• No results found

H. BAKKER & A.A. BAKKER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "H. BAKKER & A.A. BAKKER"

Copied!
40
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Drie moandeleks tiedschrift veur Ommen

en de Gemienschap van 011 Ommer

,De Darde Klokke

Horlogerie-Juwelier-Opticiën

V.D. KOLK

Hebt u uurwerken, sieraden of brillen te repareren?

Wij geven hierover gaarne advies.

Een naam die klinkt als een klok

Sandbergstraat 8 7731 DG Ommen Tel. 0 529-451416

VAN OLDS OW ADRES

S inds 1908

Van Eerten’s Boekhandel

H O T E L

R E S T A U R A N T

O M M E N

Voorbrug 1, 7731 BB Ommen, tel. 0529-45 5550

Redactie adres:

Varsenerstraat 69, 7731 DC Ommen tel. 0529 - 452963

Redactiecommissie:

F.M. Doezeman H. Martens A. v.d. Vegt H. Woertink

Veur betaling van abonnementen:

Postbank nr.: 3043554

(t.n.v. „De Darde Klokke", Ommen) Rabobank nr.: 34.89.05.904

Port betaald Ommen

Nr, / OS'

Tj.de Leeuw

Actief op het gebied van:

* ontwerpen en tekenen van ver- en nieuwbouw

* plannen van bouwwerken groot en klein met ruime verscheidenheid in gebruik

en functie in moderne en behoudende vormgeving

J . D IJ K a r c h i t e c t

Ommen

gevestigd 1-1-1965

Tel. 0529-45 19 69 Fax 0529 - 45 54 61

Spaarverzekering:

Wilt u een duidelijk advies over belastingvrij sparen?

Bel ons op of kom even langs!

TTMVF

V - / VERZEKERINGEN J L. - J ^

Univé. Daar plukt ü de vruchten van!

Univé Midden-Overijssel Pr. Julianastraat 6,7731 GH Ommen, Tel. 0529-452735 H. Dunantplein 16,7442 NJ Nijverdal, tel. 0548-619908

H. BAKKER & A.A. BAKKER

M a k e l a a r s e n T a x a t e u r s i n O n r o e r e n d e G o e d e r e n

Kantoor:

Vrijthof 4, 7731 CN Ommen Telefoon 0529-451032

Privé:

Stationsweg 17, 7731 AW Ommen Telefoon 0529-451665

(2)

juwelier - opticiën An’t horlogie ken ie de drager.

Kies ow horlogie daorömme met zörge en loat oe roaden deur de Vakman!

Gedipl. oogmeetkundige lid A.N.V.O.

Gedipl. contactlensspecialist lid A.N.V.O.

Brugstraat 22 - 7731 CT Ommen - Tel. (0529) - 45 16 43

Mr G. SMELT

NOTARIS te OMMEN

Varsenerpoort 1, 7731 DG OMMEN

Telefoon: 0529-452233 Fax: 0529-453712

Aannemersbedrijf

M . van d e r V e g t

Ommen 0529 - 45 37 47

H O U T M A N

DROGISTERIJ - PARFUMERIE SCHOONHEIDSSALON

A tte n c e

NAAIMODE CENTRUM

Drogisterij HOUTMAN

voor "n sfeervol present uit "n grenzeloos assortiment

H A R D E N B E R G De Spinde 6, 7772 HA Tel. (0523) 26 34 17

O M M E N Brugstraat 24. 7731 CT

Tei. (0529)45 14 14

Burg.van Bruggenplein 7 7721 AS Dalfsen Tel. 0529 - 43 47 47

Dr. A.C. van Raaltestraat 29 7731 GP Ommen Tel. 0529-45 13 13

T d lN C E N T R O M

JURRIE BAAS

Balkerweg 24, 7731 RZ Ommen Tel. 0529 - 45 37 08 Fax 0529 - 45 15 95

K O O PA D VIES

VERH UUR/BEH EER NVM H YPO TH EEKSH OP

VERZEKEREN W E E N I N K M A K E L A A R S

O M M EN • H ARD EN BERG

Ommen, Markt 32 Tel. 0529-451121/455074 Hardenberg, Lage Doelen 1b, Tel. 0523-263689/260104

De toekomst in druk, print en afterprint vindt u bij een drukkerij met visie...

drukke

K/Ieijeiink

Dalfsen: Bloemendalstraat 3 Ommen: Bermerstraat 12 Tel. 0529 - 43 25 12 ▼ Fax 43 27 36 Tel. 0529 - 45 13 51 ▼ Fax 45 36 12

(3)

Brood, Gebak, Koeken en Koekjes uit de beste grondstoffen bereid, dus prima kwaliteit, vroeger en nog steeds bij:

DE ECHTE WARME BAKKER

Kruisstraat 2 - 7731 CR Ommen - Tel. 0 529-45 15 61

brood- en banketbakkerij

D O U W E ’ S D U M P

dump - vrije tijd - camping - outdoor - tentverhuur

De Kamp 1,7731 AB Ommen tel 0529 45 11 84

h e t adres voor uw lunch o f diner.

Vrijthof 5c ~ 7731 CH Ommen ~ tel. 0529 - 45 52 61

©©fteoffê

M arkt 12, 7 7 3 1 DB Ommen, telefoon 0 5 2 9 - 4 5 5 7 2 0

AUTOSCHADEBEDRIJF

C. H U Y S M A N S

uitdeuken - spuiten - moffelen

Strangeweg 20 7731 GW Ommen

Telefoon 0529 - 45 11 46 Fax 0529 - 45 62 95

Rijwielen/Bromfietsen B.J. Brunink

Bermerstraat 1, 7731 CZ Ommen Telefoon 0529 - 45 14 70 (tegenover Postkantoor)

O

th o le n w e g e n b o u w b v

Coevorderweg 48, Postbus 82, 7730 AB Ommen Tel.: 0523 - 63 82 41 - Fax: 0523 - 63 82 17

O m m e n tel 0 5 2 9 - 4 5 14 9 2

* Banden

* APK-keuring

* Uitlaten

* Schokbrekers

* Accu's

* Grote beurten Voor volledig

technisch onderhoud Nieuwelandstraat 1, 7731 TH Ommen Tel. 0529 - 45 37 84, Fax 0529 - 45 37 52 Voor goed advies en vakwerk naar erkend

cjVALLATIEBEDRIJF

HOF

'Loodgieters

'Centrale verwarming 'Dakbedekkingen 'Elektra

'Gas- en Waterleiding 'Onderhoud CV-ketels

L i d v a n d e

V e r e n i g i n g v an N e d e r l a n d s e I n s t a l l a t i e b e d r i j v e n

Patrijsstraat 3-5, 7731 ZL Ommen Tel. 0529 - 45 22 03

(4)

Voor goedkope

sigaren • sigaretten • filmpjes • foto's n a a r.

Tabak-speciaalzaak

GROOTENHUIS

Brugstraat 15, Ommen Telefoon: 0529 - 45 27 17

______ SCHI LDERSBEDRI J F

(y/(zJvan EÏburg

GLAS- VERF- BEHANGSPECIAALZAAK

J. van Elburg Ommen BV Schurinkstraat 22a, 7731 GD Ommen Tel. 0529 - 45 24 41 /Fax 0529 - 45 62 56

MOLEN

3Ltlït

Voor al uw meel- en graanproducten, volkorenmeel - molenbloem - pannekoekmeel - boekweitmeel - muesli en reform-artikelen.

A.R. WOLTERS Telefoon: 0529 - 45 40 80

café - rest aurant

B R U G

’N OMME(N)TJE WAARD

Lemelerweg 13, Ommen. Telefoon 0529 - 451723

Varsenerstraat 5 7731 DC Ommen Tel. 0 5 2 9 -4 5 17 16 Fax 0529 - 45 66 72

3.

4.

5.

6.

7.

8.

Kwaliteit voor een lage -prijs Dr. A.C. van Raaltestraat 6, Ommen Tel.: 0529 - 45 60 13 - Fax: 0529 - 45 64 13

11 autobedrijven in Ommen bieden een kompleet pakket

streng geselecteerde

O C C A S I O N S

Bovag autobedrijf FREEK DUNNEWIND bv Balkerweg 64, Witharen, tel. 0523 - 67 63 67 VW Audi dealer OOSTENDORP

Balkerweg 10, Ommen, tel. 0529 - 45 36 59 Toyota dealer VAN LEUSSEN

Haven Oost 36, Ommen, tel. 0529 - 45 12 61 Lada-Daihatsu dealer DUNNEWIND bv Haven Oost 18, Ommen, tel. 0529 - 45 19 60 Volvo dealer WESTERBAAN

Schurinkstraat 40, Ommen, tel. 0529 - 45 12 16 Opel-lsuzu dealer MAKKINGA bv

Schurinkstraat 36, Ommen, tel. 0529 - 45 25 50 Suzuki autobedrijf SCHUURHUIS

Vermeerstraat 2, Ommen, tel. 0529 - 45 46 00 Peugeot dealer KARSTEN bv

Patrijsstraat 1, Ommen, tel. 0529 - 45 14 71 9. Renault dealer CENTS bv

Stationsweg 24, Ommen, tel. 0529 - 45 60 50 10. Seat dealer BRAAKMAN

Hammerweg 1, Ommen, tel. 0529 - 45 64 36 11. Citroën-agent M.C. BOUWMAN

Hammerweg 3-5, Ommen, tel. 0529 - 45 62 47

Henk Gaasbeek

Gasthuisstraat 60a 7731 DA Ommen Postbus 121 7730 AC Ommen

fotografie

Tel. 0529 - 45 42 32 Fax. 0529 - 45 67 68

(5)

VAN DE REDAKTIE.

Met het "Darde Klokke"

nummer dat U hierbij ontvangt, wordt jaargang 1997 alweer afgesloten.

Wij wensen U allen een goed uiteinde en een gezegend 1998 toe.

Een enerverend jaar ligt achter ons.

Aan het begin van dit jaar werd de Historische Kring Ommen opgericht.

De "Darde Klokke" steunde deze vereniging met het beschikbaar stellen van ruimte in haar tijdschrift

„De Darde Klokke”

driemoandeleks tiedschrift

NR 105

voor c o p i j . Ook in dit nummer treft U weer een belangrijke bijdrage aan betreffende de aktivitei- ten van de verschillende werkgroepen, met o.a weer een gesprek met Hendrik van Elburg "De Schipper over bijnamen in Ommen (3), Noaberschap (2) etc.

-Een ingezonden artikel uit het jaar 1934;

-60-Jaar getrouwd, vervolgartikel van de heer Hesselink;

-Tot slot weer een foto op de laatste pagina.

Namens Bestuurs- en Redactiecommissie:

F.M.Doezeman-Makkinga, Ommen.

DE LESTE "KLOKKE" VAN 1997.

Xe hebt 't afgelopen joar

massaal weer achter oons e stoan, bedankt ! dat deud oons barre goed !

't Gef oons dan ok de krach um deur te goan, 'k wense owluu volle leesplezier

en van mi'jzelf 'n hartelekke groet, D I E N T I E .

(6)

HISTORISCHE KRING OMMEN Lidmaatschap: f 20 per jaar.

Secretariaat: Wilhelminastraat 9 7731 BH Ommen Bestuur

J. Brouwer, voorzitter, Reigerstraat 50, 7731 ZT Ommen, tel. 452088 H. van Elburg, secretaris, Wilhelminastraat 9, 7731 BH Ommen, tel. 456146

A. Pasman-Kortman, penningmeesteresse, Merelstraat 21, 7731 XP Ommen, tel. 453446 B. Kiestra, Torenvalk 34, 7731 LB Ommen, tel. 456532

A. v.d. Vegt, Sperwer 34, 7731 KB Ommen, tel, 456317 L. Vogelzang, Arriërveldsweg 1, 7735 KC Arriën, tel. 452739 H. Woertink, Varsenerstraat 69, 7731 DC Ommen, tel. 452963 Redactieadres

Wilhelminastraat 9, 7731 BH Ommen, tel. 456146 Bankrelatie

Rabobank Ommen, rek.nr. 3789.03977 (postrek. van de bank: 816712) Werkgroepen

I. Documentatie

Contactpersoon: A. Ruiter, Klaproosstraat 8, 7731 WE Ommen, tel. 451247 2. Archeologie

Contactpersoon: H. van Dorsten, Koedijk 9, 8147 RE Giethmen, tel. 451189 3. Boerderij- en veldnamen

Contactpersoon: L. Vogelzang, Arriërveldsweg 1, 7735 KC Arriën, tel. 452739 4. Folklore

Contactpersoon: H.G. van Elburg, Wilhelminastraat 9, 7731 BH Ommen, tel. 456146 5. Genealogie

Contactpersoon: M. Rhee-Luttekes, Schapenallee 3, 7731 BK Ommen, tel. 454220 6. Geschiedenis

Contactpersoon: J. Brouwer, Reigerstraat 50, 7731 ZT Ommen, tel. 452088 7. Audiovisueel

Contactpersoon: A. v.d. Vegt, Sperwer 34, 7731 KB Ommen, tel. 456317 8. Dialect

Contactpersoon: L. Bruins-Lemmers, Beerzerweg 2, 7731 PA Ommen, tel. 451193 [^ M ^ ^ V o o r z itte r J j

Op 28 augustus bood onze vereniging de startsubsidiegevers Gemeente Ommen en Rabo­

bank Ommen in het gemeentehuis, in het bijzijn van raadsleden en bestuur HKO, een prachtig ingelijste luchtfoto uit 1926 aan. De heren Ter Avest en Vosjan toonden zich zeer tevreden met de door Hans Steen overhandigde foto.

Het Verenigingshuis barstte op 4 september welhaast uit zijn voegen omdat 57 mensen gebruik maakten van de inloopavond. Trekpleisters waren de luchtfoto’s (1920-1997, col-

(7)

lectie Hans Steen) en de stambomen van de families Stoevelaar en Timmerman, samenge­

steld door drs. B. Timmerman. Marinus v.d. Vegt schonk onze vereniging een zacht- boardwand, waarop de foto’s overzichtelijk konden worden tentoongesteld. De inloopavond leverde weer 9 nieuwe leden op!

Op de bestuursvergadering van 8 september is Hans Steen bestuurslid geworden en werd er onder meer gesproken over het Verenigingshuis. Met de gemeente wordt overleg gevoerd over het opknapwerk en, wie weet, over de mogelijke restauratie van het pand. Ondertussen is een keuze gemaakt uit de ingezonden naamsuggesties voor ons Verenigingshuis. Het is de bedoeling dat deze naam wordt onthuld bij de opening die in november zal plaatsvinden.

Wij ontvingen van een aantal personen interessante zaken, artikelen en foto’s. Hiervoor onze dank.

Het nieuwe seizoen is weer gestart. U bent, zoals altijd, welkom bij onze werkgroepvergade- ringen (zie De Darde Klokke nr. 104). Hopenlijk zien wij velen van u op onze inloopavond van 2 oktober a.s. (20-22 uur) en/of tijdens de vertoning van het diaklankbeeld “Boer’n van gister’n. Alles geet veurbie” op 14 oktober in Zaal “De Kern”.

Met vriendelijke groeten, Jan Brouwer.

Werkgroep Boerderij- en veldnamen

Dit is zonder twijfel, samen met de werkgroep Archeologie, de meest arbeidsinten­

sieve werkgroep. Er moet ontzettend veel werk worden verzet voordat er sprake kan zijn van een tastbaar resultaat. Er moeten kadasterkaarten worden bestudeerd, er moeten afspraken worden gemaakt met de eigenaren van de stukken land die men wil onderzoeken. Bovendien gaat er veel tijd zitten in het in kaart brengen van alle gegevens. Een bijkomend probleem is dat de werkgroep met haar activiteiten begon op het moment dat haar informanten erg druk waren met het werk op en om de boerderij. Een kwestie van lange adem dus.

Toch heeft men in de korte tijd dat men bezig is al veel werk kunnen verzetten. En het levert soms onverwachte resultaten op. Zo kwam de werkgroep in het bezit van een overzicht van de eigenaren van Huize Wolfskamp in Giethmen tussen ca. 1380 en 1790. Die willen we u niet onthouden:

Het betreft hier de eigenaren zoals ze nu nog terug te vinden zijn in de archieven.

Voor de volledigheid ervan kunnen we dus (nog) niet instaan.

Dat goet to Wulveshuys mit al horen toebehoren, die gheleghen siin in den kerspel van Ummen

) 1379- 1382 Hughe van den Laer t / 1394 Huge van den Laer

1401 Huge [van den Laer], zoon van Huge van den Laer 1411 Willem de Man na opdracht door Huge van den Laer

3

.

(8)

Dat guet toe Wulveshuys mit synre waer in Dalmesholt ende in der marcke, mit eggen, met eynden, mit torve, mit twige, mit water, mit weyden, mit aller slachter nutt ende mit sinen toebehoren. Ende daertoe een ander waer halff uut den goede toe Wermering ende h a lf uut den gude ten Laer in denselven Dalmesholt, t’samen in den kerspel van Ummen gelegen.

1434 1434 1450 1453 1454

Willem die Man {Den Wolfcamp mit aller synen toebehoeren) Henric Bruyns na opdracht door Willam die Man

Bruyn Henricxsoen na de dood van zijn vader Henrick Bruynssoen Hinric Bruenssoen na de dood van zijn vader Bruyn Hinricsoen Meester Johan van Ierte na opdracht door Henric, zoon van Bruyn

| Bruynssoen

* Dat erve ten Wulveskampe mit alle synen toebehoeren, tientvry, grof ende smal, mit eenre waere in Dalmesholt ende in der marck, gelegen in der buerscop van Geethmen in den kerspel van Ommen

1457 Meester Johan (van) Yrte

1465 Meester Henrick van Eerte na de dood van zijn vader meester Johan van Eerte

1488 Lubbe, dochter van Henrick van Yerte, na de dood van haar vader. Hul- der (= zaakwaarnemer) haar grootvader Wijcher Poppe

1497 Lubbe, dochter van Henrick van Yrte. Hulder Egbert Rynvysch 1517 Lubbe, dochter van Henric van Ijerte. Hulder meester Jacob van

Tweenhuysen

1525 Lubbe, dochter van Henrick van Yerte. Hulder meester Jacob van Tweenhuysen

1542 Lubbe, dochter van Henrich van Yerte. Hulder Wolff van Yttersson 1550 Wolff van Yttersson Wolffszoen na de dood van zijn moeder Lubbbe,

dochter van Hinrich van Ieerte.

1557 Volff van Ytterssom Wolffszoen

1603 Gijsbert van Ittersum na de dood van zijn vader Wolff van Ittersum 1632 Christina van Itterssum na de dood van haar vader Gysbert van Itters-

sum. Hulder haar man Adriaen van Camont

1658 De onmondige kinderen van wijlen Willem Fran?ois van Camondt en zijn vrouw Comelia van Rhede van Amerongen, zoals hun grootvader Adriaen van Camondt daar in 1632 mee was beleend. Hulder hun voogd Gerhardt Adolph Bentinck

1688 Frederik de Waal van Vronestein

* Het erve en goed Wolveskamp, gelegen in den karspel Ommen, buirschap Gietmen 1688 Komelis Wijer, ambtman van het stift Essen, mede namens zijn zuster

Euphemia Wijer, genaamt Rees als erfgenamen van wijlen Gerhard Wijer na opdracht door Frederik de Waal van Vronestein

1715 Maria Idaletta Ganseneb genaamt Tengnagel, weduwe Oldeneel, en haar zuster Hendriette Arnolda Ganseneb genaamt Tengnaegel na op-

(9)

dracht door Comelis Wyer, ambtman van het stift Essen. Hulder Al- bertus Wylink

1745 Maria Idaletta Gansneb genaamt Tengnagel, weduwe van Oldeneel, zoals Johan Macahrius Knoppert daarmee was beleend. Hulder Willem van Vasen.

* Het erve, geheeten de Meule te Laar, vulgo Mollink, met een ware in Dalmsholte. Item een halve ware in Vilsterenmarke. Item de Nieuwe Voorslagen, tesamen geleegen in ‘t carspel van Ommen, burschap Gietman

1749 Hendrik Arent van Oldeneel tot den Heerenbri[n]k na de dood van zijn moeder Maria Idaletta Gansneb genaamt Tengnagel

1774 Henrik Joseph Antonij Casper Ignatius van Oldeneel na de dood van zijn vader H.A. van Oldeneel

1779 Willem Henrik van Grootveldt als koper na opdracht door Henrik Jo­

seph baron van Oldeneel

1791 Johanna Maria van Grootveldt na de dood van haar vader W.H. van Grootvelt. Hulder haar man Michiel Helmich

Werkgroep Dialect

Wi'j wilt in iedere Darde Klokke een paar woord'n en uutdrukking'n opschrieven.

As ie een bettere vertaling hebt of leg ie 't aans uut, wil ie det oons dan loaten we­

ten.

Flora Bollepiez’n Bunte Diesel Hondebloem Kloaver Luuz’nmelde Roet

Singering’n Tremse Vioele/Vieultie

Lisdodde Pijpestro Distel Paardebloem Klaver Melde Onkruid Seringen Korenbloem Viool/Viooltje In ‘n hof of ‘n tuun In de tuin Arft’n

Brummels Eerappel/Eerpels Eerbeez’n Grote boon’n

Erwten Bramen Aardappelen Aardbeien T uinbonen

5

.

(10)

HardschelPnboon’n Pöllegies

Robeet’n Siepels Sloat

Snijbonen Peultjes (rode) Bieten Uien

Sla Sprekwoord’nlUutdrukking’n

• Zo zat as gespuj’n spek

• Spi’j’n over ledder en waag’n

• As de zönne schient in’t west’n

• warkt de lui’n op ‘n best’n

• De mooiste eier boom’n in de maande

• Better hard ‘ebloaz’n dan gin soep

• Geluk in ‘n tuk

(wordt vooral gebruikt als nieuwjaarswens)

Spreekwoorden/Uitdrukkingen spuugzat

hevig overgeven

als de dag bijna voorbij is moet het werk nog af

legg’n op het eerste gezicht het mooi voordoen

beter hete soep dan niets veel voorspoed

Loat ‘t ons heur’n aj ‘t niet met ons iens bint, maar ok anvulling’n bint van harte welkom.

De warkgroep “Dialect”

Boerderij Dunnewind te Varsen.

Dit keer een artikeltje over de boerderij Dunnewind in de buurschap Varsen. Voordat de Vecht in 1900 van een groot aantal bochten werd ontdaan lag deze boerderij ten zuiden van de Vecht. Precies op de punt land tussen de rivieren Regge en Vecht.

(11)

In het boekje: Egbert Dunnewind, schoolmeester tijdens de afscheiding te Rheeze van H. Poelarends vinden we een genealogie van de familie die deze naam draagt en die verbonden is met de bovengenoemde boerderij. Alleen geeft Poelarends als oudste vermelding, het verpondingsboek aan van 1748. Hier nog een stukje geschiedenis van voor 1748.

De ontstaanssgeschiedenis

Door de Munsterse oorlog van 1672 - 1674 waren er veel schulden voor de gemeen­

schappelijke boeren van de marke van Varsen. De enige manier om uit deze schulden te komen, was de verkoop van enige gemeenschapsgronden. 16 juni 1684 zal ten hui­

ze van Gerrijt Egberts binnen Ommen, "bij publijcken opslaege aan de meest bieden­

de de markegrond verkocht worden". Pas op 10 november 1684 horen we dat er in­

derdaad een paar percelen verkocht zijn. Een van de verkochte stukken grond is

"leggende op de punte tusschen de revieren de Vechte en de Regge". Precies de plaats waar later de Dunnewind zal verrijzen.

De eerste bewoners

10 jaar later, op 2 april 1694 kom ik boerderij Dunnewint voor het eerst tegen in een belasting kohier van het zoutgeld. Op de boerderij woont een zekere Asse. Hij zal de eerste bewoner zijn geweest van deze boerderij. Het vermoeden bestaat dat hij voor­

heen bewoner was van het erve Vrijlink te Varsen. De eigenaar van dat erve had na­

melijk ook de Dunnewind in bezit.

In een akte van 2 april 1705 horen we de volledige namen van het echtpaar dat op de Dunnewind woont. Het zijn Asse Geerts en Clasien Roelofs. Zij is de dochter van Roelof Claessen Struick alias Broekien te Varsen en Geertien.

Asse is voor 5 november 1712 overleden. Dan is er namelijk sprake van de weduwe Asse, die de katerstede Dunnewind in gebruik heeft. Zij is in 1723 nog in leven.

In 1712 blijkt dat de boerderij twee namen heeft. Den Stramp oft Dunnewint. Ik denk dat beide namen met de ligging van de boerderij te maken hebben. Een stramp is een gaffelvorm. Een vertakking. Het wordt in het dialekt vooral gebruikt bij de gevorkte

L w v p&Ml

Figuur 2 Dunnewind in het kohier zoutgeld van 1694

De naam

7

.

(12)

paal waar een hek op rust. Hier gaat het natuurlijk om de vertakking van Regge en Vecht, die eenzelfde gaffelvorm vertonen. Op deze plek had de wind natuurlijk vrij spel. Over het water kan dan zo'n slierterige wind of vlagerige wind aankomen die de kou van het water in zich meeneemt. Een dunne wind. Deze laatste naam heeft de overhand gekregen.

Kon genealogisch vervolg

De zoon van Asse Geerts heet Geert Assies op Dunnewint. We komen hem voor het eerst tegen op 7 juli 1729. Zijn vrouw Eefse Roelofs, dochter van Roelof Derx Brink­

huis en Egbertien Henrixen Hemstede is dan overleden met achterlating van een dochtertje Asselina. Als momber of voogd wordt een zekere Jan Assies Sluiter van Vilsteren aangesteld. Hij is een broer van Geert Assies. Geert gaat een tweede huwe­

lijk aan met Margien Jans van Rechteren. Of zij kinderen hebben gekregen is niet helemaal duidelijk omdat bij de volkstelling van 1748 een derde vrouw wordt ge­

noemd, Janna Lucas, dochter van Lucas Jansen aan de Stege te Varsen en Jennegien Roelofs.

Er wonen dan verder 3 kinderen van Geert op de Dunnewint: Marten en Jan zijn boven de 10 jaar en Eese is onder de 10 jaar. Verder woont er nog een kind uit barm­

hartigheid bij de familie met de naam Wiegman Egberts (onder de 10 jaar). Hij is de zoon van overleden Stijntje Lucas en Egbert Wygmonts. Stijntje Lucas was een zus van Janna Lucas.

25 maart 1758 wordt Janna Lucas genoemd als vrouw van overleden Geert Dunne- wind. Boer wordt dan zoon Jan Geerts Dunnewind. Jan Geerts Dunnewind is ge­

doopt in de kerk van Dalfsen op 13-02-1735 en trouwt in diezelfde kerk op 15-04­

1760 met Hendrikje Zielmans, dochter van Hendrik Hendriks en Maria Jans. Zij is omstreeks 1740 in Gietmen geboren.

Zij krijgen 7 kinderen: vijf jongens en twee meisjes.

Jan de oudste, Hendrik 3e en Roelof 7e zorgen voor het nageslacht met de naam Dunnewind.

Jan blijft op de Dunnewind wonen en trouwt in 1794 met Jennigje Brinkhuis. Op 25 april 1794 draagt Jan Geerts man van Hendrikje Gerrits? de boerderij Dunnewind over aan zijn zoon Jan Jansen en Jennigje. In 1811 bij de naamsaanneming neemt deze Jan Jansen voor hem en zijn 6 kinderen officieel de naam Dunnewind aan.

De eigenaren van Dunnewind

De bewoners waren zoals de meeste boeren geen eigenaar, maar pachten hun boerde­

rij of keuterplaats in de meeste gevallen waren de eigenaren van adelijke heren of rijke burgers uit de stad. Zo ook bij de Dunnewind. In 1684 zal dr. Luicas Nilant het per­

ceel gekocht hebben. Hij was ook al eigenaar van boerderij Vrijlink te Varsen en woonde in Zwolle. Hij stamde uit een burgemeesters geslacht. Zijn dochter Niclaa Nilant die gehuwd was met Jan Oijers, predikant te Amsterdam verkocht Vrijlink en Dunnewind op 5 november 1712 aan Jan Alberts die op boerderij Boserve te Varsen

(13)

woonde. Deze verkoopt de helft van dit bezit door aan de heer Jan van Muijden,

"burgemeester der stadt Zwoll" en huurt het terug voor 80 Caroli gulden of 10 mudde rogge en 3 mudde boekweit.

23 september 1726 is Jan Alberts Bosch overleden. Zijn erfgenaam Gerryt Janssen verkrijgt het recht op de halfscheyt van Vrijlink en Dunnewind. Maar er blijken nogal wat schulden te zijn aan huur en belasting. Ook moet hij de weduwe van Jan Alberts, Stijntien Henriks Hemstede "uyt kragt van haar huwelijkscontract" uitkopen voor 130 goud guldens.

Het doet Gerryt Janssen en zijn vrouw Truittien Janssen besluiten, ook de andere helft te verkopen aan de erfgenaam van Jan van Muyden, Dr. Tomas van Muyden en huurt ook deze tweede helft onder dezelfde voordelige voorwaarden terug als Jan Al­

berts in 1712 en gaat op erve Vrijlink wonen.

In 1778 blijkt de Dunnewind in handen te zijn van de familie Van der Wijck, die het ook nog in bezit hebben bij de invoering van het kadastersysteem in 1832. Eigenaresse is dan de weduwe Nicola Geertruit van der Wijck van Muiden, weduwe van Jan Hen­

driks van der Wijck.

De bijzondere plaats en junctie van de Dunnewind

De ligging van De Dunnewind heeft de boerderij een bijzondere functie gegeven. Ten zuiden van de Vecht zal het zich ver van de buurtschap hebben gevoeld. Kerkelijk was men dichter bij Dalfsen. In een aantal van de belastingregisters werd Dunnewind gewoon vergeten. Sociale contacten zullen er daarom ook veel geweest zijn met buurt­

schappen ten zuiden van de rivier, zoals Gietmen, waar Hendrikje Zielmans weg­

kwam. En de tweede vrouw van Geert Assies Dunnewind kwam uit Rechteren onder Dalfsen.

Omdat de Dunnewind zo dicht bij de rivieren Vecht en Regge is gelegen, was het een uitmuntende plaats voor schippers om aan te meren. Zo wordt de Dunnewind een herberg genoemd o.a. door de graaf van Hogendorp. Ook in het markeboek van Var- sen lezen we dezelfde functie van de boerderij: 12 sept. 1783 "Terwijl er van tijt tot tijt telkens door de schippers dijken in de Regge gelegt worden en sulks tot groot naadeel deeser Markte geschiet, so wort de Heer Markenrigter versogt de schippers door briefjes, die aan de Dunnewint en aan de Nije brugge in de herbergen sullen gelegt worden; te waarschauwen om dit leggen van dijken voortaan naa te laaten bij poene dat teegens hun andersints sal worden geprocedeert, naar inhout der placaten deeser lande." De geswoorens van de Markte worden gelast op te letten en terstond door te geven als er weer dijken worden gelegd en de inmiddels gelegde dijke te doen doorste­

ken.

9

.

(14)

c föf-ty - Z'Jilï' 'dur *. JciyyW^j &L~ £

y i J f j . j i y t i f - / ' J o r J v . 1 'x ïó tB K - '* “ i< /- '■ n .u * i/> . ' , . ^ f J u iA Ja w*„*»/. ! - / / c t r A l a x - f it - r y / v ' 'X’WJK^I- il_ J J y y j i t r j ^ a a r

i,y.

fitd-ft*** 'S*£C*+. yt-Laj/

a'Z 'X ...

l'O n

C iJL*» r

t v / ^ , , „

yr /* !z^3iiu/in On< oij* •Ataa . _ .. . u '7 : U ,Yö i 9a;- a<L^ ~&*<i***9 A l n

**£- WJci mAzU'i-r „6 ,&/» UA^LT^q ^

y r s i ' U t / l r v a t x . U J *tiïo s *,*\ 'iï,i£ A n « t* J a / 'l/jï; ,...

1 -1— *£%> * ln«rtJ.^ A~L

)<&*4 A rr 3

— — .-■> /n « fll« (iM M ^ A ln m if T C t U / i k i<5 1

^ ^ 0. C ja jn A ti& ^ Z jfjiin & T^c>*cn C oarTia& JC m . (' {OC~o u t-riiA a ^ a itn r{üm.}i+,

ix l- i/M /'K t r J ii A /:■.■.A >• •’’

J , r . y

fr&jl

f/cnZjaan a'&rt'ek* foyJ.

/**>\ W n

J>- .. '

Figuur 3 Markeboek van Varsen 12 sept. 1783

In de volkstelling van 1795 wordt Jan Dunnewind genoemd als hospes (waard) van beroep.

De Regge

Eigenlijk was de Regge maar 7 maanden bevaarbaar, vooral in de droge maanden augustus en september was het nauwelijks te doen. Er waren zogenaamde schouders in de rivier die helemaal droog stonden, waar enkel hele kleine stroompjes over het zand liepen. Vooral de monding in de Vecht was helemaal dichtgeslibd. De schippers hadden met hun platbodems een manier gevonden om toch vooruit te komen. Met een heel stel legden ze dammen in de rivier en wachten dan dat er genoeg water achter de dam kwam, waarop de dam werd doorgestoken en de schippers op de golf het zandstuk over konden gaan met hun waren. Tussen de monding van de Vecht en de Laarbrug was altijd zo'n plek waar de schippers vlootsgewijze gingen varen na het afdammen en doorsteken van de rivier. In de zomermaanden gingen de Almelose schippers niet verder als de Dunnewind en gebruikten deze plaats als overslag van hun waar op karren.

Tijdens het afdammen konden de schippers overnachten in de herbergen langs de Regge of in de boerderijen zoals de Dunnewind op de hielde - de zolder boven de veestal - Men kon er tegen betaling een warme hap kopen en zoveel borrels als men maar wilde. Een aardige bijverdienste voor zo'n ver weg gelegen keuterboerderij.

Toch vonden de gemeenschappelijke boeren het een slechte zaak. Dit kwam omdat het water na het doorsteken van de dam met zo'n geweld wegstroomde, dat ook de mars beneden De Dunnewind afspoelde.

(15)

Gert H em stede

Geraadpleegde bronnen:

• Egbert Dunnewind, schoolmeester tijdens de afscheiding te Rheeze; H. Poelarends

• Genealogische aantekeningen van G. Zomer te Ijlst.

• Varen waar geen water is; Drs G.J. Schutten

• Rijksarchief te Zwolle - diverse belastingregisters -volkstellingen 1748 en 1795 - register naamsaanneming 1811 - Markearchief van Varsen

- Gerechtsarchief Schoutambt Ommen en Den Ham - kadaster archief

Bijnamen in Ommen (3)

“Schipper” Hendrik van Elburg is nog lang niet uitverteld over dit onderwerp. We gaan met Hendrik terug naar de periode 1915-1930. Onder meer komen de be­

woners van de Markt dit keer aan bod. Ook doet Hendrik verslag van een reis in 1918 naar Meppel, met de Holter varkenshandelaar Hendrieks Vincent.

“An de Schurinkstege woonden smid Warmelink, “Appelhof. Doamöast was ‘t huus van Meijerink, “De Boeze”. Die biename kwaamp van Boezelman, ‘n peer- denhandelaar uut de veurige eeuw. Schuurman, “De Wippe”, ‘n metsela, woonden doar weer teengover in ‘t huus woar now Henk Noeverman (tapijten enz.) zit.”

Naast het huidige pand van Henk v.d. Meer (rijwiel- en kanoverhuur) stond, iets achteruit, het huisje van Van der Heide, “Stokvis”. Hier tegenover woonde Kelder,

“Lochie”. Dine van de Poppe, ‘n weduwe, leefde aan ‘t Molenpad.

“Op ‘n Hamsgoom waren nog geen huzen. Groaven-Marrechie (=Steen) zat op ‘n hoek met de Paarhuusstroate. ‘n Olden Steen an de Markt was Groaven-Gait.

Den had vrogger ‘n schippersharbarg en in det olde huus was een geschilderd raam boom de deure met ‘n schip d’r op. In de Gasthuusstroate woonden Gait Paarhuus, de wetholder, “Engbers-Gait”. Woar ‘t Gezinsvervangend Tehuus now zit, was ‘n braandkolk, veur bluswater. “Klomp-Jan” (Timmerman) woonden doamöast. Hij was femilie van Timmerman van Klumpies-Brugge. Dan kreej ‘t Olde Mannen- en Vrouwenhuus. Buurman doarvan was Jan Kramer (“Jan van de Poetse”), den weer teengover “Koejem-Jenne” (de weduwe Steen) woonden. Ver­

derop de woning van Woertink, “Riddennkboer‘\ An de overkaante was ‘t huus van Makkinga, “Schöapie”, ‘n ongetrouwde ome van Martend en Dieks Makkinga, met n mooi ringboardtie. D ’r woonden toen nog een vrouw Schrijver, ‘n vriej oold mènse, den gunk nog stroateveeng veur de gemeente, vake peerdeköttels of zo,

(16)

met de kruwaang d r bie. Op ‘ n hoek van wat dan now de Vassenerpoorte is, woonden Rotman, “DeBonke".

De koolschipper

Wie goat now is in de Vassenerstroate kieken. Doar woonden de gemeentearbeider Egbers (“Blauwns-Ep”). In ‘t stegie doar achteruut, Jeruzalem, zat o.a. Dikie van Gemer.” Een foto van deze vrouw, die ook wel Dikie van Harm van Pieters-Jenne werd genoemd, staat op de voorkant van het boek “Ommen onder kroon en kruis”, deel 1, van Willem Stappenbelt. Verdere bewoners van de Varsenerstraat waren: Martens (“Reins-Get-Jaan”), Kelder (“Joessk"). Net tegenover de Ommer Apotheek woonde Kamphuus, “‘ra Liester". Kampman, “De Koolschipper”, woonde twee huizen verderop .Hendrik van Elburg vervolgt: “Die had ‘n grote schure vol schoapen. Hij had laand an de Veurmars en det leup ‘s winters wel ‘s oonder wa­

ter. Toen ok. Kampman had doar ‘n boel kool op stoan. Toen heffe ‘n baansdeure uut de hengsels elicht en doarmet isse toen hen’evaam um die kolen op te halen.

Zo krege de biename “De Koolschipper”. (Harry Woertink woont nu op ongeveer deze plek. Zijn huis draagt -ter herinnering- de naam “De Koolschipper”) . Rich­

ting Bermerstroate woonden Jans (“Beltie”) en v.d. Vegt, “Jan van ‘ra Bram”. Den lééfden doar met zien zuster, “Brams-Aachie”. Den kauwden tabak!

‘t Huus van “Spanjers-Dieks” en “Spanjers-Jaansen” steund vlak bie de Jeudenkar- ke. Doar teengover was ‘t huus van Klomp, den etrouwd was met “Piers-Jenne”.

“Piers-Henderk” woonden d’r bie in. “Piers Frikke” (Tusveld) was mien schoonva­

der”, vertelt Hendrik van Elburg.

De Bermerstraat

Op de hoek met de Varsenerpoort zaten twee broers Schutte, Henderk en Jaansie.

Die persten honing. Voor ‘n cent kreeg je een fles honingdrank, de zogenaamde

“mee”. We draaien nu rechtsaf de Bermerstraat in. Meteen rechts woonde Lefert Wolters (“Pollefers”). Op de hoek Klompsteeg/Bermerstraat zat Splinter, “Garrat van Rebeccen”. Waar Brunink nu de rijwielzaak “Piet Lub” drijft, woonde bakker Van Elburg, “Geldom”. Zijn buurman was “Pielties”, die ‘n klompenwinkeltje had.

Bovendien verkocht hij kruidenierswaren en ventte hij met een bakkerskar. Achter

‘t postkantoor stond het huis van een veelzijdig man: Arendsen was niet alleen lantaarnopsteker, maar ook nog eens barbier en bierbottelaar (Almelo’sch Bier) en als zodanig concurrent van Siero {“Lange Luuks”) die in de Brugstraat Henge- lo’sch Bier bottelde.

De Markt

Zoals al eerder vermeld, woonde Groaven-Gait op café Steen. Hij was zelf ook zompschipper geweest, evenals zijn buurman Helmich van Elburg. Daarnaast was het pand van notaris Bloem. “Ik wete nog det café Stegeman (woar now De Boer Supermarkt is), is ebouwd. Kouwen zat doar ok. Dan haj Timmerman, de tim­

(17)

merman. An de Varkensmarkt woonden Bulk, de veearts, op ‘n hoek. (Now ketoor van makelaar Weenink). Op ‘t ende van de Vassenerstroate, veurbie “De Kool- schipper”, steund ‘n riege van drie huzen. Doar woonden “De Lieven Heerties”.

Die boerties hadden eers op ‘n Koeksenbelt ewoond.

Teengover ‘t olde gemeentehuus was café Fikkert. Den Fikkert was ok kleermaker, de kleermakerieje had ‘e an ‘n Pofferd. Zie neumden um “De Bisschop”. Ie konnen ok achterumme ‘t café inlopen. Zien zönne Bannad was één van de oprichters van Crescendo. Nöast Fikkert zat Godschalk, ‘n Jeude met ‘n manufacturenzaak. Den is later noar ‘n Helder verhuusd. In ‘n oorlog isse dood’eschötten in Junne, woar ‘e op ‘t Rottennöst was oonder’edökken.”

Mest

Terra was de volgende bewoner van het huis van Godschalk. De kleermaker Terra woonde eerst aan het Kerkplein, waar nu Van Resteren zijn schoenen verkoopt.

Hendrik van Elburg gaat verder: “De achteruutgang was in ‘t stegie noar ‘t Vri’jthof hen, nöast oons. Toen Terra doar woonden, hadden ze de w.c. wel 40 meter van ‘t huus. Sam de Haas, oonze buurman, had al ‘n ingebouwde w.c., nöast de kokken. Zie hadden doar ‘n grote mestputte, woarin de w.c.’s van Terra en De Haas uutkwamen. As de putte vol zat, haalden boeren de mest d’r uut. Zie deden det met ‘n putemmer, met zon lange stelle d’r an. Den pröttel gunk dan in

‘n grote kruwaang. In de stege nöast de schoele hadden ze ‘n waang met zon dichten bak, met ‘n trog d’r op. Doar wodden de mest dan weer in eschept. En asse doar an de gaank waren, mos ie de hele dag alle ramen en deuren dichte hol­

len, want det stonk geweldig.”

Holter biggenkopers

Voor het kantongerechtsgebouw was de varkensmarkt. Hendrik van Elburg weet nog heel goed welke biggenkopers uit Holten daar lange tijd de kost verdienden:

“Schippers, Wegstapel, Vincent en Aanstoot (“Poppen-Eppe”). Die kwamen alle- moal biggen kopen. Die keerls waren zon bettien dag en nach oonderweg. Zie kwaam met kleedwaangs uut Holten, wel zes uur rieden. Ik heb zelf nog wel met Vincent noar Möppel ereden, met de biggenwaang. ‘t Was in ‘n Eersten Wereld­

oorlog. Ik gunge dan met Hendrieks Vincent met. Den kwaamp ‘s woensdagsoams bie Stegeman in de Veurbrugge. Doar zetten ze hun peerd op stal. Twiej uur ‘s nachs mos ik d’r weem. Met oons peerd d’r veur gunk ‘t op Möppel an. Dan waj nog niet an ‘n Rotbrink en dan sleupen ze al as ossens, in ‘t dwasse van de kleedwaang: De bienen an de ene kaante boom teeng de ledders an. ‘n Opgerol- den peerdedekken oonder ‘n kop an de aandere kaante. Wie voerden ‘t peerd in De Wiek um 6 uur, bie café Hogenkamp, hatstikke vrog, ‘n kop koffie drinken.

Soms kwaam ze d’r uut, soms wodden ze helemoal niet wakker aj stopten. In Möppel was toen um half zeum de biggenmarkt al an de gaank. Wie stalden doar de peerden bie stalholderieje Donker. Dan koj de stad ingoan of in ‘t heuj goan liggen sloapen. Ik was toen mee en twiej voerluu van Hotel Gerrits waren met

1 3

.

(18)

Herman (“Harre”) Vincent en met Poppen-Eppe met evaren.In Möppel haj van die scharrelaars, die brachen die biggen op ‘n haandkarrechie met ‘n pa hekkies d’r op, noar de kleedwaangs hen. En dan zei’jen ze: “Det is veur Hendrieks Vincent.”

Hij had op zien waang stoan: >H.Vincent, Holten<. Mar bie Harre steund ók >H.

Vincent, Holten< op de kleedwaang. Dan kwaamp Hendrieks weer, meestal iene van de laatsten, ‘n dikke borrel op, en hij zeg teeng mie: “Hendrik, hoevölle biggen hej?” Ik zegge: “Noh, twintig.” Hendrieks: “Det kan nooit! ‘k Heppe d’r volle meer ekoch.” Pakten ‘e ‘t bukie uut de zak, woar ‘e met potlood alles inschreef.

Mar det bukie kreej niet van um in de vingers. Hij leut oe d’r ok niet inkieken. Hij an ‘t tellen. Zegge: “Dan bint d ’r wat bie oons Harre in!” Op de markt knipten ze die biggen ‘t achterste puntie hoar van ‘n stat of, ‘n knippie achter ‘t oor, of op de rugge. Dan konden ze de biggen altied weer kennen. Ie stunden d’r versteld van det ze die d ’r zó uutpikten. Det is van dén toom, en det is van dén toom. Det zaang ze zo! Now, Hendrieks bie Harre in de waang. Harre: “Wat moj (...) in mie- ne waang! D ’r uut!!” Zie hebt meka of eröst met stokken en kastelein Donker is d’r tussen esprungen, aans was ‘t niet goed egoan.

Wie waren altied ‘t laatst weg uut Möppel. Hendrieks zat bie mie veur op de waang, ‘n kromme piepe an. Dan vluken ‘e ‘n poossie en dan zunke weer christe- leke versies, dan sukkelden ‘e in sloap. Jo Luttekes hef op Withaam wat met Hen­

drieks met emaakt! Hendrieks was in sloap ekommen, de piepe was um uut de mond evallen, zó in ‘t stro, ‘t spul in de braand! Met ‘n pa peerdedekkens hebt ze

‘t weer uut ekreeng.

Op ‘n keer zatte ok te dommelen en toen zegge teeng mie: “Woar is Poppen- Eppe?” Ik zegge: “Man, den is al ‘n heel ende weg.” “Dan moj ‘n betje anveuren, wie wilt saam weerumme.” En toen pakte de zwöppe en ik zegge: “Hendrieks blief van die zwöppe of, want ik vare en ie niet!” Toen wak 16 joar! Hij wol ‘t nog ‘n keer doen en toen hek um ‘n klap met ‘t achterende van de zwöppe in de nekke egeem! Toen was ‘t over en sleupe ok zo weer weg.

Eens kwaam wie terugge uut Möppel. Hendrieks was lazaruszat, zo dronken as ‘n aap, want hij was meer in ‘t café ewes dan op de markt. Wie komt hier in Ommen bie Stegeman. Vrouw Stegeman had al ezien dette mooi dronkend was. Zie zeg teeng Hendrieks: “Ie möt uut de waang, ie kont zo niet weg.” Wie hebt um in de kokken ezet, doar heffe zwatte koffie ekreeng, brood met spek, ‘n hele bonke mosterd d’r op. Det gunk d’r in as koeke. ‘t Was mar eempies en .... hij sleup zó weer weg. Toen zeg vrouw Stegeman teeng mie: “Wie weet, hoevölle geld ‘e nog in de zak hef, want hij hef hoaste geen biggen, mar ‘n stuk of zeum, achte. Asse van de weg ofraakt, dan haalt ze um zó de pottefullie uut de jasse. Hendrik! Ie bint d’r bie, wie goat saam tellen. Ik schrieve ‘t op en ik holle det geld hier. Det krigge volnde wekke wel terugge.” Hendrieks hef d ’r niks van vemommen. Wie hebt um met meujte weer wakker emaakt en met volle matteln in de kleedwaang ekreeng. Ik zegge teeng um: “Köj now wel varen?” “Mien kleine Fritske”, zegge (det was zien pony), “weet de weg wa.” Den wus de weg zeker: An ‘t Hancoate bleef ‘e bie ‘t

(19)

café stoan. Det wasse zo gewoon. En dan in Hellendoom nog ‘n keer. Uuteindelek bint ze goed thuus ekommen.”

Volgende keer wieder.

Opgetekend door Jan Brouwer.

Naoberschap (2)

Hierbij de tweede aflevering van de 3-delige serie over Naoberschap in de school- kring Nieuwebrug. Jan Lucas kwam in het bezit van deze pennenvruchten van meester Wandscheer en speelde deze door aan de redactie van de Historische Kring Ommen.

Doop

In de week vóór de Zondag, waarop deze plechtigheid zal plaats vinden, heerst er in het gezin van de doopouders grote bedrijvigheid, want dan moet volgens oud gebruik de kraamvisite of het doopmaal plaats hebben. Familieleden worden dan uitgenodigd en deze komen, voorzien van een reusachtig krentenbrood van alle kanten opzetten. De kleine wordt dan bewonderd, het doopsgoed geïnspecteerd en verder de dag al etende en drinkende doorgebracht. Bij het vertrek krijgt iedere brenger van een krentenbrood daarvan een gedeelte weer mee terug. Hieraan kun­

nen zich dan de thuis geblevenen vergasten. Vóór de doopdag gaan ook de buur­

vrouwen, “de naoberwieven”, de kraamvrouw aanspreken. Deze brengen dan in de regel voor 40 cent wittebrood mee, doch ontvangen hiervan voor 10 cent weer terug. Ze worden onthaald op brandewijn en koffie met wittebrood en beschuit.

Is de doopdag aangebroken, dan komt ‘s morgens al vroeg de buurvrouw om de dopeling of de dopelinge te kleden. Is deze gereed, dan spoedt zich de buurvrouw naar hare woning om zich zelve “aan te trekken”, want ze moet mee naar de kerk.

Zij draagt het kind, brengt het na het lezen van het Formulier aan de moeder, die al van ‘t begin der preek in de kerk is. De moeder houdt dan het kind ten doop, en geeft het daarna aan de buurvrouw, die er zich, nadat eerst de bekende bede: “Dat

‘s Heren Zegen op U daal” over de kleine is afgebeden, weer mede verwijdert en dan in de ene of andere herberg de moeder opwacht, die tot het einde der preek in de kerk blijft.

Begrafenis

In tegenstelling met de stad, waar alles wat op deze zaak betrekking heeft, wordt geregeld door de aanspreker, geschiedt dit op het platteland door de buren. Als er iemand overleden is, krijgt hiervan de naaste buurman bericht en deze boodschapt de andere buren, 5 of 6 in getal, die samen tot de “naobers” behoren. Die naobers komen dan al heel gauw aan het sterfhuis om de dode te ontkleden. Is dit ge­

schied, dan spreekt men over hetgeen verder te doen is en verdeelt dit werk onder 1 5

.

(20)

elkander. Deze moet aangifte doen van het overlijden op het gemeentehuis, gene moet de familie kennis geven en ter begrafenis nodigen. Deze is “de groevenneu- ger”. Men noemt hier de begrafenis ook wel “de groeve”. Een ander is weer belast met het bestellen en halen der lijkkist, terwijl aan een vierde wordt opgedragen stuivers of dubbeltjes te halen. Dit laatste is een oud gebruik en bestaat uit het geven van een stuiver bij de dood van een kind en een dubbeltje bij die van een volwassene. Dit geld komt natuurlijk ten voordele van het gezin, waarin het sterf­

geval heeft plaatsgehad. Met kennisgevingen, die per brief gedaan kunnen worden, komt men gewoonlijk bij de onderwijzer der buurtschap, die ze dan schrijven en verzenden moet. De briefporten worden in die gevallen door de gezamenlijke bu­

ren bijeengebracht.

Bekendmakingen aan de naaste familie mogen echter niet per brief, maar moeten persoonlijk door de buren gedaan worden, en dan nog wel twee maal: de eerste keer aanzegging van het overlijden, de tweede keer de uitnodiging ter begrafenis.

Daags na het overlijden komen de buren weer aan het sterfhuis om het lijk te kis­

ten en op de dag der begrafenis, en dan ook vooral de buurvrouwen, om de geno­

digden te ontvangen, te bedienen en verder het lijk te bezorgen ter laatste rust­

plaats. Het luiden der klokken, zowel op de dag van het overlijden als bij de be­

grafenis, geschiedt door ingezetenen uit de buurtschap, waarin de overledene woonde. Deze luiders ontvangen daarvoor telkenmale 1 fles jenever, die ze na het werk verricht te hebben, opdrinken in een naburige herberg en die door de nage­

laten betrekkingen van de overledene wordt betaald.

Het begrafenismaal bestaat uit koffie met stoete en rijstenbrij, ofschoon het laatste gerecht bij velen wordt afgeschaft en men daarvoor wittebrood in de plaats geeft.

De begrafenisgasten geven een gift in geld of ze brengen een stuk boter mee, ter­

wijl iedere buur moet geven 2 pond boter of de waarde ervan in geld. Dit alles komt ten bate van de familie in het sterfhuis.

Dat verder zo’n begrafenis geleid wordt door de predikant of catechiseermeester der plaats is bekend genoeg. Van het overschot der begrafenis: rijstenbrij of witte­

brood, ontvangt elk der buren nog een gedeelte aan huis. Waken bij het lijk doet men in deze streken niet.

Visitedagen

Behalve de reeds genoemde kraamvisite, ook vaak ‘“t gastmaoP’ genoemd, komt de boerenstand ook dikwijls op andere wijze bij elkander. Tussen de hooi- en rogge- bouw en dan weer tussen de roggebouw en het zaaien, omdat men het dan het best kan wachten, brengen de boeren elkander bezoeken. Zulk een dag van sa­

menkomst wordt dan “‘n kuierdag” genoemd. Zoals vanzelf spreekt, wordt dan het gemeste kalf geslacht, want eten en drinken is ook hierbij weer hoofdzaak. Men brengt elkander nu echter geen krentebrood mee, zoals bij het “gastmaol”, maar toch wel iets anders: “n dook vol beschuten. Zo’n doek is een schone, bonte zak­

doek. Men noemt die echter ‘“n neuzendook”.

16

.

(21)

Tussen die verschillende etensuren, die elkander nogal snel opvolgen, wandelt men de landerijen eens rond, neemt een kijkje in de veestal en praat verder over koetjes en kalfjes. Tegen de avond stappen oud en jong -want ook de kinderen komen mee- met een welgevulde maag weer in het rijtuig; want de meesten wonen ver af en komen daarom per as. Bij het afscheidnemen hoort men gewoonlijk:

“Now, ow oe bedankt, kan niet helpen. Wi’j zölt ‘t oe binnen kort weer zeggen”, d.i. terug nodigen.

Hekkelvisites

Ook deze visites zijn een jaarlijks terugkerende drukte. Wanneer namenlijk het vlas gebraakt is, moet het nog verder gezuiverd worden en dat doet de hekel. Omdat dit werk voor de boerin alleen te werkzaam zou zijn, nodigt zij daarbij enige vrou­

wen, hetzij buurvrouwen of familieleden, naar dit het beste uitkomt. Deze zitten met dit werk op de deel, omdat het voor de keuken te veel stuift. Ze brengen de kinderen, zo ze die hebben, mee. Deze gaan dan weer niet naar school, zodat men gerust kan vaststellen: Iedere visitedag, als die niet op Zondag valt, is voor de kin­

deren een verzuimdag op school.

Op zo’n hekkelvisite komt de man der helpsters des morgens niet dadelijk mee.

Deze komt eerst tegen de avond, om vrouw en kinderen op te halen. Hij kan zich dan aan tafel schadeloos stellen voor hetgeen hij des daags heeft moeten ontberen.

Als het vlas gehekeld is, wordt het netjes opgerold en in een zakje gepakt. De boe­

rin, voor wie gewerkt is, heeft dan zoals men het noemt “het vlas in de buul”.

Daarin blijft het zitten, totdat het in de winter moet gesponnen worden.

Schapenscheren

Ofschoon, ook al ten gevolge van de slechte tijden en de goedkope wolprijzen, van deze zaak niet zoveel drukte gemaakt wordt als vroeger, is zo’n dag toch nog altijd een pret voor jong en oud. Reeds in de vroege morgen gaan de scheerders, gewa­

pend met de schapenscheer naar de woning van de boer, wiens schapen van de vacht moeten verlost worden. Spoedig is het werk in volle gang en “als een schaap, dat stom is voor het aangezicht zijner scheerders”, laten deze dieren zich binden, omwerpen en zich ontdoen van hun nuttige vacht. En al is het nog vroeg in de morgen, de fles gaat al gedurig rond, want een “pierenverschrikkertje” moet de scherpe lucht verdrijven, die uit de wol der schapen opstijgt.

In de voormiddag komen ook de vrouwen en kinderen der scheerders opdagen en des middags scharen allen zich aan de dis. Ook de scheerders zitten dan mede aan, want tegen etenstijd is het scheren afgelopen: daar rekent men op. Allen doen zich dan te goed aan rijstebrij met suiker. De boerin valt een steen van het hart als ze hoort, dat de pap lekker smaakt en niet aangebrand is. Ze heeft ook zo haar best gedaan, om het laatste te voorkomen, want het kan zo licht gebeuren. Ze heeft gedurende het koken steeds moeten roeren en dat was geen gemakkelijke taak op deze warme dag boven dat hete vuur. Zie, haar gezicht gloeit er nog van. Maar nu mag ze straks ook mee, om de wol “weg te brengen”. Een kort middagslaapje -

(22)

want dit is men om deze tijd gewoon- en dan naar de wolkoopman. De boer heeft de wol voor deze bestemd -de “spinnewolle”, dat is de wol voor eigen gebruik, heeft de vrouw al opgeborgen- in een schoon beddekken gepakt en op de wagen gela­

den. Het paard wordt ingespannen en zo gaat het stad- of dorpwaarts. Vaak gaat ook de “scheper” mee. De wolkoopman is zeer voorkomend en vriendelijk, want gewoonlijk heeft deze ook een winkel. En als nu de wol gewogen en het gewicht geboekt is, spreekt men hier niet verder over, maar verrekent dan de wol, die het vorige jaar gebracht is. Debet en credit worden met elkaar vergeleken en hiermede is deze zaak dan afgelopen. De wolkoopman tracteert nu goed, want de winst die hij op de wol hoopt te maken, gevoegd bij de winst, die hij op de winkelgoederen, die de wolboeren bij hem kochten gemaakt heeft, doen hem vandaag niet op een borreltje zien, terwijl zijn vrouw daarna nog een lekker kopje koffie schenkt, waar­

bij ze dan een heerlijke boterham voegt.

Dan hebben de boer en zijn vrouw bij het naar huis rijden een druk gesprek over het al of niet meevallen van de prijs der wol over het voorgaande jaar en over de winkelrekening die ook weer niet meeviel. Want: ‘“t löp zo gauw op!”

Volgende keer verder.

F.J. Wandscheer (van 1870-1906 hoofd der school te Nieuwebrug) De Markt in Ommen van 1924

Het was op 1 april 1924 dat we voor het eerst naar school gingen. Dat was de school op het Vrijthof. Er waren twee scholen in Ommen, één op het Vrijthof en één op de Bouweind. Zo werden de scholen ook genoemd. Wanneer we op dins­

dag om elf uur speelkwartier hadden, stond het Vrijthof vol met boerenwagens. De paarden daarvan stonden in de stallen bij Gerrits, een stal in het Zwarte Paard en een stal vol paarden in het pand waar nu Bemboom woont.

Een keer of zes was er op het Vrijthof schapen- en lammetjesmarkt. Dan stonden er hokken op het Vrijthof. Bij Lemmers op de stoep werden kippen en konijnen verhandeld. Dan kwam Gloria uit Zwolle al vroeg met een mand op de fiets om inkopen te doen.

Met mij gingen naar school Gezinus Kramer, Roelf van Aalderen, Freek van 't Loo, Bet Kampman, Dina van Aalderen, Hendrikje van Albino, Bertha van El- burg, Dien Gerrits, Freek Tusveld, Jansen Caspers, Jans Schuurman, Geertje Bakker, Gerrit Makkinga, Gerrit Bruins (Boeb van de Dominee), Wim Hartings- veld, Johan Schuurman, Jan Hendrik Meierink, Griet van Peter Klomp, Willem Hoes, Willem Timmerman, Albert Pasman, Hendrikje Velthuis, Egbert Egberts, en dan nog Anna Sprik, Mina Wissink, Mina Kerver, Grada Ramaker, Geken Assendorp, Anna van Resteren, Dina Splinter. Deze laatsten gingen in 1928 naar de R.-K.-school, die toen werd geopend aan de Voormars.

(23)

Op het Kerkplein waar de Bottermarkt stond, was toen de Eiermarkt. Overal kwamen de boeren en boerinnen vandaan met een mand eieren. Uit alle buurt­

schappen, uit Den Ham, Balkbrug, Oudleusen enz. Er waren toen veel handelaren die bij de winkeliers in de schuren de eieren uittelden en verpakten. Bij Grotenhuis in de Brugstraat was Kanis uit Zwolle. Baarslag uit Hardenberg was bij m'n grootmoeder Makkinga. Bij v.d. Beek kwam Smit uit Deventer. Valk uit Den Ham zat bij slager v.d. Bent, Krudde uit Deventer bij de schipper. Mallon uit Wijhe was bij ons in de Kruisstraat. Ongeveer 1930 ging de fa. Mallon failliet en toen heeft mijn vader de handel overgenomen. Dan stuurde hij de eieren vaak naar Amster­

dam. De eieren werden uitgeteld door Gait Seinen en Dirk Horsman. Daarna werden ze 's middags verpakt in lange kisten met houtwol. Daar gingen er 1200 in.

Wanneer de prijzen aantrokken, zoals tegen de Pasen, dan was de markt gauw afgelopen. Maar als de handel minder was, dan stonden de mensen soms 1 a 1 1/2 uur. Wanneer men een mand met 80 eieren had, dan ontving men soms maar f 2,40 of nog minder. De markt duurde soms wat langer, dan stonden de mensen te wachten tot m'n vader ging uitbetalen. Dan zei m'n moeder: "Waar blijf je toch zo lang, ze moeten maar wachten". Mijn vader antwoordde: "Laat ze eerst maar wat kopen, want daar gaat het alle winkeliers om." Mijn moeder toen: "Ze moeten eerst geld beuren." Als mijn vader binnenkwam van de markt en de winkel stond vol, dan zei hij: "Aller ogen zijn gericht op... " "Kwatta!" zeiden ze dan alle­

maal in koor. Het was maar eventjes of ze hadden allen hun geld, want vader kon snel rekenen. Al met al was het toen geen beste tijd. Er viel voor iedereen weinig te verdienen.

Albertus Makkinga Wordt vervolgd.

Bestuurders en Oudejaarsavond in de Franse tijd

Toen ik een jaar of 14-15 was, waren de dagen rondom Oud en Nieuw een jaar­

lijks terugkerende periode waar ik met veel plezier naar uitkeek. Uiteraard speelde de aanschaf van vuurwerk hierbij een grote rol. Maar er was meer. In de eerste plaats de gigantische hoeveelheden vlees (alcohol speelde toen nog niet zo) die je op Oudejaarsavond werd geacht naar binnen te werken, fantastisch gewoon. Maar het hoogtepunt moest dan nog komen. Nadat je iedereen om 12 uur netjes een hand had gegeven ging je als de bliksem naar de Brugstraat. Want daar zou het ongetwijfeld weer gebeuren. Het stond er dan vaak al zwart van de jongeren, het merendeel een stuk ouder dan mij en al behoorlijk onder de olie. Op zich gebeurde er dan nog niet zoveel, er werd wat geschreeuwd, wat vuurwerk aangestoken en hier en daar op een bel gedrukt. Het werd echter pas werkelijk interessant wanneer de Ommer Hermandad kwam opdagen. En dat ze kwamen, daar kon je vergif op innemen. Het werkte ieder jaar weer als een rode lap op een stier. Achteraf besef je

1 9

.

(24)

pas dat het voor de bewoners van de Brugstraat niet altijd even gezellig was, maar voor ons hoorde het er gewoon bij.

Tegenwoordig schijnt er op Oudejaarsavond nauwelijks nog een onvertogen woord te vallen in de binnenstad, laat staan dat jongeren politieauto’s bekogelen met vuurwerk of er zelfs bovenop klimmen. In feite is hier sprake van een historisch gegroeide verschuiving in de eeuwenoude Oudejaarsavond-rituelen die zich ook in andere plaatsen heeft voorgedaan. Voor een deel veroorzaakt omdat de politie, ook wijzer geworden, minder prominent aanwezig is op deze avond. Maar de belang­

rijkste oorzaak is een andere. In het begin van de jaren ‘70 was het namelijk nog gebruikelijk dat de Ommer kroegbazen om 12.00 uur de tent moesten sluiten. Dus wat kreeg je dan? Precies, het centrum stroomde vol met jongelui die op die avond in de kroegen het jaar hadden uitgeluid. En die waren nog lang niet klaar met feesten, dat begon immers pas om 12.00 uur echt. En ze waren amper buiten of ze werden al op hun wenken bediend.

Zoals gezegd, deze verandering in het doorbrengen van de Oudejaarsavond mag wel historisch worden genoemd. Als gemeentebesturen hun archieven eens wat vaker zouden lezen, hadden ze zich heel wat ellende kunnen besparen, want in elk gemeentearchief zijn waarschijnlijk nog wel sporen van de Oudejaarsavondrituelen te vinden. Ook in Ommen was het verschijnsel niet onbekend, al duurde het tot de Franse Tijd voordat besloten werd er daadwerkelijk tegen op te treden. We vinden er voor het eerst iets van terug in januari van het jaar 1807.1

Op de 19' van die maand stuurt de magistraat van Ommen een bericht naar het toenmalige Departementaal Bestuur. Hierin vermelden zij dat op de afgelopen Nieuwjaarsdag verschillende inwoners zich niet hadden gehouden aan het verbod om .. .op de straten en wegen zoogenaamd Niezvejaars schooten met geweren of pistolen te doen. ”. De daders bestonden meestal uit “moet willige jongens, zeer aparent door ouderen aangespoort.”

Met andere woorden, de burgemeesters waren het zat geweest. Dat gedonder op Oudejaarsavond en Nieuwjaarsdag elke keer moest maar eens afgelopen wezen. Er was een verbod uitgevaardigd, men had zich er niet aan gehouden en er waren jongelui opgepakt. En die waren, zo vermoedde men, ook nog eens door volwas­

senen aangespoord om het verbod aan hun laars te lappen. Maar wat was er nou precies gebeurd?

Zo gebeurde het Egter dat den Secretaris dezer stad ( uitgelokt om de genomen maatre­

gelen tot ontdekking der daders te ondersteunen ende Executie daar van gade te slaan) op een troep jongens losging, waar vandaan hij de Slag hoorde, en bevindende dat een van die knapen een pistool bij zich had, zoo ontnam hij hem hetzelve en hield het in bewa­

ring, uit welk Pistool genoegzaam bleek kortelings geschoten te zijn. ”

De betrapte jongen, ene Lucas Nevels, ongeveer 18 jaar oud werd de dag daarop geciteerd. Oftewel, hij werd opgeroepen op het gemeentehuis te verschijnen om door de burgemeesters verhoord te worden. Zo ging dat toen. Hij ontkende echter geschoten te hebben. Toch werd hij beboet met 1 gulden omdat hij met andere

(25)

jongens reeds eerder soortgelijke streken had uitgehaald. Maar de jonge Nevels weigerde vervolgens zijn boete te betalen. "... zoo het scheen door op ruijing. ” De burgemeesters slaagden er niet in de overige daders te achterhalen, dus werd er een beproefd middel ingeschakeld wanneer een onderzoek dreigde te stranden: er werden een aantal volwassenen opgeroepen om inlichtingen te verstrekken. In dit geval waren dit Arend Huisjen, Gerrit Meijerink GZn en Jan Bakker. Het werd echter al snel duidelijk dat de bezorgdheid van de magistraat om een rustige jaar­

wisseling niet alom werd gedeeld.

Arend Huisjen2 weigerde de hem gestelde vragen te beantwoorden, zelfs als dit onder ede moest. Vragen die, “zoo hij voorgaf, het niet de Pijne waard rekende te beantwoorden, over dit eene beuzelagtige zaak. ” Veel duidelijker had hij z’n mening waarschijnlijk niet kunnen samenvatten. De andere twee dachten er kennelijk net zo over, want zij antwoordden op soortgelijke wijze. De magistraat kon niet veel anders concluderen dan dat men de burgervaders verhinderde deze “buitensporig­

heden” na te speuren. Vandaar ook de brief aan het Departementaal Bestuur. Men vroeg haar om deze personen te gelasten hun medewerking te verlenen, zodat de daders opgespoord konden worden.

Voorzover ik weet heeft dit verzoek niet veel opgeleverd. De eerstvolgende vermel­

ding van bovengenoemde problematiek vinden we pas weer aan het eind van het­

zelfde jaar. Op 27 december 18073 besloot de magistraat om een verbod in te stel­

len op het zogenaamde Nieuwe jaar schieten en op “alle koppeling op de straten op oudejaarsavondOp beide overtredingen werd een boete van een goudgulden gesteld.

Het mocht echter opnieuw niet baten. Op 1 januari 18084 al behandelt de magi­

straat een klacht van Derk Willem ten Toom. Het betrof de jongste zoon van J.G.

Solders, die zich de vorige avond “..zich verkleed aan des zelves huis hadde vertoond, waar des zelvs vrouwe en moeder uitermaten van verschrikt waren geworden”.

Zoals gebruikelijk in die tijd werd de verdachte oproerkraaier onmiddellijk opge­

haald om voor de burgemeesters te verschijnen en aan de tand gevoeld te worden.

De jonge Solders gaf echter geen krimp en ontkende glashard. Hij beriep zich op het feit dat er geen enkel bewijs was dat hij diegene was geweest die de dames Ten Toom de stuipen op het lijf had gejaagd.

Er zat voor de burgemeesters niets anders op “de nodige informatie te nemen”.

Dus werden op 2 januari H. Veenhoven, zijn zoon Jan en Jan Veenhoven R:Z: als getuigen opgeroepen. De eerste verklaarde van de verkleding niets te weten en de andere twee lieten weten hierover niets te willen zeggen, “..zeggende daartoe te moeten legaalgeliteert worden”. Kortom, ze vertikten het een getuigenis af te leggen.

Op zich niet zo vreemd, want Hendrik Veenhoven was koster en schoolmeester>

Zijn salaris was voor een groot deel gebaseerd op de bijdrage die de ouders voor hun schoolgaande kinderen aan de meester moesten betalen.

2 1

.

(26)

De magistraat gaf het echter niet op. Bemardus ten Vonder werd als getuige opge­

roepen. Volgens hem was het wel zeker “dat de jonge Solders zich verkleed en zwart gemaakt heeft en zulks gedaan te hebben in den Jenever Branderij”.

Iets soortgelijks wordt verklaard door Hendrik van Straten. Volgens hem had hij zich verkleed in het kantoor van de branderij.

Het begon er dus slecht uit te zien voor de jonge onverlaat. Wellicht daarom kwam zijn vader zijn opwachting maken in de vergadering en loste de kwestie op door de boete van 2 gulden en 2 stuivers die op de overtreding stond te betalen.

Een jaar later, aan het eind van 18085, pakte de magistraat de zaak nog rigoureuzer aan. Al op 9 december besteedde ze een vergadering aan de Nieuwjaarsperikelen.

Ze constateren nogmaals hoe moeilijk het is het verbod op het schieten op Nieuw Jaar te verbieden. Ze besluiten tot het volgende: De inwoners worden nog eens herinnerd aan het bestaande verbod met de toevoeging dat ook diegene over wiens deur of uit wiens huizen wordt geschoten als daders aangemerkt kunnen worden.

Bovendien loven ze een beloning van zeven gulden uit aan diegenen die met bewij­

zen kunnen aantonen wie zich niet aan het verbod hebben gehouden. Tenslotte wordt er nog een beloning van 1 zilveren ducaat vastgesteld voor diegene die met behoorlijke bewijzen de daders van andere “straatschenderijen” kunnen aanbren­

gen.

We zullen het nooit zeker weten, maar het lijkt erop dat de maatregelen hebben geholpen. Althans, we vinden in 1809 niet de gebruikelijke beraadslagingen van de burgemeesters op 1, 2 of 3 januari over de misstanden tijdens de afgelopen jaar­

wisseling. Maar dat kan natuurlijk ook andere oorzaken hebben gehad. Hoe het ook zij, een jaar later was het weer raak.

Op 2 januari 18106 meldde de secretaris dat er op Oudejaarsavond weer veel werd geschoten en dat hij daarom de straat was opgegaan, om te ontdekken wie zich hier zoal mee bezig hielden. In het kort kwamen zijn belevenissen op het volgende neer. Tussen 18.30 en 19.00 uur zag hij bij het huis van E. de Vries drie jongens lopen die hij ervan verdacht te willen gaan schieten. Hij besloot ze te volgen en zag ze stoppen voor het huis van Aaltje Mensink. Daar hoorde hij ze tegen iemand in de deuropning zeggen “de deur nog niet los”. Toen werd er door een van de drie geschoten, terwijl er iemand in het huis van Aaltje Mensink vluchtte. Dit bleek later Jannes Bosch geweest te zijn. Onmiddellijk na het schot greep de secretaris twee van de drie knapen in hun nekvel, Evert Antonie Dangremond en Jan Men­

sink. Zij beweerden bij hoog en bij laag dat zij de derde dader, Gerhard Amold Evers naar later bleek, die ontsnapt was, niet kenden. Evers had die avond met pistolen rondgelopen en in de Bouwstraat (waarschijnlijk bij Jan Bosch de mole­

naar) beweerd dat hij deze pistolen had gebruikt om op een wagen met zout te passen.

De secretaris had sinds Oudejaarsavond niet stilgezeten en had, met toestemming van de president-burgemeester, Evert Antonie Dangremond in Zwolle op zijn

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

en ieder alleen nog maar oog had voor het nieuwe jaar, verliet het oude jaar stilletjes het huis.. Maar toen gebeurde er iets vreemds; zijn jas bleef haken aan

Willem was bakker en woonde in die tijd in Noordlaren, waar zijn oudste zoon, Harm Rensko, werd geboren.. Op 16 december 1852 verkoopt een Willem, ten huize van

Wij kennen onze moeder, oma, overoma of omama als een lieve, sociale, zeer betrokken en be- langstellende vrouw, niet alleen voor haar gezin, maar ook voor alle mensen om

Peuter met een hard voorwerp (een mes of zo) maar eens wat van de bovenlaag weg. Wellicht kom je zo mosselen tegen of wat ander &#34;fruit de mer&#34; van vele tientallen

Daarnaast is storytelling een onderwerp waar ik veel over weet, door de Master en door mijn eigen interesse erin, waardoor ik het idee had dat ik veel kon betekenen voor dit bedrijf

Het is erg jammer dat tot nu toe migranten, bij elke kandidaatstelling of het nu gaat over de gemeenteraad, de provinciale staten, de Tweede Kamer of de Eerste

In de kabinetsreactie op het rapport van de commissie wordt wat betreft het tweede spoor de bepleite omslag van baanzekerheid naar werkzekerheid weliswaar onderschreven, maar

indien dit niet het geval is, moet het hydraulische systeem worden aangepast aan de nieuwe eisen. B) Controleer of de bedieningselementen van de machine waarop de apparatuur