• No results found

WERELD DER DIEREN - SLANGEN GRATIS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "WERELD DER DIEREN - SLANGEN GRATIS"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

WERELD DER DIEREN - SLANGEN GRATIS

Auteur: Tim Harris Aantal pagina's: 32 pagina's Verschijningsdatum: 2011-12-01

Uitgever: Corona EAN: 9789055666171

Taal: nl Link:

Download hier

(2)

Slangen - Wereld der dieren

(3)

Er is een grote variatie in kleuren en patronen, die echter per soort vrij sterk verschillen. Soorten die in bomen leven, hebben vaak een groene kleur om niet op te vallen tussen de groene boombladeren, soorten die meer op de bodem leven hebben een kleur die ze doet wegvallen tegen de ondergrond. Bodembewonende soorten zijn daarom meestal bruin van kleur en hebben patronen die ze minder doen opvallen tussen de dode bladeren in de strooisellaag. Voorbeelden zijn veel adders die zigzagpatronen hebben, waardoor ze beter versmelten met de achtergrond. Slangen die in woestijnen leven, hebben vaak een zandkleurige huid, zodat ze vrijwel onzichtbaar zijn als ze half ingegraven wachten op een prooi.

Het belangrijkste zintuiglijke orgaan van slangen is de reukzin. Slangen ademen door neusgaten, maar ruiken niet met hun neus. Slangen hechten geurdeeltjes aan hun tong, die permanent vochtig is, zodat de deeltjes blijven plakken. Daarna wordt de tong in de bek teruggetrokken en langs een met sterk doorbloed weefsel gevulde holte in het verhemelte gestreken.

Deze holte wordt het orgaan van Jacobson genoemd; ook bij andere reptielen, zoals skinken en varanen , is dit orgaan sterk ontwikkeld. Het orgaan van Jacobson analyseert de geurdeeltjes, zodat de slang kan bepalen of er een prooi dan wel een vijand in de buurt is. Omdat de tong gespleten is, kan de slang 'in stereo' ruiken en zo bepalen waar de geur het sterkst is, ofwel waar de geur vandaan komt en hierop anticiperen. Bij een 'aangename' geur van bijvoorbeeld een prooi of potentiële partner zal de slang het geurspoor volgen, een vijandelijke geur zal de slang alerter maken en doen vluchten. De tong wordt bij een gesloten bek naar buiten gestoken door een inkeping in de bovenkaak. In tegenstelling tot de meeste dieren wordt de tong dus niet gebruikt bij het doorslikken van voedsel of om te proeven, maar om te ruiken. De tong wordt tijdens het verzwelgen van de prooi ter bescherming in een dunne gleuf aan de onderzijde van de bek geborgen.

De tong heeft, ondanks de zwarte of soms felle rode of blauwe kleuren, niets met giftigheid of het toedienen van gif te maken. Om zich in hun omgeving te kunnen oriënteren maken slangen gebruik van de tastzin door middel van tastzintuiglijke puntjes op de schubben. Bij de gladde slangen zijn deze voornamelijk rond de kop gepositioneerd, bij gravende slangen zijn deze ook rond de staart aanwezig. De visuele waarneming door de ogen speelt eveneens een rol bij de zintuiglijke waarneming, al kunnen slangen niet zo goed zien. Slangen hebben namelijk, in tegenstelling tot zoogdieren, geen irisspier en geen retractorspier van de oogbol. Visuele waarneming wordt voornamelijk gebruikt om andere slangen en bedreigingen te identificeren en niet om prooien op te sporen.

Er zijn enkele uitzonderingen die 's nachts jagen, deze zijn te herkennen aan de relatief grote ogen en de verticale pupil. Dagactieve soorten hebben in de regel kleinere ogen en een rondere pupil. Soorten die voornamelijk graven zijn soms zelfs vrijwel blind, maar soorten die in bomen leven hebben over het algemeen een beter gezichtsvermogen. Slechts enkele slangen hebben binoculair zicht en kunnen beide ogen richten op hetzelfde object. Voorbeelden zijn de twijgslangen uit het geslacht Ahaetulla. Bij zoogdieren verandert tijdens het focussen van het oog de lens van vorm, doordat deze wordt ingedrukt of ontspannen door contractie of verslapping van de spieren in de iris. De vervorming van de lens zorgt dus voor het verkrijgen van de juiste scherpte. Slangen daarentegen laten de lens naar voren en naar achteren bewegen ten opzichte van het netvlies.

Slangen hebben geen beweeglijke oogleden, het onderste ooglid is vergroeid met het bovenste ooglid en is doorzichtig. Het onderste ooglid dient als een soort bril, het ooglid wordt vernieuwd na een vervelling omdat het net als de schubbenhuid mee vervelt. Deze aanpassing van het oog vermindert de beweeglijkheid van het oog aanzienlijk en zorgt voor de starre, ' hypnotiserende ' blik van slangen. Biologen vermoeden dat deze afwijkende bouw van het oog te maken heeft met de prehistorische ontwikkeling van de slangen in zee.

Ook het ontbreken van uitwendige ooropeningen wordt toegeschreven aan de mariene oorsprong van de slangen, die zich pas later op het land hebben aangepast en verspreid zie ook het kopje Evolutie. Slangen bezitten wel het oorbotje columella auris , maar hebben geen middenoor en ook een trommelvlies ontbreekt. Ze kunnen daarom geen geluiden met een hoge frequentie horen, maar wel geluiden met een lage frequentie waarnemen. Slangen zijn gevoelig voor trillingen, omdat de qua oppervlak relatief grote buikzijde permanent contact maakt met de bodem. Ook met het binnenoor kunnen trillingen in de bodem worden opgemerkt en dit is hieraan speciaal aangepast door een bolvormige holte. Sommige slangen hebben een binnen de dierenwereld unieke aanpassing; ze hebben speciale beeldvormende organen voor infraroodstraling. Er zijn twee groepen van slangen met een dergelijk zintuig, die echter niet aan elkaar verwant zijn.

Het betreft de groefkopadders onderfamilie Crotalinae uit de familie adders en verschillende soorten uit de familie reuzenslangen Boidae , zoals de soorten uit het geslacht van de hondskopboa's Corallus. De groefkopadders hebben allemaal één groef schuin onder ieder neusgat, de boa's hebben een rij van groeven op de onderlip, van neuspunt tot achter het oog.

Het wordt bij de groefkopadders wel groeforgaan genoemd, bij de boa-achtigen labiaalgroeven labiaal betekent aan de lip. Met het orgaan kunnen prooidieren in totale duisternis gemakkelijk worden opgemerkt, wat een groot voordeel is voor nachtactieve soorten. Hoe goed

gecamoufleerd een warmbloedig dier ook is, zijn uitgestraalde lichaamswarmte wordt gemakkelijk door de slang opgemerkt. De groefkopadders kunnen een temperatuurverschil waarnemen van 0,° Celsius [11] Slangen met dergelijke groeforganen jagen meestal op warmbloedige prooien;

soorten die op reptielen of amfibieën jagen, hebben niet zoveel aan warmtereceptoren, omdat deze prooidieren koudbloedig zijn, hebben ze dezelfde temperatuur als hun omgeving.

Het skelet van een slang bestaat uit een schedel en een ruggengraat met zeer veel wervels; ongeveer tot meer dan , afhankelijk van de soort.

Behalve de eerste twee nekwervels de atlas en de draaier draagt iedere borstwervel steeds twee ribben, die zeer flexibel zijn en in verbinding staan met de buikschubben. Een aantal slangen heeft gevorkte ribben aan de cloaca. Sommige slangen, zoals de reuzenslangen , hebben nog wel restanten van een bekken en soms kleine flapachtige uitsteekseltjes van wat ooit achterpoten waren, slangen hebben echter nooit functionele poten.

Dankzij het buigzame skelet zijn slangen bijzonder lenig en kunnen zich op uiteenlopende manieren voortbewegen.

Slangen bewegen zich voort op de buik met behulp van de lichaamsspieren en de ribben. De methode van voortbeweging is afhankelijk van de ondergrond, waarbij het substraat en de steilheid van het terrein een rol spelen. Mogelijke bewegingen zijn:. Kronkelen : slangen die over een stevige ondergrond kruipen, bewegen zich onder normale omstandigheden voort met de typische kronkelbeweging waarbij de slang zijn lichaam zijdelings afplat en naar beneden afzet om vooruit te komen. Als de slang kronkelt valt op dat het lichaam in dezelfde bocht blijft liggen en de voorliggende kronkels precies volgt. Deze wijze van voortbeweging is het efficiëntst en de slang kan er gemiddeld de hoogste snelheden mee halen.

(4)

Ook zwemmende slangen bewegen zich altijd kronkelend voort door het water. Voorwaarts schuiven : op een gladde ondergrond, waartegen een slang zich niet kan afzetten, wordt een meer harmonica -achtige beweging gemaakt, die doet denken aan de motoriek van een rups.

Ook heel zware slangen bewegen zich op deze manier voort. De buikschubben worden naar voren geplaatst, waarna de rest van het lichaam wordt meegetrokken. Lussen maken : om in bomen te klimmen krult een slang zijn lichaam in lussen en brengt de kop omhoog, daarna wordt het lichaam omhoog gehesen. De schubben van deze soorten zijn vaak gekield om meer grip te bieden. Side-winding : slangen die over rul zand of modder kruipen, maken zigzaggende bewegingen om het lichaam af te zetten tegen de ondergrond.

Hierbij moet de slang echter zo veel mogelijk gewicht op zo min mogelijk ondergrond drukken, omdat de slang anders wegglijdt. Een bekend voorbeeld is de sidewinder. De slang maakt bochten met zijn lichaam en zet deze af tegen de bodem om zo vooruit te komen. Voornamelijk kleine, dikke slangen bewegen zich op deze manier voort. Sidewinding laat kenmerkende evenwijdige sporen na in het zand. Vroeger werd wel gedacht dat deze manier van voortbeweging diende om het contact met het hete woestijnzand te verminderen om zo niet oververhit te raken, maar hier is geen bewijs voor gevonden. Zweven : enkele slangen uit het geslacht Chrysopelea zijn in staat om stukjes te zweven, door het lichaam sterk af te platten en een spiraalvormige lichaamshouding aan te nemen. Zo kunnen ze zich door gebruik te maken van de zwaartekracht en de

luchtweerstand uit hoge bomen laten vallen zonder te pletter te slaan. Slangen hebben verschillende schedelvormen; soorten die grote prooien verzwelgen hebben een brede kop met veel kaakmassa en kaakspieren, gravende soorten bezitten een platte, wigvormige kop en een puntige snuit.

De schedel van slangen is bij de eerste groep duidelijk te onderscheiden van het lichaam, bij de laatste groep is een insnoering niet of nauwelijks zichtbaar. De kaakdelen van slangen zijn aangepast en kunnen extreem ver worden opengesperd zonder dat het dier daar last van heeft. Dit komt door de vorm en beweeglijkheid van het vierkantsbeen , [6] maar ook de positie van het kaakgewricht speelt een grote rol.

Doordat het scharnierpunt van de onder- en bovenkaak relatief ver naar achter is geplaatst, kan een slang zijn bek verder opendoen dan bijvoorbeeld een hagedis. Het vermogen de bek zeer ver open te sperren stelt de slang in staat om prooien te eten met een grotere diameter dan het lichaam. Een slang kan zijn kaak niet ontwrichten zoals weleens wordt beweerd. De linker- en rechterhelft van de onderkaak zijn niet met elkaar vergroeid maar met pezen verbonden, de onderkaak is hierdoor flexibeler. Hierdoor kan de slang bij grote prooien met zijn ene rij tanden de prooi verankeren in de bek, terwijl de andere rij eerst naar voren wordt geschoven en verderop in de prooi wordt gehaakt. Daarna laat de andere rij tanden los en herhaalt dit proces zich waardoor de prooi langzaam naar binnen wordt gewerkt. Slangen die hun bek extreem ver kunnen opensperren zijn de eieretende slangen uit het geslacht Dasypeltis.

Slangen zijn te onderscheiden aan het type gebit, dat bestaat uit rijen vele kleine scherpe tanden om de prooi vast te houden, gifslangen hebben daarnaast giftanden. Slangen zijn acrodont ; de tanden zijn boven op de kaakbeenrand gepositioneerd. De tanden van alle slangen worden gedurende het gehele leven regelmatig vervangen. Het gebit van slangen is onder te verdelen in vier groepen; een voor de slangen zonder duidelijke giftanden aglyf en drie voor de slangen die wel giftanden dragen opisthoglyf, proteroglyf en solenoglyf. Omdat de bouw van het gebit een zeer belangrijk onderscheid is, worden de verschillende families van slangen ingedeeld naar het gebitstype.

De gebruikte wetenschappelijke termen zijn respectievelijk Aglypha, Opisthoglypha, Proteroglypha en Solenoglypha. De wetenschappelijke namen geven enigszins al aan hoe het zit;. Aglyf wil zeggen dat een slang geen gespecialiseerde giftanden heeft. De meeste soorten slangen zijn aglyf en hebben geen giftanden, gifklieren of groeven waar gif doorheen stroomt. Voorbeelden zijn wurgslangen als pythons en reuzenslangen , die geen gif nodig hebben omdat ze de prooi wurgen. Alle slangen hebben massieve, naar achteren gerichte tanden om de prooi beter vast te kunnen houden bij het doorslikken.

Met name bij soorten die amfibieën of vissen eten is dit handig omdat veel prooien slijm produceren als ze worden aangevallen. Opisthoglyfe slangen hebben twee iets vergrote giftanden die meer achter in de bek staan. Een prooi zit al in de bek als deze ermee in aanraking komt en het gif heeft een werking die voornamelijk de spijsvertering ondersteunt. Slangen met dergelijke giftanden komen ook voor in families van over het algemeen niet-giftige slangen, zoals de familie gladde slangen Colubridae. Sommige soorten kunnen echter, als men er al in slaagt om zich aan de achter in de bek staande giftanden te prikken, levensgevaarlijk zijn. Proteroglyfe slangen hebben wel giftanden, maar deze zijn relatief kort en onbeweeglijk. De giftanden zijn gegroefd en staan voor in de bek in de bovenkaak. Het gif stroomt door de groef in de giftand naar de wond, om de efficiëntie te vergroten moet de slang kauwbewegingen maken.

Slangen met dergelijke giftanden vindt men in de familie koraalslangachtigen Elapidae , voorbeelden zijn cobra's , koraalslangen , mamba's en zeeslangen. Solenoglyf zijn slangen die het best ontwikkelde gifapparaat hebben en bezitten juist heel grote giftanden die als ze niet worden gebruikt naar achteren tegen het gehemelte geklapt zitten. Door dit hefboomachtige systeem worden de tanden automatisch uitgeklapt zodra de bek wordt geopend. Vanwege het vermogen de giftanden in te klappen zijn deze veel langer zodat het gif dieper in de prooi wordt geïnjecteerd, wat de efficiëntie sterk vergroot. Sommige soorten hebben giftanden van enkele centimeters lang.

De tanden zijn hol en staan in directe verbinding met de gifklieren. Omdat solenoglyfe slangen niet eerst een kauwbeweging hoeven te maken maar het gif direct injecteren zijn veel soorten erg gevaarlijk. Voorbeelden van solenoglyfe slangen zijn de soorten uit de familie adders , met als bekende groepen de groefkopadders en de pofadders. Sommige slangen hebben een sterk op de gegeten prooidieren aangepast gebit, een voorbeeld zijn soorten uit het geslacht Pareas familie gladde slangen. Deze soorten leven uitsluitend van landbewonende slakken , die niet in hun geheel worden verzwolgen maar letterlijk uit hun huisje worden getrokken. De slangen hebben meer tanden in de rechterkaak dan in de linkerkaak, wat een voordeel is bij het eten van huisjesslakken omdat een slakkenhuisje altijd rechtsgewonden is. Met een zeldzame linksgewonden slak heeft de slang meer moeite.

De meeste slangen met tanden zijn polyphyodont , waarbij de tanden continu vervangen worden. Giftige slangen zijn geen aparte groep van slangen: soorten uit verschillende, niet-verwante families dragen gif. Ze worden zowel giftige slangen als gifslangen genoemd, strikt genomen is de naam gifslangen beter, want slangen zelf zijn nooit giftig. Gifslangen zijn gevaarlijk, omdat ze giftige verbindingen kunnen overdragen door een beet.

(5)

Het innemen van slangengif is in principe niet schadelijk, mits er geen wondjes zijn in de mondholte of het spijsverteringskanaal. Alleen als het in het bloed terechtkomt is het gif bijzonder effectief en in een aantal gevallen levensgevaarlijk voor de mens. De belangrijkste functie van slangengif is echter niet het doden van vijanden, maar het efficiënter verteren van de prooi.

Slangengif bestaat grotendeels uit verbindingen die eiwitten afbreken. Hierdoor is de slang als een van de weinige dieren in staat de vertering van de prooi al buiten het lichaam te beginnen, nog voordat de prooi is opgegeten. De bekendste familie van gifslangen is de adderfamilie Viperidae , waartoe ook alle groefkopadders en ratelslangen behoren.

Tot de familie Elapidae worden alle mambas , koraalslangen en cobra's gerekend. Van de gladde slangen Colubridae zijn wel enkele soorten giftig, maar ze zijn over het algemeen niet gevaarlijk voor de mens, een uitzondering is de boomslang Dispholidus typus. De zeeslangen leven in

kuststreken in zee, een groot aantal soorten is giftig. Veel gifslangen zijn ongevaarlijk voor de mens. Dit komt doordat de tanden te ver achter in de bek staan, het gif te zwak is, er te weinig wordt toegediend of het gif simpelweg niet werkt op mensen.

Het gif van een aantal soorten bevat stoffen die gebruikt worden in de geneeskunde om medicijnen van te maken, zie ook onder het kopje nuttig gebruik van slangen. De gifklieren van gifslangen zijn ontstaan uit de speekselklieren. Het eigenlijke gif van slangen bestaat uit verschillende soorten giftige verbindingen en de spijsvertering ondersteunende enzymen, zoals gif dat levend weefsel doodt cytotoxine , gif wat op het hart werkt cardiotoxine of het zenuwstelsel platlegt neurotoxine. Cytotoxisch gif veroorzaakt weefselafsterving necrose zodat soms amputatie van een vinger of ledemaat noodzakelijk is. Naast gifstoffen bevat slangengif ook stoffen die de bloeddruk verlagen en stoffen die dienen voor de voorvertering van de prooi.

Ook ATPases en proteases worden geïnjecteerd, deze laatste breken eiwitten af, ATPases verstoren de energiehuishouding. Over gifslangen en hun giftigheid bestaan veel fabeltjes, zoals het 'feit' dat alleen felgekleurde soorten gevaarlijk zouden zijn. Dit heeft echter geen enkele relatie met de werkelijkheid. Slechts een klein aantal soorten heeft felle kleuren ter afschrikking, maar dit geeft geen uitsluitsel, omdat vele niet-giftige slangen deze duidelijk herkenbare kleuren en patronen van de giftige soorten imiteren om er zelf voordeel bij te hebben. Ook de lengte van een slang heeft geen enkele invloed op de giftigheid: gifslangen zijn direct uit het ei al even gevaarlijk als volwassen exemplaren.

Over het algemeen zijn in Europa de giftigste slangen adders juist relatief klein, zo'n 70 tot 80 centimeter. De meeste soorten gifslangen, zoals de adders en de mambas, hebben geen schrikkleuren maar zijn juist goed gecamoufleerd. Ze vallen volledig weg tegen de achtergrond waardoor ze moeilijk zijn op te merken. In Nederland en België zijn slangenbeten zeldzaam, zeker van de enige giftige soort, de adder Vipera berus. Dodelijke beten zijn in Nederland in de moderne geschiedenis niet bekend, ook niet van gedumpte of ontsnapte slangen uit andere landen. In tropische streken echter zijn giftige slangen soms heel algemeen en is de kans dat men er een tegenkomt zeker aanwezig. Landarbeiders in de tropen lopen tijdens hun werk, bijvoorbeeld tijdens de theeoogst of de oogst van suikerriet , het meeste risico op een slangenbeet. Slangen zijn solitaire dieren die behalve in de paartijd alleen leven, enkele uitzonderingen daargelaten.

Van een aantal soorten is bekend dat de slangen in groepen voorkomen maar deze zijn dan te vinden rond een grote voedselbron, zoals een poel waar veel kikkers leven die door de slangen worden gegeten. Slangen die in een winterslaap gaan, zoeken een geschikte plaats uit om te overwinteren en vaak worden meerdere exemplaren aangetroffen in dezelfde schuilplaats, een voorbeeld is de ringslang Natrix natrix. Het gezamenlijk houden van een winterslaap beperkt tevens warmteverlies. De zwangere vrouwtjes van sommige soorten verstoppen zich soms met meerdere exemplaren in dezelfde schuilplaats. In de paartijd vechten de mannetjes soms door elkaar met de staart te omstrengelen en uitvallen te maken met de kop. Het 'gevecht' bestaat altijd uit een korte krachtmeting waarbij de verliezer al snel afdruipt. Vooral de gevechten van de adders Viperidae zijn spectaculair om te zien, [14] maar lang niet alle slangen vechten in de paartijd.

Bij een aantal soorten trekken de mannetjes zich niets van elkaar aan en vormen een soort kluwen rond het vrouwtje, waarbij het grootste mannetje vaak dominant is en als eerste met haar paart. Het komt wel voor dat juvenielen een andere levenswijze hebben dan volwassen exemplaren, zoals de anaconda Eunectes murinus , waarvan de jongere dieren in bomen leven en oudere slangen vanuit het water jagen. Dit heeft niet alleen te maken met het voorkomen van voedselconcurrentie, oudere anaconda's zijn simpelweg te zwaar om door takken gedragen te kunnen worden.

Slangen zijn solitaire dieren die elkaar alleen in de voortplantingstijd dulden en soortgenoten opzoeken om te paren. Soorten in de tropen kunnen jaarlijks eieren produceren, soorten in meer gematigde streken paren om het jaar. Dit komt doordat zowel tijdens de dracht als de winterslaap niet gegeten wordt door het vrouwtje, die het daaropvolgende jaar gebruikt om op krachten te komen, een voorbeeld is de gladde slang. De eieren worden bij deze soorten in de late lente of in de zomer afgezet en komen in de vroege zomer uit.

Hierdoor kunnen de juvenielen zich volvreten om hun eerste winterslaap te doorstaan. Alle slangen kennen een inwendige bevruchting , de mannetjes hebben een hemipenis. Dit is een gepaarde penis zodat het mannetje langs beide zijden contact kan maken. Net als bij de hagedissen zit de staart namelijk in de weg. De hemipenis wordt bij een erectie letterlijk binnenstebuiten gekeerd en stulpt buiten de cloaca.

De penis heeft vaak soortspecifieke stekeltjes of doornachtige uitsteeksels die als weerhaken naar achteren gericht staan om zo beter te hechten aan de cloaca van het vrouwtje. De aanwezigheid van de hemipenis kan een geslachtskenmerk zijn omdat het mannetje een meer gewelfde cloaca- omgeving heeft maar dit gaat niet op voor iedere soort. Vrouwtjes zijn over het algemeen langer en zwaarder bij de slangen. Wanneer men deze kenmerken alle in hun verband beschouwd, dan laten de slangen zich in zekere natuurlijke familiën, groepen en verwantschappen brengen. Daarbij heeft hij nogtans de meest natuurlijke splitsing, welke reeds veel vroeger gemaakt was, behouden, namelijk die in vergiftige en niet giftige slangen.

De niet giftige of onschadelijke slangen worden verdeeld, naar de levenswijze, in aardslangen, die zich holen maken en in den grond leven, in boomslangen, die de bosschen bewonen en uitsluitend op struiken en heesters worden gevonden, in zoetwaterslangen, en eenige andere klassen, over welke het echter niet in mijn plan ligt hier verder te spreken.

Alleen meen ik nog over deze groep te moeten bijvoegen, dat zij, ofschoon onschadelijk geheeten, niet geheel en al zonder eenig gevaar voor den

(6)

mensch is. Andere, niet giftige slangen, kunnen desniettemin werkelijk gevaarlijk worden door de groote kracht van hare beten. En hier moet ik met een woord melding maken van de grootste soorten, die er bestaan, namelijk van de reuzenslangen. Het is bekend, dat deze niet vergiftig zijn, en onderscheiden worden in twee hoofdgeslachten; de Python's, die voornamelijk in Azië leven, en de Boa's, die vooral in Amerika worden gevonden. Vele reizigers en deskundigen beweren, dat zelfs de meest ontwikkelde individuen onder haar—die van 20 tot 25 R. Zij meenen, dat al wat over de vreesselijke gevechten dezer dieren met tijgers, leeuwen en buffels is medegedeeld, gerustelijk in twijfel mag worden getrokken.

Eindelijk verzekert de prins von neuwied ten stelligste, "dat de Boa's en Python's nimmer menschen aangrijpen.

De Baron van de cappelle kreeg, tijdens zijn verblijf te Buitenzorg op Java, van een der inlandsche vorsten eenen grooten, levenden Python ten geschenke. Toen de Javaan, die het dier bragt, dit in tegenwoordigheid van den Hoogleeraar reinwardt , uit de mand, waarin het was opgesloten, te voorschijn wilde halen, wierd hij op hetzelfde oogenblik vreesselijk gebeten, zoodanig dat de geheele voorarm in de lengte was opengereten.

Ook schomburgk zegt, in Amerika vele voorbeelden te hebben gezien van beten, ofschoon nimmer doodelijke, die den Indianen aldaar door Boas waren toegebragt. Deze geleerde reiziger beschrijft het volgende geval van eenen werkelijken aanval eener Boa murina op eenen Indiaan. In het gehucht Morocco vond hij alles in rep en roer over deze, pas voorgevallene en trouwens ook dáár ongehoorde gebeurtenis.

Een Indiaan, op de jagt zijnde, gevoelt zich alleronverwachtst vastgeklemd in de kronkels van eene ontzaggelijke Boa , die, zoo als gewoonlijk, met den staart aan eenen boom hing. Hij roept zijne vrouw toe: "zij zou hem zijn mes brengen uit hunne kano! Gelukkigerwijze behield de man ruimte en kracht genoeg, om den regter arm vrij te maken en de slang verscheidene diepe wonden toe te brengen, die ten gevolge hadden, dat het dier weldra afliet en wegvlood.

Veel minder talrijk, dan de onschadelijke slangen, zijn de giftige, waarover wij voornamelijk willen handelen. Het getal der bekende slangensoorten beliep, volgens schlegel, voor eenige jaren , Onder deze komen niet meer dan 57 giftige soorten voor. De soorten der schadelijke slangen staan dus tot die der onschadelijke nagenoeg als 1 tot 5. Daarenboven zijn de soorten der giftigen veel minder rijk aan individuën, dan die der onschadelijken, zelfs zoozeer, dat het totaal der individuën van beide deze afdeelingen mag worden gerekend tot elkander te staan in de

verhouding van 1 tot 8. Wanneer men alzoo in de slangenlanden negenmalen telkens eene andere slang ontmoet, zoo loopt men gemiddeld slechts ééns gevaar, van op een vergiftig individu te stooten.

Opmerkelijk is het, dat, wanneer men op dit punt het algemeen gevoelen zou willen raadplegen, men eene juist omgekeerde verhouding zou verkrijgen. Men kan naauwelijks gelooven, hoe groot het aantal is der bepaald onschadelijke slangen, even als dat van tallooze hagedissen, dat door het volk als giftig wordt aangezien. Zonder al de soorten der werkelijke giftslangen te kunnen beschouwen, wil ik zoo kort mogelijk hare verschillende geslachten doorloopen, zoo als die door schlegel in 3 groote afdeelingen zijn geplaatst, te weten: de zee -giftslangen, de

addervormige giftslangen en de ware giftslangen. De zee-giftslangen. Deze moeten niet worden verward met de waterslangen in het algemeen. Er is onder dezen eene reeks, die zich in zoetwater ophoudt, en het mag als algemeene regel worden gesteld, dat de zoetwaterslangen tot de on schadelijken behooren. De giftige landslangen houden zich, zooals schlegel beweert, nooit in het water op. Hij zegt, dat misschien eenige soorten van het geslacht Naja daarvan moeten worden uitgezonderd, en wij kunnen daar met schomburgk bijvoegen, zeker ook eene enkele van het geslacht Trigonocephalus.

Deze reiziger heeft in Zuid-Amerika eens het hem geheel vreemde schouwspel bijgewoond van eenen T. Voor het overige is het ons wel bekend, dat vele reizigers het tegendeel staande hebben gehouden en gezegd, dat er in rivieren en meeren "zeer vergiftige" slangen worden gevonden.

Onder anderen is zelfs cuvier , afgaande op berigten van leschenault , hier in dwaling gebragt, zoodat hij eene soort van Acrochordus , op Java, de zoogenaamde "Oular limpé," die zich op den bodem der rivieren ophoudt, onder de giftslangen heeft opgenomen. De nasporingen van schlegel echter hebben geleerd, dat deze soort en dit geheele geslacht,—ofschoon den overgang uitmakende van de Boa's tot de zeeslangen,—onder de on schadelijke reptilia moeten worden geteld.

Het tegendeel nu geldt voor de ware zeeslangen. In de zee komen geene andere dan giftige slangsoorten voor. Men kent daarvan slechts één geslacht, het geslacht Hydrophis, waarvan echter, volgens schlegel, 7, en volgens anderen, een 20 à 30tal soorten zouden bestaan. Hare bewerktuiging staat in het naauwste verband met het element dat zij bewonen. Ten einde het indringen van water in hare luchtwegen te beletten, zijn zij voorzien van klapvliezen aan de neusgaten, terwijl de lippen zoodanig zijn ingerigt, dat die naauwkeurig in elkander sluiten, daar de eene vlakte eenen scherpen rand, de andere eene daaraan beantwoordende sleuf bezit. Zij leven uitsluitend in sommige tropische zeeën. Zij zwemmen in troepen of scholen, en behooren alzoo tot de zeldzame giftslangen, welke tot de "gezellige" dieren kunnen worden gebragt.

Wat sommigen ook daartegen hebben ingebragt, het is thans uitgemaakt, dat alle zeeslangen, zonder onderscheid, voorzien zijn van een gift-toestel.

Hoewel zij van nature niet kwaadaardig zijn, en niet ligt van zelve bijten, hebben russel en Dr. Bij het Engelsche scheepsvolk is men er

tegenwoordig dan ook zeer bevreesd voor. Dit mag wel het gevolg zijn van een paar voorbeelden, die in de laatste jaren bekend zijn gemaakt, van doodelijke verwonding bij den mensch. Het ééne geval, door canton beschreven, betrof een' Engelschen zee-officier,—het andere, door den Officier van Gezondheid jameson medegedeeld, een' Engelschen matroos, ter reede van Madras, die beide toevallig door zeeslangen gebeten, daardoor zeer spoedig, na 2 à 3 uren lijdens, overleden zijn. De zeeslangen zijn van verschillende grootte. Zij bereiken echter hoogstens eene lengte van 5 R.

In deze bepaling ligt dus reeds opgesloten, dat het bestaan der zoogenaamde "groote zeeslang" slechts een fabel is. Doch hoe komt het dan?

Hunne dwaling verklaart zich vrij eenvoudig en natuurlijk. Zij berust alleen op een zonderling optisch bedrog. De heer schlegel , die dit verschijnsel eens in persoon heeft gadegeslagen op onze Noord-Hollandsche zeekust, getuigt volmondig, dat de illusie van een zoodanig schouwspel inderdaad zeer groot is, en dat de zintuigelijke indruk, uit de gezamenlijke bewegingen van deze zeedieren geboren, in de verte, regt goed eene voorstelling kan geven van de kronkelingen eener onmetelijk groote slang. In de tweede afdeeling onderscheidt men: de addervormige giftslangen. Deze hebben alle een betrekkelijk kleinen, eenigzins stompen kop, cirkelronde pupillen, en gladde, niet gekielde huidschubben. Zij zijn iets slanker van vorm dan de ware giftslangen, waarover nader.

Men heeft daarvan drie geslachten, Bungarus , Elaps en Naja. Ofschoon de eerste, de Bungarus -soorten, vrij groot kunnen worden, en deze ook

(7)

daarom wel eens valsche of basterd-reuzenslangen of Pseudo-boa's zijn genoemd, behooren zij niet tot de zeer vergiftige slangen der keerkringslanden. Zij bestaan ook slechts in geringen getale, althans in betrekking tot de streken der aarde, die zij daar bewonen. De Elaps - soorten zijn veel kleiner dan de vorigen. Zij zijn insgelijks niet bijzonder giftig; zelfs twijfelen sommigen ten sterkste aan haren vergiftigen aard. In dit, mede uitlandsch, geslacht ontmoet men onder anderen de bekende koraalslang, den Elaps lemniscatus en corallinus , of Cobra Coral , en ontelbare andere soorten. Dezen naam hebben zij gekregen wegens hare fraaije donkerroode, met wit en zwart afwisselende ringen.

Men moet intusschen niet uit het oog verliezen, dat deze benaming een volksnaam is, zoodat zij in Brazilië en elders ook aan vele andere, zelfs geheel onschadelijke slangen wordt gegeven, vooral aan verscheidene soorten uit het geslacht Tortrix en Calamaria. Ten derde treft men hier aan het uitlandsche geslacht Naja , waarin de meest giftige van deze afdeeling voorkomen. Dit geschiedt door eene zijdelingsche beweging der twintig eerste ribben-paren, die, naar men weet, zich bij de slangen tot aan den kop voortzetten, en die bij dit geslacht minder gebogen zijn. De huid van den hals, vooral van de Naja tripudians , vertoont daarbij eene eigenaardige teekening der zwarte en witte schubben, die alsdan eenige

overeenkomst heeft met eenen kattenkop, of, veel meer nog, met den vorm van eenen neusbril. Zij wordt daarom, even als andere soorten, algemeen "brilslang" genaamd, Serpent à lunettes , ook Cobra di capello.

De laatste naam moet intusschen niet worden afgeleid van den bril, maar is afkomstig van den vorm van een kapje, dat zij, bij het uitzetten van den hals, op het hoofd schijnen te zetten; vandaar heeten zij ook wel Serpents à châperon. Verder zijn deze slangen merkwaardig, doordien ze zich, beter dan anderen, op haren eenigzins omgebogenen staart overeind weten te houden.

Van dáár zelfs dat zij vroeger in Egypte en thans nog op Ceylon afgodisch worden vereerd. Men waant, dat zij, aldus rondziende, het toezigt houden over de akkers. Zij mogen dáár volstrekt niet worden gedood, te minder, daar zij nimmer kwaad zouden doen, wanneer men ze slechts ongedeerd laat. Het zijn, namelijk, deze slangen, die zoowel door Egyptische als Oost-Indische goochelaars of slangenbezweerders tot het volvoeren van allerlei kunstjes voor het volk worden gebezigd. Men laat ze op den staart staan, slingerende bewegingen maken met het hoofd, dood liggen, enz. De goochelaar zou daartegen beveiligd zijn, door de slangen alvorens te hebben "bezworen. Davy intusschen beweert, dat dit niet altijd geschiedt, en ook schomburgk zegt, dat de negers op de Engelsche plantaadjes in West-Indiën nog steeds de kunst verstaan, om ook ratelslangen op eene overeenkomstige wijze te temmen en af te rigten, zonder haar de tanden uit te breken.

In de laatste afdeeling, die der ware giftslangen , vindt men weder drie geslachten: Vipera, Trigonocephalus, Crotalus. Van het geslacht Vipera heeft men vele tropische en slechts weinig Europeesche soorten te onderscheiden. Onder de tropische adders heeft men onder anderen de bergadder, Vip. De laatste is zeer dik van lijf en kan tot 3 voeten lang worden. Zij valt aan met eenen geweldigen voorwaartschen stoot met den kop, waarvan de naam is afgeleid: "zij poft er op. Ook zijn deze hoorntjes opmerkelijk door het gebruik, dat deze adders daarvan zouden maken.

Onder de Europeesche soorten van dit geslacht treft men vooreerst aan: de Vip. Aspis , de grootste adder van Europa, de bekende Aspis van Italië en Frankrijk.

Het is deze, met welke fontana zijne beroemde reeks van proeven heeft genomen. Ten tweede volgt de Vip. In sommige streken vermenigvuldigt dit dier zóó zeer, dat de voetreiziger zich tot onophoudelijke waakzaamheid genoodzaakt ziet. Wat de Vip. Deze is de gewone adder der meer noordelijke gewesten van ons werelddeel, de éénige giftige slang, die ook in ons vaderland wordt gevonden, in Groningen, Vriesland, Overijssel, Gelderland, vooral Drenthe, ook in Utrecht, in de omstreken van Zeist, Driebergen, Amersfoort, Soestdijk, Amerongen, enz.

Zij wordt niet grooter, dan op zijn hoogst 2½ voet; meestal vindt men ze bij ons te lande veel kleiner. Zij is nagenoeg geheel bruin van grondkleur en heeft eene dubbele rij van zwarte vlekken op den rug, die in het midden somtijds zig-zagswijze in elkander overgaan. Zij zoekt bij voorkeur drooge, onbebouwde streken, heidevelden, hooge veenen en bosschen. Zij leeft liefst onder lage struiken, vooral braambeziën en

boschbeziënsoorten, als ook in het mos. Het is deze adder, wier levenswijze uitvoerig is beschreven in de zeer bekende verhandeling van onzen landgenoot van lier. Het is hier de plaats, met een woord melding te maken van de andere slangen, welke, behalve de Vipera berus , in ons vaderland worden gevonden. Men kent er slechts twee, de Coluber natrix en de Anguis fragilis. De eerste, de Coluber of Tropidonotus natrix , onze gewone "ringslang," die in veel grooter getal in dezelfde provinciën van ons land wordt gevonden, is niet alleen te onderscheiden door hare grootte,—zij kan van 3 tot 5 R.

Voorts verschilt zij nog van de vorige, door meer in troepen te leven, door het water te beminnen, en inzonderheid door het ontbreken van gifttanden. De ringslang toch behoort tot de niet giftige dieren. De derde inlandsche slang, mede het meest in Gelderland, Drenthe, enz. Daar zij onder de huid nog sporen van ledematen het sleutelbeen, het schouderblad, enz.

Zij staat op de grens tusschen deze en de slangen. Zij heeft eene deels als staal, deels als koper glinsterende kleur. De oogen zijn naauwelijks zigtbaar, waarom zij ook "blindworm" is geheeten. De kop gaat ongevoelig over in het ligchaam; in het geheel vertoont zij eene groote overeenkomst in uitwendigen bouw met de gewone aard- en rolronde ingewands-wormen. Ook dit kleine diertje staat bij het volk als "zeer vergiftig" te boek,—niet tegenstaande het volstrekt niet te vreezen is, daar het geen spoor van gifttoestel bezit. Dit zoogenaamde slangetje draagt zijnen naam fragilis , breekbaar wegens de groote broosheid van den staart.

Men behoeft het onder sommige omstandigheden maar even met een rijsje te slaan, om het, als glas, in twee of meer stukken te zien springen. Na deze kleine uitweiding terugkeerende tot de giftslangen, treft men in de derde afdeeling, nevens de Vipera , het geslacht Trigonocephalus aan. Dit geslacht bevat de beruchte driehoekskopslangen, dus genaamd om de kantige, hoekige gedaante van het hoofd, dat ook met den vorm van een hart wordt vergeleken.

Men vindt deze hoogst gevaarlijke tropische slangen, die eene grootte van 4 tot 6 R. Kortom, men kan ze dáár te lande overal verwachten. De voornaamste soorten van dit uitgebreid en menigvuldig geslacht,—zij leggen 30 eijeren op eens,—zijn: De Trigonocephalus Jararacca , de

"Braziliaansche adder" geheeten. Zij is, even als de overige in deze reeks, daarom zoo verraderlijk, omdat ze zich bijna altijd onder bladeren en boomschors verscholen houdt;—de Trig. Op de suiker- en andere plantaadjes van dit eiland vooral, telen zij, in verband met het heerleger van ratten aldaar, met welke zij zich voeden, op schrikbarende wijze voort.

(8)

Cuvier noemt haar: le plus dangereux reptile des îles à sucre, en werkelijk beneemt zij er jaarlijks vele negers het leven. Het derde of laatste geslacht eindelijk leveren de Crotali of ratelslangen op. Deze zijn wel is waar gevaarlijk, doch hare beeten worden in het algemeen niet zóó volstrekt doodelijk geacht, als die van de vorige slangen. De ratelslangen behooren uitsluitend in Amerika te huis. Deze dieren zoeken bij voorkeur de eenzame, drooge en warme savannes op, en wagen zich hoogstens tot aan de zoomen der bosschen.

Meestal worden zij diep landwaarts in veel menigvuldiger, ofschoon catesby de noordelijke soort ook in bewoonde streken heeft gezien. De warmte zoekende, dringen zij er zelfs tot in de woonhuizen door, en men heeft zulk een' onwelkomen gast daar soms wel eens in de bedden aangetroffen! Gelukkig nog, dat de ratelslang, even als de meeste andere groote giftslangen, traag van aard is, anders zou de last daarvan in de slangenlanden ondragelijk zijn. De twee voornaamste soorten Crotalus horridus en durissus zijn aan het uiteinde van den staart voorzien van een rateltoestel, weshalve zij ook wel caudisonae of strepitantes zijn bijgenaamd. Alleen eene derde soort heeft dit apparaat niet, en wordt uit dien hoofde Crotalus muttis , de "stomme" ratelslang, geheeten. Bij haar eindigt de staart alleen in eene scherpe en harde punt. Zij wordt ook grooter dan de beide genoemden. Terwijl deze tot eene lengte van 4 à 6 voeten kunnen geraken, wil men Crotali muti hebben gezien van 8, zelfs van 10 voet, daarbij soms de dikte hebbende van eene mannelijke dij.

Zij is dan ook wel de meest gevaarlijke van alle giftslangen. Haar beet wordt voor volstrekt doodelijk gehouden, en zij is bij de Indianen, onder de namen van Oroecoecoe, Koeroekoekoe , of Koenoekoeschie ,—naar de verschillende dialekten,—buitengemeen gevreesd. Wanneer wij nu de eigenschappen van dit dier vergelijken met die der eigenlijke, met ratels voorziene Crotali , zoo kunnen wij de meening van sommigen, omtrent het nut der ratels, niet deelen, wanneer zij stellen, dat de ratel van nature bestemd is, om den mensch te waarschuwen tegen het gevaar. Waarom toch heeft dan de Crotalus mutus , die nog vreeselijker is, geen ratel? En waarom hebben ook de andere giftslangen er geen?

Zou het niet mogelijk zijn, dat de ratel deze slangen, die zoo traag van nature zijn, diende als lokmiddel voor vogels, eekhorens of andere dieren, om die op haar gemak te kunnen bemagtigen? Algemeen toch en teregt wordt het geluid der ratels vergeleken met het schudden van erwten en boonen in hare gedroogde haauwen of peulen. Voor het overige is men het ook over de geluid-sterkte der ratels nog niet geheel eens. Deze is nimmer zoo groot, dat men er door uit den slaap kan worden gewekt. Die voorstelling is even overdreven, als het drie malen waarschuwen met den ratel onwaar is. In eene Museum-zaal alhier, heb ik mij, met den heer schubarth , overtuigd, dat zelfs de laatste afstand niet te groot is genomen. Zelfs bij de groote stilte der natuur, die over dag in de wildernissen der keerkringen bestaat, was het geluid alleen dan hoorbaar, wanneer de slang over een vasten niet begraasden bodem kroop.

Nog moet ik hierbij doen opmerken, dat ik een groot verschil in de sterkte van het geluid der ratels heb gevonden, naarmate die goed droog zijn of nat. Wanneer men een ratel eenige oogenblikken in een glas water legt, dan moet men er al zeer krachtig en snel mede schudden, om er maar iets van te vernemen. Het komt mij dus voor, dat, vooral in den regentijd, de aannadering van eene ratelslang veel minder dan anders zal kunnen worden gehoord; hetgeen des te gevaarlijker is, daar zij juist dan de bewoonde plaatsen opzoekt. Zoo verhaalt schomburgk , dat hij met zijne reisgenooten, in eene hut te Pirara, in den regentijd, vijf malen door ratelslangen werd bezocht.

De vorming dezer deelen geschiedt op de wijze der hoornweefsels, en is te vergelijken met het groeijen der nagels en der horens. Het zijn geene beenige ligchaampjes, geene afgestootene staartwervelen, naar men heeft gewild, maar hoornachtige of lederachtige holle kokertjes, die als het ware met een hoofdje in elkanderen zijn gestoken of gearticuleerd. Het zijn ware aanhangsels van de huid, buiten de spheer van den bloeds- omloop gelegen. Bij iedere vervelling van het dier wordt een nieuwe ratel gevormd, terwijl de ouden niet met de huid worden afgeworpen, maar alleen, telkens één verder, naar buiten opschuiven. Daar de ratelslangen in sommige streken tot 5 malen in het jaar van huid wisselen, kon men meenen, dat het getal ratels buitengemeen groot moet worden. Doch deze zijn te broos, om zeer lang te zijn. Dikwijls vindt de eenzame reiziger afgebrokene geledingen daarvan voor zijnen voet. Geloofwaardige natuuronderzoekers betuigen dan ook, bij de grootste Crotali zelden of nooit ratels te hebben gezien met meer dan 11 tot 15 geledingen.

Na dit beknopt overzigt van de zeven hoofdgeslachten der giftige slangen, is het niet onbelangrijk na te gaan, in welke werelddeelen deze zijn verspreid. Schlegel heeft op eene kaart hare geographische verspreiding aangetoond, en hierbij doen opmerken, dat er tusschen deze dieren en de hemelstreken, die zij bewonen, een duidelijk verband wordt gevonden, doch dat ook hier vele uitzonderingen en sprongen voorkomen, die raadselachtig zijn en voor als nog onverklaard. De giftslangen beminnen de warme gewesten bij voorkeur.

Het sterkst vermenigvuldigen zij zich in de keerkringslanden, en men ziet haar in tal van soorten en individuen afnemen, naarmate men zich verder van de evenachtslijn verwijdert. Op zoek naar de meest populaire boeken van dit moment? Bekijk dan de boeken top Home Nederlandse boeken Wereld der dieren - Slangen. Overzicht Productinformatie Klantenreviews.

Wereld der dieren - Slangen. Bekijk alles van Tim Harris. ISBN

Informatief Lezen

Wilt u er zeker van zijn dat u uw cadeau op tijd in huis hebt? Overweeg eens uw bestelling online te reserveren en af te halen in onze boekhandel.

Wij hebben duizenden titels op voorraad. Bovendien wordt onze boekhandel bevoorraad door een andere vervoerder en heeft u uw bestelling snel in handen. Bestellen en betalen. Levering en verzendkosten. Retourneren en herroepingsrecht. Bestelling annuleren. Readr: klantenkaart en app.

Luisterboeken app. Veel gestelde vragen boeken. Veel gestelde vragen ebooks.

E-mail klantenservice libris. Stel een vraag aan de boekhandel. Boekhandel Bij Arie is aangesloten bij Libris. Boekhandel Bij Arie. Boeken Slangen. Op werkdagen voor besteld, volgende dag thuisbezorgd. In winkelmandje. Andere edities. Gratis bezorging van al uw bestellingen. Altijd de laagste prijs voor nieuwe Nederlandstalige boeken. Verlengde retourtermijn: ruilen of retourneren tot 10 januari No customer reviews. Try all Prime benefits now. There's a problem loading this menu at the moment. Learn more about Amazon Prime. Back to top. Get to Know Us. PO Numbers. For Business. Amazon Second Chance Pass it on, trade it in, give it a second life. Amazon Advertising Find, attract, and engage customers.

(9)

Amazon Music Stream millions of songs. Audible Download Audiobooks.

Slangen - Wereld Der Dieren

Ik lees, ik doe Ik vind je lief Ik voel me Kijkdoos voor groep 1 - 4 Kinderboekenweek Kinderboekenweek 'En toen? Kleuterwerk Klik klak klaar Reken maar! Méér dan onderwijs Meertaligheid: een troef! Hoofdrekenen RAAK! Redactiesommen RAAK! SOMA kubussen Rekenen met Schrijfpalet Schubitrix Engels Schubitrix functieontwikkeling Schubitrix Hoeveelheden herkennen Schubitrix rekenen Schubitrix rekenen overig Schubitrix rekenen tot Seks, hoe voelt dat? Junior Sport- en dansboeken series met KES-bestanden! Junior Veel te veel wortels! Wat is het Wat weet jij van Wat zijn Voortgezet onderwijs Retail Mijn menu Basisonderwijs Thema's.

Codeweek Uitgelicht 3. Verrijken Vakoverstijgend 9. Persoonlijke ontwikkeling Logisch denken Verrijking taal 1. Techniek 4. Engels en andere talen Remediëren Rekenen Taal Spelling 7. Woordenschat Lezen 9. Dyslexie 7. Motorische ontwikkeling 9. Methodes 2. Professionalisering Tussendoor bewegen 2. Sociaal-emotionele ontwikkeling Kunstzinnige oriëntatie Uitgelicht nieuw. Nieuw Spellen 8. Opruiming Larsen puzzels Opruiming Digitaal en online Abimo uitgaven Schubi leermiddelen Larsen puzzels Voorschools 9. Kleuters Groep 3 en 4 In verband met de coronacrisis hebben verschillende Engelse leveranciers hun levering geminderd of tijdelijk gestaakt.

De levertijd van boeken die niet bij ons op voorraad zijn kunnen hierdoor afwijken. Soms kunnen we een boek nog via andere wegen bestellen.

Neem dus altijd even contact met ons op. Boeken In de Drvkkery dwaalt u door duizenden prachtige verhalen. Veelgezochte categorieën De tip van Vinyl Platenspelers Speakers Cd's Ga naar de verzamelpagina. Brasserie de Drvkkery Onze Brasserie kan niet zonder u.

Bekijk het afhaalmenu van komende donderdag Wat staat er aankomende donderdag op het menu? Bekijk het menu. Inloggen E-mail adres.

Wachtwoord vergeten? Nog geen klant? Registreer hier uw account. Vandaag zijn wij geopend van Kruimelpad Home. Winkel Niet op voorraad.

Webshop 1 dag. Toevoegen aan winkelwagen Login om aan favorieten toe te voegen. Dit product: vandaag besteld, vandaag per fiets thuisbezorgd in Middelburg! Bestel via telefoon Bestel via e-mail. Informeer naar beschikbaarheid Engelse boeken Wij raden u aan om voor de beschikbaarheid en levertijd van deze titel contact met ons op te nemen.

Live From New York : An Uncensored History of Saturday Night Live free ebook Het Complete Boek Van Winnie De Poeh download ebook

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Sceptici van het Christendom zetten zich geregeld af tegen de Bijbel en het Christendom met uit- spraken zoals: “Wel, als ik kon geloven in een sprekende slang en sprekende ezel,

Desgewenst kunnen onze specialisten de compensatoren inmeten en de montage voor u

Want de macht van de paarden zit in hun bek, en ook in hun staart: want hun staarten zijn als slangen met koppen, waarmee zij letsel toebrengen. Zie je hoe de koppen en de

Als het gaat om giftige slangen moeten veel dieren uitkijken niet gebeten te worden omdat dit fataal kan aflopen maar als de slang eenmaal gedood is kan deze geheel worden

Voor niet standaard lengtes tot 6 meter worden zaag-/instelkosten berekend.. Prijzen per lengte van

Problemen ter hoogte van het oculaire systeem bij slangen dienen dus op een geheel andere manier benaderd te worden dan aandoeningen van de oogbol bij diersoorten die geen

De thermisch geïsoleerde IsoSoft en IsoSoft Plus ventilatieslangen zijn voorzien van de unieke Ecose isolatiewol, die niet jeukt bij het inkorten en installeren. Om de isolatiewol

De onderdelen van het NOFIRNO ® afdichtingssysteem voor multi-kabeldoorvoeringen zijn NOFIRNO ® kabelslangen voor het separeren van de kabels, NOFIRNO ® (multi-) vulslangen voor