• No results found

Goedgekeurd besluit. Ondertekening in opdracht van de deputatie van de provincie Antwerpen:

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Goedgekeurd besluit. Ondertekening in opdracht van de deputatie van de provincie Antwerpen:"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Dienst Omgevingsvergunningen Departement Leefmilieu

Besluit

BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER EEN AANVRAAG VOOR EEN OMGEVINGSVERGUNNING.

Goedgekeurd besluit Antwerpen, in zitting van 16 januari 2020.

Aanwezig: mevrouw Cathy Berx, gouverneur-voorzitter, de heer Luk Lemmens, mevrouw Kathleen Helsen, de heer Jan De Haes, de heer Ludwig Caluwé, leden en de heer Danny Toelen,

provinciegriffier

Verslaggever: L. Lemmens In opdracht:

De Provinciegriffier, De Voorzitter,

Danny Toelen Cathy Berx

Ondertekening in opdracht van de deputatie van de provincie Antwerpen:

{pa_handtekening1} {pa_handtekening2}

1. Gegevens van de inrichting

- Exploitant/Aanvrager: nv Varo Energy Tankstorage, gevestigd Wiedauwkaai 75 te 9000 Gent - Adres: 2200 Herentals, Aarschotseweg 26

- Inrichtingsnummer OMV-loket: 20190507-0044 - Referentie OMV-loket: 2019139454

- Dossiernummer VVO: OMVP-2019-0172/STBO 2. Ligging

- Kadastrale gegevens: 2-D-798C en 2-D-798F - De aanvraag is gelegen binnen:

(2)

Planologische voorschriften

- Gewestplan: Gewestplan Herentals-Mol, goedgekeurd op: 28 juli 1978, bestemming:

natuurgebieden

- Gewestplan: Gewestplan Herentals-Mol, goedgekeurd op: 28 juli 1978, bestemming:

bestaande hoogspanningsleidingen

- Gewestplan: Gewestplan Herentals-Mol, goedgekeurd op: 28 juli 1978, bestemming:

ambachtelijke bedrijven en kmo's

- Ruimtelijk uitvoeringsplan: PRUP Afbakeningslijn, goedgekeurd op: 27 september 2018;

3. Juridisch kader

Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (Omgevingsvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten.

Besluit van 27 november 2015 van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning (Omgevingsvergunningsbesluit), zoals gewijzigd bij latere besluiten.

De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 20 augustus 2009 (VCRO), en de bijhorende uitvoeringsbesluiten en stedenbouwkundige verordeningen.

Titel 5 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM), en de bijhorende uitvoeringsbesluiten.

Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (Natuurdecreet) en de bijhorende uitvoeringsbesluiten.

Decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 15 juni 2018 houdende de coördinatie van de waterregelgeving en de bijhorende uitvoeringsbesluiten.

Decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed (Onroerenderfgoeddecreet) en de bijhorende uitvoeringsbesluiten.

Decreet van 15 juli 2016 betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid en de bijhorende uitvoeringsbesluiten.

Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), zoals gewijzigd bij latere besluiten.

Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets.

4. Aanvraag

Het betreft de verandering van een brandstofterminal, als volgt:

– wijziging door productwissel in tank T1214 met een inhoud van 5.000 m³ - van gasolie naar E85 (85% ethanol en 15% benzine) tot een totale opslag van:

 max. 42.278,006 ton producten (17.2.2);

 max. 21.947,17 ton gasolie/diesel (17.3.2.1.1.3);

 max. 17.602,64 ton ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 (17.3.2.2.3.c);

– wijziging en uitbreiding van het vermogen met 52,94 kW door het vervangen en plaatsen van bijkomende compressoren en airco’s tot in totaal 3 luchtcompressoren (15 kW + 11 kW + 7,5 kW), koelinstallaties (5 kW) en airco’s (47,7 kW) met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van 86,2 kW (16.3.2.a);

(3)

Rubricering volgens aanvrager: 16.3.2.a - 17.2.2 - 17.3.2.1.1.3 - 17.3.2.2.3.c;

De aanvraag resulteert in volgende geactualiseerde vergunningssituatie op het vlak van de exploitatie van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten:

– het lozen van max. 5 m³/uur, 100 m³/dag en 18.900 m³/jaar bedrijfsafvalwater, afkomstig van de inkuiping en de vloeistofdichte piste, via een KWS-afscheider en coalescentiefilter, in

oppervlaktewater (3.4.2);

– het lozen van huishoudelijk afvalwater via een waterzuiveringsinstallatie met een max. debiet van 0,61 m³/uur, 4,86 m³/dag en 1.215 m³/jaar in een gracht (3.6.1);

– 3 dieselmotoren met een vermogen van elk 288 kW tot een totaal elektrisch vermogen van 864 kW (12.1.2);

– een transformator met een individueel nominaal vermogen van 1.000 kVA (12.2.1);

– stalplaatsen voor 30 bedrijfsvoertuigen (15.1.2);

– luchtcompressoren, koelinstallaties en airco’s met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van 86,2 kW (16.3.2.a);

– de opslag van max. 42.278,006 ton Seveso-producten (17.2.2);

– de opslag van max. 21.947,170 ton gasolie/diesel (17.3.2.1.1.3);

– de opslag van max. 2.730 ton overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (17.3.2.1.2.3);

– de opslag van max. 17.602,640 ton ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 (17.3.2.2.3.c);

– de opslag van max. 91,7 ton additieven (17.3.4.2.b - 17.3.6.2.b – 17.3.7.3 – 17.3.8.2);

– de opslag van max. 5.000 liter diverse gevaarlijke producten in kleine verpakkingen (17.4);

– 3 dieselmotoren van elk 288 kW, het vermogen van de drie dieselmotoren (3x 288 kW) werd teruggebracht tot 50% wegens minder dan 500 bedrijfsuren per kalenderjaar in werking, het totaal nominaal thermisch ingangsvermogen bedraagt 432 kW (31.1.1.b).

Tabel met opslag van brandbare vloeistoffen en gevaarlijke producten:

Hoeveelheid Product

Ton m3 Tanknr. Opslagwijze

BG = bovengronds OG = ondergronds

17.2.2 17.3.2.1.1.3 17.3.2.1.2.3 17.3.2.2.3.c 17.3.4.2.b 17.3.6.2.b 17.3.7.3 17.3.8.2 17.4

gasolie 4.550 5.000 1.215 BG X X

gasolie 3,64 4 1.231 BG X X

gasolie 4.550 5.000 1.213 BG X X

E85 4.400 5.000 1.214 BG X X

gasolie 910 1.000 1.207 BG X X

gasolie 4.550 5.000 1.203 BG X X

gasolie 4.550 5.000 1.204 BG X X

kerosine 2.730 3.000 1.205 BG X X

gasolie 2.730 3.000 1.206 BG X X

ethanol* 3.950 5.000 1.201* BG X X

benzine* 4.400 5.000 1.201* BG X X

benzine 4.400 5.000 1.202 BG X X

benzine 4.400 5.000 1.212 BG X X

additief 15 15 1.221 BG X X X X X X

additief 15 15 1.222 BG X X X X X X

additief 15 15 1.223 BG X X X X X X

additief 15 15 1.224 BG X X X X X X

additief 15 15 1.225 BG X X X X X X

additief 15 15 1.226 BG X X X X X X

additief 1,7 1,7 1.228 BG X X X X X X

gasolie** 2,73 3 1.227** OG X X

benzine** 2,64 3 1.227** OG X X

gasolie 9,1 10 1.232 BG X X

(4)

Product

Hoeveelheid

Tanknr. Opslagwijze

BG = bovengronds OG = ondergronds

17.2.2 17.3.2.1.1.3 17.3.2.1.2.3 17.3.2.2.3.c 17.3.4.2.b 17.3.6.2.b 17.3.7.3 17.3.8.2 17.4

Ton m3

benzine

VRU*** 0,836 0,950 VRU*** X

divers 5 kleine recipiënten X

TOTAAL

42.278,006 ton 21.947,170 ton 2.730 ton 17.602,640 ton 91,7 ton 91,7 ton 91,7 ton 91,7 ton 5.000 kg/liter

*tank T1201 zal gebruikt worden voor de opslag van ethanol OF voor de opslag van benzine;

**tank T1227 is een sloptank waarin zowel resten van gasolie en/of benzine kunnen bevatten;

***VRU scrubbervat is ingedeeld in Seveso-rubriek maar niet in rubriek 17.3 (vat is onderdeel van proces).

5. Overzicht vergunningen met ingedeelde activiteiten

- Besluit nr. MLAV1/02-363 d.d. 09 januari 2003 van de deputatie houdende vergunning voor het verder exploiteren en veranderen van een brandstoffendepot voor een termijn verstrijkend op 09 januari 2023;

- Besluit nr. MLAN3/04-16 d.d. 22 april 2004 van de deputatie houdende akteneming van de uitbreiding met de lozing van huishoudelijk afvalwater voor een termijn verstrijkend op 09 januari 2023;

- Besluit nr. MLAV1/05-238 d.d. 20 oktober 2005 van de deputatie houdende vergunning voor het veranderen door wijziging en uitbreiding van een brandstoffendepot voor een termijn verstrijkend op 09 januari 2023;

- MLOV-2014-124 : melding naamswijziging van nv Van der Sluys Groep in nv Argos Storage Belgium;

- MLOV-2016-51: melding van naamswijziging van nv Argos Storage Belgium in nv Varo Energy Tankstorage;

- Besluit nr. MLAV1-2017-0217 d.d. 5 oktober 2017 van de deputatie houdende vergunning voor het veranderen door wijziging en uitbreiding van een brandstoffendepot voor een termijn verstrijkend op 09 januari 2023;

6. Overzicht vergunningen met enkel stedenbouwkundige handelingen - Zie advies Herentals;

- Besluit nr. OMGP-2019-0228 d.d. 29 augustus 2019 van de deputatie houdende vergunning voor stedenbouwkundige handelingen voor onbepaalde termijn;

7. Procedure

De aanvraag werd behandeld in toepassing van de vereenvoudigde procedure.

- Ontvangstdatum van de aanvraag: 30 september 2019 - Vervollediging van de aanvraag: 6 november 2019

- Ontvankelijk en volledig verklaard op: 25 november 2019 8. Adviezen

(5)

Schepencollege van Herentals:

- advies gevraagd op 25 november 2019;

- advies van 16 december 2019;

- inhoud: voorwaardelijk gunstig, gelet op volgende elementen uit dit advies;

1. Verslag van de GOA:

a. Omschrijving voorwerp iioa

De VARO Terminal Herentals voorziet een opslag van brandstoffen voor verdere verspreiding naar klanten. De exploitant wenst de vergunning als volgt te veranderen:

 tank T1214, waarin momenteel 5.000 m³ gasolie (ingedeeld onder rubrieken 17.2 en 17.3.2.1.1) wordt opgeslagen, zal in de nieuwe situatie gebruikt worden voor de opslag van E85 (85% ethanol, 15% benzine) (ingedeeld onder rubrieken 17.2 en 17.3.2.2.3);

 er zal een nieuwe compressor bijgeplaatst worden en werd een andere vervangen;

 er werden airco’s bijgeplaatst en de vermogens van de bestaande airco’s worden gecorrigeerd van elektrisch vermogen naar koelvermogen.

b. Beoordeling beperkte verandering

Uit de aanvraag kan afgeleid worden dat, omwille van de verschillende dichtheid van gasolie en E85, de max. opslag van Seveso-producten (rubriek 17.2.2) afneemt. E85 is, volgens veiligheidsinformatiebladen die via internet kunnen geraadpleegd worden, ingedeeld bij ontvlambare vloeistoffen categorie 2 (H225). Gasolie, daarentegen, is ingedeeld bij ontvlambare vloeistoffen categorie 3 (H226).

De exploitant voegde in bijlage van de aanvraag het antwoord van 14 september 2019 van AGOP – Team Externe Veiligheid op het gemotiveerde verzoek van 10 september 2019 van VARO Energy Tankstorage NV te Herentals om, naar aanleiding van een voorliggende vergunningsaanvraag, geen bijwerking van het goedgekeurd omgevingsveiligheidsrapport (OVR/16/18 van 14 maart 2017) te moeten doen. Bij het gemotiveerde verzoek werd een veiligheidsnota VN/19/28 gevoegd, opgesteld door een erkende VR-deskundige. Dit

gemotiveerd verzoek werd door het Team Externe Veiligheid toegestaan, na aftoetsing van de veiligheidsnota aan een specifieke richtlijn, opgesteld door het Team Externe Veiligheid.

Voortvloeiend uit deze toetsing is het Team Externe Veiligheid van mening dat de geplande verandering geen bijkomend aanzienlijk extern risico en geen bijkomend aanzienlijk

milieurisico inhoudt ten opzichte van het risicopotentieel beschreven in OVR/16/18 en dat er voldaan is aan alle procedurele voorwaarden om een dergelijke afwijking van de reguliere procedure van het opstellen van een nieuw omgevingsveiligheidsrapport, te kunnen toestaan.

Rekening houdende met voorgaande en met het feit dat de gevraagde verandering, met name de vervanging van de productinhoud van T1214 (E85 in plaats van gasolie) geen uitbreiding van een of meer vergunde inrichtingen of activiteiten met meer dan 50%

inhoudt; met het feit dat de overige veranderingen louter betrekking hebben op klasse 3- rubrieken en met het feit dat de gevraagde verandering geen toevoeging betreft, lijkt de gevraagde verandering niet gepaard te gaan met een betekenisvol bijkomend risico voor de mens of het milieu, noch met een significante vergroting van de hinder, waardoor de

vereenvoudigde procedure aanvaardbaar is.

c. Historiek stedenbouw

- Stedenbouwkundige vergunning (OS): 1992/00005, Uitbreiding van een bestaand bureelgebouw - Beslist in eerste aanleg, resultaat: Vergund met voorwaarden

- Stedenbouwkundige vergunning (OS): 1996/00151, Tijdelijke vergunning voor plaatsen van prefabunits - Beslist in eerste aanleg, resultaat: Vergund

- Stedenbouwkundige vergunning (OS): 1996/00212, Verbouwen van een magazijn tot burelen. - Beslist in eerste aanleg, resultaat: Vergund

- Stedenbouwkundige vergunning (OS): 1974/00114, Bouwen van een woning - Beslist in eerste aanleg, resultaat: Geweigerd

- Stedenbouwkundige vergunning (OS): 1972/00036, Bouwen van een opslag en

verdeelcentrum voor vloeibare brandstoffen - Beslist in eerste aanleg, resultaat: Vergund - Stedenbouwkundige vergunning (OS): 2003/00004, Het verbouwen van een bestaand

brandstoffendepot met nieuwe pipe-racks, laadkaaien, bijhorende leidingen, luifel, kws,

(6)

technische installatie, inclusief inkuiping en diverse verhardingen - In uitvoering, resultaat: Vergund met voorwaarden

- Stedenbouwkundige vergunning (OS): 2003/00087, Het slopen van een woning - Beslist in eerste aanleg, resultaat: Vergund met voorwaarden

- Stedenbouwkundige vergunning (OS): 2004/00001, Het slopen van 2 bovengrondse opslagtanks en nadien nivelleren van het terrein - Beslist in eerste aanleg, resultaat:

Vergund

- Stedenbouwkundige vergunning (OS): 2004/00002, Het bouwen van een

hoogspanningscabine en bijhorende werkzaamheden - Beslist in eerste aanleg, resultaat:

Vergund

- Stedenbouwkundige vergunning (OS): 2004/00003, Het ontbossen en nivelleren van gedeelte terrein - Beslist in eerste aanleg, resultaat: Vergund

- Stedenbouwkundige vergunning (OS): 2004/00268, Het bouwen van brandbluslokalen, waterreservoir en het aanleggen van een vloeistofdichte parking - Beslist in eerste aanleg, resultaat: Vergund

- Stedenbouwkundige vergunning (OS): 2005/00070, Het regulariseren van een bestaande woning en het omvormen tot conciërgewoning - Beslist in eerste aanleg, resultaat: Vergund

- Stedenbouwkundige overtreding: BM1974/004, - Vordering, resultaat: Transactiesom en regularisatie

- Stedenbouwkundige overtreding: BM2002/010, - Bevel tot staking der werken bekrachtigd, resultaat: Werken zijn stilgelegd

d. Openbaar onderzoek: Niet van toepassing e. Stedenbouwkundige basisgegevens

Planologische voorschriften

- Gewestplan: Gewestplan Herentals-Mol, goedgekeurd op: 28 juli 1978, bestemming:

natuurgebieden, bestaande hoogspanningsleidingen, ambachtelijke bedrijven en kmo's - Ruimtelijk uitvoeringsplan: PRUP Afbakeningslijn, goedgekeurd op: 27 september 2018;

f. Toetsing van de milieuaspecten - Water

Geen wijzigingen ten opzichte van de vergunde situatie.

- Lucht

Luchtemissies

Na eventuele vergunningverlening zal E85 (85% ethanol en 15% benzine) opgeslagen worden in tank T1214. Dit heeft implicaties met betrekking tot de mogelijke uitstoot van vluchtige organische stoffen (VOS).

De exploitant neemt in bijlage E-Effecten bij de aanvraag op dat de installatie van T1214 zo zal aangepast worden dat de dampen die hier ontstaan, eveneens over de VRU (Vapor Recovery Unit) zullen gestuurd worden. De VRU is een dampbalanssysteem in combinatie met een dampterugwinningssysteem en ontworpen voor automatisch bedrijf (in geval van storing kan de VRU evenwel handbediend werken).

Het dampbalanssysteem zorgt er voor dat dampen die zonder balanssysteem in de atmosfeer zouden komen, worden teruggeleid naar de vrije ruimte in de benzinetanks.

Dit wil zeggen dat wat aan volume product de tanks uit gaat tijdens verlading van tankauto’s terug gevoerd wordt naar de opslagtank in volume damp. Tijdens het lossen van schepen wordt het dampmengsel, dat verdreven wordt uit de opslagtank ontdaan van benzine in de VRU.

Om te voldoen aan de bepalingen in afdeling 4.4.6 (meten en beheersen van fugitieve VOS-emissies) laat VARO Energy jaarlijks alle emissies meten van proces, op- en

overslaginstallaties door The Sniffers (laatste screening: oktober 2018). Gelijktijdig werd ook een IR screening uitgevoerd.

Koelinstallaties

De exploitant vraagt om in het vergunningsbesluit akte te nemen van de uitbreiding van de totaal geïnstalleerde totale drijfkracht van koelinstallaties, airco’s en compressoren van 33,26 kW naar 86,2 kW. De toename is het gevolg van de installatie van een bijkomende compressor en de vervanging van een andere compressor, van de

(7)

bijplaatsing van airco’s en van het corrigeren van het elektrisch vermogen naar het koelvermogen. In de airco’s wordt R410 als koelmiddel gebruikt.

De exploitant dient er op gewezen te worden dat hij de milieuvoorwaarden met

betrekking tot de installatie, onderhoud, reparatie, periodieke (lekdichtheids)controles, buitendienststelling van koelinstallaties en het bijhouden van een logboek, zoals

opgenomen in artikel 5.16.3.3 van Vlarem II, strikt dient na te leven.

- Gevaarlijke producten

De exploitant vraagt vergunning voor de opslag van E85 (85% ethanol, 15% benzine) in tank T1214 (5.000 m³, bovengrondse, enkelwandige, ingekuipte tank met

overvulbeveiliging).

Momenteel beschikt de exploitant over de nodige vergunning voor de opslag van gasolie in tank T1214. De exploitant wenst de vergunning in deze zin te veranderen (bijkomende opslag van E85 en schrappen van de opslag van gasolie in tank E85).

Het is aangewezen om de exploitant op volgende Vlarem-voorschriften te wijzen:

 Artikel 5.174.4.1.16, 9°: het is verboden een houder te vullen met een andere vloeistof dan deze waarvoor de houder is ontworpen, tenzij na onderzoek door een milieudeskundige in de discipline houders voor gassen of gevaarlijke stoffen, of door een bevoegd deskundige is bewezen dat hij hiervoor geschikt is.

Het lijkt aangewezen om als bijzondere voorwaarde op te leggen dat de tank, vooraleer gebruikt te worden voor de opslag van E85, dient te worden geledigd en gereinigd volgens een reinigingsmethode die zowel op het gebied van brand- en

explosiebeveiliging, als op gebied van milieubescherming voldoende waarborgen biedt en met behoud van de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

De vervanging van de tankinhoud van gasolie naar E85 heeft geen gevolgen op de van toepassing zijnde scheidingsafstanden.

- Geluid

Geen wijzigingen ten opzichte van de vergunde situatie.

- Mobiliteit

Geen wijzigingen ten opzichte van de vergunde situatie.

- Bodem

Uit bijlage E-Effecten bij de aanvraag kan afgeleid worden dat de tanks staan opgesteld in een inkuiping (24.720 m³) die via een folie vloeistofdicht gemaakt is. De opslagtanks staan op verhoogde terpen aangevuld en aangedrukt met oliezand. Hiermee wordt verhinderd dat de zone onder de bodemplaat kan overstromen bij regenval zodat de kans op corrosie kleiner is.

De leidingen liggen bovengronds (goed te inspecteren en goed bereikbaar) en zijn voorzien van een uitwendige coating als bescherming tegen roestvorming en corrosie.

De pompenkamer werd voorzien van een vloeistofdichte betonsokkel met afvoer naar de bedrijfsriolering.

De tanks zijn voorzien van een overdrukbeveiliging.

Verder is de loslijn voorzien van een terugslagklep ter hoogte van de kade en worden de afsluiters voor de tankvulling aan de kade enkel geopend na de oplijning voor lossen van een schip. De automatische afsluiter naar de tankwagenbelading wordt bij een belading open gestuurd door de flowcomputer en wordt automatisch terug dicht gestuurd bij het einde van de belading. Deze automatische afsluiter onder het vloeistofniveau van de opslagtanks is 'Normaal Gesloten' uitgevoerd.

Ter hoogte van de laadposten zijn vloeistofdichte pistes met de nodige

opvangvoorziening voor afvalwater met aansluiting op het afvalwatercircuit, aanwezig.

De exploitant neemt in bijlage E-Effecten bij de aanvraag op dat de tanks periodiek worden gekeurd. De verslagen zijn opvraagbaar.

- Conclusie milieu-technische beoordeling

Met betrekking tot de overige onderzochte milieutechnische aspecten in voorliggende beoordeling lijkt gesteld te kunnen worden dat er geen indicaties zijn tot het verlenen van een negatief advies. Het lijkt echter wel aangewezen om volgende bijzondere voorwaarde voor te leggen aan de bevoegde overheid: de tank, vooraleer gebruikt te

(8)

worden voor de opslag van E85, dient te worden geledigd en gereinigd volgens een reinigingsmethode die zowel op het gebied van brand- en explosiebeveiliging, als op gebied van milieubescherming voldoende waarborgen biedt en met behoud van de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

g. Toetsing aan stedenbouwkundige voorschriften

Overwegende dat in artikel 5.3.1 van het DABM opgenomen is dat de vergunningverlenende overheid de omgevingsvergunning voor het exploiteren van een ingedeelde inrichting of activiteit dient te weigeren als de exploitatie in strijd is met onder andere een

stedenbouwkundig voorschrift of een verkavelingsvoorschrift, voor zover daarvan niet op geldige wijze kan worden afgeweken, lijkt het aangewezen om in voorliggend advies een aftoetsing te maken aan de gekende stedenbouwkundige voorschriften.

De inrichting is volgens het gewestplan grotendeels gelegen in een zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s en voor een klein gedeelte in natuurgebied.

- Industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke

bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve

restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.

- Gebieden voor ambachtelijke bedrijven en de gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen. Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard.

- De groengebieden zijn bestemd voor het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu.

- De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden. In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk.

Rekening houdende met hogerstaande lijkt gesteld te kunnen worden dat het gedeelte van de inrichting dat gelegen is in de zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s in

overeenstemming lijkt met de bestemming volgens het gewestplan.

Tank T1214 is deels gelegen in natuurgebied, wat niet in overeenstemming met de bestemming volgens het gewestplan. Voor het gedeelte van de inrichting gelegen in natuurgebied kan geen gebruik gemaakt worden van artikel 5.6.7 van de VCRO waarin gesteld wordt dat de omgevingsvergunningsaanvraag voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit gunstig geadviseerd en vergund kan worden, in afwijking van de bepalingen van een stedenbouwkundig voorschrift, voor zover voldaan is aan de volgende cumulatieve voorwaarden:

1° de goede ruimtelijke ordening wordt niet geschaad, hetgeen in het bijzonder betekent dat de ruimtelijke draagkracht van het gebied niet wordt overschreden en dat de

vastgestelde verweving van functies de aanwezige of te realiseren bestemmingen in de onmiddellijke omgeving niet in het gedrang brengt of verstoort;

2° de inrichting of activiteit is stedenbouwkundig vergunbaar in afwijking van de bepalingen van een stedenbouwkundig voorschrift of, als het gaat om een bestaande inrichting of activiteit, is hoofdzakelijk vergund.

In het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2000 tot bepaling van de categorieën van bedrijven waarvoor en de gebieden waarbinnen artikel 5.6.7, § 1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening niet kan worden toegepast, is opgenomen dat afwijkingen van de stedenbouwkundige voorschriften, vermeld in artikel 5.6.7, § 1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, niet kunnen worden toegestaan, als door de hernieuwing van de omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde

inrichting of activiteit, die inrichting of activiteit geheel of gedeeltelijk ligt of zal liggen in een

(9)

natuurgebied. Bovendien kunnen volgens art. 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2000 afwijkingen van de stedenbouwkundige voorschriften, vermeld in artikel 5.6.7, § 1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, niet worden toegestaan voor de hernieuwing van de omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die betrekking heeft op inrichtingen of activiteiten waarvoor een milieueffectrapport of een omgevingsveiligheidsrapport vereist is voor de volledigheid van de aanvraag van een omgevingsvergunning.

h. Advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar

Uitgaande van de gegevens opgenomen in het aanvraagdossier en rekening houdende met bovenstaande bemerkingen dient deze vergunningsaanvraag voor het onderdeel ‘ingedeelde inrichting of activiteit’ te worden geadviseerd als ongunstig voor de gevraagde verandering van de tank T1214 die (deels) gelegen is in natuurgebied; en gunstig voor de overige gevraagde veranderingen.

indien de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen.

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde

exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

- Bijzondere milieuvoorwaarden

de tank, vooraleer gebruikt te worden voor de opslag van E85, dient te worden geledigd en gereinigd volgens een reinigingsmethode die zowel op het gebied van brand- en explosiebeveiliging, als op gebied van milieubescherming voldoende waarborgen biedt en met behoud van de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen.

2. Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de

gemeentelijke omgevingsambtenaar dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd en er onlosmakelijk mee verbonden is. Het advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar van 4 december 2019 is voorwaardelijk gunstig.

3. Het CBS verleent een gunstig advies over de aanvraag van VARO Energy. Het CBS adviseert volgende voorwaarden:

- De tank, vooraleer gebruikt te worden voor de opslag van E85, moet worden geledigd en gereinigd volgens een reinigingsmethode die zowel op het gebied van brand- en

explosiebeveiliging, als op gebied van milieubescherming voldoende waarborgen biedt en met behoud van de toepassong van het belsuit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen;

Departement Omgeving - Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en - projecten - Milieu Antwerpen (AGOP-M):

- advies gevraagd op 25 november 2019;

- advies ontvangen op 2 december 2019;

- inhoud: gunstig, gelet op volgende elementen:

1. Uit het onderzoek van de aanvraag blijkt dat het voorwerp van de gevraagde verandering een beperkte impact op en een beperkt risico voor de omgeving met zich meebrengt. De hinder en de effecten op mens en milieu en de risico’s voor de externe veiligheid, veroorzaakt door het aangevraagde project, kunnen mits naleving van de algemene en sectorale vergunnings-

voorwaarden van titel II (en III) van het VLAREM tot een aanvaardbaar niveau worden beperkt.

2. Er wordt een gunstig advies verleend;

Agentschap Zorg & Gezondheid (AZG):

- advies gevraagd op 25 november 2019;

- er werd geen advies ontvangen van AZG;

(10)

Agentschap voor Natuur en Bos (ANB):

- advies gevraagd op 25 november 2019;

- schrijven ontvangen op 23 december 2019 waarin ANB meldt geen advies te verlenen;

9. Verslag van de Provinciale Omgevingsambtenaar 1. Omschrijving

– De omschrijving kan worden behouden.

2. Toetsing aan toepassingsgebied vereenvoudigde procedure

– De aangevraagde verandering van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit valt onder het toepassingsgebied van de bepalingen van artikel 12 van het

Omgevingsvergunningsbesluit. Bijgevolg heeft de aanvraag betrekking op een beperkte

verandering van een vergund project. De aangevraagde verandering is niet van die aard dat ze een betekenisvol bijkomend risico inhoudt voor mens en milieu en de hinder significant

vergroot.

– Bijgevolg voldoet de aanvraag aan de criteria van artikel 17 van het

Omgevingsvergunningsdecreet voor wat betreft het toepassingsgebied van de vereenvoudigde procedure. Dit veronderstelt ook dat er geen MER/OVR/Passende beoordeling vereist is.

3. Toetsing aan titel IV van de VCRO/Stedenbouwkundige verenigbaarheid – Het advies van de GOA stelt dat de inrichting gelegen is:

 volgens het gewestplan Herentals-Mol in: natuurgebieden, bestaande hoogspanningsleidingen, ambachtelijke bedrijven en kmo's;

 binnen het PRUP Afbakeningslijn, goedgekeurd op 27 september 2018;

– Het CBS stelt dat zij zich aansluit bij het advies van de GOA en de inhoud ervan tot haar eigen motivering maakt. Het advies van de GOA is echter ONGUNSTIG voor de gevraagde

verandering van de tank T1214 die deels gelegen is in natuurgebied.

– In zijn stedenbouwkundige toetsing stelt de GOA dat de tank T1214, die deels gelegen is in natuurgebied, niet in overeenstemming is met de bestemming volgens het gewestplan. Er wordt echter enkel een productwissel voor deze tank gevraagd. Er zullen geen stedenbouw- kundige handelingen plaatsvinden, deze werden ook niet aangevraagd middels deze aanvraag.

In het verleden werd bovendien wel een gunstig advies verleend voor een milieuvergunnings- aanvraag die eveneens betrekking had op deze tank. Hierin oordeelde het CBS eveneens dat de constructies gelegen in natuurgebied reeds stedenbouwkundige vergund zijn.

– De POA is van oordeel dat de aanvraag principieel stedenbouwkundige verenigbaar is.

4. Toetsing aan titel V van het DABM

- Het advies van het college van burgemeester en schepenen is gunstig mits een voorwaarde.

Het advies van de GOA is echter deels gunstig, m.n. ongunstig voor de gevraagde verandering van de tank T1214 die (deels) in natuurgebied ligt. Voor de beoordeling hiervan wordt

verwezen naar de toetsing aan de VCRO.

- Er werd een gunstig advies ontvangen van AGOP-M.

- Er werd geen advies ontvangen van AZG.

- De POA volgt de gunstige adviezen en is van oordeel dat de aanvraag op milieutechnisch vlak aanvaardbaar is.

5. Natuur

- ANB liet per schrijven weten dat zij geen advies verlenen voor deze aanvraag.

- Gelet op het voorwerp en de ligging van de aanvraag, de gegevens in het dossier en de uitgebrachte adviezen kan geoordeeld worden dat de aanvraag geen nadelige effecten veroorzaakt op de nabijgelegen natuur.

6. Toetsing aan hoofdstuk 4 van het decreet IHB - Niet van toepassing

7. Toetsing aan principe van ondeelbaarheid stedenbouw/milieu/natuur/ kleinhandel – De aanvraag werd getoetst aan het principe van ondeelbaarheid. Uit de toetsing is gebleken dat

het principe niet wordt geschonden.

8. Watertoets

– Gelet op het feit dat de inrichting niet gelegen is in (mogelijk) overstromingsgevoelig gebied en gelet op het voorwerp van de aanvraag, de gegevens in het dossier en de uitgebrachte

(11)

adviezen kan in alle redelijkheid worden geoordeeld dat de watertoets voor deze aanvraag niet relevant is.

9. Termijn

– De naar milieu ingedeelde activiteiten worden vergund tot 9 januari 2023.

10. Voorstel voorwaarden MILIEUVOORWAARDEN:

§1. Algemene:

- Algemeen: hoofdstukken 4.1 (algemene voorschriften), 4.6 (licht), 4.7 (beheersing van asbest) en 4.9 (energieplanning)

- Lucht: hoofdstuk 4.4 (beheersing van luchtverontreiniging) - Geluid: hoofdstuk 4.5 (beheersing van geluidshinder)

§2. Sectorale:

- Gassen - gemeenschappelijke bepalingen: afdeling 5.16.1

- Installaties voor het fysisch behandelen van gassen: afdeling 5.16.3

- Opslag van gevaarlijke producten - gemeenschappelijke bepalingen: afdeling 5.17.1 - Gevaarlijke vaste stoffen en vloeistoffen: afdeling 5.17.4

§3. Bijzondere:

Het CBS stelt volgende voorwaarde voor:

1. De tank, vooraleer gebruikt te worden voor de opslag van E85, moet worden geledigd en gereinigd volgens een reinigingsmethode die zowel op het gebied van brand- en

explosiebeveiliging, als op gebied van milieubescherming voldoende waarborgen biedt en met behoud van de toepassong van het belsuit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen;

a. De POA stelt dat deze voorwaarde niet opgelegd dient te worden aangezien dit reeds geregeld is in het Vlarem.

Zodat op de inrichting voortaan volgende bijzondere milieuvoorwaarden van toepassing zijn:

1. De KWS-afscheiders moeten voldoende groot gedimensioneerd zijn en voorzien zijn van een coalescentiefilter en een automatische afsluiter of equivalent systeem.

2. De KWS-afscheider moet regelmatig gereinigd worden. De afvalstoffen die hierbij vrijkomen moeten opgehaald worden door een daartoe erkende

inzamelaar/handelaar/makelaar en afgevoerd worden naar een vergunde verwerker.

De overeenstemmende attesten worden bijgehouden en ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid.

3. De exploitant inspecteert om de 3 maanden de KWS-afscheider en houdt een logboek bij van de inspecties. De exploitant kan ook een alarmsysteem voorzien om de goede werking van de KWS-afscheider op te volgen.

a. N.a.v. de Vlaremtrein 2017, op 1 oktober 2019 in werking getreden, dienen bovenstaande voorwaarden vervangen te worden door volgende voorwaarde:

4. De lozing van bedrijfsafvalwater dient via een KWS-afscheider te gebeuren.

11. Conclusie - Gunstig;

10.Beoordeling van de aanvraag

- De beoordeling zoals opgenomen in het verslag van de Provinciale Omgevingsambtenaar wordt bijgetreden.

- De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de vereenvoudigde procedure en voldoet aan de criteria van het DABM.

- Overeenkomstig artikel 4.1.12.1 §1 van Vlarem II bepaalt de exploitant de organisatie van de brandbestrijding, de brandbestrijdingsmiddelen en de capaciteit van de opvang van

verontreinigd bluswater volgens de code van goede praktijk en raadpleegt daarbij de bevoegde brandweer.

- Conform artikel 48 §1 van het Omgevingsvergunningsbesluit bevat de aktename de

geactualiseerde vergunningssituatie wat betreft de exploitatie van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

(12)

- Voor de toetsing van de aanvraag aan de kenmerken van het watersysteem en aan de doelstellingen en beginselen van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, wordt verwezen naar het verslag van de Provinciale Omgevingsambtenaar.

11.Aandachtspunten

De voorliggende omgevingsvergunning heeft enkel betrekking op het vermelde onder artikel 1 van dit besluit. Deze vergunning betreft geen regularisatie voor eventuele niet-vergunde gebouwen of constructies die op de plannen ingetekend staan en niet tot het voorwerp van voorliggende

aanvraag behoren.

B E S L U I T :

ARTIKEL 1 – Voorwerp

Aan de nv Varo Energy Tankstorage, gevestigd Wiedauwkaai 75 te 9000 Gent, wordt onder de voorwaarden bepaald in onderhavig besluit de vergunning verleend om een brandstofterminal (inrichtingsnummer omgevingsloket 20190507-0044), gelegen Aarschotseweg 26 te 2200 Herentals, op de kadastrale percelen 2-D-798C en 2-D-798F, te veranderen als volgt:

– wijziging door productwissel in tank T1214 met een inhoud van 5.000 m³ - van gasolie naar E85 (85% ethanol en 15% benzine) tot een totale opslag van:

 max. 42.278,006 ton producten (17.2.2);

 max. 21.947,17 ton gasolie/diesel (17.3.2.1.1.3);

 max. 17.602,64 ton ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 (17.3.2.2.3.c);

– wijziging en uitbreiding van het vermogen met 52,94 kW door het vervangen en plaatsen van bijkomende compressoren en airco’s tot in totaal 3 luchtcompressoren (15 kW + 11 kW + 7,5 kW), koelinstallaties (5 kW) en airco’s (47,7 kW) met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van 86,2 kW (16.3.2.a).

Rubricering: 16.3.2.a - 17.2.2 - 17.3.2.1.1.3 - 17.3.2.2.3.c.

De aanvraag resulteert in volgende geactualiseerde vergunningssituatie op het vlak van de exploitatie van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten:

– het lozen van max. 5 m³/uur, 100 m³/dag en 18.900 m³/jaar bedrijfsafvalwater, afkomstig van de inkuiping en de vloeistofdichte piste, via een KWS-afscheider en coalescentiefilter, in

oppervlaktewater (3.4.2);

– het lozen van huishoudelijk afvalwater via een waterzuiveringsinstallatie met een max. debiet van 0,61 m³/uur, 4,86 m³/dag en 1.215 m³/jaar in een gracht (3.6.1);

– 3 dieselmotoren met een vermogen van elk 288 kW tot een totaal elektrisch vermogen van 864 kW (12.1.2);

– een transformator met een individueel nominaal vermogen van 1.000 kVA (12.2.1);

– stalplaatsen voor 30 bedrijfsvoertuigen (15.1.2);

– luchtcompressoren, koelinstallaties en airco’s met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van 86,2 kW (16.3.2.a);

– de opslag van max. 42.278,006 ton Seveso-producten (17.2.2);

– de opslag van max. 21.947,170 ton gasolie/diesel (17.3.2.1.1.3);

– de opslag van max. 2.730 ton overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (17.3.2.1.2.3);

– de opslag van max. 17.602,640 ton ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 (17.3.2.2.3.c);

– de opslag van max. 91,7 ton additieven (17.3.4.2.b - 17.3.6.2.b – 17.3.7.3 – 17.3.8.2);

– de opslag van max. 5.000 liter diverse gevaarlijke producten in kleine verpakkingen (17.4);

– 3 dieselmotoren van elk 288 kW, het vermogen van de drie dieselmotoren (3x 288 kW) werd teruggebracht tot 50% wegens minder dan 500 bedrijfsuren per kalenderjaar in werking, het totaal nominaal thermisch ingangsvermogen bedraagt 432 kW (31.1.1.b).

(13)

Tabel met opslag van brandbare vloeistoffen en gevaarlijke producten:

Hoeveelheid Product

Ton m3 Tanknr. Opslagwijze

BG = bovengronds OG = ondergronds

17.2.2 17.3.2.1.1.3 17.3.2.1.2.3 17.3.2.2.3.c 17.3.4.2.b 17.3.6.2.b 17.3.7.3 17.3.8.2 17.4

gasolie 4.550 5.000 1.215 BG X X

gasolie 3,64 4 1.231 BG X X

gasolie 4.550 5.000 1.213 BG X X

E85 4.400 5.000 1.214 BG X X

gasolie 910 1.000 1.207 BG X X

gasolie 4.550 5.000 1.203 BG X X

gasolie 4.550 5.000 1.204 BG X X

kerosine 2.730 3.000 1.205 BG X X

gasolie 2.730 3.000 1.206 BG X X

ethanol* 3.950 5.000 1.201* BG X X

benzine* 4.400 5.000 1.201* BG X X

benzine 4.400 5.000 1.202 BG X X

benzine 4.400 5.000 1.212 BG X X

additief 15 15 1.221 BG X X X X X X

additief 15 15 1.222 BG X X X X X X

additief 15 15 1.223 BG X X X X X X

additief 15 15 1.224 BG X X X X X X

additief 15 15 1.225 BG X X X X X X

additief 15 15 1.226 BG X X X X X X

additief 1,7 1,7 1.228 BG X X X X X X

gasolie** 2,73 3 1.227** OG X X

benzine** 2,64 3 1.227** OG X X

gasolie 9,1 10 1.232 BG X X

benzine

VRU*** 0,836 0,950 VRU*** X

divers 5 kleine recipiënten X

TOTAAL

42.278,006 ton 21.947,170 ton 2.730 ton 17.602,640 ton 91,7 ton 91,7 ton 91,7 ton 91,7 ton 5.000 kg/liter

*tank T1201 zal gebruikt worden voor de opslag van ethanol OF voor de opslag van benzine;

**tank T1227 is een sloptank waarin zowel resten van gasolie en/of benzine kunnen bevatten;

***VRU scrubbervat is ingedeeld in Seveso-rubriek maar niet in rubriek 17.3 (vat is onderdeel van proces).

Bovenstaand vindt u – indien van toepassing – de vergunde rubrieken met de respectievelijke hoeveelheden, de vergunde stedenbouwkundige handelingen en de geldende kadastrale gegevens.

Enkel deze vergunde rubrieken, stedenbouwkundige handelingen en kadastrale gegevens zijn afdwingbaar in geval van rechtsgeldige ondertekening van dit besluit.

ARTIKEL 2 – Termijn

De naar milieu ingedeelde activiteiten worden vergund tot 9 januari 2023.

(14)

ARTIKEL 3 – Termijn voor ingebruikname

De omgevingsvergunning, of een gedeelte ervan, vervalt van rechtswege overeenkomstig artikel 99 §1 en 3 van het Omgevingsvergunningsdecreet, in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;

Als de gevallen, vermeld in bovenvermelde paragraaf, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van het bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

Als de gevallen, hierboven vermeld, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

ARTIKEL 4 – Verplichtingen inzake brandveiligheid

De vergunning doet geen enkele afbreuk aan de verplichtingen inzake brandveiligheid zoals deze voorzien worden in de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen, het Koninklijk Besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen en diens bijlagen.

ARTIKEL 5 – Voorwaarden

De volgende voorwaarden worden opgelegd en dienen strikt nageleefd te worden bij de exploitatie van de verandering die het voorwerp is van de vergunning:

MILIEUVOORWAARDEN:

§1. Algemene:

- Algemeen: hoofdstukken 4.1 (algemene voorschriften), 4.6 (licht), 4.7 (beheersing van asbest) en 4.9 (energieplanning)

- Lucht: hoofdstuk 4.4 (beheersing van luchtverontreiniging) - Geluid: hoofdstuk 4.5 (beheersing van geluidshinder)

§2. Sectorale:

- Gassen - gemeenschappelijke bepalingen: afdeling 5.16.1

- Installaties voor het fysisch behandelen van gassen: afdeling 5.16.3

- Opslag van gevaarlijke producten - gemeenschappelijke bepalingen: afdeling 5.17.1 - Gevaarlijke vaste stoffen en vloeistoffen: afdeling 5.17.4

§3. Bijzondere: geen;

Zodat op de inrichting voortaan volgende bijzondere milieuvoorwaarden van toepassing zijn:

1. De lozing van bedrijfsafvalwater dient via een KWS-afscheider te gebeuren.

ARTIKEL 6 – Onderhavige vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden.

ARTIKEL 7

Voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van artikel 6 van het Omgevingsvergunningsdecreet.

(15)

Elke overdracht die betrekking heeft op een vergunningsplichtige exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit moet vooraf worden gemeld aan de vergunningverlenende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 97 van het Omgevingsvergunningsbesluit.

Een hernieuwing van een omgevingsvergunning die of van een gedeelte ervan dat voor bepaalde duur is verleend, moet worden aangevraagd overeenkomstig artikel 70 van het

Omgevingsvergunningsdecreet uiterlijk tussen de 24 en 12 maanden vóór het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning.

ARTIKEL 8 – Beroepsmogelijkheid

Inzake de mogelijkheid en modaliteiten om beroep in te dienen tegen voorgaand besluit wordt uitdrukkelijk verwezen naar de artikelen 52 e.v. van het Omgevingsvergunningsdecreet en de artikelen 10, 86 en 87 van het Omgevingsvergunningsbesluit.

Ter informatie en onder voorbehoud van alle rechten wordt het volgende meegedeeld: de Gewestelijke Omgevingsambtenaar is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg (adres: Gewestelijke Omgevingsambtenaar, Graaf de Ferraris-gebouw, Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 Brussel).

Artikel 54 van het Omgevingsvergunningsdecreet bepaalt dat het beroep op straffe van onontvankelijkheid ingesteld dient te worden binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:

1. de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2. de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3. de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

Artikel 56 van het Omgevingsvergunningsdecreet bepaalt dat het beroep op straffe van

onontvankelijkheid per beveiligde zending dient te worden ingediend bij de bevoegde overheid en dat wie het beroep instelt, op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift bezorgt aan:

1. de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2. de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3. het college van burgemeester en schepenen behalve als die zelf het beroep instelt.

Artikel 87 van voornoemd Omgevingsvergunningsbesluit vermeldt over de vormvoorschriften van het beroepschrift het volgende:

Art. 87. §1. Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1. de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2. de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3. als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4. de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1. in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2. de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3. in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2.

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het Omgevingsvergunningsdecreet.

(16)

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

(17)

BEKENDMAKING BESLISSING OMGEVINGSVERGUNNING

Referentie omgevingsloket : OMV_2019139454 Inrichtingsnummer : 20190507-0044

Door Varo Energy Tankstorage NV, vertegenwoordigd door de heer Olivier Vanbiervliet werd een aanvraag ingediend voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting. Kort omschreven gaat het over de verandering van een brandstofterminal. De aanvraag heeft als adres Aarschotseweg 26 te 2200 Herentals en met als kadastrale omschrijving afdeling 13302, sectie D, perceel 798C en 798F.

De deputatie van de Provincie Antwerpen heeft op 16 januari 2020 beslist de omgevingsvergunning te verlenen, onder voorwaarden.

De beslissing ligt van 10 februari 2020 tot en met 10 maart 2020 ter inzage bij de gemeentelijke dienst omgeving, op volgend adres: Augustijnenlaan 30, 2200 Herentals. Opgelet! Maak voor inzage een afspraak! U kan dit doen via onze gemeentelijke website www.herentals.be/openbaar-onderzoek.

Beroepsprocedure

U kunt, als betrokken publiek, een beroep instellen tegen deze beslissing.

U maakt deel uit van het betrokken publiek als u als natuurlijke persoon, rechtspersoon, vereniging, organisatie of groep met rechtspersoonlijkheid gevolgen ondervindt of waarschijnlijk ondervindt van of belanghebbende bent bij de

besluitvorming over de afgifte van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden.

Bezorg hiertoe een beroepschrift ofwel via www.omgevingsloket.be,

ofwel per aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs aan:

De Gewestelijke Omgevingsambtenaar Graaf de Ferraris-gebouw

Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel

Volg hierbij de volgende aanwijzingen nauwgezet op. Als u dat niet doet zal de Vlaamse Regering bijna zeker verplicht zijn om uw beroep onontvankelijk te verklaren.

Dien het beroep in binnen dertig dagen die ingaan op (de datum van de eerste dag van de aanplakking van de beslissing).

Deze dag is niet inbegrepen.

Bezorg gelijktijdig bij aangetekende brief, via afgifte tegen ontvangstbewijs, of via het omgevingsloket een afschrift van uw beroepschrift aan:

de vergunningsaanvrager, het adres van de vergunningsaanvrager vindt u in de beslissing.

het college van burgemeester en schepenen van Herentals – Augustijnenlaan 30 – 2200 Herentals

de deputatie van de Provincie Antwerpen – Koningin Elisabethlei 22 – 2018 Antwerpen Vermeld in uw beroepschrift het volgende:

uw naam en adres en het feit dat u een beroep instelt als lid van het betrokken publiek;

de volgende referentie: OMV_2019139454;

de redenen waarom u beroep aantekent;

een omschrijving van de gevolgen die u ondervindt of waarschijnlijk ondervindt van deze beslissing of het belang dat u hebt bij de besluitvorming over de afgifte van de omgevingsvergunning;

of u gehoord wenst te worden.

Stort een dossiertaks van 100 euro op de rekening van het Omgevingsfonds (BE04 3751 1109 9031) met als referentie

“beroep omgevingsvergunning (eventueel OMV_2019139454)” en voeg het betalingsbewijs toe aan uw beroepschrift.

STARTDATUM AANPLAKKING: ……../……../……..

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Synthese van de beoordeling: aantal habitats en soorten per staat van instandhouding (Atlantisch België) 17; 35% 18; 38% 11; 23% 2; 4% Gunstig Matig ongunstig Zeer ongunstig

Het tarief voor de meting van het warmteverbruik wordt vastgesteld op basis van het gewogen gemiddelde van de meettarieven voor G6 aansluitingen van de gasmeter van de

Besluit van de deputatie van 2 mei 2019 houdende omgevingsvergunning voor het verder exploiteren en veranderen van een afvalverwerkend bedrijf voor onbepaalde duur, behalve voor

In dat laatste geval moet de onderneming verklaren dat ze redelijkerwijze mag aannemen niet voor 25 % of meer in handen te zijn van één onderneming of van verscheidene

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt. De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie,

De persoon aan wie kan worden verweten dat hij een voor hem nadelige vergunningsbeslissing niet heeft bestreden door middel van het daartoe openstaande georganiseerd

Dergelijke inbedding (a) onderstreept de relevantie van integriteit in het dagelijkse werk, (b) draagt bij aan verdere normalisering van het gesprek over integriteit, (c) kan

een goed signaal betreffende het commitment van de uitvoeringsinstellingen zijn, wanneer het opdrachtgeverschap voor het programma niet automatisch bij BZK wordt neergelegd,