RE\622077NL.doc PE 374.691v01-00
NL NL
EUROPEES PARLEMENT
2004 2009
Zittingsdocument
28.6.2006 B6-0377/2006
ONTWERPRESOLUTIE
naar aanleiding van een verklaring van de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement
door Miguel Angel Martínez Martínez, Anne Van Lancker en Pierre Schapira namens de PSE-Fractie
over HIV/AIDS: Tijd voor concrete resultaten
PE 374.691v01-00 2/5 RE\622077NL.doc
NL
B6-0377/2006
Resolutie van het Europees Parlement over HIV/AIDS: Tijd voor concrete resultaten
Het Europees Parlement,
– gezien de bijeenkomst op hoog niveau van de bijzondere zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (SAVVN) op 2 juni 2006 over HIV/AIDS en de op deze bijeenkomst aangenomen beleidsverklaring,
– gezien de intentieverklaring van de VN over HIV/AIDS: Global Crisis - Global Action (Mondiale crisis, mondiale actie), die de Algemene Vergadering op 27 juni 2001 tijdens haar 26ste bijzondere zitting heeft aangenomen,
– gezien het document "Preventing the Transmission of HIV among Drugs Abusers"
(Voorkoming van de overdracht van HIV bij gebruikers van verdovende middelen), – gezien de internationale conferentie over HIV/AIDS: Time to deliver (Tijd voor
concrete resultaten) die in augustus 2006 in Toronto wordt gehouden,
– gezien de Abuja-verklaring over HIV/AIDS, tuberculose en andere verwante besmettelijke ziekten (Nigeria, 26-27 april 2001), het gemeenschappelijk standpunt van Afrika tijdens de SAVVN-bijeenkomst op hoog niveau van 2006 en de op 4 mei 2006 door de Afrikaanse Unie in Abuja ondertekende oproep versnelde maatregelen met het oog op algemene toegang tot dienstverlening in verband met HIV en AIDS, tuberculose en malaria,
– gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,
A. overwegende dat in de wereld meer dan 65 mio. mensen met HIV besmet zijn, dat meer dan 25 mio. mensen zijn overleden, dat 15 mio. kinderen ten gevolge van AIDS wees zijn geworden, en dat 95% van de 40 mio. mensen die momenteel met HIV leven in de derde wereld woonachtig zijn, van wie meer dan 70% alleen al in Afrika ten zuiden van de Sahara,
B. overwegende dat onbeschermde heteroseksuele geslachtsgemeenschap momenteel de belangrijkste factor is met betrekking tot de verspreiding van HIV-besmettingen op mondiaal niveau en dat de helft van alle nieuwe HIV-besmettingen jonge mensen betreft die nog geen 25 jaar oud zijn,
C. overwegende dat de helft van alle mensen die met AIDS leven, en 60% van de mensen die met AIDS leven in Afrika thans vrouwen zijn, en dat vrouwen 2 tot 4 maal meer kans maken de ziekte op te lopen dan mannen,
D. overwegende dat vrouwen en meisjes, jongeren, ouderen, mannen die
geslachtsgemeenschap hebben met mannen, mensen die al dan niet via injecties drugs
RE\622077NL.doc 3/5 PE 374.691v01-00
NL
nemen, werknemers in de sekssector, mensen die van geslacht zijn veranderd,
gevangenen, migrerende werknemers, wezen, mensen in gebieden waar conflicten zijn (geweest), inheemse volkeren, vluchtelingen en in eigen land ontheemden, alsook veldwerkers in de HIV/AIDS-sector het meest kwetsbaar zijn voor HIV/AIDS en de gevolgen van de pandemie,
E. overwegende dat tal van organisaties die de SAVVN-bijeenkomst op hoog niveau van 2006 over HIV/AIDS bijwoonden het feit meldden en laakten dat de politieke en economische belangen van enkelen belangrijker waren dan de behoeften van
miljoenen mensen in ontwikkelingslanden, met het gevolg dat er een slappe verklaring werd afgelegd zonder duidelijke doelen of financiële toezeggingen,
F. overwegende dat in de Verklaring van Doha de bescherming van de volksgezondheid boven de bescherming van particuliere handelsbelangen is gesteld en dat is bevestigd dat ontwikkelingslanden het recht hebben gebruikt te maken van
beschermingsmechanismen bij de TRIPS-Overeenkomst, zoals verplichte licenties om octrooien buiten werking te stellen als dit noodzakelijk is voor de bescherming van de volksgezondheid en de bevordering van de algemene beschikbaarheid van
geneesmiddelen,
G. overwegende dat het huidige prijsstelsel, dat erop is gebaseerd dat ondernemingen vrijwillig kortingen verlenen op geneesmiddelen voor ontwikkelingslanden, niet de betaalbaarheid van de geneesmiddelen waarborgt, en dat sommige farmaceutische spécialités zelfs met korting nog te duur zijn; dat sommige kortingen niet beschikbaar zijn omdat producenten zich in sommige landen niet geregistreerd hebben of hun producten er niet op de markt brengen, en dat sommige ondernemingen aan landen met modale inkomsten helemaal geen kortingen aanbieden,
1. spreekt zijn waardering uit voor de toezegging in de verklaring van de SAVVN- bijeenkomst op hoog niveau dat de maatregelen aanzienlijk worden opgevoerd om uiterlijk in 2010 de nagestreefde algemene toegang tot grootschalige
preventieprogramma's, behandeling, zorg en steun te hebben verwezenlijkt;
2. betreurt echter dat de verklaring geen algemene doelen bevat inzake tijdschema's voor behandeling, fondsen en preventie, en geen uitvoerbaar actieprogramma voorstelt voor de verwezenlijking van de doelstelling alle mensen die met HIV besmet zijn uiterlijk in 2010 algemene toegang [tot geneesmiddelen] te verschaffen;
3. spreekt er zijn verontrusting over uit dat de internationale HIV/AIDS-doelen tot dusverre niet zijn bereikt, alsook over het ontbreken van vaste toezeggingen over de herkomst van het extra bedrag van $ 20-23 mia. dat uiterlijk in 2010 nodig is;
4. verzoekt de internationale gemeenschap in augustus tijdens de conferentie in Toronto haar beloften na te komen, en verzoekt de Commissie en de lidstaten erop toe te zien dat de uitgaven voor gezondheidszorg in ontwikkelingslanden niveaus bereiken die evenredig zijn aan de politieke toezeggingen die zijn gedaan in het kader van de Millennium Ontwikkelingsdoelen in het algemeen en van de HIV/AIDS-bestrijding in het bijzonder;
PE 374.691v01-00 4/5 RE\622077NL.doc
NL
5. wijst erop dat het, om de verspreiding van HIV/AIDS daadwerkelijk te stoppen en te keren, van fundamentele betekenis is adequate maatregelen te richten op de
belangrijkste kwetsbare groepen zoals gebruikers van verdovende middelen, werknemers in de seksbranche, mannen die geslachtsgemeenschap hebben met mannen, en meisjes;
6. wijst erop dat rechten inzake seksuele en reproductieve gezondheidszorg van centrale betekenis zijn voor de bestrijding van HIV/AIDS, en verzoekt de Commissie en partnerlanden met klem in strategiedocumenten voor bepaalde landen voorrang te verlenen aan brede preventiestrategieën, o.m. programma's ter bevordering van het condoomgebruik en op jonge mensen afgestemde voorlichting inzake HIV/AIDS;
7. laakt de tegenspraak die duidelijk aan het licht is getreden door de verbijsterende prestaties van de Commissie wat betreft de besteding van ontwikkelingskredieten in de sector gezondheidszorg; wijst er bij voorbeeld op dat in 2003 en 2002 slechts resp.
5,2% en 4% van het EOF bestemd was om te worden uitgegeven aan
gezondheidszorg, en betreurt het dat de Commissie voornemens is voor te stellen slechts 6% van de ontwikkelingskredieten in het kader van het nieuwe instrument voor ontwikkelingssamenwerking te bestemmen voor de ontwikkeling van mens en
maatschappij, hetgeen niet alleen de gezondheidszorg, HIV/AIDS, seksuele en
reproductieve gezondheidszorg omvat, maar eveneens alle andere vormen van sociale ontwikkeling met inbegrip van programma's voor kinderen, onderwijs en op
man/vrouw-problematiek gerichte programma's;
8. verzoekt de Commissie haar begroting voor de gezondheidszorg in ontwikkelingslanden in het kader van het instrument voor
ontwikkelingssamenwerking te verdubbelen en daarnaast haar bijdrage aan het
Wereldfonds tegen HIV/AIDS, malaria en TB te verhogen, en ernaar te streven dat ten minste 50% van alle ODA wordt uitgegeven aan verwezenlijking van de Millennium Ontwikkelingsdoelen;
9. erkent de betekenis van voldoende politiek draagvlak in een land en verzoekt de ontwikkelingslanden voorrang te geven aan uitgaven voor de volksgezondheid in het algemeen en ter bestrijding van HIV/AIDS in het bijzonder, verzoekt de Commissie de toezeggingen te steunen die door de ontwikkelingslanden zijn gedaan (d.w.z. de
toezegging van Abuja ten minste 15% van de algemene begroting uit te geven aan gezondheidszorg) en de partnerlanden te stimuleren het verlenen van voorrang aan de gezondheidszorg als sleutelelement in de strategiedocumenten per land aan te
moedigen, en dringt erop aan dat de uitgaven voor gezondheidszorg door de EU tijdens onderhandelingen als prioriteit worden aangemerkt;
10. wijst op het belang van lokale maatregelen waarop tijdens de SAVVN-bijeenkomst nadrukkelijk is gewezen; wijst erop dat de helft van de wereldbevolking in 2015 in steden zal wonen; dringt erop aan de plaatselijke instanties te betrekken bij preventie, behandeling en zorg en bij het vergemakkelijken van de afstelling van beleid op behoeften die ter plaatse bestaan en bij het wegnemen van de moeilijke
maatschappelijke taboes in verband met de epidemie;
RE\622077NL.doc 5/5 PE 374.691v01-00
NL
11. verzoekt de Commissie waar nodig en op strikte voorwaarden aanzienlijke opvoering toe te staan van de sectoriële begrotingssteun aan sectoren van de gezondheidszorg, met name om belangrijke werknemers in de gezondheidszorg in de
ontwikkelingslanden te houden;
12. wijst erop hoe belangrijk het is dat alle mensen kunnen beschikken over veilig, voldoende en voedzaam voedsel om te kunnen voldoen aan hun eisen op voedselgebied in het kader van alomvattende maatregelen ter bestrijding van HIV/AIDS en met het oog op het welzijn van personen die voor de ziekte worden behandeld;
13. stelt vast dat de TRIPS-Overeenkomst van de WTO sinds 1 januari 2005 in India ten uitvoer wordt gelegd, waardoor het land gedwongen is octrooien op geneesmiddelen te erkennen; stelt vast dat de prijs van eerstelijns AIDS-geneesmiddelen door de
aanwezigheid van meerdere producenten op de markt de afgelopen vijf jaar is gedaald van 10.000 tot 150 US-$ per patiënt per jaar; stelt met verontrusting vast dat recentere geneesmiddelen, met name de duurdere tweedelijns behandelingen, niet uitsluitend mogen worden geproduceerd door octrooihouders, die een monopolieprijs zouden kunnen vaststellen die ontwikkelingslanden zich niet kunnen permitteren;
14. heeft kritiek op bilaterale en regionale handelsovereenkomsten die bepalingen bevatten die de grenzen van de TRIPS-Overeenkomst van de WTO overschrijden ("TRIPS-plus"), zodat de beschermingsmechanismen ter waarborging van het primaat van gezondheid boven handelsbelangen die middels de Verklaring van Doha zijn ingesteld, kunnen worden beperkt en zelfs ongedaan gemaakt; wijst op de
verantwoordelijkheid van de landen, de Verenigde Staten voorop, die de
ontwikkelingslanden onder druk zetten om dit soort vrijhandelsovereenkomsten te tekenen;
15. wijst erop dat verplichte verlening van licenties en gedifferentieerde prijsbepaling het probleem niet geheel en al hebben opgelost, en verzoekt de Commissie nieuwe oplossingen voor te stellen om te waarborgen dat HIV/AIDS-behandelingen daadwerkelijk tegen betaalbare prijzen beschikbaar zijn;
16. wijst erop dat combinaties van vooraf vastgestelde doses (pillen die twee of drie middelen tegen AIDS bevatten) de behandeling van HIV/AIDS vereenvoudigen en in gebieden waar ziekenhuizen en gezondheidswerkers schaars zijn, voorrang dienen te krijgen;
17. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de lidstaten, de secretaris-generaal van de VN en de Wereldgezondheidsorganisatie.