• No results found

VRIJWILLIGERS: POLITIE VAN DE TOEKOMST?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "VRIJWILLIGERS: POLITIE VAN DE TOEKOMST?"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vigiles2015/1

17 De inzet van vrijwilligers bij de politie is in België

recent voorwerp van debat. In de voorliggende bijdrage reflecteren Philip Pirard en Michelle Voesen over een en ander, in terugkoppeling naar de bevindingen van een werkgroep, opgericht in de schoot van de Vaste Commissie van de lokale politie, die zich over de kwestie boog, alsmede naar een advies van de juridische dienst van de federale politie.

De bijdrage wordt gevolgd door een korte reactie uit Nederlandse hoek van de hand van Lodewijk Gunther Moor: in Nederland is het werken met vrijwilligers binnen de politie een reeds lang ingeburgerde praktijk.

Le recours à des volontaires par la police a récemment fait débat en Belgique. Dans l’article qui suit, Philip Pirard et Michelle Voesen nous proposent une réflexion sur divers points, en les mettant en parallèle avec les considérations d’un groupe de travail créé au sein de la Commission permanente de la police locale qui s’est penché sur la question, ainsi qu’avec un avis du service juridique de la police fédérale. L’article est suivi par une brève réaction venant des Pays-Bas et signée Lodewijk Gunther Moor: aux Pays-Bas, le travail avec des volontaires au sein de la police est une pratique bien répandue.

TER INLEIDING

De verwachtingen van burgers en overheid ten aanzien van de politie worden steeds groter. Het takenpakket van politieambtenaren wordt ook steeds ruimer en voor sommige taken is niet altijd een politiebevoegdheid nodig. Veiligheid is echter een gedeelde zorg van politie, overheden, partners in veiligheid en de bevolking. De participatie van burgers aan het bevorderen van de veiligheid

past dan ook volledig in het raam van een

gemeenschapsgerichte politiezorg. Deze filosofie is immers gebaseerd op een integratie van de politie in de maatschappij en een bekwame betrokkenheid van zowel politie als burgers op het vlak van veiligheid en leefbaarheid. Binnen een gemeenschapsgerichte politiezorg moeten mogelijkheden gecreëerd worden voor de politie en de bevolking om gezamenlijk problemen van veiligheid en leefbaarheid aan te pakken, diensten te verlenen en veiligheid en zekerheid te creëren1. In het licht daarvan zou het inschakelen van betrokken vrijwilligers bij de politie de dienstverlening en het dienstenaanbod ten goede kunnen komen.

Om die reden werd begin 2013 door de Vaste Commissie van de lokale politie (VCLP) een werkgroep opgericht, bestaande uit leden van de lokale politie, federale politie en de VCLP, onder leiding van de eerste auteur van deze bijdrage. Deze werkgroep onderzocht de behoeften en verwachtingen van de politiezones met betrekking tot de inzet van vrijwilligers bij de politie, welke voor- en nadelen ze hiervan verwachten en welke inzetmogelijkheden en -modaliteiten sporen met onze (Belgische) regelgeving.

REGELGEVING

Vrijwilligers in het algemeen

De wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (Vrijwilligerswet)2 regelt de aansprakelijkheid en de verzekering van de vrijwilligers in het algemeen, de sociale en

VRIJWILLIGERS: POLITIE VAN DE TOEKOMST?

Philip PIRARD I Hoofdcommissaris

Korpschef politiezone HAZODI Michelle VOESEN I Beleidsadviseur politiezone HAZODI

. . .

1 Omz. CP1 27 mei 2003 betreffende Community Policing, definitie van de Belgische interpretatie van toepassing op de geïnte- greerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, BS 9 juli 2003.

2 BS 29 augustus 2005.

(2)

Vigiles2015/1

18

fiscale behandeling van hun vergoedingen en de rechtszekerheid van de uitkeringsgerechtigden die vrijwilligerswerk willen doen.

Het vrijwilligerswerk is een activiteit die onbezoldigd en onverplicht verricht wordt ten behoeve van een of meer andere personen, van een groep of organisatie of van de samenleving als geheel, die ingericht wordt door een organisatie anders dan het familie- of privéverband van diegene die de activiteit verricht en die niet door dezelfde persoon en voor dezelfde organisatie verricht wordt in het kader van een arbeidsovereenkomst, een dienstencontract of een statutaire aanstelling3. Het vrijwilligerswerk wordt dus uitgevoerd voor rekening van een club, vereniging, verbond, instelling zonder winstoogmerk of een openbare dienst zoals de politie. De vrijwilliger is een natuurlijk persoon die onbezoldigd (dus zonder dat er een salaris tegenover staat) arbeid verricht binnen een georganiseerde of gereglementeerde structuur. Hij of zij wordt niet als loontrekkende beschouwd.

Inzake aansprakelijkheid en verzekering is degene voor wie de vrijwilliger optreedt, aansprakelijk voor de schade die door de vrijwilliger aan derden berokkend wordt bij de uitvoering van het vrijwilligerswerk4 en zijn de organisaties verplicht de burgerlijke aansprakelijkheid van hun vrijwilligers te verzekeren5. Tot daar de regeling die specifiek de vrijwilligers aangaat. Maar de vrijwilligers vallen uiteraard ook onder het toepassingsgebied van het strafrecht.

Aangezien zij vaak in aanraking komen met persoonsgegevens of geheime informatie die niet zomaar verspreid mogen/mag worden, moeten zij gewezen worden op de ter zake geldende regelgeving en de mogelijke sancties. De vrijwilligersorganisatie is er overigens toe gehouden de vrijwilligers te wijzen op de plicht het beroepsgeheim na te leven6.

Artikel 458 van het Strafwetboek bepaalt dat het beroepsgeheim geldt voor alle personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis krijgen van geheimen die hun toevertrouwd worden.

Vrijwilligerswerk is geen beroep, daar er geen contract of arbeidsovereenkomst is, maar valt volgens de rechtspraak wel onder het begrip ‘staat’7. Vrijwilligers zijn dus gebonden door het beroepsgeheim, indien zij een hulpverlenende taak uitvoeren, waarbij er sprake is van een vertrouwensrelatie met de hulpvrager, en indien zij het vrijwilligerswerk uitoefenen binnen een organisatie. Naast tot het beroepsgeheim kunnen vrijwilligers ook gehouden zijn tot de discretieplicht.

Deze plicht houdt in dat men omwille van de uitgeoefende functie geen gegevens mag doorgeven aan anderen, tenzij deze personen recht hebben op deze gegevens, omdat dit in het belang is van de hulpverlening of van het functioneren van de dienst of organisatie. Er moet bijgevolg steeds zorgvuldig afgewogen worden of iemand recht heeft op kennis van de toevertrouwde gegevens of niet alvorens deze door te geven8. De discretieplicht ligt vervat in het statuut van de politieambtenaren9. Indien een politiezone een vrijwilliger wenst te houden aan de discretieplicht, dient hiertoe een schriftelijke verbintenis tussen de vrijwilliger en de politiezone opgesteld te worden, aangezien vrijwilligers niet vallen onder de verplichtingen van het statuut.

Vrijwilligers bij de politie

De vroegere directie van de juridische dienst, het contentieux en de statuten (nu juridische dienst voor de geïntegreerde politie (DGR/Jur), algemene directie van het middelenbeheer en de informatie van de federale politie) formuleerde een omstandig juridisch advies10, waarin de randvoorwaarden gedefinieerd

. . .

3 Art. 3 Vrijwilligerswet.

4 Art. 5 Vrijwilligerswet.

5 Art. 6 Vrijwilligerswet.

6 Art. 4 Vrijwilligerswet.

7 W. WOUTERS, K. HERBOTS en J. PUT, Omgaan met vertrouwelijke informatie en beroepsgeheim door vrijwilligers, https://wvg.

vlaanderen.be/vrijwilligers/documenten/onderzoek2009/Brochure%20vertrouwelijke%20info.pdf (geraadpleegd op 27 november 2014).

8 W. WOUTERS, K. HERBOTS en J. PUT, Omgaan met vertrouwelijke informatie en beroepsgeheim door vrijwilligers, https://wvg.

vlaanderen.be/vrijwilligers/documenten/onderzoek2009/Brochure%20vertrouwelijke%20info.pdf (geraadpleegd op 27 november 2014).

9 Art. 131 Wet 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, BS 5 januari 1999.

10 Tijdelijke nota van 14 maart 2014 van de vroegere directie van de juridische dienst, het contentieux en de statuten met uitgifte- nummer DGS/DSJ/2014/9814/AJO. Dit advies betreft een interpretatie van de Belgische wetgeving, relevant voor het inzetten van vrijwilligers bij de politie.

(3)

Vigiles2015/1

19 worden die een optreden van vrijwilligers bij de

politie, en bij uitbreiding in de veiligheidssector11, mogelijk maken. Dit advies bevat enkele belangrijke aandachtspunten voor het bepalen van de

mogelijkheden tot het inzetten van vrijwilligers bij de politie.

Toepassingsgebied Vrijwilligerswet

Het begrip ‘vrijwilligerswerk’ wordt in artikel 3 van de reeds aangehaalde Vrijwilligerswet afgebakend.

Twee elementen die hier in het oog springen zijn enerzijds dat de activiteit onbezoldigd en onverplicht verricht dient te worden en anderzijds dat de

activiteit niet door dezelfde persoon en voor dezelfde organisatie verricht mag worden in het kader van een arbeidsovereenkomst, een dienstencontract of een statutaire aanstelling.

Het onbezoldigd en onverplicht karakter heeft tot gevolg dat er geen verbintenis mag bestaan tussen de vrijwilliger en de organisatie. Het is aldus niet toegelaten om de vrijwilliger te verplichten bepaalde prestaties te leveren. Wél is het mogelijk om in een soort afsprakennota zaken overeen te komen aangaande de aard, de duur en de frequentie van het vrijwilligerswerk12. Ook al zou de vrijwilliger dergelijke afsprakennota ondertekenen, dit brengt echter niet mee dat hij tot iets gebonden is, gelet op het volledig vrije karakter van het vrijwilligerswerk13. Er kan dan ook geen sanctie opgelegd worden, wanneer het vrijwilligerswerk niet aangegaan wordt14. Het opstellen van een afsprakennota heeft echter wel nut, aangezien de vrijwilliger hierin accepteert een taak uit te voeren op de wijze die de organisatie voor ogen heeft; dit neemt evenwel niet weg - zoals uit het voorgaande blijkt - dat de vrijwilliger op ieder

ogenblik kan beslissen de taak niet uit te voeren of de taak stop te zetten15.

De activiteit die de vrijwilliger verricht, mag ook

“niet door dezelfde persoon en voor dezelfde organisatie worden verricht in het kader van een arbeidsovereenkomst, een dienstencontract of een statutaire aanstelling”. Het wettelijk toekennen van rechten aan vrijwilligers mag inderdaad niet tot gevolg hebben dat vrijwilligerswerk misbruikt wordt als een goedkoop alternatief voor betaald werk. Een dergelijk misbruik wordt inderdaad mogelijk, indien eenzelfde persoon dezelfde activiteiten verricht voor dezelfde organisatie, zowel in de hoedanigheid van vrijwilliger als in die van werknemer, zelfstandige of ambtenaar16.

Vrijwilligerswerk binnen de

‘veiligheidssector’?

Er zijn reeds openbare instellingen die een beroep doen op vrijwilligers, bijvoorbeeld in het kader van burenbemiddeling. Het kan niet de bedoeling zijn om dergelijke taken terug onder het toezicht en/of de verantwoordelijkheid van de politie te brengen. Er dient dan ook een onderscheid gemaakt te worden tussen vrijwilligers bij de politie en vrijwilligers bij het uitoefenen van andere taken binnen de veiligheidssector. De voorstellen van de door de in de inleiding genoemde werkgroep bevraagde lokale politiezones om vrijwilligers in te zetten als gemeenschapswacht, als gemachtigd opzichter, als burenbemiddelaar of om op te treden bij

sportevenementen of socio-culturele gebeurtenissen, dienen dan ook onderzocht te worden in het licht van de regelgeving die op deze specifieke functies van toepassing is.

. . .

11 Uit de bevraging van de politiezones door de in de inleiding genoemde werkgroep (cf. ook infra) blijkt dat bepaalde zones taken zoals bijvoorbeeld burenbemiddelaar zouden willen laten uitvoeren door vrijwilligers. De juridische dienst voor de geïntegreerde politie is van mening dat het niet de bedoeling kan zijn om bepaalde taken terug onder het toezicht en/of de verantwoordelijk- heid van de politie te brengen. Daarom adviseert deze dienst een onderscheid te maken tussen enerzijds vrijwilligers bij de politie en anderzijds vrijwilligers bij het uitoefenen van andere taken binnen de veiligheidssector.

12 Zie bijvoorbeeld het decreet van 3 april 2009 betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (BS 17 september 2009).

13 Memorie van toelichting bij het wetsvoorstel van 19 november 2003 betreffende de rechten van vrijwilligers, Parl.St. Kamer 2003-04, nr. 0455/001, 8.

14 Memorie van toelichting bij het wetsvoorstel van 19 november 2003 betreffende de rechten van vrijwilligers, Parl.St. Kamer 2003-04, nr. 0455/001, 12.

15 Memorie van toelichting bij het wetsvoorstel van 19 november 2003 betreffende de rechten van vrijwilligers, Parl.St. Kamer 2003-04, nr. 0455/001, 12.

16 Memorie van toelichting bij het wetsvoorstel van 19 november 2003 betreffende de rechten van vrijwilligers, Parl.St. Kamer 2003-04, nr. 0455/001, 13.

(4)

Vigiles2015/1

20

Meer specifiek moet er in dit verband rekening gehouden worden met enerzijds de recente wetswijziging die de bevoegdheden van de gemeenschapswachten uitgebreid heeft17 en anderzijds met de voorstellen om de private veiligheidsdiensten bepaalde politietaken te laten overnemen18. Bij het uitstippelen van een beleid zal er rekening gehouden moeten worden met het feit dat er geen misbruik gemaakt mag worden van het vrijwilligersstatuut.

Randvoorwaarden voor vrijwilligers bij de politie

- Geen toekenning van politiebevoegdheid Het lijkt ons essentieel dat het uitoefenen van politiebevoegdheid verbonden blijft aan de toepassing van het specifieke autonome statuut (gekoppeld aan een streng selectiebeleid en een eigen deontologie) van de politiepersoneelsleden.

Daarom heeft de wetgever ook steeds geweigerd om de gemeenschapswachten, ondanks de uitbreiding van hun takenpakket, politiebevoegdheid te geven.

De bevoegdheden van de gemeenschapswachten werden juist uitgebreid, opdat de politiediensten hun capaciteit beter zouden kunnen richten op de uitvoering van taken die wél politiebevoegdheid vereisen19. Dezelfde redenering kan toegepast worden op het takenpakket van de vrijwilligers binnen de politiediensten.

- Geen kennis en uitwisseling van (persoons)gegevens Er stelt zich een probleem wat betreft de uitwisseling van gegevens tussen de leden van de politiediensten enerzijds en de vrijwilligers anderzijds. Indien er bepaalde taken aan vrijwilligers toevertrouwd worden, houdt dit immers in dat er bepaalde informatie, waarvan normaal gezien enkel leden van de politiediensten kennis mogen hebben, nu ook meegedeeld wordt aan gewone burgers (ondanks het feit dat de vrijwilligers taken vervullen voor de politiediensten, blijven zij namelijk, onder meer in het raam van de privacywetgeving, gewone burgers).

De verwerking van persoonsgegevens20 is echter aan stringente regels onderworpen om het privéleven van de burgers te beschermen. De overdracht van de informatie van het lid van de politiedienst aan de vrijwilliger moet beschouwd worden als een

‘verwerking’ in de zin van de Wet Verwerking Persoonsgegevens. Ook het gebruik van de gegevens door de vrijwilliger zelf moet trouwens als een

‘verwerking’ beschouwd worden. De overdracht van de informatie van een lid van de politiedienst naar de vrijwilliger is dan ook slechts toegelaten, wanneer hiervoor toestemming verleend werd. Ook voor de tweede verwerking, namelijk ‘het daadwerkelijk kennisnemen en gebruiken van de gegevens’ door de vrijwilligers, geldt dat de toestemming van de betrokken burgers ervoor kan zorgen dat dit gebruik van gegevens door vrijwilligers mogelijk wordt.

. . .

17 Wet 13 januari 2014 tot wijziging van de wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot instel- ling van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet, BS 30 januari 2014.

18 Wetsvoorstel 29 januari 2014 tot wijziging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid wat de overname van politietaken betreft, Parl.St. Kamer 2013-14, nr. 3327/001, opnieuw ingediend op 2 december 2014 door mevrouw Sabien Lahaye-Battheu, Parl.St. Kamer, 2014-15, nr. 54.0675/001.

19 Antwoord van de minister van Binnenlandse Zaken op de vraag nr. 988 van de heer volksvertegenwoordiger Stefaan Van Hecke van 14 juni 2013 (Parl.St. Kamer 2013-14, QRVA 53 133 (28 oktober 2013)).

20 Met persoonsgegeven wordt bedoeld: “iedere informatie betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon” (zie art. 1, § 1 Wet 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwer- king van persoonsgegevens (BS 18 maart 1993) (Wet Verwerking Persoonsgegevens)) Ook de term ‘verwerking’ wordt zeer ruim geïnterpreteerd, namelijk als “elke bewerking of elk geheel van bewerkingen met betrekking tot persoonsgegevens, al dan niet uitgevoerd met behulp van geautomatiseerde procedés, zoals het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiden of op enigerlei andere wijze ter beschikking stellen, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het afschermen, uitwissen of vernietigen van persoonsgegevens” (art. 1, § 2 Wet Verwerking Persoonsgegevens).

(5)

Vigiles2015/1

21 Bovendien kunnen vrijwilligers geen toegang krijgen

tot bepaalde databanken. De taak om gegevens en inlichtingen met betrekking tot gebeurtenissen, groeperingen en personen die een concreet belang vertonen voor de uitoefening van de opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie, in te winnen en te verwerken, wordt in de artikelen 44/1 et seq.

van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt enkel toegekend aan leden van de politiediensten.

Aangezien vrijwilligers geen lid zijn van de politiediensten, hebben zij ook geen toegang tot de databanken, waarin deze informatie opgeslagen wordt.

Bijkomend moet aangegeven worden dat de

Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in haar adviezen de nadruk legt op het zeer gevoelige karakter van de gegevens die in de Algemene Nationale Gegevensbank (ANG) opgenomen zijn21. Het lijkt ons daarom ook niet wenselijk dat vrijwilligers toegang zouden krijgen tot deze databank.

- Mogelijke taken voor vrijwilligers ‘bij de politie’

Aangezien het niet wenselijk is dat vrijwilligers taken uitoefenen waarvoor politiebevoegdheid vereist is, wordt als uitgangspunt voor het bepalen van de taken die de vrijwilligers ‘bij de politie’ zouden kunnen uitoefenen, de lijst genomen die als bijlage 1 bij de richtlijnen van 1 december 2006 tot het verlichten en vereenvoudigen van sommige administratieve taken van de lokale politie gevoegd is22. Er wordt meer bepaald uitgegaan van de lijst administratieve taken die volgens die bijlage door CALog-personeel uitgevoerd kunnen worden.

BEVRAGING VAN DE POLITIEZONES

Om na te gaan of en in welke mate de

politieorganisatie voordeel zou kunnen halen uit de inzet van vrijwilligers heeft de in de inleiding vernoemde werkgroep - zoals reeds aangegeven - begin juli 2013 via een bevraging gepeild naar de huidige situatie in de politiezones en de mogelijke

toekomstperspectieven. Deze bevraging werd verstuurd naar de korpschefs van de toen nog 195 Belgische politiezones. De vragenlijst werd ingevuld door 126 politiezones.

Uit de resultaten blijkt dat in ongeveer een derde van de deelnemende politiezones (45 van de 126 zones) gewerkt wordt met vrijwilligers. In de toekomst zou dit aantal kunnen verdubbelen, want ongeveer twee derde van de politiezones (82 van de 126 zones) geeft aan vrijwilligers te willen inzetten.

Op dit moment werken de vrijwilligers vooral als gemachtigd opzichter en BIN-coördinator23. In de toekomst zouden de meeste deelnemende zones de vrijwilligers eveneens willen inschakelen als diefstalpreventieadviseur (DPA) en als burenbemiddelaar.

Er worden door de politiezones verschillende redenen opgegeven die pleiten voor het werken met vrijwilligers. De drie belangrijkste zijn de capaciteitswinst voor het korps, de mogelijkheid om gemeenschapsgericht te werken en het financieel voordeel. Daarna worden onder meer ook de motivatie van de vrijwilligers, het draagvlak dat door de inzet van vrijwilligers gecreëerd wordt voor de politionele werking, de flexibiliteit en de kennis en ervaring van de vrijwilligers genoemd als pluspunten.

Als belangrijkste nadeel wordt gewezen op de beperkte beschikbaarheid van de vrijwilligers (mogelijk gebrek aan kandidaten, vrijblijvende inzet, geen minimumduur voor de inzet en risico op een groot verloop). Dit mag misschien wat vreemd overkomen, vermits veel zones de flexibiliteit van het systeem net als een voordeel beschouwen.

Ook het feit dat de inzet van vrijwilligers tijd- en capaciteitsrovend is qua begeleiding, werd vaak als een nadeel bestempeld. Verder werden het risico op een schending van het beroepsgeheim, het ontbreken van een duidelijk wettelijk kader, een gebrekkige selectie van de vrijwilligers, het risico op machtsmisbruik en een gebrek aan professionaliteit als potentiële minpunten naar voor geschoven.

Het mag dan ook niet verwonderen dat de meeste politiezones de begeleiding, de selectie, afspraken in verband met het takenpakket, duidelijke algemene

. . .

21 Advies nr. 25/2007 4 juli 2007 betreffende adviesaanvraag van de FOD Binnenlandse Zaken betreffende de aanduiding van de personen werkzaam bij de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid, Directie Private Veiligheid, die rechtstreeks toegang hebben tot bepaalde gegevens van de Algemene Nationale Gegevensbank van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, www.privacycommission.be.

22 BS 29 december 2006.

23 ‘BIN’ staat voor buurtinformatienetwerk.

(6)

Vigiles2015/1

22

afspraken, een duidelijk wettelijk kader en afspraken inzake bevoegdheden en verantwoordelijkheden als belangrijke randvoorwaarden beschouwen voor de inzet van vrijwilligers in een politioneel kader.

Een meerderheid van de politiezones blijkt dus weliswaar voorstander van het inzetten van vrijwilligers, maar geen vragende partij voor een verregaande inzet van deze vrijwilligers zoals dit bijvoorbeeld in Nederland het geval is24. De bevraagde zones willen vrijwilligers hoofdzakelijk inschakelen voor taken die niet noodzakelijk door operationele personeelsleden uitgevoerd dienen te worden. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat de cultuur van de Belgische politie niet vergelijkbaar is met de politieculturen in het buitenland. Uit de bevraging van de politiezones blijkt evenwel dat er toch heel wat uiteenlopende taken25 zijn die de zones graag door vrijwilligers zouden laten uitvoeren. In deze is het echter belangrijk om na te gaan of dat kan binnen het huidig wettelijk kader.

TOETSING VAN DE VOORSTELLEN VAN DE POLITIEZONES AAN DE REGELGEVING

Algemeen

De politiezones zouden graag heel wat taken door vrijwilligers laten uitvoeren. Gelet op de hierboven geschetste randvoorwaarden voor de inzet van vrijwilligers bij de politie, zal voor bepaalde van die taken het inzetten van vrijwilligers mogelijk zijn, maar voor andere bestaan er juridische bezwaren.

We herhalen dat het niet wenselijk is dat vrijwilligers taken uitvoeren die politiebevoegdheid vereisen.

Taken waarbij de vrijwilliger kennis krijgt van persoonsgegevens, kunnen ook enkel door vrijwilligers uitgeoefend worden met toestemming van de betrokkene26 die op de hoogte is van het vrijwilligersstatuut van degene die de taak zou uitvoeren. Tevens is het voor vrijwilligers thans wettelijk onmogelijk toegang te krijgen tot politionele databanken (bijvoorbeeld: de ANG en het

Rijksregister).

Het kan ook niet de bedoeling zijn vrijwilligers taken te laten uitvoeren die nu toevertrouwd zijn aan gemeenschapswachten27 (bijvoorbeeld:

sensibiliserings- of preventiecampagnes). Het lijkt inderdaad niet opportuun de taakstelling van gemeenschapswachten op dit punt af te bouwen door taken ter zake over te hevelen naar vrijwilligers binnen de politiediensten.

Hetzelfde geldt voor taken die toevertrouwd zijn aan agenten van politie (bijvoorbeeld: het regelen van het verkeer). Het creëren van een bijkomende categorie van personen (met al dan niet een apart uniform en verschillende bevoegdheden) die deze opdrachten zouden vervullen, kan enkel maar tot nog meer verwarring bij de burger leiden. In het huidige wettelijke kader is een en ander trouwens ook niet mogelijk28.

Ook het overnemen van opdrachten, toevertrouwd aan de private veiligheidsdiensten, lijkt niet echt aan te bevelen. Onbezoldigde vrijwilligers kunnen niet zomaar (en enkel uit budgettaire redenen) ingezet worden om taken uit te oefenen die normaal gezien waargenomen worden door (betaalde) leden van de private veiligheidsdiensten. Een en ander op

. . .

24 Uit de bevraging van de politiezones blijkt dat zij vrijwilligers hoofdzakelijk wensen in te zetten als diefstalpreventieadviseur, als burenbemiddelaar, als gemachtigd opzichter, voor administratieve en logistieke ondersteuning enzovoort. Dit zijn taken die niet noodzakelijk door operationelen uitgevoerd dienen te worden. Weinig zones zijn vragende partij om specifieke operationele taken van handhaving, controle en dergelijke meer door vrijwilligers te laten uitvoeren, terwijl dergelijke operationele taken in Nederland (Nederland werd als voorbeeld aangehaald in het rapport van de bovenvermelde werkgroep) wel uitgevoerd worden door vrijwilligers.

25 Het betreft dan de reeds eerder vermelde taken van diefstalpreventieadviseur, burenbemiddelaar, BIN-coördinator, gemachtigd opzichter enzovoort, maar ook taken zoals onder meer het uitvoeren van afwezigheidstoezicht, het uitvoeren van toezicht bij bepaalde evenementen, taken in het kader van verkeersveiligheid of de functie van onthaalmedewerker.

26 Punt IV.2. van bijlage 1 bij de richtlijnen van 1 december 2006 tot het verlichten en vereenvoudigen van sommige administra- tieve taken van de lokale politie (BS 29 december 2006) voorziet deze mogelijkheid voor CALog’ers, die deze taak wel kunnen uitoefenen zonder toestemming krachtens artikel 5, b of c Wet Verwerking Persoonsgegevens.

27 Art. 3, § 1, 1° Wet 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot instelling van de dienst gemeenschaps- wachten en tot wijziging van artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet, BS 29 juni 2007; Omz. PREV 32 3 mei 2010 waarbij uitleg verschaft wordt bij de functie van gemeenschapswacht en bij de instelling van de dienst gemeenschapswachten, BS 3 mei 2010.

28 Art. 3 KB 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de open- bare weg, BS 9 december 1975 (Wegcode).

(7)

Vigiles2015/1

23 een permanente wijze derwijze organiseren zou een

oneerlijke concurrentie voor de betrokken sector vormen.

Bij het inzetten van vrijwilligers binnen de politie moet eveneens onderzocht worden in welke mate de Deontologische Code van de politiediensten29 niet toepasselijk gemaakt moet worden op die

vrijwilligers30. Hierbij moet zeker gedacht worden aan punt 22 van die Code dat het vermijden vooropstelt van elke gedraging waardoor het vermoeden van onpartijdigheid of onafhankelijkheid aangetast zou worden. Ook de beroepsonverenigbaarheden, vervat in de punten 69 en 70 van de Deontologische Code, zouden best van toepassing verklaard worden op de vrijwilligers bij de politie, al wordt hierdoor het aantal mensen dat zal kunnen optreden als vrijwilliger drastisch beperkt.

Een bijkomend argument om bepaalde taken niet aan vrijwilligers toe te vertrouwen is dat er geen zekerheid bestaat dat de vrijwilliger de informatie die hij binnen de politie te weten komt, niet zal gebruiken voor ongehoorde doeleinden.

Ten slotte moet men er bij het toekennen van taken aan vrijwilligers over waken dat de veiligheid van de vrijwilliger zelf niet in het gedrang komt.

Voorgestelde inzet van vrijwilligers bij de politiezones

Zoals hierboven vermeld, zijn er heel wat taken die de bevraagde politiezones graag door vrijwilligers zouden laten uitvoeren. Op basis van het hoger vermelde advies van de juridische dienst van de politie kan afgetoetst worden of er voor de meest vernoemde taken al dan niet juridische bezwaren voorhanden zijn om deze toe te vertrouwen aan vrijwilligers.

Dactylografie van processen-verbaal

Het uittypen van processen-verbaal vereist ‘an sich’

geen politiebevoegdheid. Op dat vlak stelt er zich dus geen probleem om deze taak aan vrijwilligers toe te vertrouwen. Wel kan dit dan enkel gebeuren met toestemming van de betrokkene31, aangezien de vrijwilliger in dit geval kennis krijgt van persoonsgegevens.

Onthaalmedewerker

Het inzetten van vrijwilligers als onthaalmedewer- ker is om verschillende redenen niet wenselijk. De voornaamste reden hiervoor ligt in het feit dat er, om veiligheidsredenen, een identiteitscontrole en een ANG-controle gedaan wordt van elke niet-gekende persoon die zich aanbiedt bij het onthaal. Een vrijwil- liger die optreedt als onthaalmedewerker zou dus aan een bezoeker wel mogen vragen om zijn identiteits- kaart te tonen, maar hij zou de betrokkene daartoe op geen enkele manier kunnen verplichten; bovendien kan hij de verkregen identiteitsgegevens niet gebrui- ken om de politiedatabanken te consulteren.

(Verkeers)veiligheid - preventieve acties

De politiezones zien ook een mogelijke inzet van vrijwilligers in het raam van de ‘verkeersveiligheid’.

Indien men hierbij denkt aan hulp bij de sensibilise- ring van de weggebruikers, dient opgemerkt dat het sensibiliseren van het publiek aangaande de veiligheid in het algemeen een opdracht is die aan de gemeen- schapswachten toevertrouwd is32. De omzendbrief dienaangaande verduidelijkt dat hieronder ook pre- ventieacties of preventiecampagnes begrepen moeten worden, waarbij folders, documenten of affiches

. . .

29 Zie de bijlage bij het koninklijk besluit van 10 mei 2006 houdende de deontologische code van de politiediensten (BS 30 mei 2006).

30 De verplichting om zich aan deze deontologische code te houden, kan mee opgenomen worden in het document, houdende de verplichting het beroepsgeheim te handhaven dat de vrijwilliger dient te ondertekenen (cf. supra).

31 Punt IV.2. van bijlage 1 bij de richtlijnen van 1 december 2006 tot het verlichten en vereenvoudigen van sommige administra- tieve taken van de lokale politie (BS 29 december 2006) voorziet deze mogelijkheid voor CALog’ers, die deze taak wel kunnen uitoefenen zonder toestemming krachtens artikel 5, b of c Wet Verwerking Persoonsgegevens.

32 Art. 3, § 1, 1° Wet 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot instelling van de dienst gemeenschaps- wachten en tot wijziging van artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet, BS 29 juni 2007.

(8)

Vigiles2015/1

24

verspreid worden33. Het lijkt dan ook niet aangewezen om in dit kader vrijwilligers binnen de politie in te zetten. Zoals reeds aangehaald werd, kan het evenmin de bedoeling zijn om vrijwilligers in te zetten voor verkeersregeling, gelet op de specifieke bevoegdheden van de agenten van politie inzake verkeer.

Diefstalpreventieadviseur

Zoals gezegd, is het sensibiliseren van het publiek inzake veiligheid een taak van de

gemeenschapswachten. Dit omvat het sensibiliseren tegen inbraak. Het lijkt dan ook niet wenselijk de taakstelling van gemeenschapswachten op dit punt af te bouwen en over te hevelen naar vrijwilligers binnen de politiediensten.

De omzendbrief betreffende de

gemeenschapswachten vermeldt anderzijds dat het geven van een uitgebreid technopreventief advies aan huis bij particulieren of in een handelszaak niet behoort tot het takenpakket van de gemeenschapswachten, maar tot de opdrachten van de erkende diefstalpreventieadviseur34. Er wordt in de regelgeving dus een duidelijk onderscheid gemaakt tussen enerzijds algemene sensibilisering (wat een opdracht is van de gemeenschapswachten) en anderzijds het geven van een uitgebreid

technopreventief advies (wat een opdracht blijft van de politiediensten).

De reden hiervoor ligt duidelijk in de wil tot bescherming van de privacy van de burgers. Een technopreventief advies opstellen veronderstelt immers dat men toegang heeft tot de woning van de betrokkene teneinde alle zwakke punten inzake beveiliging aan te duiden en op te lijsten. Er is bij een en ander aldus een grote inmenging in het privéleven van de burgers, waardoor de uitoefening van deze taak door vrijwilligers bij de politie in feite enkel kan gebeuren, indien de burgers op de hoogte zijn van het

vrijwilligersstatuut van de betrokken medewerker en hierin toestemmen.

Een bijkomend argument voor de restrictieve invulling van deze opdracht door vrijwilligers, is de mogelijkheid tot belangenvermenging, indien enerzijds iemand optreedt als vrijwilliger die technopreventief advies verschaft, en anderzijds de betrokkene een beroepswerkzaamheid uitoefent die hieruit voordelen kan halen35.

Afwezigheidstoezicht

Wat betreft het afwezigheidstoezicht, kunnen dezelfde bemerkingen gemaakt worden als met betrekking tot de taak van diefstalpreventieadviseur. Ook hier geldt immers dat een preventieve aanwezigheid in de buurt of in een bepaalde wijk een algemene opdracht is die toevertrouwd kan worden aan gemeenschapswachten.

Bovendien kunnen deze gemeenschapswachten verdachte situaties aan de bevoegde diensten melden36.

Wanneer een en ander echter verder gaat dan het uitoefenen van een algemeen toezicht in de betrokken buurt en een systematische rondgang beoogd wordt van de woning om te controleren of ramen en deuren goed afgesloten werden of om na te gaan of er geen sporen van inbraak zijn, wordt deze taak uitgesloten voor de gemeenschapswachten37. De redenering lijkt ook hier weer te zijn dat dit laatste een te verregaande impact heeft op het privéleven van de betrokken burgers.

Deze opdracht toevertrouwen aan vrijwilligers (die bovendien niet opgeleid zijn om een juiste analyse van de gegeven situatie te maken) kan om de voormelde reden dan ook enkel met toestemming van de burgers, die op de hoogte dienen te zijn van het vrijwilligersstatuut van degene die het afwezigheidstoezicht zal uitoefenen.

. . .

33 Omz. PREV 32 3 mei 2010 waarbij uitleg verschaft wordt bij de functie van gemeenschapswacht en bij de instelling van de dienst gemeenschapswachten, BS 3 mei 2010.

34 Omz. PREV 32 3 mei 2010 waarbij uitleg verschaft wordt bij de functie van gemeenschapswacht en bij de instelling van de dienst gemeenschapswachten, BS 3 mei 2010.

35 Er kan gedacht worden aan een slotenmaker die als vrijwilliger bij de politie technopreventief advies gaat geven. Enerzijds heeft de betrokkene ongetwijfeld een grote kennis van diefstalpreventie, anderzijds komt de onafhankelijkheid (minstens potentieel) behoorlijk in het gedrang.

36 Omz. PREV 32 3 mei 2010 waarbij uitleg verschaft wordt bij de functie van gemeenschapswacht en bij de instelling van de dienst gemeenschapswachten, BS 3 mei 2010.

37 Omz. PREV 32 3 mei 2010 waarbij uitleg verschaft wordt bij de functie van gemeenschapswacht en bij de instelling van de dienst gemeenschapswachten, BS 3 mei 2010.

(9)

Vigiles2015/1

25

Gemachtigd opzichter

De taak van de gemachtigd opzichter is vastgelegd in artikel 40bis van de Wegcode. Het is een bestaande praktijk om voor het uitoefenen van deze taak vrijwilligers in te schakelen. Deze praktijk wou men ondersteunen door degenen die enkel gemachtigd opzichter zijn in opdracht van de gemeente en geen andere taken (als gemeenschapswacht) uitoefenen, uit te sluiten van het toepassingsgebied van de Wet op de gemeenschapswachten38.

Buurtbemiddelaars

Net zoals voor de gemachtigde opzichters, geldt dat ook voor wat buurtbemiddeling betreft het een bestaande praktijk is om voor het uitoefenen van deze taak vrijwilligers in te schakelen. Ook deze praktijk wordt impliciet ondersteund door de personen die enkel deze taak uitoefenen, uit te sluiten van het toepassingsgebied van de Wet op de gemeenschapswachten39.

Wat betreft de informatieverstrekking van de politiediensten (bijvoorbeeld de wijkinspecteur) naar de (buurt)bemiddelingsdiensten toe (bijvoorbeeld aangaande de naam en het adres van de betrokkenen), dient benadrukt te worden dat deze kennisgeving slechts mag gebeuren met instemming van de betrokkenen om in overeenstemming te zijn met de hiervoor reeds aangehaalde privacyregelgeving.

Sportevenementen en socio-culturele gebeurtenissen

Er wordt door de bevraagde politiezones ook

voorgesteld vrijwilligers in te zetten bij het beheer van sportevenementen en socio-culturele gebeurtenissen.

Hierbij dient opgemerkt dat dit takenpakket in principe reeds verdeeld is tussen enerzijds de

gemeenschapswachten40 en anderzijds de private veiligheidsdiensten41. Het op regelmatige wijze (en enkel uit budgettaire redenen) inzetten van vrijwilligers voor dergelijke taken, lijkt ons ethisch onverantwoord. Bovendien dient, in het kader van sportevenementen - bijvoorbeeld voetbalwedstrijden - gewezen te worden op de mogelijkheid voor de organisator van de voetbalwedstrijd om vrijwilligers in te schakelen als steward42. Tot slot willen we erop wijzen dat het organiseren van de veiligheid voor private evenementen op privaat grondgebied in de eerste plaats een verantwoordelijkheid is van de organisator. Hij dient de nodige maatregelen te nemen om de veiligheid op het betrokken

evenement te organiseren en kan binnen de wettelijke mogelijkheden zelf kiezen op welke wijze hij dit doet.

CONCLUSIE:

TOEKOMSTPERSPECTIEVEN

Gelet op de standpunten van de politiezones en de hoger geschetste juridische randvoorwaarden betreffende de inzet van vrijwilligers bij de politie lijkt een verregaande inzet van vrijwilligers, zoals dit thans in bijvoorbeeld Nederland het geval is, wenselijk noch mogelijk in België.

Toch zijn er taken waarvoor de politiezones graag vrijwilligers zouden willen inzetten. Vrijwilligers worden trouwens nu reeds voor bepaalde taken en in bepaalde situaties ingezet. Het behoud en het verder uitbreiden van de inzetmogelijkheden van vrijwilligers bij de politie vergt evenwel een aanpassing en aanvulling van het reglementair kader en het uitwerken van een aangepast statuut. In deze mag overigens de meerwaarde van gepensioneerde politiepersoneelsleden zeker niet vergeten of onderschat worden.

Gelet op de juridische analyse van de

inzetmogelijkheden van vrijwilligers bij de politie en de toestand desbetreffende bij de politiezones alsook hun verwachtingen in dat verband, adviseert de in

. . .

38 Memorie van toelichting bij het wetsontwerp van 4 december 2013 tot wijziging van de wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot instelling van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet, Parl.St. Kamer 2013-14, nr. 3223/001, 10.

39 Memorie van toelichting bij het wetsontwerp van 4 december 2013 tot wijziging van de wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot instelling van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet, Parl.St. Kamer 2013-14, nr. 3223/001, 10.

40 Art. 3, § 1, 5° Wet 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot instelling van de dienst gemeenschaps- wachten en tot wijziging van artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet, BS 29 juni 2007.

41 Wet 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, BS 29 mei 1990.

42 Art. 2 KB 25 mei 1999 tot bepaling van de voorwaarden voor de indienstneming van voetbalstewards, BS 16 juni 1999.

(10)

Vigiles2015/1

26

de inleiding bedoelde werkgroep het treffen van een aantal regelgevende maatregelen.

Een eerste stap zou er moeten in bestaan de huidige regelgeving aan te vullen met mogelijkheden voor de inzet van vrijwilligers bij de politie in specifieke omstandigheden en voor specifieke taken. Hierbij wordt de nieuwe regelgeving best in algemene bewoordingen geformuleerd om de politiediensten toe te laten zelf te beslissen over de uitvoering ervan in functie van concrete, plaatselijke situaties en specifieke noden en behoeften. Er wordt bijgevolg best een algemeen kader gecreëerd, met verwijzing naar een aantal mogelijke duidelijk omschreven specifieke taken, gekoppeld aan competenties, opleidingen en logistieke aspecten. Daarenboven is aandacht nodig voor het veiligheidsaspect (‘screening’

en informatiebehandeling).

Een tweede stap is het faciliteren van het inzetten van burgers binnen de politiediensten als ‘bijberoep’

om op die wijze de fenomenen van ‘piekperiodes’

en ‘piekactiviteiten’ beter te kunnen beheren. Ook hier dienen de betrokkenen een volwaardig statuut te krijgen. Om die reden kan best geopteerd worden voor een inzet van vrijwilligers analoog aan de inzet van vrijwillige brandweerlieden. Aanwerving, opleiding, statuut, vergoeding enzovoort worden voor de vrijwillige brandweermannen en -vrouwen vastgelegd in een administratief en geldelijk statuut.

Een dergelijk statuut zou de inzetmogelijkheden voor vrijwilligers bij de politie sterk verruimen en veel juridische hinderpalen kunnen wegnemen.

Tevens zou hierbij best de mogelijkheid gecreëerd kunnen worden om gepensioneerd politiepersoneel als vrijwilligers in te schakelen. Op die wijze kan interessante en nuttige kennis en ervaring gevrijwaard blijven en bijdragen tot de optimalisatie van de lokale politie.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Openheid voor nieuwe vormen van vrijwilligerswerk is belangrijke voorwaarde om nieuwe mensen aan te trekken die zich willen inzetten.. X

Heb je ervaring met autisme, bijvoorbeeld als ouder van, partner van of heb je zelf autisme en kan je voldoende afstand nemen van je eigen problematiek?. En werk je graag

De vrijwillig(st)er verbindt er zich toe de voor hem of haar verplicht te volgen bijscholingen correct en op regelmatige basis te volgen. Voor badges geregistreerd op

Zij bieden voor 2 personen: een kopje koffie of thee met gebak naar keuze (brownie of apfelstrüdel met warme vanillesaus).. Femi’s, Oude Veemarkt 19

De vrijwilliger onthoudt zich van seksistisch taalgebruik, seksueel getinte grappen en toespelingen, die door leerlingen en/of andere bij de school betrokkenen als seksistisch

Gesprek met chauffeur en controle formulier, indien nodig ter plaatse voor ondersteuning, versturen formulier naar Arriva Buurtbus Tilburg. Schade met tegenpartij met

- De vrijwilliger heeft hier een spreekrecht, maar geen spreekplicht. Hij is verplicht om te verschijnen als hij opgeroepen wordt, maar beoordeelt zelf of hij kan spreken, gelet op

Indien de vrijwilliger (door derden) aansprakelijk wordt gesteld voor schade welke hij/zij, anders dan door grove schuld of opzet, in de uitoefening van de werkzaamheden heeft