In deze Training gaan we op zoek naar de meest voorkomende dwalingen. Aan jou de eer om een blik te werpen op jouw misverstandenspiegel.

(1)

Bridge Service, Bridge Training 676, 25 augustus 2016, rob.stravers@upcmail.nl 1

Bridge Service, voor gewone bridgers

Nummer 676, 25 augustus 2016 Redactie:

Ron Jedema en Siger Seinen (spelregels), Ad van Gemert, Jan van Die en Frans Schiereck Rob Stravers (spelregels en eindredactie)

Reeds verschenen nummers De BridgeVraagbaak van Kees van Gennip www.bridgeservice.nl www.bridgevraagbaak.nl

De Bridge Training is gratis!

Alleen als je toch graag een bedrag wilt overmaken, mág je dat doen, naar:

rekeningnummer: NL76ABNA0549444440 t.n.v. R.A.M. Stravers (voor overmaking uit een ander land: BIC-code: ABNANL2A.

Opgelet! Bijdragen zijn alleen toegestaan over reeds gepubliceerd werk! En elke cent gaat in de ‘Bridgepot’.

Eindejaars bridgedrive en diner

Eind december wordt de Bridgepot geleegd. Van dat geld bridge en dineer ik dan met het volledige Bridge Serviceteam. Winst wil ik niet maken; als de pot het toelaat breiden we het aantal deelnemers uit met het inloten van zoveel mogelijk donateurs.

De meest voorkomende misverstanden

Optimaal communiceren is zo weinig mogelijk langs elkaar heen praten… Deze

‘waarheid’ garandeert misverstanden waar mensen zijn. En omdat bridge wordt gespeeld door mensen kan ook de bridgetafel bol staan van misverstanden.

In deze Training gaan we op zoek naar de meest voorkomende dwalingen. Aan jou de eer om een blik te werpen op jouw ‘misverstandenspiegel’.

Veel plezier ermee!

(2)

Vraag 1

Dummy noord

♠ B 2 Uitkomst: ♠10 ??

Jij als leider zuid ♠ V 4 3

Welke kaart laat je dummy bijspelen?

Vraag 2

Na 1SA – 3SA speel jij 3SA tegen.

Partner noord komt uit met ♦4, wat minstens een 4-kaart belooft met een plaatje.

Uitkomst ♦4

Leider west Dummy oost

?? ♦ H 10 9 2

Jouw ruitenbezit

♦ B 6 3

De leider laat dummy ♦10 bijspelen. Welke ruitenkaart leg jij?

Vraag 3

Bieden: West Noord Oost Zuid

1♥ 2♦ 2♠ pas

4♠ pas pas pas

Jij moet uitkomen als zuid. Voor welke uitkomst kies je met de volgende handen?

a b c d

♠ 4 3 2 ♠ 4 3 2 ♠ 5 4 3 2 ♠ 4 3 2

♥ 10 9 8 ♥ 10 9 8 ♥ 10 9 8 7 ♥ 10 9 8

♦ H 7 6 ♦ V 2 ♦ B 6 5 2 ♦ A 7 6

♣ 7 6 5 4 ♣ 7 6 5 4 3 ♣ A ♣ 7 6 5 4 Vraag 4

Dummy noord

♣ V 5 4 3 2

♣ A H 9 8

Als je vijf klaverenslagen wilt winnen, met welke klaverenkaart moet je dan beginnen? Je mag ervan uitgaan dat je in de bijkleuren kunt oversteken.

(3)

Vraag 5

Je partner opent met 1♦. Wat bied jij met de drie gegeven handen?

a b c

♠ 10 7 3 2 ♠ A H 3 2 ♠ A 9 8 7

♥ V 6 ♥ H 2 ♥ 3 2

♦ H V 4 2 ♦ 7 6 ♦ 7 6

♣ 10 9 8 ♣ H V B 6 5 ♣ H V B 6 5

Vraag 6

Voor welke openingen kies je met deze drie handen?

a b c

♠ H 6 2 ♠ H B ♠ H 2

♥ A V ♥ H B 7 5 ♥ V 4 3

♦ H V B 9 8 2 ♦ A B 6 ♦ V B 10

♣ B 7 ♣ A B 3 2 ♣ H V B 10 2

Vraag 7

Je speelt 4♠ tegen. Met nog vier slagen te gaan, is dummy aan slag. In plaats van dummy een kaart te laten voorspelen, zegt de leider: ‘Alle slagen zijn voor mij.’

Dummy noord

♥ - ♠ -

♦ 8 7 6 5

Jouw westhand ♣ - Partner oost

♠ 6 ♠ -

♥ 7 6 ♥ 5 4 3 2

♦ 4 ♦ -

♣ - ♣ -

Leider Zuid

♠ 8 7

♥ -

♦ A H

♣ -

Hij laat daarop zijn hand zien met: twee troeven ♠8 en ♠7 en ♦AH in een bijkleur. Jij hebt echter nog ♠6 in handen.

Hoe reageer jij als westspeler op deze claim?

(4)

Vraag 8

Dummy noord

♠ A 3

♥ 4 3 2

♦ B 10 3 2

♣ A V 3 2 Uitkomst: ♠6.

♠ V 4 2

♥ H B

♦ A H 9 8 7

♣ H 10 5

Welke kaart laat je dummy leggen en hoe ga je om met de ruitenkleur?

Vraag 9

Jouw rechtertegenstander opent 2♥. Dat wordt niet gealerteerd. Op jouw vraag wat het bod betekent, luidt het antwoord: ‘Zwakke twee’.

Tijdens het spel blijkt dat je rechtertegenstander inderdaad een zwakke hand heeft, maar met een – magere - 7-kaart harten.

Stelling 1: 2♥ had moeten worden gealerteerd.

Stelling 2: Een zwakke twee moet uit precies een 6-kaart bestaan.

Welk antwoord is correct?

a. Alleen stelling 1 kan goed zijn.

b. Alleen stelling 2 is goed.

c. Beide stellingen kunnen goed zijn.

d. Beide stellingen zijn fout.

Vraag 10

West gever; NZ kwetsbaar

West Noord Oost Zuid Zuidhand 3♥ … pas pas ?? ♠ A H B 9 8 6 5

♥ 4 3

♦ A H 4 3 Je partner dacht duidelijk extra lang na, na wests ‘Stop 3♥’. ♣ - Welke bieding (wil je doen en) doe je?

Op de volgende pagina’s geef ik mijn antwoorden.

(5)

Mijn antwoorden

Vraag 1

Dummy noord

♠ B 2

Uitkomst: ♠10 ??

Jij als leider zuid

♠ V 4 3

Welke kaart laat je dummy bijspelen?

Er zijn spelers die standaard ‘honneur op honneur’ spelen. En daarom dummy

♠B laten bijspelen. Honneur op honneur kán goed zijn, maar beslist niet altijd!

In dit speelfiguur geef je daarmee een schoppenslag cadeau als ♠A en ♠H niet bij elkaar zitten! Oost ontfermt zich dan over ♠B en speelt schoppen terug naar wests andere tophonneur in schoppen, waarmee ♠V weerloos is.

Als je dummy laat duiken, win je altijd een schoppenslag. Of nu ♠V, of later ♠B óf ♠V.

Vraag 2

Na 1SA – 3SA speel jij 3SA tegen.

Partner noord komt uit met ♦4, wat minstens een 4-kaart belooft met een plaatje.

Uitkomst ♦4

Leider west Dummy oost

?? ♦ H 10 9 2

Jouw ruitenbezit

♦ B 6 3

De leider laat dummy ♦10 bijspelen. Welke ruitenkaart leg jij?

De derde man doet wat ie-kan, luidt één van de bekendste bridgewetten.

Schakel echter je verstand niet uit. Als partner ♦Vxxx heeft, kan de leider achter elkaar vier ruitenslagen maken als jij meteen ♦B legt! Hij wint jouw ♦B met ♦A en snijdt daarna met succes over noord op ♦V.

Duik de eerste slag; bewaar ♦B voor ♦9. Alleen dán kan de leider niet voorkomen dat partners ♦V goed is voor een ruitenslag.

Doe dus als ‘derde man’ beslist wél wat je kunt. Maar dat kan soms duiken zijn!

(6)

Vraag 3

Bieden: West Noord Oost Zuid

1♥ 2♦ 2♠ pas

4♠ pas pas pas

Jij moet uitkomen als zuid. Voor welke uitkomst kies je met de volgende handen?

a b c d

♠ 4 3 2 ♠ 4 3 2 ♠ 5 4 3 2 ♠ 4 3 2

♥ 10 9 8 ♥ 10 9 8 ♥ 10 9 8 7 ♥ 10 9 8

♦ H 7 6 ♦ V 2 ♦ B 6 5 2 ♦ A 7 6

♣ 7 6 5 4 ♣ 7 6 5 4 3 ♣ A ♣ 7 6 5 4

Een hardnekkige denkfout is om standaard uit te komen met de hoogste in partners kleur.

Je kiest alleen voor je hoogste kaart in partners kleur:

- als je een 2-kaart hebt;

- als je twee of meer plaatjes hebt in partners kleur;

- als je een troefcontract tegenspeelt én je het aas hebt in partners kleur.

Dan kom je met deze handen op de volgende uitkomsten:

a: ♦6; b: ♦V; c: ♣A(!), ♦2; d: ♦A.

In c eerst ♣A. Dat doe je niet met ♣Axx: partner zal begrijpen dat je ♣A-sec hebt. Zodra partner aan slag komt, kun je je opmaken voor een

klaverenaftroever.

Vraag 4

Dummy noord

♣ V 5 4 3 2

♣ A H 9 8

Als je vijf klaverenslagen wilt winnen, met welke klaverenkaart moet je dan beginnen? Je mag ervan uitgaan dat je in de bijkleuren kunt oversteken.

Een bekende regel is dat je moet beginnen met een ‘dubbele honneur’. Als dan één van de tegenstanders niet bekent, en de ontbrekende klaveren dus 4-0 zitten, heb je in de beide handen nog een hoge kaart waardoor je over beide tegenstanders kunt snijden. Deze regel geldt echter uitsluitend als je alleen de boer mist, zoals hieronder. ♦ V 5 4 3 2

♦ A H 10 9

In vraag 4 mis je echter ♣B en ♣10! Om beide kaarten eruit te kunnen snijden, moet je achter die B10 twee hoge honneurs hebben. Met ♣B10xx bij west ben je kansloos. Met ♣B10xx bij oost niet, mits je begint met ♣V!!! Begin dus nooit automatisch met de dubbele honneur!

(7)

Vraag 5

Je partner opent met 1♦. Wat bied jij met de drie gegeven handen?

a b c

♠ 10 7 3 2 ♠ A H 3 2 ♠ A 9 8 7

♥ V 6 ♥ H 2 ♥ 3 2

♦ H V 4 2 ♦ 7 6 ♦ 7 6

♣ 10 9 8 ♣ H V B 6 5 ♣ H V B 6 5

1♠!!! 2♣!!! 1♠!!!

Toelichting

a Er is in ieder geval een ruitenfit. Omdat een schoppencontract méér oplevert, controleer je - met 1♠ - of partner toevallig ook een 4-kaart schoppen heeft. Reageert partner daarop met 1SA of 2♣, dan kun je alsnog 2♦ bieden.

b Een bekend misverstand luidt: geef altijd voorrang aan de hoge 4-kaart.

Dat doe je echter alleen als je hand te zwak is om in je tweede beurt de schoppenkleur te laten horen. Biedseries als:

1♦ 2♣ en 1♦ 2♣

2♦ 2♠ 2SA 3♠

zouden immers mancheforcing zijn. Met hand b is dat geen enkel

probleem. Maar met 10-11 punten trek je met een schoppenrebid een te grote broek aan.

c Deze hand is te zwak om in een tweede beurt schoppen te laten horen.

Alleen dán geef je voorrang aan de hoge 4-kaart.

Vraag 6

Voor welke openingen kies je met deze drie handen?

a b c

♠ H 6 2 ♠ H B ♠ H 2

♥ A V ♥ H B 7 5 ♥ V 4 3

♦ H V B 9 8 2 ♦ A B 6 ♦ V B 10

♣ B 7 ♣ A B 3 2 ♣ H V B 10 2

1SA!!! 1SA!!! 1SA!!!

Hand a Inderdaad mag de 1SA-openaar een lage 6-kaart hebben; dan zijn twee doubletons onvermijdelijk.

Hand b heeft een puntje te veel. De verdeling en ‘lelijke’ punten geven alle reden voor enige voorzichtigheid. Een mooie 1SA-opening.

Hand c daarentegen heeft heel mooie punten: de gesloten klaverenkleur is waarschijnlijk al goed voor vier slagen! Dat maakt het opwaarderen met één puntje zeker verantwoord!

(8)

Een ‘submisverstand’ is dat je 1SA zou moeten alerteren als je deze ‘marges’

afspreekt.

Een puntje méér of mínder door verdeling of mooie/lelijke punten, en een mogelijke lage zeskaart staan in de Alerteerregeling als voorbeeld van niet alerteren.

Vraag 7

Je speelt 4♠ tegen. Met nog vier slagen te gaan, is dummy aan slag. In plaats van dummy een kaart te laten voorspelen, zegt de leider: ‘Alle slagen zijn voor mij.’

Dummy noord

♠ - ♥ -

♦ 8 7 6 5

Jouw

westhand ♣ - Partner oost

♠ 6 ♠ -

♥ 7 6 ♥ 5 4 3 2

♦ 4 ♦ -

♣ - ♣ -

Leider Zuid

♠ 8 7

♥ - ♦ A H

♣ -

Hij laat daarop zijn hand zien met: twee troeven ♠8 en ♠7 en ♦AH in een bijkleur. Jij hebt echter nog ♠6 in handen.

Hoe reageer jij als westspeler op deze claim?

Stel dat je denkt dat je dan iets moet zeggen als: ‘Ik vind het fijn als je toch nog even doorspeelt.’ Dan is dat een ernstig misverstand.

Want wat zal er dan gebeuren? De leider zal zeer waarschijnlijk aannemen dat jij dat niet zomaar vraagt. Je ziet immers leiders troeven en ♦AH. Grote kans dat hij één keer ruiten speelt en dan troef trekt om uit te sluiten dat hij zich heeft verteld.

Wat moet je dan wél doen? De arbiter uitnodigen! Deze zal dan bepalen hoeveel slagen de leider zal maken, uitgaand van ‘zorgeloos spel’. Dus geen enkel probleem verwachtend. Dat is ook logisch, omdat de leider anders niet had geclaimd.

In dit spel is het - bij zorgeloos spel - heel goed mogelijk dat de leider na ♦A ook ♦H speelt. Waarom na ♦A eerst troef, als de leider bij zijn claim niet meldde dat er nog een troefkaart in het spel zit?

(9)

Vraag 8

Dummy noord

♠ A 3

♥ 4 3 2

♦ B 10 3 2

♣ A V 3 2

Uitkomst ♠6 ♥ A V 7 6 ♥ 10 9 8 5

♠ V 4 2

♥ H B

♦ A H 9 8 7

♣ H 10 5

Welke kaart laat je dummy leggen en hoe ga je om met de ruitenkleur?

Er zijn spelers die denken dat je altijd een lage kaart moet spelen in de tweede hand. Die gedachte moet je absoluut onderdrukken in dit spel!

Als oost ♠H heeft en wint, gebeurt er iets heel vervelends als oost zijn geluk beproefd in harten. Met wat dummy in harten heeft, hoef je daar geen helderziende voor te zijn…

Merk op dat je over oost snijdt op ♦V. Je ♠V blijft dus mooi op de achterhand zitten als west met ♦V aan slag komt en doorgaat in schoppen. ♠V is dan meteen jouw zekere 9e slag!

Het is dus een misverstand dat een tweede man altijd zo weinig mogelijk moet doen wat hij kan…

Vraag 9

Jouw rechtertegenstander opent 2♥. Dat wordt niet gealerteerd. Op jouw vraag wat dat betekent, luidt het antwoord: ‘Zwakke twee’.

Tijdens het spel blijkt dat je rechtertegenstander inderdaad een zwakke hand heeft, maar met een – magere - 7-kaart harten.

Stelling 1: 2♥ had moeten worden gealerteerd.

Stelling 2: Een zwakke twee moet uit precies een 6-kaart bestaan.

Welk antwoord is correct?

a. Alleen stelling 1 kan goed zijn.

b. Alleen stelling 2 is goed.

c. Beide stellingen kunnen goed zijn.

d. Beide stellingen zijn fout.

Stelling 1 kán inderdaad goed zijn. De zwakke twee moet - volgens de hoofdregel - worden gealerteerd als je kunt vermoeden dat de tegenstanders een andere kracht/verdeling verwachten. Kwam in het vorige spel al een zwakke twee voor, dan vervalt de Hoofdregel voor deze afspraak.

Stelling 2 is fout! Een zwakke zevenkaart mag als zeskaart worden

behandeld, een supersterke 5-kaart ook. Bridge kent te veel nuances om in keiharde getallen te proppen… Het juist antwoord is dus… a.

(10)

Vraag 10

West gever; NZ kwetsbaar.

West Noord Oost Zuid Zuidhand 3♥ … pas pas ?? ♠ A H B 9 8 6 5

♥ 4 3

♦ A H 4 3 Je partner dacht duidelijk extra lang na, na wests ‘Stop 3♥’. ♣ - Welke bieding (wil je doen en) doe je?

Eveneens een veel voorkomend misverstand is dat je een pasplicht hebt na partners denkpauze. Noord mag denken en zuid mag bieden wat hij wil. Maar…

zuid mag zelfs niet de suggestie wekken dat hij de informatie van partners denken daarin meenam.

Met deze opgelegde hand mag zuid zeker 3♠ bieden.

Met 4♠ zou ik als arbiter wél een probleem hebben. Noords denken duidt op enige kracht. Die informatie verkleint het risico van een hoog contract.

Het grote misverstand, verplicht passen na partners denkpauze, moet hiermee van tafel zijn. Sterker: soms kan juist een ‘pas’ na partners denkpauze een overtreding zijn!

Lezers Mailen

Nieuwe spelregels

Ik zou graag het volgende willen weten.

Noord, dat ben ik, is dummy.

Mijn partner laat harten voorspelen.

Oost kijkt naar mijn kaart, dan naar de zijne en dan weer naar de mijne.

Uiteindelijk legt hij een harten neer. De slag gaat naar mijn partner.

Zij speelt weer een harten, die oost introeft.

Mijn vraag

Is het geoorloofd om zolang te denken wanneer je een singleton in je handen hebt?

Oost zegt van wel, mits het niet langer dan 10 seconden is.

Is dit juist?

(11)

Rob:

En ik maar denken dat de nieuwe spelregels pas in 2017 tot ons komen!

Normaal wil ik graag weten waar een voor mij onbekende regel vandaan komt. Maar dat is in dit geval niet nodig: dat kan alleen uit

Fatamorganaland zijn!

Met een singleton in handen denken, suggereert meer kaarten in die kleur. Dat komt over als misleidend. Omdat ik ervan overtuigd ben dat deze oostspeler de leider absoluut niet wilde misleiden met zijn denkact, zal hij ook geen enkel probleem hebben met een eventuele aanpassing van het resultaat. Als de arbiter van oordeel is dat de leider wellicht voor een andere voortzetting had gekozen zónder deze denkpauze, met een beter resultaat, heeft hij alle ruimte om dat resultaat te laten noteren!

Met een waarschuwing voor oost en het advies om geen stripverhalen te lezen over bridge…

Wat maakt een tweede bod reverse?

Heb je misschien nog wat tips of uitleg over reverse biedingen? Ik raak er steeds door in de war... Als het niet reverse is, denk ik van wel en andersom.

Klopt het dat, als je SA overslaat, je reverse biedt?

Rob:

Een bieding is reverse als je je bod in een nieuwe kleur hóger is dan een herbieding in je eerste kleur.

West Oost

1♠ 1SA

2♥………..NIET reverse. Ligt ónder 2 in openingskleur (2♠).

1♦ 1♠

2♥………..WEL reverse. Ligt bóven 2 in openingskleur (2♦).

1♦ 1♥

1SA 2♠…WEL reverse. Ligt boven 2 in eerst geboden kleur (2♥).

1♦ 1♠

1SA 2♥…GEEN reverse. Ligt onder 2 in eerst geboden kleur (2♠).

(12)

Moeten we wel of niet slem uitbieden?

♠ A H B 6 4

♥ A 9

♦ H 8 7 5

♣ 9 5

♠ V 8 5 3 ♠ 10 9 7 2

♥ 6 5 3 ♥ 10 8 7 2

♦ 2 ♦ A 9 6 4

♣ 10 6 4 3 2 ♣ H

♠ -

♥ H V B 4

♦ V B 10 3

♣ A V B 8 7

Ons biedverloop (noord gever):

West Noord Oost Zuid

1♠ pas 2♣

pas 2♦ pas 3SA pas pas pas

Zuid maakte 3SA+3.

Ons bieden eindigde in 3SA. Mijn vraag is nu: is dit het juiste eindcontract of moet er doorgeboden worden om een 6♦-slem te bereiken?

Rob:

Het gaat goed t/m noords 2♦-bod. Met dat rebid belooft noord minstens een 5-kaart schoppen, een 4+kaart ruiten én 12-17 punten.

Zuid kon weinig kracht toevoegen aan zijn hand na partners 1♠-opening.

Maar… na het 2♦-rebid gaat opeens de hemel open .

Dan wordt 6♦ toch wel een redelijk kansrijk contract. Zelfs met deze noordhand, waarbij meer dan de helft van de puntenkracht in de schoppenkleur zit. Die zie je liever in de drie lagere kleuren.

Mijn voorkeur gaat uit naar:

1♠ 2♣

2♦ 4SA 5♣ 6♦

5♣ belooft nul of drie ‘azen’, ook troefheer wordt als aas geteld.

Zuid moet hierbij hopen dat noord niet ♥A én ♦AH heeft. Want dan mist hij mogelijk 7♦! .