het is inderdaad zó, dat onze haven een niet-onbelangrijk deficit heeft. Maar in vergel ijking met andere diensten, is het nog niet catastrofaal te noemen. Integendeel, het resultaat moet ons aanzetten de belangen van de haven verder te behartigen om de verdere ontwikkeling tot stand te brengen.

U hebt de belangrijkste zaken aangehaald die onze grote hinderpalen zijn. Eerst en vooral is er de Demeysluis, die ons, qua afmetingen, sreeds vele jaren hindert,"niet al leen wat de havenuitbating betreft, maar ook voor de scheepsbouw. Er was immers geen gelegenheid om de erachter gelegen scheepswerf uit te breiden, wat wellicht één van de redenen is geweest waarom ze uiteindelijk is moeten verdwijnen. • . , >.j.

U weet ook dat sinds heel wat jaren er plannen bestaan om een nieuwe zeesluis te bouwen ter hoogte van de R.Y.C.O. Ook dat het bouwen van deze zeesluis maar een klein onderdeel is, in een reuze operatie, die een op- lossing zou kunnen betekenen maar terzelfder tijd onmogelijk te realiseren is, wanneer wij niet kunnen werken ónder de vorm van een coöperatie, |waar in de Stad haar aandeel heeft, maar waarin tevens de Staat;- en eventueel ook de provincie - deelneemt. Of het nu een ."havenschap" of een,andere vorm

(4)

ZITTING VAN 1 MAART 1983 - Nr. 5 ZITTING VAN 1 MAART 1983 - Nr. 5 389 van gezamenlijke ui+bating is, laat ik buiten kijf. Haar ik meen, dat in-

derdaad in deze richting moet worden gezocht en daar zijn wij ook mee bezig.

De inspanningen voor onze handels- en vissershaven dagtekenen niet van' • vandaag ; zij zijn reeds heel wat jaren oud. De evolutie die wij gekend hebben en die U hebt aangehaald, is niet zo maar tot stand gekomen ; ze is de vrucht van een bestendige en doorgevoerde inspanning. Deze inspanning is misschien niet rechtstreeks evenredig met de resultaten, omdat wij -reeds van meet-af-aan gehandicapt in de arena traden. , .

De hogere overheid hebben w i j i n elk geval nodig. Er bestaat momenteel een goede verhouding, zodat wij in de komende jaren mogen hop'en,op een ! goede vorm'van samenwerking. • • ' .

U vroeg welke werken er gepland zijn ? Wij moeten er rekening mede houden dat zij deel uitmaken van een plan op lange termijn, dat een totaal andere vorm aanneemt naar gelang het door de Stad al leen moet worden ont- worpen en eventueel gerealiseerd, dan wel wanneer het in coöperatie kan gebeuren met de hogere overheid. ;

Ik hoop dat volgend jaar, naar aanleiding van het debat rond de begro- ting, de vooruitzichten rooskleuriger zullen zijn, wat ongetwijfeld niet alleen de tewerkstelling in onze haven - die niet'onbelangrijk is - maar ook deze in de aanverwante bedrijven zal in de hand werken.

M. VANHECKE.- Ik heb vooral willen wijzen op het gevaar van het si tb in de handelshaven en het houtdok. Daartin schuilt werkelijk een zeer groot gevaar, omdat vroeg of laat schepen zullen vastlopen en de Stad mogelijks enorme

schadevergoedingen zal moeten betalen. Als men weet wat één dag inactivi- teit van een schip kost dan vallen ze zeker'niet te onderschatten. Ik maan het Schepencollege aan zeer voorzichtig te zijn opdat wij niet vóór dergelijke ramp zouden komen te staan. . '

J i •

M. DE BURGEMEESTER-VOORZITTER.- Dat is een probleem, waar wij niet naast kunnen kijken. Het is ook een probleem, waarvoor wij sinds meerdere jaren van staatswege trachten enig begrip te krijgen zodat de achterhaven,op staatskosten zou worden uitgebaggerd. Dit zou een vorm uitmaken van ge- rechtvaardigde compensatie door de Staat voor de handicap die onze haven kent qua ligging en sluizen. Ook doordat een groot deel van dë diepzee- haven in beslag genomen wordt door de staatsexploitaties. \ :

Wij menen dan ook dat het een gerechtvaardigde vraag van de Stad Oostende is, dat er van staatswege ook daarvoor attentie zou zijn en dit niet alleen door een tussenkomst, maar door een volledig ten laste nemen van de baggerwerken. Het uitbaggeren van de haven op stadskosten is bijna onmogelijk en die kosten zijn zeker niet evenredig met het gebruik dat wij van de haven kunnen maken. En daarover willen wij in de eerste instantie een positief antwoord van de hogere overheid. '

M. VANHECKE.- Om dat gevaar te voorkomen moet er een andere oplossing worden gezocht in de buitenhaven. • • •_

M. BIL.- Het is niet mijn bedoeling een discussie aan te gaan over het havenbeleid en zeker niet over de technische aspecten ervan ; dat kan zomaar-niet geïmproviseerd worden. Maar na hetgeen hier gezegd is, zou ik

in dit verband toch een paar bedenkingen willen maken. •

Eerst en vooral hoorde ik de Hr. Vanhecke zeggen, dat er zelfs een ver- g i n g van de belastingen zou mogen bij te pas komen. Dat verwondert mij

wel een beetje. Ik heb in de jaren dat ik in de Gemeenteraad zetel nog nooit zoveel belastingen horen voonste II en vanwege de overzijde als vandaag en gisteren.

In verband met de haven meen ik, dat wij toch in de eerste plaats moeten zorgen, dat onze haven competitief blijft. Ik denk, dat ik niet alleen sta met deze mening. De tarieven zijn een belangrijk element in de concurrentie- slag tussen de zeehavens.

Ons vrachtvervoer, zo zegt de Hr. Vanhecke, bereikt bijna dat van Gent.

Het hangt er echter van af hoe U dat bekijkt. Zoals blijkt uit de statistie- ken komt Oostende, volgens het aantal zeeschepen, als derde haven van België.

Tevens heeft hij het erover gehad dat Oostende ook hier prestaties levert voor andere gemeenten. Oostende heeft een centrumfunctie ; dat hebben wij in onze inleiding reeds gezegd en ook eraan toegevoegd dat de hogere over- heid er in de discussies moet worden op gewezen, dat die prestaties niet alleen ten voordele zijn van de omliggende gemeenten, maar dat zij ook voor het hinterland van zeer groot belang zijn.

Wij moeten voorkomen de R.M.T. en de stadshaven tegenover elkaar te plaatsen ; dat is verkeerd. Onze haven en de R.M.T.-diensten zijn beiden belangrijke werkgevers, die heel wat mensen uit onze streek tewerkstellen en moest daarvan de radius berekend worden, dan zou men tot verrassende resultaten komen.

Ik ben met U akkoord - en dat hebben wij trouwens voorgesteld - dat het noodzakelijk is voor bespreking rond de tafel te gaan zitten. Tevens moet een welbepaald plan voor de haven van Oostende worden opgemaakt ; dat hebben wij ook in onze inleiding gezegd. Alle betrokkenen en gebruikers moeten bij dat gesprek worden betrokken.

M. DE BURGEMEESTER-VOORZITTER.- U hebt inderdaad het belangrijkste punt aan- gehaald. Onze haven moet onder alle omstandigheden competitief blijven, niettegenstaande onze handicap.

Inzake de belastingen bedoelde de Hr. Vanhecke waarschijnlijk, dat een verhoging van de belastingen in de open haven, het deficit wellicht draag- lijker zou maken.

H. LAMBERT.- Ik zou de Hr. Bil toch erop willen wijzen, dat de oppositie eigenlijk zeer weinig belastingen heeft voorgesteld. Wij hebben wel een paar wijzigingen gevraagd en verder andere accenten gelegd, qua verdeling, inning en aanslagvoet.

M. VANREMOORTELE.- Er wordt door de vorige sprekers gevraagd belastingen te heffen op de R.M.T.-activiteiten. Ik begrijp dat niet goed. Welke belas- tingen zouden er kunnen gelegd worden op de R.M.T. ? Wat is de bedoeling

a's wordt gevraagd om voor onze slechte situatie "een rechtvaardiger compen- satie te krijgen van de Staat" ?

H; DE BURGEMEESTER-VOORZITTER.- Voor het antwoord op uw eerste vraag moet U

zich tot de. Hr. Vanhecke richten. Uw tweede vraag betreffende de compensa- tie door de hogere overheid, is het samenspel in een coöperatie tussen Stad, Staat en de betrokken groepen. Ik heb de baggerwerken, de uitbreiding en de Nieuwe zeesluis aangehaald, allemaal werken die vandaag onmogelijk uit te

v°eren zijn, maar reeds tientallen jaren geleden gepland werden en het sluit-

stuk betekenen van onze haven.

(5)

390 ZITTING VAN 1 MAART 1983 - Nr. 5

Nochtans is ónze haven, -afgezien' van de breedte van de Demeysluis, niet te onderschatten. Wat is echter de grote handicap ?• Het gebrek aan grond rond de haven, zodat er geen uitwijkingsmogelIjkneden zijn, noch vóór de R.M.T., noch voor degenen die aldaar eventueel rechtstreeks of onrecht- streeks bepaalde activiteiten willen uitoefenen. ... : . . M. VANHECKE.- Ik zou eerst antwoord.wi11en geven aan de Hr. Bil en daarna antwoorden op de vraag van de Hr. Vanremoortele. • • ' • • . : •

Wat de verhoging van de belastingen betreft, komt het hierop neer, dat de Schiaffinolijn - want daar gaat het over - bereid is heel wat meer te betalen dan hetgeen ze nu betaalt, wanneer er.zou kunnen geladen of gelost worden in de buitenhaven, want zo zou enorm veel tijd worden gewonnen. Dus zou in dat geval gerust een verhoging van.de bel asting!mogen gebeuren... En voor de R.H.T.-haven, meen ik duidelijk te hebben gezegd, dat wij daar paral-

lele belangen hebben, want het R.M.T.-vrachtvervoer is in de laatste tien jaar eveneens sterk gestegen. Er is daar evenwel geen sprake vanioheerlijkè concurrentie. Er is een gezonde mededinging die enkel.de belangen van de;

Stad kan ten goede komen. '-: • • . :• . i . • .' ••• •>.

Wat het aantal passagiers betreft, moet ik mij tot de Hr. Vanremoortele wenden. Wanneer een belasting wordt geheven op alle inschepingen in de

luchthaven, dan kan dat evengoed gebeuren op de passagiers van de mail boten.

Neem 20 fr. per reiziger. Er zijn circa 1.250.000 passagiers per jaar, wat een inkomen zou betekenen van 25 miljoen frank. Ik geloof niet, dat dit.zó zwaar zou aankomen. ' : • M. DUMAREY.- Het is begrijpelijk dat ik over deze zaak wens tussen te komen, omdat ik toch vele jaren het havenbeleid in handen had. Al hetgeen-naar voren gebracht wordt, is een herhaling van wat ieder jaar werd gezegd. De oplossing is zeker niet gemakkelijk, anders was het deficit van 50 miljoen' reeds weggewerkt. Het stadsbestuur - en inzonderheid het College - heeft- alles geprobeerd om een oplossing te vinden voor alle moeilijkheden, maar kwam altijd tot hetzelfde resultaat : er ontbreken de nodige kredieten om de haven uit te baggeren. Dit uitbaggeren kost 20 a 25 miljoen, wat een enorm bedrag is om aan de Oostendse gemeenschap op te leggen, vooral omdat' het niet kan gerecupereerd worden. Langs de andere kant wens ik toch te wijzen op het gevaar die baggerwerken jaar op jaar uit te stellen. De'diep- gang in de achterhaveh is nu voldoende voor schepen van ongeveer 4.000 ton,' maar dit kan terugvallen tot 2.000 ton, zodat bepaalde schepen wel de sluis:

kunnen doorvaren maar door de slibvorming de haven niet kunnen binnenvaren.

De Staat was tot op vandaag nooit geneigd de baggerwerken te zijnen laste te nemen, omdat duidelijk is bepaald dat al les wat behoort tot de achterhaven, wordt beheerd door de Stad, die dus ook het uitbaggeren moet betalen. •' '.

Geen enkele wet laat ons toe op de passagiers van de R.M.T. een belasting té leggen, omdat zij de voorhaven gebruiken. Het staat trouwens in het oprich- tingsbesluit van de Regie, dat zij kan beschikken over alle kaaien in de ha- ven van Oostende, voor zover ze deze nodig heeft. •:De R.M.T. is gevestigd in de voorhaven met haar eigen installaties langs de staatskaaien. Daar kunnen wij niets tegen doen. Spijtig, anders zouden wij misschien zoals Zeebruggé,

v a n d e R . M . T . e e n p a s s a g i e r s b e l a s t i n g k u n n e n v o r d e r e n . ' ••''•','• '•'•••• ••'•'• •

Ten tweede, mag de Stad niet de Staat belasten en evenmin de regteën.-' Daarop strandden onze pogingen om van de R.M.T'. een landingsgeld te vorderen.

Wat nu het vijfjarenplan betreft. U kan toch moeilijk het deficit, van;

de handelshaven vergelijken met dat van het Thermaal Instituut-of van het ; zwembad. ' ' " v; v.;. - ••-.-v-:' ;• -• ,:\\\\: .)?;;=^

ZITTING VAN 1 MAART 1983 - Nr. 5 391 Alle havens van België kennen een deficit. Het kan ook moeilijk dnders : er moet met tarieven worden gewerkt bij zoverre dat men concurrentieel blijft.

Er kunnen zo maar niet verhogingen toegepast worden om te trachten'een even- wicht te bereiken. Kijk maar naar het deficit van de Antwerpse en Gentse havens. Zij aanvaarden dat en menen dat het mag omdat'de tewerkstelling rechtstreeks en onrechtstreeks van zo'n belang is, dat een Stadsbestuur die kosten moet ten laste nemen. Ga eens na hoeveel miljoen één arbeidskracht de gemeenschap kost. Maar men moet er iets voor over hebben om de handels- haven verder uit te baten : dit brengt een tewerkstelling met zich van onge- veer tweeduizend mensen, die rechtstreeks of onrechtstreeks ervan leven.

Grijp dus ook niet direct naar een andere beheersvorm. '!-

Ook de R.M.T. heeft een deficit. Er is immers een enorme infrastructuur nodig, die steeds moet aangepast worden. Maar, als men 2 è 3.000 mensen tewerkstelt, moet men kunnen aanvaarden dat er een deficit is en deze moet . gedragen worden door de gemeenschap.

Het vijfjarenplan bestaat nog altijd. Maar het blijft bij planning omdat de Demeysluis - gebouwd lang vóór de eerste wereldoorlog - slechts doorgang verleent aan schepen van 18 meter breedte. Het enige alternatief bestaat in een nieuwe sluis te bouwen aan de R.Y.C.O. Als men nu weet hoeveel miIjarden één sluis kost, dan zie ik niet goed in dat een kleine haven met haar beperkte mogelijkheden, vanwege de regering zal kunnen beko- men daar een sluis vanmi lijarden in te planten. En daarmee is het nog niet.

eens gedaan ! En zolang dat niet gebeurt, wordt ook het probleem van de Demeysluis niet opgelost. Het is alweer een kwestiede nodige kredieten te krijgen van de Staat om dat mogelijk te maken. Wij krijgen jaarlijks wel 120 miljoen staatspremies, maar het is de Dienst der Kust, in samen- werking met het Stadsbestuur, die de prioriteiten vastlegt en bepaalt welke werken in aanmerking komen voor het aantrekken van trafieken.

Ik vind het spijtig dat in de buitengewone begroting bepaalde posten- werden geschrapt. Buiten de aankoop van eon kantoor-machine is er niets meer voorzien. Ook vind ik het spijtig dat het krediet voor publiciteit en promotie - hoe weinig het ook was - beperkt werd tot 5.000 fr. •>•'

. . i . i .

Ik kan besluiten met te zeggen dat de trafiek de laatste jaren een bestendige vooruitgang boekte. Gelukkig maar ! Ik beweer nu niet dat daardoor het deficit zal weggewerkt worden, maar dat de trafiek en de tewerkstelling toenemen, is een heel belangrijke zaak voor de Stad, d"ie, ' dank zij de handelshaven, veel mensen kan tewerkstellen. •• . . •

• . i ' . . : . .

M. DE BURGEMEESTER-VOORZITTER.- Wij delen uw bekommernis voor de haven.

Wat de promotie betreft zullen wij proberen alles te globalisoren en via andere wegen Oostende in haar totaliteit te propageren.

De Hr. Vanremoortele moet zich over de landingsbelasting geen zorgen • maken. De voormalige Schepen van de haven heeft ook meerdere pogingen gedaan om dat te realiseren, maar het is hem' nooit gelukt.

M. VANREMOORTELE.- Ik zou toch even willen tussenkomen, niet om een aantal zaken te herhalen, maar om ze gewoon te illustreren. Ik ben blij dat de Hr Diimarey nu eindelijk mijn visie omtrent de landingsbel ast ingen deelt.

(6)

ZITTING VAN 1 MAART 1983 - Nr. 5 ZITTING VAN 1 MAART 1983 - Nr. 5 Ik zou nog het volgende willen zeggen. Bij Koninklijk Besluit van

7.1.: 1980 heeft de R.M.T. het beheersrecht gekregen over een aantal kaaien.

Dat was al vastgelegd in 1971, maar in feite dagtekende dit reeds sinds 1895.

Ik begrijp dan ook niet goed -waarom elk jaar bij de R.M.T. wordt aangedron- gen om een landingsbelasting te bekomen.

Er wordt compensatie gevraagd ? De.Staat zou de Stad moeten helpen ? In 1980 kreeg de Stad 300 miljoen voor werken aan de haven, in 1981 50 mi i- joen en in 1982 nogmaals 69 miljoen. En U spreekt van compensaties !

Om te illustreren wat de R.M.T. voor Oostende betekent, geef ik enkele cijfers ter overweging : ongeveer 1,5 miljard werd aan de Oostendse economie besteed. 1,5 miljard op één jaar ! Denk maar eens na wat zulks betekent voor de middenstand ! Ik meen, dat de Stad blij zou moeten zijn zo'n dyna- misch bedrijf binnen haar muren te hebben en dat zij alles moet doen om het te steunen en haar concurrent iele positie te laten handhaven.

M. DE BURGEMEESTER-VOORZITTER.- U zult met mij akkoord zijn dat, als moderne mensen een modern beleid, een modern management willen voeren voor onze haven, wij ons niet mogen blijven bljndstaren op een archaTstische conventie, die dateert van vorige eeuw. Wij moeten het heden en de toekomst zien. Hei- spijt mij, dat U voor de beheersvormen zo weinig begrip schijnt te hebben.

U schijnt zich niet te realiseren wat een coöperatie is. Dit betekent dat verscheidene partners samenwerken, elk met zijn eigen inzet/ inspanningen, bekommernis en proberen een gezamenlijk doel te bereiken. Dit gebeurt zon- der de hulp van de Staat, want wij weten,- evenzeer als U, dat de staatskas dezelfde financiële moei Iijkheden kent als wij. Dus, moeten wij geen hulp vragen, wel medewerking en samenwerking ! ;; :' M. VAN LAER.- Ik wou een opmerking maken over.de algemene havenproblematiek en over deze van Oostende in het bijzonder. Ik heb destijds les gekregen van Prof. B. ;Cools, gewezen Schepen van de haven van Antwerpen en nu Burge- meester. • Hij was ter zake een bevoegd man. - ;

' t

Ook via de media volgde ik de problematiek van de Oostendse haven. Ik kon mij hierbij niet van de indruk ontdoen - en nu ik hier binnenskamers zit zal ik dat natuurlijk van nabij kunnen volgen - dat Vlaanderen op diverse vlakken - nationaal en gewestelijk - in de diverse geledingen en instanties waar er over de havenproblematiek gesproken, beraadslaagd en beslist wordt, niet voldoende vertegenwoordigd is. 'Ik bedoel hier niet zwzeer de parlemen- tairen die ons ongetwijfeld goed verdedigen en bijstaan, maar ook op het vlak van directies en instanties. Hebben wij daar voldoende mensen die oor hebben voor onze problemen en die ons 'in de toekomst zouden kunnen bijstaan ? Want, onbekend maakt onbemind ! Het is toch zó,*dat in Brugge heel wat werd bereikt. Voor zijn haven sleepte het heel' wat in de wacht en door het feit dat zij over zeer goede "kruiwagens" beschikte bij directies en andere in- stanties, waar de beslissende bevoegdheid lag, kon zij ook op andere diverse vlakken de nodige tussenkomsten verkrijgen. Y:

Ik dacht dat voor de toekomst hierin een belangrijke taak is weggelegd en dat met de betrokken instanties geregeld contact moet worden gehouden, zodat, wanneer puntje bij paaltje komt, op hen een beroep kan gedaan worden.

H. VAN DAELE.- Deze tussenkomst doet mij bijzonder genoegen. De Hr. Van Laer heeft inderdaad een zeer goede leermeester gehad, d.i. de S.P.-burgemeester van Antwerpen. Hetgeen hij zegde is juist : het zou interessant zijn, moest

iedereen in de onderscheidene intercommunales, raden, enz. vertegenwoordigd zijn-

1 M. DUHAREY.- Ik heb ook ge lezen in een weekblad dat de Stad niet eens zou vertegenwoordigd zijn in de Nationale Havencommissie ! Dat is niet waar,

w a nt ik heb gedurende twee legislaturen die vertegenwoordiging gehad. Die commissie komt geregeld samen. Daar zijn relaties ontstaan, met de haven- directies en met hogere ambtenaren van het Ministerie van Openbare Werken.

Ik moet U zeggen dat wij er zeer goed gekend zijn. De relaties waren er, maar de mensen kunnen ook niet meer doen dan wat mogelijk is. Als wij elk jaar tientallen miljoenen krijgen, dan is het dank zij deze relaties, want wij zijn vertegenwoordigd in de Nationale Havencommissie en zetelen in al de subcommissies. In ieder geval, kan ik U verzekeren dat wij deze zaak van dichtbij gevolgd hebben. De nieuwe Schepen van de Haven zal nu mijn plaats innemen in deze commissies en hij zal nu moeten proberen op zijn beurt de relaties aan te kweken. Maar als ik zal zeggen, dat hij door mij gezonden is, dan zal dat wel rap gaan !

Mijnheer Van Laer, ik wil U toch laten opmerken dat de parlementairen advies kunnen geven aan de minister, die de politieke beslissing neemt. U weet ook dat wij reeds zovele malen advies hebben gegeven inzake de nieuwe sluis. Ik heb de parlementairen herhaalde keren de raad gegeven om dezelfde procedure te volgen als in de andere havens. Ik stuur hen geen verwijt toe ; dat zou ik nooit doen. Maar ik verwacht van hen in elk geval wel dat zij een duwtje geven bij de ministers opdat in Brussel eens ernstig werk zou gemaakt worden van de plannen voor de Oostendse haven. Maar natuurlijk, dat zijn-politieke beslissingen die gebeuren buiten de Nationale Havencommissie om. Het is evenzeer van belang dat de parlementairen van het gewest nagaan wat er kan gedaan worden voor de verdere uitbouw van de haven. Ik zeg niet dat zij zullen slagen, maar het is altijd de moeite waard het eens te pro- beren.

M. VAN LAER.- Ik dank U voor uw rectificatie, alhoewel ik meen dat niet zo

t

affirmatief gesteld te hebben ; het was meer in de vorm van een vraag.

Maar het komt mij voor, als ik in de nationale pers over Antwerpen, Zee- brugge en Gent lees, dat Oostende stiefmoederlijk behandeld wordt en niet

| eens belangrijk genoeg geacht wordt om erover te schrijven. Dus is er van onze kant nog1 een tekort aan gewicht in de schaal. Dat wou ik benadrukken.

M. DUMAREY.- Na een zitting van de Nationale Havencommissie, wordt op de radio geregeld gesproken over O o s t e n d e —

H.iVANHECKE.- Art. 441/161/01 - Dok- en sluisrechten - 24.800.000 fr.

In de verklarende nota zie ik dat een aanpassing gebeurde van deze rechten met 6 % en dat daarbij komen, de ontvangsten in verband met het

"kolen"-schip van de Schiaffinolijn.

(7)

394 ZITTING VAH 1 MAART 1983 - Nr. 5

M. LARIDON.- Ik zou graag een schriftelijke rechtvaardiging krijgen over die enorme stijging, vergeleken met de rekening 1981 en de begroting 1982. Het saneringsplan vermeldt een stijging van 3.800.000 fr. D e s t i j g i n g beloopt echter méér dan 7 miIjoen ten opzichte van de rekening 1981 en meer dan • 8 miljoen ten opzichte van de begroting 1982. Dat lijkt mij toch een over- schatting, die nogal hoog uitvalt. Tenzij ik er een redelijke verklaring voor krijg... . :

M. DE BURGEMEESTER-VOORZITTER.- Op het ogenblik dat deze begroting opgemaakt werd, stond het praktisch vast dat een kolentransport van aanzienlijke om- vang te verwachten was. Die onderhandelingen zijn uiteindelijk toch afge- sprongen en zo zijn deze cijfers inderdaad wel wat overschat. Maar ik zal ; U een schriftelijk antwoord bezorgen. •' . M. DUMAREY.- Het lijkt inderdaad zo, dat men een beetje voorbarig is geweest bij het opmaken van de begroting. Over dat kolentransport in containervorm waren wij in concurrentie met Zeebrugge. Door de omstandigheden heb ik dat niet meer kunnen volgen en sleepte Zeebrugge het transport in de wacht.

M. DE BURGEMEESTER-VOORZITTER.- De onderhandelingen zijn in hun laatste.fase afgesprongen en het is zó, dat de cijfers toen reeds waren opgenomen in de begroting. Die moest afgesloten worden. ; • •

M. DUMAREY.-Het is toch gevaarlijk cijfers voorop te stel len • indien de zaa.k nog niet beklonken is. . "; : : : M. VANHECKE.- Art. 441/161/02 - Gebruiksrechten kranen - 9.160.000 fr.

Ik kan U reeds bij voorbaat zeggen, dat dit bedrag önmogelijk kan be-;

reikt worden, om de eenvoudige reden dat de Ro/Ro geleidelijk deze,kranen gaat vervangen. Als ik een vergel ijking maak tussen 1977 en 1.981 - w a a r i n . . een indexaanpassing heeft plaatsgehad - stel ik een achteruitgangivast;in.

de ontvangsten met 1.500.000 fr. Nu wordt in twee jaar tijd een verhoging toegepast van 25,9 % ! Ik meen, dat wij eerder een achteruitgang zullen kennen van de kraanrechten, in plaats van een sterke vooruitgang. In elk •'.

geval dat cijfer kan in de praktijk niet kloppen ! . t r. : ::

M. DE BURGEMEESTER-VOORZITTER.- Dat cijfer is een raming en Kan bezwaarI ijk op 100.000 fr. na juist berekend worden. . ".'"'. V "•.;. •;•"•/.'.:.

M. VANHECKE.- Ik wil toch even de verkeerde voorstelling in het licht stel- len. En dat men achteraf niet komt zeggen, dat wij er U niet op gewezen

hebben ! . . • . i . ": •-••:.

M. DUMAREY.- 0e aanvoer van zand, grint, enz. is afgenomen en dat is dan ook de reden waarom de opbrengst van de kranen zal;verminderen. U spreekt van de Schiaffinolijn, maar die gebruikt de kranen van de Stad niet.

: • . • • : : • ' • • , ' . i . . '

M. DE BURGEMEESTER-VOORZITTER.- Die raming is gebaseerd op, ;de reeds-gekende inkomsten, d.i. 8.111.000 fr. voor 1982. Met de'voorziene verhoging vanide kraanrechten is dat wel een normale raming.

M. VANHECKE.- U steunt zich op verkeerde cijfers, want in de laatste drie jaar ontvingen wij 26 % minder.

ZITTING VAN 1 MAART 1983 - Nr. 5 395 M. VANDEMEULEBROUCKE.- Art. 441/123/02 - Publiciteit en promotie - 5.000 fr.

Ik meen dat deze post beter gans zou geschrapt worden, want met 5.000 fr.

v alt inzake publiciteit en promotie niet veel te doen !

M. DE BURGEMEESTER-VOORZITTER.- Ook met een bedrag van 45.000 fr. kan voor de Oostendse haven niets gedaan worden. Daarom denken wij aan een nieuwe vorm van gezamenlijke publiciteit.waarbij over interessante fondsen zou kunnen beschikt worden en publiciteit in de echte zin van het woord zal kunnen gevoerd worden.

De posten van het hoofdstuk F.441 - Handelshaven, worden aangenomen.

F. 5 - HANDEL - NIJVERHEID

M. VANDEMEULEBROUCKE.- Art. 530/123 - Kosten voor industriële promotie.

Art. 530/321 - Toelage voor industrievestigingen.

Art. 530/321/01 - Toelage aan v.z.w. "Promotie Te- werkstelling Industrie Oostende" - 50.000 fr.

Vorig jaar was voor deze drie posten 350.000 fr. ingeschreven met de hoop dat er meer tewerkstelling zou komen en wat méér interesse voor onze industrieterreinen. Thans werd het krediet teruggebracht tot 50.000 fr.

Hiermede is uiteindelijk helemaal niets te doen.

M. DE BURGEMEESTER-VOORZITTER.- Men moet natuurlijk verder zien om deze ' cijfers te begrijpen. Afgezien dan van de globale vermindering - onder neer voor de promotie, om de redenen daareven uiteengezet - moet ook het bilan van vorig jaar bekeken worden. Van de 150.000 fr., werd er 25.000 fr.

gebruikt voor promotie en de rest voor groenaanleg op de industrieterreinen.

Als wij "promotie" omschrijven, dan wiIlen wij ook proberen de posten zo goed mogelijk te evalueren. Wanneer wij dan ook nog zullen globaliseren, dan denk ik dat de kredieten voor de eigenlijke promotie zullen verdubbelen in plaats van verminderen.

M. VANDEMEULEBROUCKE.- Mag ik dan in verband met deze v.z.w. even herinne- ren aan wat ik gisteren zegde ? Is het nog nuttig dat een dergelijke v.z.w.

blijft bestaan, wanneer U zelf zegt dat er slechts 25.000 fr. werd gespen- deerd, terwijl zo'n v.z.w. normaal 150.000 fr. nodig heeft. Dat zou toch • helemaal moeten herzien worden.

M. DE BURGEMEESTER-VOORZITTER.- Ik deel daarin voor een groot stuk uw mening.

M. VANHECKE.- Aansluitend bij collega Vandemeulebroucke, zou ik toch op het volgende willen wijzen. De Gewestelijke Economische Raad voor Vlaanderen

•heeft een T-zone voorzien in Stene. Dus móeten wij erbij zijn om daar aan promotie te doen ! " ' '

(8)

M. DUHAREY.- Een algemene bedenking over de begroting 1983 en inzonderheid wat de tewerkstelling betreft. Het valt onmiddellijk op, dat hierin met de bevordering van de tewerkstelling absoluut geen rekening werd gehouden. Ik had gedacht dat er inzake tewerkstelling een uitzondering zou worden gemaakt omdat ze van primordiaal belang is. Maar die zorg lijkt het Schepencollege niet te delen. Alle middelen om mogelijke investeerders naar Oostende te brengen zijn ofwel geschrapt, ofwel in zoverre gereduceerd, dat ze niet meer volstaan om een behoorlijke promotie;te voeren. :

Het in evenwicht brengen van een begroting is belangrijk. Maar be- langrijker nog is, dat onze mensen in eigen omgeving werk vinden.

Het krediet voor promotie handelshaven, voor industriële promotie, de toelage voor industrievestigingen en de toelage aan de v.z.w. "Promotie en Tewerkstelling Industrie" werd praktisch op nul gebracht. Ik maak mij toch de bedenking dat zoiets niet door de beugel kan.

Gisteren heb ik gesproken over de v.z.w. Luchthavenpromotie Oostende.

Ik zal dat nu niet herhalen. Maar het bewijst wel dat met aan promotie te doen, er iets kan gedaan worden !

Het feit dat de kredieten voor industriële promotie de laatste jaren niet werden aangesproken, betekent toch niet dat de afschaffing ervan gewet- tigd is. Men moet de middelen voorzien om op bepaalde veranderde situaties gepast te kunnen reageren, b.v. als een bedrijf zich hier wil vestigen.

Wordt het krediet niet opgebruikt, dan is dat geen reden om het het volgend jaar te schrappen of erg te beperken.

Wat zien wij langs de andere kant inzake de facultatieve uitgaven ? Voor 260.000 fr. aan premiën voor aanpassing .van de hotel inrichtingen en 600.000 fr. als toelage aan werken voor gezinshulp. Daar is niets vermin- derd ! Er moet daar waarschijnlijk wel een reden toe bestaan, maar welke, dat weten wij niet. Als men van oordeel is, dat er een vermindering of een afschaffing van kredieten van facultatieve uitgaven moet gebeuren, dan moet men de lijn doortrekken en mogen geen uitzonderingen gemaakt worden.

Enerzijds is wat de hotel inrichtingen betreft dat bedrag te laag om in deze sector behoorlijk te kunnen tussenkomen. In de tweede plaats kan men zich toch afvragen, waarom er niet ook daar werd besnoeid ?

' Ook het tewerkstellingsbeleid binnen het stadsbestuur doet zeer sterke twijfels rijzen. In sommige diensten, zoals de haven, zijn reeds jaren

inspanningen geleverd om het personeelsbestand laag te houden. Sommige functies in het kader werden niet bezet, omdat in plaats daarvan een beroep wordt gedaan op goedkopere arbeidskrachten, d.i. B.T.K.-ers. Inderdaad B.T.K.-ers kosten aan de Stad niets, terwijl integendeel 60 % van het loon van een tewerkgestelde werkloze te onzen laste valt. Het kader is tot op vandaag nog altijd niet aangevuld. Dat hoeft wel niet, maar men moet toch voorzichtig zijn omdat b.v. de veiligheid een voorname rol speelt. Nu wordt in deze reeds afgeslankte diensten nog eens een afvloeiing van.10 % voorzien en voor het tewerkgesteld personeel zelfs tijdelijk 50 %. Dat zal natuurlijk opnieuw een aantal arbeidsplaatsen laten verloren gaan en ook het behoorlijk functioneren van bepaalde diensten komt erdoor in het gedrang. Het verder inkrimpen van diensten zoals brandweer, politie en haven kan "tot gevaarlijke situaties leiden en de veiligheid van onze be- volking bedreigen.

ZITTING VAN 1 MAART 1983 - Nr. 5 397 De afschaffing van een vergoeding voor hogere functies kan nog aanneme- lijk klinken in administratieve functies, omdat iedereen toch op dezelfde stoel blijft zitten en de taak voor de betrokkene weinig wijzigingen onder- naat. Evenwel lijkt het mij niet billijk dat b.v. een timmerman of vuilnis- ophaler, die plots de verantwoordelijkheid zou krijgen over een ganse ploeg, hiervoor geen weddeaanpassing zou krijgen.

Het niet-aanwerven van zomerpersoneel zal de toeristische service van Oostende niet in de hand werken.

Verdere inkrimping van het contingent schoonmaaksters zal de nu al flink aangevochten hygiëne in openbare gebouwen zeker niet bevorderen.

Het gehele personeelsbeleid van de Stad Oostende is thans in tegen- spraak met de nationale richtlijnen. "Omdat mensen belangrijk zijn" ? Haar dan alleen tijdens de verkiezingen, want nu houdt men er geen rekening meer mee.

Een ander verontrustend feit voor de tewerkstelling in Oostende is de geplande verhoging van de tarieven voor de vissershaven begin april. In

1982 werden alle rechten aangepast met ongeveer 10 % en dit voor de duur van twee jaar. U zult zich wel herinneren hoeveel tegenstand er hier ge- weest is tegen deze verhoging, omdat vooral de visserij daardoor getroffen werd, die nochtans een bron is van tewerkstelling voor vele duizenden men- sen. Die industrie heeft het al hard te verduren en kan niet nog eens een extra belasting dragen.

Te Zeebrugge betalen de reders ten andere geen havengelden. Een bij- komende verhoging voor Oostende zal de Zeebrugse vaartuigen uit onze haven houden met als gevolg een verlaagde activiteit, verlaagde tewerkstelling en verlaagde inkomsten voor de stadskas.

De Inspanningen om Zeebrugse reders ertoe te brengen naar Oostende te komen, zullen op die manier in een handomdraai teniet worden gedaan.

Verscheidene Oostendse reders houden ook nog maar net het hoofd boven water in zoverre, dat de regering aan subsidiëring denkt. Het nieuwe stadsbestuur reageert in omgekeerde zin...

De vermindering met 5 1> van de werkingsuitgaven voor onderhoud van wegen en trottoirs is op het eerste gezicht niet aanvechtbaar. Gezien de huidige trend om voor iedere winkel een nieuw trottoir te voorzien, vrees

ik echter dat de besparing enkel zal geschieden in arbeiderswijken of straten waar geen handelszaken zijn.

Al deze elementen inachtnemend meen ik to mogen concluderen, dat nu

°°k op hef lokale vlak de zwaarste lasten op de zwakste schouders worden gelegd. Als deze politiek ingegeven is door de overweging, dat vanuit deze hoek weinig reactie moet worden verwacht, dan zou dat wel eens een f inke misrekening kunnen zijn.

Hr. J. Vyvey komt ter zitting.

(9)

398 ZITTING VAN 1 MAART 1983 - Nr. 5

M. DE BURGEMEESTER-VOORZITTER.- Het verwondert mij sterk t e n o r e n , dat er niets gedaan wordt voor de tewerkstelling. =. • > •..'...

M. DUMAREY.- Ik heb dat niet gezegd. ;

M. DE BURGEMEESTER-VOORZITTER.- U hebt gezegd, dat er zoveel gepraat wordt.

oyer tewerkstelling maar dat er in de begroting geen enkele inspanning terug te vinden is voor de tewerkstelling. U kunt gerust van mij aannemen, dat tewerkstelling propageren heel wat meer betekent dan 10.000 fr. voorzien als een propagandapost, hetzij voor lucht- of handelshaven, hetzij voor andere doeleinden. Tewerkstelling propageren is iets dat van een bestuur dage- lijkse inspanningen vergt. En dat doen wij ! : . ,:

Het verwondert mij ten tweede male, dat U zich erover beklaagt dat bepaalde posten behouden werden in twee sectoren waarvan er in de stad nu precies geen enkele burger eraan twijfelt, dat zij een bijzondere zorg be- hoeven, d.i. de toeristische en de sociale sector. Iedereen is het toch erover eens, dat in de sociale sector in allerlaatste instantie aan bespa- ringen moet gedaan worden. Anderzijds is het toch van de sector toerisme, waarvan het overgroot gedeelte van de Oostendse bevolking rechtstreeks of

onrechtstreeks leeft. " : '

• : • • •

Wij weten allemaal dat er 300 miljoen moet worden bespaard en die besparingen over gans de begroting moeten gespreid worden. Maar dat U zich- erover beklaagt, dat die twee posten, die van levensnóödzakelijk belang zijn - het ene voor dezen die het meest nodig hebben, het andere' voor dezen die er hoofdzakelijk van leven - behoudenyblij*en, kan' 5k rtfëtgoed begrijpen.

U hebt een aantal zaken aangehaald die ook onze zorg wegdragen. Op zeker ogenblik hebt U gezegd, dat het niet-aanvaarden van zomerpersbneel de goede werking van de diensten en het toerisme niet zal bevorderen. Ik' ' kan U nu reeds zeggen, dat wij met het derde arbeidscircuit een oplossing • hebben voor het zomerpersoneel dat kosteloos de diensten zal helpen, verze- keren. - . . . • - -.•-... , . il.. ...

Ik wil U uiteindelijk zeggen, dat iedereen die vandaag deel uitmaakt van het bestuur, erover akkoord is, dat het personeel het sluitstuk is van ' de begroting. ' Met andere woorden elke 1.000 fr. die wij kunnen besparen, zal besteed: worden aan de verdere tewerkstelling van het personeel dat wij vandaag in dienst hebben. Ik geloof, dat het fout zou zijn,'bij het begin van dit jaar daarover enige twijfel te hebben. ' : ;

MEVR. VERCRUYSSE-HAGHEBAERT.- Het is mij eigenlijk ook opgevallen dat de Hr. Oumarey verwonderd is over die twee posten, die nog niet eens aange- raakt werden. Ik meen, dat wij in een crisisperiode, vooral de sociale betoelaging goed in het oog moeten houden en er rekening moeten mede houden, dat veel andere betoelagingen totaal werden geschrapt om'deze 600.000 fr.

te kunnen behouden. Het valt toch op dat slechts die twee eruit wórden •:

gehaald. . . : . . • • • . . i •-•-. i ••.

M. BERO.- Wat de repliek betreft van de Hr. Dumarey over de hotel nijverheid zou ik willen antwoorden dat deze kwestie zuiver academisch is. Hij weet toch ook dat, wegens de vereisten inzake brandbeveiliging, die toelagen niet uitbetaald worden... -

ZITTING VAN 1 MAART 1983 - Nr. 5 399

H..BIL.- Collega Dumarey heeft daarstraks in een andere tussenkomst gezegd, dat hij een pessimist is. Ik geloof dat pessimisme ons niet vooruit helpt en zeker ook geen aarde aan de dijk brengt inzake tewerkstelling. Wij moe- ten uit de middelen die wij hebben alles halen wat er uit te halen is.

Wat de overeenkomst met de overheid betreft inzake tewerkstelling ten gevolge van de inlevering, is het de bijdrage van de werknemer die, in het kader van het C.A.O., de tewerkstelling betaalt. Dus dat bezwaart de be- groting niet. •

Dan wat de toelagen betreft. Wij hebben gisteren in onze inleiding een voorbehoud gemaakt over de mogelijkheden van een begrotingswijziging. Wij gaan zien wat de coördinatie, waarover gesproken is, daaromtrent aan moge-

lijkheden biedt. Maar wij zijn ervan overtuigd, dat de beste actie voor te- werkstelling is, bestendig te pogen de economische activiteit te stimuleren.

Promotie ligt niet alleen in het geven van toelagen. Er is wel geld nodig, maar promotie ligt niet volledig binnon onze gemeentegrenzen. Als wij :

economische activiteiten moeten aantrekken én voor de luchthaven, én voor onze haven, én voor bezetting van onze industrieterreinen, dan moeten wij buiten de grenzen van Oostende gaan.en ook gebruik maken van de inspanningen, die anderen - inzonderheid de gespecialiseerde instellingen - al geleverd hebben. Bij voorbeeld in de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij van / West-Vlaanderen bestaan er gespecialiseerde diensten, die hun relaties heb-

• ben, die een ervaring hebben opgebouwd, die contacten hebben in het buiten-' land : er is een dienst voor buitenlandse handel, er is een dienst voor . nijverheidsbevordering en noem maar op. Ik zou erop aandringen, dat ook daarin een coördinatie wordt gezocht en dat men ook daarin gaat kijken welke

initiatieven er op dat gebied kunnen genomen worden.

M. FRIEDERICHS.- Natuurlijk als U 50.000 fr. in uw budget kan schrijven dan kan daarmede publiciteit gemaakt worden. Maar ik denk dat het veeleer een kwestie is van onthaal. Dat al degenen die hier hun fabriek willen vestigen welkom geheten worden in het stadhuis ; dat ze niet 36 keer moeten vragen waar ze precies moeten zijn. En niet beginnen met papieren, en nog eens pa- pieren, maar dat ze daadwerkelijk welkom geheten worden. Dat de personen in kwestie zo vlug mogelijk bij de Hr. Burgemeester of bij de bevoegde Schepen

1 binnen kunnen om dan bij de administratie zoveel mogelijk geholpen te worden.

Waf bijzonder goed is - en daarin geloof ik - is dat het nu geweten is in het land, dat Oostende werkelijk wenst uit het slop te geraken en zij terug voor- uit wil, hoenmoeiIijk het ook is. De wil is er en dat moeten wij in binnen- en buitenland bekendmaken. Wij moeten het doen ! En ik heb daartoe ver- trouwen in de leden van het College.

M. LARIDON.- Ik wens te antwoorden op de uitlatingen van de Burgemeester i.v.m. de toelage van 600.000 fr. aan werken voor gezinshulp.

,Ik geloof dat wij hier vóór een verschillende optiek staan. Dat is ook si de vorige jaren naar voren getreden, o.a. ter gelegenheid van een zeer degelijke uiteenzetting van de Hr. Gunst in deze Gemeenteraad. In het ver-

leden werd dikwijls gezegd dat er, inzake de sociale hulpverlening een over- lapping gebeurde. Het verwondert mij dan wel enigszins, dat nu ineens zo fervent wordt opgetreden voor die sociale hulpverlening, waar aan de andere kant d.e toelage van het O.C.M.W. waar werkelijke sociale hulpverlening ge- beurt en waar de sociale hulpverlening volkomen op haar plaats-is, met 4

miljoen verminderd wordt. • - - . . . . : : . .

(10)

400

Ik vind het bovendien ook wel eigenaardig, dat men dit jaar toch enigs- zins blijkt akkoord te zijn met die optiek van overlapping, daar ook de ge- boortepremie werd afgeschaft evenals de premie voor voorhuwelijkssparen, wat wij reeds jaren voorstelden om toch maar een zekere besparing door te voeren.

Maar het kon nooit zijn. Er werd gezegd, dat dit een overlapping was met hetgeen andere organen, zoals b.v. de mutualiteiten, uitbetaalden.

Maar wat mij dan wel verwondert - en dat vind ik toch een beetje sektarisch - is, dat men de toelage voor gezinshulp op 600.000 fr. behoudt, terwijl de toelage aan het centrum voor gezinsplanning en voorlichting - die ook een voorname rol speelt in het gezinsleven - volledig wordt geschrapt.

M. DE BURGEMEESTER-VOORZITTER.- Zoudt U het niet spijtig vinden, moest een stadsbestuur, omdat er een O.C.M.W. bestaat, zich gewoon van de sociale sec- tor niets meer aantrekken? Ik meen dat, naast het O.C.M.W. dat inderdaad zijn specifieke bestemming heeft, ook het stadsbestuur tot.plicht heeft sociaal te zijn... , : .

M. DANIELS, Schepen.- De Hr. Dumarey zegde dat alle winkels een mooi trottoir krijgen, maar dit ten koste van de arbeiderswijken. Dat kan ik niet aanvaar- den. Ik kan zeggen dat b.v. al de trottoirs van de wijk Vuurtoren en deze van de wijk "Gelukkige Haard" vernieuwd werden en dat op dit ogenblik ook deze van de wijk Raversijde hersteld worden. Daarbij werd een sterke aktie gevoerd om verlaagde voetpaden aan te brengen, daar waar nodig. Er werd ook een snel- dienst opgericht die, overal waar het nodig is, kan tussenkomend ! Ik geloof dat wij ons zeker niet beperkt hebben tot de winkels én ook het sociaal aspect

in onze trottoirpolitiek hebben in acht genomen.

M. BOURGOIS, Schepen.- Ik zou toch een klein woordje willen zeggen aan collega Laridon. Ik geloof dat wij in de sociale sector, het O.C.M.W. niet mogen uit- spelen tegen de tientallen vrije verenigingen die zich overal en op elk niveau inzetten. Ik kan alleen maar zeggen, dat het erop aankomt in de sociale sector de nood te lenigen en de mensen te helpen ; wie het ook doet en waar het ook gedaan wordt, speelt geen rol. Daaraan wil ik twee zaken toevoegen. Het wordt erkend dat het O.C.M.W. van Oostende - dat zeer goed werk levert, dat mag ook eens gezegd worden - zeer veel nood lenigt. Maar - en men stelt dat niet alleen vast in Oostende, maar ook in Brugge - het O.C.M.W. kan soms een "éantal'sociale', gevallen niet bereiken «n.ookrniet helpen.-.: En het is daar dat de vrije instel-

lingen optreden, omdat ze veel soepeler en veel gemakkelijker werken. ' M. DUMAREY.- Ik vind het spijtig dat, als iemand probeert iets naar voren te brengen en de nodige tijd opbrengt om dat samen te stellen en -zijn visie te geven, hij praktisch geen gehoor krijgt. Als ik het woord had, luisterde praktisch niemand. Bij een eerste hamerslag is toen iedereen wakker geworden en beginnen luisteren. Dit, om aan te tonen, dat men mij in deze tussenkomst verkeerd verstaan heeft. Ik heb geenszins bedoeld dat die vergoedingen moesten afgeschaft worden. Wel heb ik,erop gewezen, dat in de facultatieve uitgaven twee posten heelhuids behouden bleven. En,:ik heb erbij gezegd dat het Col- lege heel waarschijnlijk zal zeggen waarom. Het is toch mijn recht om het waarom daarvan te vragen ? Voornamelijk heb ik willen wijzen op het aspect van de tewerkstelling in de begroting. De besparingen - en' draait de zaak hoe U wil - zullen de tewerkstelI ing verminderen. U kan toch niet ontkennen dat, als men van 20 miljoen naar 11 of 9 miljoen gaat voor de tewerkgestelde werklozen, dit de mogelijkheden op de helft brengt. Als men voor de werk- vrouwen dearbeidsuren vermindert, dan zijn er toch altijd die zullen moeten verdwijnen, enz. '

ZITTING VAN 1 MAART 1983 - Nr. 5 401 ledereen praat over tewerkstelling, iedereen zegt dat het primordiaal is, maar ik kom tot het besluit dat zulks spijtig genoeg niet tot uiting komt in de begroting.

En wat de industriële promotie betreft, er moet toch iets worden voor- zien voor het geval iemand geneigd zou zijn zich in Oostende te vestigen.

Het zijn goede studies die de G.O.M, doet, dat weten wij, maar ze geraakt ook nergens, om de heel eenvoudige reden dat er een crisis heerst. De G.O.M, spant zich m en maakt er haar werk van, maar concreet betekent het niet dat er voor het ogenblik iemand méér zich vestigt in West-V laanderen.

H. VANDEMEULEBROUCKE.- Misschien zou het goed zijn de post industriële promotie "pro memorie" te voorzien. Op die manier blijft dat artikel in de begroting.

M. DE BURGEMEESTER-VOORZITTER.- Er moet minimum 1.000 fr. voorzien worden.

Pro memorie-posten schijnen niet toegelaten te zijn door de hogere overheid.

M. VANDEMEULEBROUCKE.- Verminder dan de toelage aan de v.z.w. Promotie Te- werkstelling Industrie Oostende tot 49.000 fr.

M. DE BURGEMEESTER-VOORZITTER.- Dan kunnen wij in zelfde zin rekening houden met de vraag van de Hr. Deswaef en bij de eerstvolgende begrotingswijziging bij een paar posten het minimumbedrag voorzien.

M. DESWAEF.- Art. 524/322 - Toelage aan v.z.w. "Vormingsinstituut voor kleine en middelgrote ondernemingen".

Het is eenieder bekend, dat jaarlijks duizenden stadsgenoten in het Vormingsinstituut cursussen volgen ter vervolmaking of voor herscholing.

In die zin draagt dit instituut ook bij tot het behoud en de bevordering van de tewerkstelling. Ik vraag bijgevolg aan het College, uit deze overweging, bij de volgende begrotingswijziging de toelage niet af te schaffen, doch drastisch in te krimpen tot op het symbolisch niveau van 1.000 fr. Om ze eventueel heraan te passen op het ogenblik dat onze financiële toestand dat opnieuw toelaat.

H. DE BURGEMEESTER-VOORZITTER.- Goed, wij kunnen met uw bedenking rekening houden en, indien er mogelijkheid toe is, die post herzien, i.

H. VANDEMEULEBROUCKE.- Art. 529/030/01 - Stedelijke Werkhuizen (ijking) - 27.000 fr.

Deze post gaat van 5.000 fr. naar 27.000 fr. Wat is daarvan de oorzaak ? M. BONNEL, Schepen.- Dit zijn de kosten voor de verplichte ijking die slechts periodiek wordt ingericht.

De posten van de functie F.5 - Handel - Nijverheid, worden aangenomen.

(11)

402 ZITTING VAN 1 MAART 1983 - Nr. 5 ZITTING VAN 1 HAART 1983 - Nr. 5 403 F.551-552 - GAS.EN ELEKTRICITEIT

M. VANHECKE.- Ik zie nergens een ontvangst, die nochtans mag verwacht worden bij de liquidatie van "Inelgas". Deze intercommunale werd.vorig jaar ontbon- den en ik meen dat wij rechten kunnen laten.gelden, die'voor ons toch wel van

belang kunnen zijn. ' • " ' ' " ' ••.•••

M. BONNEL, Schepen.- De activiteit wordt nog ten hoogste twee jaar voort- gezet ; binnen deze termijn moet de zaak geregeld worden.' 'Intussen kunnen wij hiervoor niets voorzien. '

De posten van de functie F.551-552 - Gas en elektriciteit worden aangenomen.

F.561-562 - TOERISME

M. VANHECKE.- Ik ben tevreden dat de Hr. Bil, fractieleider van de C.V.P., eveneens de klemtoon heeft gelegd op de promotie voor ons toerisme én onze

visserij. - • •* : ~ ••• -

Uit officiële statistieken blijkt, dat in 1980 de buitenlandse toeristen in ons land 52,9 miljard hebben uitgegeven, wat 1,4 $ van ons "totaal Bruto • Nationaal Product inhoudt. Daarnaast speelt het binnenlands toerisme nóg een veel aanzienlijker rol.

Wat de overnachtingen betreft, kende de kuststreek en onze kunststèden.

68 % van het totaal van ons land, waar dit b.v. voor deerdennen slechts iVjf vertegenwoordigt, zodat wij daar zeer goed uitkomen. " ;" ' '.'''"' .";'.

Het is dan ook van uitzonderlijke betekenis geweest dat het toerisme onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap valt, waar:dit vroeger In de unitaire structuur geleid werd door een Nederlands-onkundige directeur- generaal ..

Het toerisme is voor onze stad de tweede long van onze welvaart.

In het kader van de verdere arbeidsduurverkorting zijn er voor die sector nog enorme mogelijkheden weggelegd. Al leen echter kan het privé-initiatief het niet meer waarmaken. Wanneer het rendement van het risicolopend kapitaal voor de ondernemingen in ons land algemeen kan gesteld worden, geldt dit in nog veel grotere mate voor ons hotelwezen. Is er soms geen schijnbare contra- dictie tussen het feit dat onze middenklassehotels, over een periode van zes maanden dat zij open zijn, bij benadering een bezettingsgraad kennen yan:804 en zelfs in het hoogseizoen duizende klanten moeten geweigerd'worden én ander- zijds het feit dat ieder jaar belangrijke hotel#s hun deuren sluiten. Het

loont de moeite in onze binnenstad eens rond te kijken en de aftakeling vast te stellen van gebouwen die eertijds als hotel hebben gefungeerd'. In het oog springende voorbeelden zijn : Ons 8-Urenhuis, de zuiderkant van Andromeda, het pas gesloten hotel Melbourn in de Koningsstraat, het gebouwencomplex van het vroegere Ministerie van Financiën, het hotel Derycker - hoek Christina- straat en E. Beernaertstraat - Greenparkhotel, al de hotels van het Ernest • Feysplein, enz.

Vlij moeten het meemaken dat een eerste klassehotel als de Ensor, omgescha- keld wordt tot een bejaardentehuis.

Men moet eerst de oorzaken van dit verschijnsel kennen om op een doel- treffende manier eraan te kunnen verhelpen. • •

Naar mijn oordeel zijn de oorzaken als volgt samen te vatten : 1) De meestal oude structuren van onze hotels, die niet meer aangepast zijn aan de eisen van het moderne comfort. Vergeet niet dat de Britse toe- rist kennis heeft gemaakt met de moderne hotelaccommodatie in de zuiderse landen en nu ook bij ons dezelfde eisen gaat stellen, ook al zoekt hij zijn vakantie goedkoper en dichter bij huis door te brengen.

2) De zeer strenge veiligheidsvoorschriften die door onze brandweer worden gesteld en die veel strenger zijn dan in andere kustgemeenten.

Let op, ik ben uiteraard niet tegen normale veiligheidsvoorschriften.

Ik kan mij echter niet herinneren ooit een hotel brand in Oostende te hebben meegemaakt, waarbij slachtoffers te betreuren vielen. En zou ten minste een onderscheid moeten gemaakt worden tussen de bestaande hotels en de mogelijke nieuwbouw. Is het daarom niet mogelijk in de commissie van toerisme ook de brandweerverantwoordelijke uit te nodigen om hier een bevredigende oplosssing te vinden ? '''...' • .'*.'-.

Alle verbeterings- en ombouwingswerken worden nu immers onmogelijk ge-»

maakt omdat voor het bekomen van subsidies en rentetoelagen van het Commis- sariaat voor Toerisme, een attest van de brandweer vereist is. .

Is het. niet dodelijk jammer dat wij niet over de nodige opvangmogelijk- heden beschikken om honderden mensen een broodwinning te bezorgen ? Mocht onze Vlaamse hotel nijverheid kunnen genieten van de subsidie van een maand, die nu aan CockeriII-Sambre wordt toegekend, voor om- en nieuwbouw, dan zou- den duizenden mensen nieuwe bestaansmogelijkheden krijgen en zou dit ook heel wat vreemde deviezen in de lade brengen. Werd in het verleden soms niet voor 75 % overheidssubsidies voorzien voor de bouw- of verbouwingswer- ken van sociale vakantiehuizen ? Waarom niet naar een formule zoeken, waar- bij de hotel investeerder over b.v. een termijn van 10 jaar, belangrijke fiscale voordelen geniet ?

Ook de Stad moet hier op inspelen en b.v. een belastingvrijstelling voorzien op de onroerende voorheffing voor nieuwbouw over een periode van

10 jaar, alsook een vrijstel I ing van belastingen op de hotelkamers over een periode van 5 jaar, indien belangrijke verbeteringswerken aan die kamers

werden uitgevoerd. • ' • :

Wat onze toeristische propaganda betreft moet deze vooral gericht zijn naar het Britse kliënteel en naar congressen en tentoonstellingen die liefst buijen het hoogseizoen vallen. In die zin moeten wij onze stad beter ver- kopen. "Ik heb hier de laatste folder van P.T.O. met een prachtige kleuren- foto op de voorpagina, die echter een bewolkte hemel weergeeft, omlijst door.

een soort paarse rouwband. • : Ik zou ook willen wijzen op de explosie van het Brugs toerisme. Is het soms niet aangewezen dat Oostende hier een graantje zou-meepikken ? West- toerisme biedt hier heel wat mogelijkheden die beter kunnen benut worden.

Er bestaat inderdaad een voor de handliggende aanvulling tussen een bezoek >

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De burgemeester van Krimpen aan den IJssel en het college van burgemeester en wethouders van Krimpen aan den IJssel verlenen de functionaris die werkzaam is onder verantwoordelijkheid

Op maandag 25 oktober heeft het college van burgemeester en schepenen van het Agentschap Binnenlands Bestuur een kopie ontvangen van het ministerieel besluit waarbij de heer

Aanvragers zetten zich in om het rijke kunst- en culturele aanbod van Zuidoost voldoende kenbaar en zichtbaar te maken voor haar bewoners en bezoekers van het stadsdeel.. Er

De omzetting van de kredietopening in een lening geeft aanleiding tot de opstelling van een tabel "rekening van de lening" die aan de ontlener i zal worden toegestuurd kort

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van Stroomopwaarts

Dat zijn we onszelf verplicht volgens het Once only-principe: de burger hoeft een gegeven slechts één keer te melden aan de overheid, de data moet vervolgens

Aan een persoon behorend tot de doelgroep van 27 jaar of ouder die zes maanden heeft deelge- nomen aan een leerstage en naar het oordeel van het college zich voldoende

• Eind 2021 is de website van de gemeente Vlaardingen bijgewerkt met alle relevante informatie de taken die worden uitgevoerd door team BWT.. • Efficiënter toezicht en handhaving: