• No results found

6 Gassen en gaswetten.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "6 Gassen en gaswetten."

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

15

kPa 21 :

afgerond Pa

273 . 21 101300 21

,

0 2

2 = × = N =

N p

p

JK Kof 22Nm , K 1

293

m 0,003 m

120000N 2 3

=

×

⋅ =

= T V C p

L 4,2 m 0,0042 m

80000N

K K 278 22Nm , 1 NmK

22 , K 1

278 m 000N . 0 8

3 2

2

=

=

×

=

=

×

V V

bar 60 van

% 25

% 60 100 bar 15

15 = × =

6 Gassen en gaswetten.

Uitwerkingen Opgave 6.1

Opgave 6.2

Opgave 6.3 Gegeven:

JK C

T

p=80.000Pa; =278K; =1,22

Opgave 6.4

Dus 75% van het gas is verbruikt.

Opgave 6.5

Omdat p⋅ V =constant kun je zeggen dat de druk 6x zo groot wordt.

Opgave 6.6

Omdat p·V constant is moet de druk 5x zo klein wordt.

Opgave 6.7

Als de temperatuur bij een bepaald volume hoger wordt zal de druk hoger zijn. De isotherm voor een hogere temperatuur ligt dus hoger in het p-V-diagram.

De rode grafiek hoort bij de hogere temperatuur.

p(bar)

V(m3)

(2)

16

K 322 K 93 L 2 1,0

L 1 , 1

L 1,1 K 293

L 0 , 1

2

2 2 2 1 1

=

×

=

=

=

T

T T V T V

bar 4,4 bar 0 , K 4 293

K 323

K 323

p K 293

bar 0 , 4

2

2 2 2 1

1

=

×

=

=

=

p T p T

p

L 2 , 1 2 , 1

; K;

293 L;

0 , 1 bar;

0 ,

1 1 2 1 2 1

1= V = T = p = p V = ⋅V =

p

K 323

; K;

293 bar;

0 ,

4 1 2 1 2

1= T = V =V T =

p

K) ! J(kg 62 K) 4 J(kg 260 777 , 1 ) O H

( 2 klopt

Rs

= ⋅

× ⋅

=

3 3

3 2

5

m 1,2kg m 0 8

kg 4 , 6 9

kg 4 , 6 9 K) J(kg 287

JK 7659 2

JK 7659 K 2

293

m m 80 10 N 1,013

=

=

=

=

=

=

=

×

⋅ =

=

V ρ m

R m C

T V C p

s

JK R

p T

V =80m3; =293K; =1,013⋅105 Pa; s =287

Pa p

K K T

J mol

R ; 293 ; 105

) 314 (

,

8 = =

= ⋅

L 24,4 m

0,0244 10

293 314 , 8 mol

1

3

5 = =

= ×

= ⋅

⋅ →

=

=

p T V R

T V R p n

m m

Opgave 6.8 Gegeven:

Opgave 6.9 Gegeven:

Opgave 6.10

Na het samendrukken bij 293 K is de druk 2x zo hoog, dus 2 bar. Vervolgens wordt het volume 2x zo groot bij 2 bar. De eindtemperatuur moet dus ook 2x zo groot zijn, dus 586 K.

De gasconstante blijft uiteraard hetzelfde omdat het aantal deeltjes niet verandert.

Opgave 6.11

In 1 kg zuurstof gaan dus 32/18 = 1,777 x zo veel moleculen als 1 kg H2O.

Rs(H2O) moet dus 1,777 x zo groot zijn !

Opgave 6.12 Gegeven:

Opgave 6.13 Gegeven:

(3)

17

3 3 3

3 5

m 1,25kg m 1250 g m

0,0224 g 28,014

m 0224 , 10 0 013 , 1

273 314 , 8 ) 314 (

, 8

014 ,

2 28

=

=

=

=

=

=

= ×

= ⋅

=

= ⋅

=

m m m N

V M V m

p T V R

T R pV

K J mol R

mol M g

ρ

) 314 (

, 8

; 007 ,

14 R J mol K

MN

= ⋅

=

Pa p

K T

m K V

J kg

Rs 460 ( ); =1 3; =293 ; max =2310

= ⋅

g 17,1 kg 0,0171 K

Jkg 460

JK 88 , 7

K Jkg 460

JK Kof 7,88Nm K

293 m m 1

2310N 2 3

=

=

=

= ⋅

=

×

⋅ =

=

=

m R

T V C p

R m C

s s

% 40

% 25 100

10× =

Opgave 6.14 Gegeven:

Opgave 6.15

a) Volgens p·V = constant zou de druk 4 x 1200 = 4800 Pa worden.

b) Bij 20 0C is de maximale druk van waterdamp echter 2310 Pa.

De werkelijke einddruk is dus 2310 Pa en er treedt condensatie op.

c) Voor de maximale druk van de waterdamp maakt dat niet uit. De druk van de lucht zal 4 x zo groot worden.

Opgave 6.16 Gegeven:

Opgave 6.17

10 gram = van 25 gram

De relatieve vochtigheid bij een bepaalde temperatuur is gelijk aan het percentage van wat maximaal mogelijk is,

Opgave 6.18

3 3

max m

2g , 10 17 60 , 0

% 60 m en

17g = → = × =

= ρ

ρ Rh

Opgave 6.19

Volgens de afbeelding op blz. 98 is er sprake van onbehaaglijk vochtig.

Opgave 6.20

Bij 58 0C is de dampdruk 12210 Pa.

Je moet de druk boven de vloeistof dus verlagen tot deze waarde.

(4)

18

Opgave 6.21

Ethanol kookt bij 78 0C als de luchtdruk 1 bar bedraagt. Dat betekent dat de maximale dampdruk bij 78 0C gelijk is aan 1 bar.

Opgave 6.22

Bij ongeveer -48 0C is de maximale dampdruk van LPG 1 bar.

Dus het kookpunt van LPG is -48 0C.

Bij 40 0C is de druk in een LPG-tank ongeveer 17 bar.

Opgave 6.23

De kritische temperatuur is 374 0C en de kritische druk is 220 atm.

Dit betekent dat er boven de 374 oC geen water als vloeistof bestaat en dat je bij 374 0C waterdamp kunt omzetten in vloeistof, maar dat je dan een druk nodig hebt van 220 atm.

Opgave 6.24

In het verfblik is de concentratie aardgas groter dan de UEL-waarde en is sprake van een goede verbranding. Doordat er aardgas verbrand komt er steeds meer lucht in het blik en daalt het volumepercentage. Bij een gehalte kleiner dan 16 vol% aardgas wordt het mengsel explosief.

Opgave 6.25

Bij een gaskraan kun je de hoeveelheid gas regelen. Omdat het gas vrij uitstroomt in de lucht zit je altijd boven de UEL-waarde. Al het uitstromende gas wordt omgezet.

Opgave 6.26 20% van 90% = 18%

percentage O2 = 18%

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• daardoor blijven er bij hogere temperaturen minder lang intacte enzymmoleculen over om de reactie te bewerkstelligen / blijven er bij lagere temperaturen langer

“In de jaren zeventig waren die schaak- computers er, maar dat was iets waar je om lachte, zo van: ‘Kijk nou eens wat ie voor een malle dingen heeft gedaan.’ Ik weet nog dat —

Vooral mannen met een niet-westerse migratieachtergrond halen minder vaak een diploma dan andere studenten.. Hbo voltijd bachelor Wo voltijd

Het aandeel hbo bachelorstudenten dat na vijf jaar een diploma haalt, daalde de afgelopen tien jaar naar 57 procent. In het wo haalt 70 procent van de bachelor- studenten na

Examencommissie verantwoordelijk voor Nederlandse graadverlening  Instellingen zonder formele toestemming om Nederlands onderwijs in het buitenland aan te bieden, kunnen dat

Studenten met ouders die (veel) minder dan gemiddeld te besteden hebben, maken minder vaak gebruik van aanvullend onderwijs, omdat zij dat te duur vinden (Inspectie van het

Een opgave voor de opleidingen • Alle studenten die toegelaten worden in het hoger onderwijs hebben in principe de bagage die nodig is om de opleiding succesvol af te ronden..

Ö leerlingen die minder werk maken van de studiekeuzetaken in het laatste jaar, minder binding voelen met hun studie in het hoger onderwijs: ze zijn minder zeker van hun studie