GA VERDER HULP
1 × 2 × 10 × 23
5 ×
Ik kijk welke ik nodig heb uit de tafel
van 23.
69 46 230 115 230 115 69 3 ×
2 3 / 5 8 2 5 \ 2 5 3 rest 6
4 6 0 0 2 0 0 × 1 2 2 5 1 1 5 0 5 0 × 7 5
6 9 3 ×
6
−
−
−
1
Schat het antwoord.Hoe vaak kan het eraf? Kijk naar de honderdtallen.
Schrijf de som in de goede kolom.
1125 : 15
4480 : 32 2080 : 32
4922 : 23
4255 : 23
4875 : 15 7475 : 23
3900 : 15
antwoord tussen 0 en 100
1125 : 15 2080 : 32
antwoord tussen 100 en 200
4480 : 32 4255 : 23
antwoord tussen 200 en 300
3900 : 15 4922 : 23
antwoord tussen 300 en 400
7475 : 23 4875 : 15
2
Welke som hoort erbij?Reken kolomsgewijs in je schrift in maximaal 3 stappen. Maak een tabel.
Een school heeft € 5180,- om op excursie te gaan.
De excursie kost € 34,- per kind.
Hoeveel kinderen kunnen er mee op excursie?
Is er nog geld over?
Femke de Jong maakt een rondreis door Duitsland met de auto.
Zij rijdt 7655 km in 23 dagen.
Hoeveel kilometer is dat gemiddeld per dag?
Rond af op een heel aantal kilometers.
som:
5180 : 34
antwoord:
152 kinderen en € 12,- over
som:
7655 : 23
antwoord:
333 kilometer
DOEL #
• Je oefent kolomsgewijs delen bij sommen als 5819 : 23 en 5825 : 23 (met rest), in maximaal 3 stappen.
BLOK 10
EXTRA
1 2
KLAAR!
3
Reken kolomsgewijs in je schrift in maximaal 3 stappen.Gebruik de tabel.
45
1 × 2 ×
90
10 × 5 ×
3 × 7 ×
450 225 135 315
6885 : 45 =
153
12.378 : 45 =
275 rest 3
14.720 : 45 =
327 rest 5
24
1 × 2 ×
48
10 × 5 ×
6 × 9 ×
240 120 144 216
15.648 : 24 =
652
7106 : 24 =
296 rest 2
14.184 : 24 =
591
4
Hoofdrekenen of kolomsgewijs rekenen? Reken uit in je schrift.Reken van elk rijtje 1 som uit met hoofdrekenen. Zet daar een kruisje voor.
De andere som reken je kolomsgewijs uit.
3570 : 35 =
102
6440 : 35 =
184
16.020 : 45 =
356
9090 : 45 =
202
20.865 : 65 =
321
19.760 : 65 =
304
5
Bedenk een verhaal bij de som.Schrijf het verhaal.
som: 4360 : 33 antwoord: 132 rest 4 verhaal:
eigen antwoord
som: 4360 : 33 antwoord: 132
verhaal:
eigen antwoord
som: 4360 : 33 antwoord: 133
verhaal:
eigen antwoord
GA VERDER HULP
HULP
rekenen met splitsen denken aan een breuk
3 0,70 2 × € 3,70 = € 7,40
6 + 1,40
0,25 × 20 m = 5,00 m
0,25 = 14
rekenen met splitsen rekenen met splitsen
40 0,25
€ 40,25 : 5 = € 8,05
8 + 0,05
15 1,20 16,20 : 3 = 5,40
5 + 0,40
1
Welke som hoort erbij?Je mag er een splitsdakje bij schrijven om de som uit te rekenen.
Willem bezorgt 6 dagen per week de krant.
Hij loopt 4,3 km per keer. Hoeveel km loopt Willem per week met de krant?
Anne verdient per week € 12,10 met folders rondbrengen.
Hoeveel verdient zij in 30 weken?
som:
6 × 4,3 =
antwoord:
25,8 km
som:
30 × 12,10 =
antwoord:
€ 363,-
1 tas met kranten weegt 8,2 kg.
Hoeveel wegen 4 tassen samen?
Dylano verdient per week € 15,80 met folders rondbrengen. Hoeveel verdient hij in 40 weken?
som:
4 × 8,2 =
antwoord:
32,8 kg
som:
40 × 15,80 =
antwoord:
€ 632,-
DOEL 2
• Je oefent vermenigvuldigen en delen met benoemde en onbenoemde kommagetallen.
BLOK 10
EXTRA
1 2
KLAAR!
2
Reken uit.3 × 7,1 =
21,3
4 × 4,6 =
18,4
7 × 3,4 =
23,8
5 × 6,3 =
31,5
8 × 5,2 =
41,6
9 × 2,5 =
22,5
18 × 2,5 =
45
80 × 0,25 =
20
6 × 12,25 =
73,50
3 × 1,25 =
3,75
20 × 0,75 =
15
60 × 0,5 =
30
3
Reken uit.4 × 3,4 =
13,6
6 × 2,8 =
16,8
3 × 4,7 =
14,1
9 × 1,6 =
14,4
5 × 5,3 =
26,5
4 × 7,12 =
28,48
3 × 16,3 =
48,9
7 × 12,5 =
87,5
5 × 14,6 =
73
8 × 25,25 =
202
4
Reken uit.42,6 : 6 =
7,1
18,9 : 3 =
6,3
35,21 : 7 =
5,03
36,20 : 4 =
9,05
54,72 : 9 =
6,08
24 : 5 =
4,8
46,2 : 6 =
7,7
75,6 : 9 =
8,4
20,36 : 4 =
5,09
21,42 : 7 =
3,06
5
Reken uit. Vul in.10
4,0
× 0,40
20
8,0
× 0,40
600
240
× 0,40
5
2
× 0,40
15
6
× 0,40
6
Vul in. Gebruik elk getal 1 keer.Kies uit:
4 6 8 9 3,1 3,3 3,5 3,7
8
×3,5
= 28,09
×3,1
= 27,94
×3,7
= 14,86
×3,3
= 19,8GA VERDER HULP
HULP
gemeten temperatuur 20
15 10 5 0 -5
-10 ma di wo do vr za zo dag
hoogste temperatuur laagste temperatuur
temperatuur °C
De oranje lijn gaat omhoog, de temperatuur stijgt.
De oranje lijn blijft horizontaal, de temperatuur blijft gelijk.
De oranje lijn gaat omlaag, de temperatuur daalt.
Op donderdag was de laagste temperatuur 6 °C.
januari
februari
maart
aantal kinderen jarig in eerste kwartaal
4 roze figuurtjes. Dat betekent 4 × 10 = 40 meisjes.
Een half roze figuurtje. Dat betekent de helft van 10, dat zijn 5 meisjes.
In totaal zijn er dus 45 meisjes jarig in maart.
2 blauwe figuurtjes. Dat betekent 2 × 10 = 20 jongens jarig in maart.
= 10 jongens = 10 meisjes
In dit beelddiagram zie je het aantal jarigen in januari, februari en maart.
DOEL 2
• Je oefent rekenen met lijndiagrammen.
• Je oefent een beelddiagram afl ezen en gebruiken.
BLOK 10
EXTRA
1 2 3 4
GA VERDER
1
Wat was de temperatuur?gemeten temperatuur
-5
-10 0 5 10 15
ma di wo do vr za zo dag
temperatuur °C
hoogste temperatuur laagste temperatuur
dag
ma di wo
do vr za zo
hoogste temperatuur
11 9 12 11 6 3 -2
laagste temperatuur
5 6 8 4 0 -1 -3
Welke dag was de warmste van de week?
woens
dagOp welke dagen kwam de temperatuur onder nul?
op
zater
dag en opzon
dagOp welke dag kwam de temperatuur de hele dag niet boven nul?
op
zon
dagOp welke dagen was de laagste temperatuur hoger dan de laagste temperatuur van maandag?
dins
dag enwoens
dagWat was op zondag de laagste temperatuur?
-3
gradenOp welke dagen was de hoogste temperatuur gelijk?
op
maan
dag endonder
dagGA VERDER
2
Welk verhaaltje hoort bij welk diagram?gemeten temperatuur
-10 -6 -8 -4 -2 0 2 4
ma di wo do vr za zo
dag
temperatuur °C
gemeten temperatuur
1 gemeten temperatuur
-12 -10 -8 -6 0
-4 -2
ma di wo do vr za zo
dag
temperatuur °C
6
2 4
gemeten temperatuur 2
a De temperatuur werd steeds lager, maar gelukkig werd het halverwege de week weer warmer.
Dit was maar van korte duur, want aan het einde van de week werd het heel koud.
b Het vroor een groot deel van deze week.
De temperatuur werd wel steeds hoger, maar aan het einde van de week ging de temperatuur weer naar het vriespunt.
Verhaaltje a hoort bij diagram
1
Verhaaltje b hoort bij diagram
2
BLOK 10
EXTRA
KLAAR!
1 2 3 4
3
Hoeveel eieren legden Tik, Tak en Tokkie per kwartaal? Vul in.Teken in het diagram hoeveel ze er in het vierde kwartaal legden.
eerste kwartaal
tweede kwartaal
derde kwartaal
vierde kwartaal
= 10 eieren van Tik aantal
45 30 40
30 25 35 40 35 50 55 50 35
= 10 eieren van Tokkie
= 10 eieren van Tak
In het eerste kwartaal legde Tokkie
35
eieren en Tik30
eieren.In het tweede kwartaal legde Tak
35
eieren en Tokkie50
eieren.Hoeveel eieren zijn er in totaal in het eerste halfjaar gelegd?
215
4
Maak een beelddiagram.Er leven soms wel 45.000 bijen samen in 1 bijenkast.
Maak er een beelddiagram van.
Maak de legenda af.
= 5000 bijen
aantal bijen per kast bijvoorbeeld:
GA VERDER HULP
HULP
25% van € 700,- =
100%
€ 700,-
?
1% 25% 50%
25% is 14 deel.
14 deel van € 700,- is € 175,-.
1% van € 700,- = € 7,-
25 × € 7 = € 175,- %
€ 700 70 140 175
10
100 20 25
35 5
7% van € 640,-
100%
€ 640,-
0%
€ 0,- ?
7%
# # # # # # 6 4 0 × 7 % # # # # # # 6 4 0 : 1 0 0 = 6 . 4 0 # # # # # # 7 × 6 . 4 0 = 4 4 . 8 0
1
Welke som hoort erbij? Reken uit in je schrift.Op basisschool Het Elzeneind zitten 200 kinderen.
8% zit op muziekles.
Hoeveel kinderen zijn dit?
Min-han zet € 800,- op een spaarrekening.
De rente is 212% per jaar.
Hoeveel euro staat er na 1 jaar op de rekening?
som:
8% van 200
antwoord:
16 kinderen
som:
2
% van 800 + 800
antwoord:
€ 820,-
Op basisschool De Teugenaar zitten
400 kinderen. 6% van de kinderen wil graag een cavia als huisdier.
Hoeveel kinderen zijn dat?
Lois zet € 500,- op een spaarrekening.
De rente is 12% per jaar.
Hoeveel euro staat er na 1 jaar op de rekening?
som:
6% van 400
antwoord:
24 kinderen
som:
% van 500 + 500
antwoord:
€ 502,50
DOEL 3
• Je oefent percentages uitrekenen via 1%, met en zonder de rekenmachine.
• Je oefent kiezen tussen rekenen met een breuk en via 1%.
BLOK 10
EXTRA
1 2
KLAAR!
2
Reken uit in je schrift.25% van € 2400,- =
€ 600,-
2% van € 1400,- =
€ 28,-
5% van € 2000,- =
€ 100,-
50% van € 900,- =
€ 450,-
15% van € 400,- =
€ 60,-
30% van € 900,- =
€ 270,-
60% van € 800,- =
€ 480,-
12% van € 800,- =
€ 96,-
1% van € 7000,- =
€ 70,-
7% van € 300,- =
€ 21,-
4% van € 400,- =
€ 16,-
10% van € 3540,- =
€ 354,-
3
Reken uit.Job zet € 530,- op een spaarrekening.
De bank geeft 1,5% rente per jaar.
Welk bedrag staat er na 1 jaar op de rekening?
Isabel zet € 280,- op een spaarrekening.
De bank geeft 2,5% rente per jaar.
Welk bedrag staat er na 1 jaar op de rekening?
bedrag rente:
€ 7,95
antwoord:
€ 537,95
bedrag rente:
€ 7,-
antwoord:
€ 287,-
Anton verdient € 2600,- per maand.
Hij krijgt een salarisverhoging van 3,5%.
Welk bedrag verdient hij dan per maand?
Jasmijn krijgt per maand € 12,- zakgeld.
Als zij 12 jaar wordt, krijgt zij 15% meer.
Welk bedrag krijgt zij dan per maand?
bedrag extra:
€ 91,-
antwoord:
€ 2691,-
bedrag extra:
€ 1,80
antwoord:
€ 13,80
4
Bij welke bank krijg je het hoogste percentage rente? Kruis aan.Ik zet € 600,- op een spaarrekening. Bij deze bank krijg ik na 1 jaar € 12,- rente.
Ik zet € 500,- op een spaarrekening. Bij deze bank krijg ik na 1 jaar € 15,- rente.
Ik zet € 450,- op een spaarrekening. Bij deze bank krijg ik na 1 jaar € 11,25 rente.
5
Hoeveel? Reken uit in je schrift.Bij de sponsorloop haalde groep 7A 30% meer op dan groep 7B.
En groep 7B haalde 25% meer op dan groep 6.
Groep 6 haalde € 600,- op.
Groep 7A haalde €
975,-
op.Kampioenschappen Mindgame
De hoogste score van vorig jaar was 425.460 punten.
Joris verbeterde dit jaar in de eerste ronde het oude record met 25%.
Maar zijn record werd in de tweede ronde door Britt met 212.730 punten verbeterd.
Britt verbeterde de score van Joris met
40
%.GA VERDER HULP
HULP
huis van bovenaf zijkant van het huis
noord (N)
west (W) oost (O)
zuid (Z)
noordoost (NO) zuidoost (ZO) zuidwest (ZW)
noordwest (NW)
De foto is gemaakt vanuit het oosten.
Het huis van Jip is bij het blauwe kruisje.
De route van Jips huis naar de bushalte is 60 m noord, dan 40 m oost.
N
W O
Z NO
ZO ZW
NW
20 m DOEL 4
• Je oefent windrichtingen gebruiken om een standpunt aan te geven.
• Je oefent beschrijven wat je vanuit een bepaald standpunt ziet.
• Je oefent routes beschrijven met windrichtingen of andere richtingaanduidingen.
• Je oefent hoe je routes volgt.
BLOK 10
EXTRA
1 2 3 4
GA VERDER
1
Maak de plattegrond. Kleur de aanzichten.N
W O
Z
NO NW
ZO
ZW vanuit het zuiden vanuit het oosten
2
Vanuit welke richting zie je dit?N
W O
Z NO
ZO ZW
NW
vanuit het
oosten
vanuit hetnoorden
GA VERDER
3
Teken de kortste route en schrijf op.Teken rood.
vuurtoren grote
haven
stad
kasteel
museum
100 m
N
W O
Z NO ZO ZW
NW De kortste route van het kasteel naar de vuurtoren is
200 m west, 200 m zuid, 100 m west, 100 m noord.
Teken de route op de kaart en vul in.
Teken met blauw.
De boot vaart 100 m oost, dan 100 m noord, dan 100 m oost, 100 m noord, dan 300 m oost, dan 200 m zuid en daarna 100 m west.
De boot vaart naar
de stad
4
Waar loopt Matiz naartoe? Schrijf op.Matiz
Matiz gaat rechtdoor.
Hij neemt de eerste weg naar rechts.
Daarna neemt hij de eerste weg naar links.
Daarna neemt hij de derde weg naar links.
Dan neemt hij de eerste weg links en loopt hij rechtdoor.
Waar komt hij uit?
bij
de school
BLOK 10
EXTRA
1 2 3 4
KLAAR!
5
Welke route legt de op afstand bestuurbare auto af?N
W O
Z NO
ZO ZW
NW 1
2 3 4 5 7 6
8
9 10
11
12 13 14
15
16 17 18
19 20
START
FINISH
1
oosten
2
zuiden
3
noordoosten
4
zuiden
5
westen
6
noordwesten
7
westen
8
zuiden
9
noordoosten
10
zuidoosten
11
oosten
12
noordoosten
13
noordwesten
14
noordoosten
15
oosten
16
zuiden
17
westen
18
zuiden
19
noordoosten
20
zuiden
6
Kleur de aanzichten.Dit is de plattegrond van het bouwsel.
1 1
3 3
2
4 1
2 2
2 2 1
N
W O
Z NO
ZO ZW
NW
vanuit het zuiden vanuit het oosten
GA VERDER HULP
HULP
Je hebt € 10,-.
Je koopt 5 glazen.
Heb je genoeg?
€ 1,95 Maak een makkelijk bedrag. € 1,95 ≈ € 2,-.
Reken uit: 5 × 2 = 10.
Je hebt genoeg, want de frisdrank kost minder dan € 2,- per glas.
18 × 580
Ik rond beide getallen af.
20 × 600 = 12.000
2 × 6 = 12
1540 : 32
Ik rond beide getallen af.
1500 : 30 = 50
15 : 3 = 5
DOEL 4• Je oefent schattend vermenigvuldigen en delen in rekenverhalen met geld en met ronde getallen.
1
Heb je genoeg geld? Omcirkel.bakje druiven € 2,99
net mandarijnen € 1,89
bak peren € 1,99 zak worteltjes € 1,89 WORTELEN
123456797543
WORTELEN WORTELEN WORTELEN WORTELEN WORTELEN WORTELEN
MANDARIJNEN
zak appels € 2,49
123456797543
bakje snoeppaprika’s € 1,95
bak snoeptomaatjes
€ 2,15 mango
€ 0,99 bakje ananasstukjes
€ 2,25
nodig Je hebt genoeg?
3 bakjes snoeppaprika’s € 5,- ja | nee
4 zakken appels € 10,- ja | nee
2 netten mandarijnen € 5,- ja | nee 6 bakjes druiven € 15,- ja | nee
5 bakken peren € 10,- ja | nee
BLOK 10
EXTRA
1 2
KLAAR!
2
Koop zoveel mogelijk. Vul in.Kijk in de prijslijst van opgave 1.
Ik heb € 10,-.
3
bakjes druiven of5
netten mandarijnen of4
zakken appelsIk heb € 12,-.
6
bakken peren of12
mango’s of6
zakken worteltjesIk heb € 20,-.
9
bakken snoeptomaatjes of10
bakjes snoeppaprika’s of8
bakjes ananasstukjes3
Met welke ronde getallen reken je?Schrijf alleen de som op.
38 × 804 ≈
40 × 800
27 × 695 ≈
30 × 700
46 × 39 ≈
50 × 40
99 × 52 ≈
100 × 50
58 × 67 ≈
60 × 70
69 × 496 ≈
70 × 500
31 × 597 ≈
30 × 600
89 × 69 ≈
90 × 70
71 × 47 ≈
70 × 50
88 × 301 ≈
90 × 300
4
Met welke ronde getallen reken je?Schrijf alleen de som op.
618 : 63 ≈
600 : 60
797 : 82 ≈
800 : 80
4130 : 51 ≈
4000 : 50
6996 : 73 ≈
7000 : 70
3030 : 34 ≈
3000 : 30
8993 : 92 ≈
9000 : 90
816 : 197 ≈
800 : 200
5992 : 421 ≈
6000 : 400
5005 : 98 ≈
5000 : 100
3086 : 518 ≈
3000 : 500
5
Welke som hoort erbij?Schrijf op met ronde getallen en reken uit.
In een parkeergarage staan 4194 auto’s.
Er staan 68 auto’s op een rij.
Hoeveel rijen heeft de garage ongeveer?
De nieuwe speeltuin is nu 12 dagen open.
Elke dag kwamen er ongeveer 124 bezoekers.
Hoeveel bezoekers zijn er ongeveer geweest?
som:
4200 : 70 = 60
antwoord:
60 rijen
som:
10 × 100 = 1000
antwoord: