• No results found

De voortplanting wero L6 t Fort

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De voortplanting wero L6 t Fort"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

wero L6 ‘t Fort

De voortplanting

naam: ___________________________

(2)
(3)

Voorwoord

Alle levende wezens verouderen en vroeg of laat sterven ze. Sterven kan door een natuurlijke dood, opgegeten worden of een andere gebeurtenis.

Doorheen de evolutie hebben alle levende wezens één of meerdere systemen ontwikkeld om zich voort te planten zodat de soort niet verdwijnt.

De indeling van het planten- en dierenrijk heeft vooral met die verschillende wijzen van voortplanting te maken.

Een dodo, een uitgestorven vogel.

Een ammoniet, een uitgestorven dier.

Skelet van een triceratops, een uitgestorven dier.

(4)

De bouwstenen van levende wezens

Alle levende wezens zijn opgebouwd uit miljarden cellen. Met levende wezens bedoelen we zowel plan- ten als dieren. Grote verzamelingen aan cellen vormen zo stengels, bladeren, wortels, spieren, botten, huid enz. Bij de meeste levende wezens zijn de cellen slechts 0.01 tot 0.02 mm groot. Onzichtbaar voor het blote oog.

Ondanks hun specialisatie binnen een organisme hebben die cellen steeds dezelfde opbouw: een celwand, celvloeistof en een celkern.

celwand celvloeistof celkern

plantencellen

1

spiercellen

dierlijke cellen

In elke cel van elke mens zit het volledige genoom, dwz. de unieke genetische code voor het ontstaan en ontwik- keling. Deze unieke informatieketen noemt men ook het DNA. Die volledige code zit opgeslagen in de celkern.

Elke cel heeft dus de volledige code van het wezen in de celkern zitten. Wow!

Omdat de DNA-code miljoenen tekens lang is wordt die opgedeeld in herkenbare stukken, chromosomen.

Het aantal chromosomen is voor elke soort uniek.

Mensen hebben 23 paar chromosomen. Andere dieren

of planten hebben soms 10 paar of wel 100 paar chromosomen.

(5)

Bij mensen bepaalt het 23e paar je geslacht. Met de combinatie XY ben je mannelijk en met de combinatie XX ben je vrouwelijk. Door de informatie in de chromosomen (genen) kan je lichaam zich volgroeien zoals het moet vol- gens het bouwplan, ons DNA.

vrouwelijk DNA

DNA is de afkorting van desoxyribonucleïnezuur, in het Engels deoxyribonucleic acid

mannelijk DNA

Het DNA is elk wezen is uniek en zit in elke cel van het lichaam. Nu kan men je DNA uit een haarwortel, een stukje huid, een druppel bloed of wat speeksel nemen.

Daarmee kunnen politiediensten en rechtbanken bewijzen dat personen op een bepaalde plaats aanwezig waren.

Ook dokters kunnen bepaalde ziektes opsporen vooraleer je er last van krijgt.

Uitzoeken of je familie bent van iemand kan ook makkelijk via je DNA.

Genetische manipulatie of modificatie

In de laatste 20 jaar van de 20e eeuw werden technieken ontwikkeld om de geheimen van de DNA-keten te ontra- felen. Men wilde weten welke genen voor welke eigenschappen of gebreken verantwoordelijk zijn. Wetenschap- pers zijn er al jaren geleden in geslaagd om bepaalde genen te vervangen of genen van een ander organisme toe te voegen. Dit noemen we genetische manipulatie.

Planten zoals maïs, soja, katoen en koolzaad zijn reeds succesvol gemanipuleerd. De planten zijn nu bestand tegen vele ziekten waaraan ze anders zouden sterven. Wat lukte bij planten ging men ook bij dieren onderzoeken. Dit geeft wetenschappers vele mogelijkheden in de geneeskunde en ziektebestrijding.

Muggen met aangepast die zich niet meer kun-

nen voortplanten.

Klonen

Klonen is een kunstmatige wijze van reproductie, waarbij een identieke genetische kopie van een organisme wordt geproduceerd. Een kloon is een genetisch identieke nakomeling van één ouder. Bij planten of eenvoudige organismen noemt met dit delen.

Sinds enkele jaren kunnen wetenschappers elk stukje in het menselijk DNA aanpassen. Wat die veranderingen precies doen, weet men niet altijd. Ondanks een wereldwijd verbod wer- den in 2018 de eerste 3 baby’s geboren met een aangepast DNA.

Dolly, 1996, het eerste gekloonde dier.

(6)

Eenvoudige levensvormen planten zich voort door deling. Zodra de levensvorm voldoende voedingsstoffen heeft verzameld, start die een proces om zichzelf in twee delen te splitsen. De twee nieuwe cel- len zijn dan identiek zijn aan elkaar.

Vooral bij planten komt ongeslachtelijke voortplanting voor. Takken of stengels vallen op de grond en krijgen wortels en ontwikkelen verder. Sommige planten hebben deze techniek van delen volwaardig ontwikkeld. De moederplant groeit lange horizontale stengels

die zich laten uitgroeien tot volwaardige plant.

Ongeslachtelijke voortplanting kan je makkelijk omschrijven. Er komen geen mannelijk of vrouwelijke onderdelen aan te pas. De nakomelingen zijn allemaal identiek. Ze delen allemaal hetzelfde DNA.

een cel splitst zich in 2 gelijke delen

Een aarbeiplant laat een stengel zak- ken. Uit die stengel ontstaan wortels

en vervolgens een nieuwe plant. Ze kunnen nu ook zonder elkaar verder.

In kwekerijen neemt men zelf stukjes stengel of stukjes tak om nieuwe plantjes te laten ontwikkelen. Dit noemt men stekken van planten. Bij de- ze manier van voortplanten helpt de mens de natuur.

Andere planten doen dit ondergronds via hun wortels. Ze vertakken zich en komen her en der boven met nieuwe scheuten. Komt voor bij vele gras- soorten en kruidachtigen.

enten van planten Deze grassoort plant zich ondergronds voort via de wortels.

De voortplanting: Ongeslachtelijke voortplanting

2

(7)

Planten met een bol of knol vormen nieuwe bolletjes of knolletjes aan de moederplant. Elk van deze bollen of knollen is identiek aan de moederplant. Het zijn klonen van elkaar.

Ook bij sommige diersoorten gebeurt een ongeslachtelijke voortplanting. Een zeeanemoon splitst zich in twee volwaardige identieke helften. Elke helft kan zich later weer opsplitsen. Ook pantoffeldiertjes planten zich voort door zichzelf te delen.

Een pantoffeldiertje splitst zich- zelf in twee identieke stukken.

Een zeeanemoon splitst zich in twee gelijkwaardige delen. Het trekt zichzelf uiteen.

De voortplanting van een aardappel.

Ongeslachtelijke voortplanting

Bij al deze vormen van voortplanting zijn de nakomelingen precies gelijk aan de moeder. Eigenlijk kan je niet echt spreken over nakomelingen en moeders of vaders. Hun DNA is identiek.

Voordeel van ongeslachtelijke voortplanting

De soort blijft onveranderd en alle eigenschappen blijven.

Nadeel van ongeslachtelijke voortplanting

Als een plant gevoelig is voor een ziekte, is de kans groot dat ze allen ziek worden en de soort sterft uit.

(8)

De voortplanting: Ongeslachtelijke voortplanting

De meeste levensvormen (planten en dieren) planten zich geslachtelijk voort. Geslachtelijke voortplanting ver- eist steeds twee ouders met elk verschillende voortplantingsorganen en geslachtscellen.

Een cel van het vrouwelijk organisme wordt bevrucht door een cel van het mannelijk organisme. De nakomeling heeft dus eigenschappen van beide ouders in zich.

Geslachtscellen hebben slechts de helft van de DNA-keten mee zodat ze een nieuw genoom of nieuwe DNA-keten vormen na de versmelting.

Geslachtelijke voortplanting is ingewikkelder dan ongeslachtelijke, maar heeft een groot voordeel. De nakome- lingen zijn uniek. Ze hebben een mengeling aan genen van hun ouders en dus ook aan eigenschappen.

Geslachtelijke voortplanting

Voortplanting op deze manier zorgt voor unieke nakomelingen die steeds anders zijn. Ze dragen de kenmerken van beide ouders.

Voordeel van geslachtelijke voortplanting

Het DNA verandert steeds, zo hebben ze een betere kans om te overleven en zich aan te passen.

Nadeel van geslachtelijke voortplanting

Geslachtelijke voortplanting vereist steeds twee soortgenoten van een ver- schillend geslacht.

De voortplanting: Geslachtelijke voortplanting

(9)

Alle mensen zijn het resultaat van een geslachtelijke voortplanting. Geslachtscellen van een mannelijk individu versmelten zich met een geslachtscel van een vrouwelijk individu. Deze mengeling van het DNA zorgt voor een unieke nakomeling die eigenschappen van beide ouders draagt.

De symbolen voor mannen en vrouwen hebben niets met het geslachtsorgaan te maken. Die symbolen hebben een lange geschiedenis.

zaadleider zwellichaampjes voorhuid eikel urineleider teelbal

Symbool voor man

Voorstelling van de Griekse god Ares en later de Romeinse god Mars.

Het symbool staat voor een zwaard of een speer.

Symbool voor vrouw Voorstelling van de Griekse godin Aphrodite en later de Romeinse godin Venus.

Het symbool staat voor een spiegel. Als godin van de schoon- heid en liefde kwam dat goed van

pas.

Jongens, mannen, heren, venten...

Bij een jongen bevinden de geslachtsorganen zich hoofdzakelijk uitwendig. Bij pasgeboren jongens zijn de penis en balzak reeds duidelijk zichtbaar.

In de penis zitten de urineleiders en de zwellichaampjes.

De lichte verdikking aan het uiteinde van de penis noemen we de eikel.

Over de eikel zit een losse huid die over de eikel kan schuiven: de voorhuid.

In de balzak komen de twee zaadballen of teelballen. Daarin worden miljoenen zaad- cellen gevormd.

De inwendige geslachtsorganen van de jon- gen zijn de zaadleider en enkele kliertjes.

Door die zaadleider worden later de zaadcel- len naar buiten gebracht.

In sommige culturen wordt de voorhuid bij kleine jongens verwijderd. Dit is een besnijdenis. De traditie of gods- dienst schrijft dit voor. In sommige gevallen wordt de voorhuid ook voor een medische reden verwijderd.

Mannelijk of vrouwelijk, net iets anders

3

(10)

Meisjes, dames, vrouwen, madammen...

Bij een meisje zijn de geslachtsorganen voornamelijk inwendig. Dit wil zeggen dat je aan de buitenkant slechts weinig kan zien.

De baarmoeder is het grootste inwendige voortplantingsorgaan bij een meisje. Het is een holle, erg rekbare spier met de vorm van een omgekeerde peer. Bij een volwassen vrouw is die zo groot als een vuist.

De eileiders zijn twee kanaaltjes waar- door de eicellen uit de eierstokken tot in de baarmoeder afglijden.

Een meisje wordt reeds met een volledi- ge voorraad aan eicellen geboren. Er worden er geen meer bijgemaakt.

De schede of vagina verbindt de baar- moeder met de uitwendige geslachtsor- ganen.

De vagina is elastisch en rekbaar. Bij een gewone geboorte zal de baby het li- chaam van moeder via deze weg ver- laten.

De schaamlippen zijn het enige deel van het vrouwelijk geslachtsorgaan dat zichtbaar is. Ze beschermen wat binnenin zit.

eileider eierstokken

baarmoeder schede of vagina schaamlippen

De instellingen zijn anders hier...

Ja, jij hebt een wifi-

antenne en ik heb

een USB-poort...

(11)

Het woord "puberteit" komt van het Latijnse woord "pubescere", dit betekent 'bedekt zijn met haar'. Dit komt voort uit de ontwikkeling van haargroei in de schaamstreek, onder de oksels en op de benen. "

Ons lichaam ontwikkelt zich reeds 9 maanden lang voor de geboorte en het blijft ons gehele leven ver- anderen.

Tussen je 10e en 18e jaar gebeurt er veel tegelijk in je lichaam. Je krijgt niet alleen meer verantwoordelijkheid maar je lichaam groeit verder uit tot man of vrouw. Je lichaam start een aantal nieuwe systemen op die voorheen nog in slaapstand stonden.

Deze periode van grote verandering staat gekend als de puberteit. Meisjes beginnen meestal iets vroeger aan de puberteit dan jongens. Je kan dit helaas niet plannen of forceren. De natuur zal je niet vergeten :)

Samen met de lichamelijke veranderingen verandert ook het gevoelsleven. Ze ontgroeien hun kinderlijke menta- liteit en gewoonten.

Ouders zeggen wel eens dat pubers zich vervelend gedragen. Soms is dat wel zo maar dat hoort misschien bij het volwassen worden. Veel ervaringen en

gevoelens zijn voor hen nieuw en dat maakt ze onzeker en soms wat opstandig.

Voor veranderingen in je lichaam hoef je zeker niet verlegen te zijn.

Iedere volwassene heeft deze periode van ontwikkeling meegemaakt.

Heb wel steeds aandacht voor een correcte lichaamshygiëne. De uit- wendige geslachtsorganen moeten elke dag gewassen worden om bac- teriën en geurtjes te verwijderen.

“Maar jongen toch!

Het is normaal dat je lichaam tijdens de puberteit verandert.

De puberteit

4

(12)

Bij meisjes wordt de lichamelijke verandering sneller zichtbaar dan bij jongens. Op een leeftijd van 9 tot 14 jaar begint hun puberteit. Gedurende 4 jaar krijgen ze stilaan de lichamelijke kenmerken van een vrouw.

De borsten ontwikkelen zich.

De heupen krijgen vrouwelijke rondingen.

Er verschijnt okselhaar en schaamhaar.

Jeugdpuistjes verschijnen door de extra productie van huidsmeer.

Die verdwijnen later meestal vanzelf.

De menstruatiecyclus start.

Meisjes in de puberteit

Al van bij de geboorte zitten bij een meisje microscopisch kleine eicellen in de eier- stokken. Tijdens de puberteit zal in de eierstok regelmatig een eitje rijpen. Dit ge- beurt meestal om de 28 dagen. Indien deze gerijpte eicel zou samensmelten met de zaadcel van een jongen zou daaruit een kind kunnen groeien.

Een eicel is de grootste menselijk cel.

Met een diameter van 100 micrometer is die ongeveer zo dik al een haarsprietje.

Het lichaam gaat er steeds van uit dat elke eicel een baby kan worden, dus wordt de baarmoeder klaargemaakt. Er is daar reeds een slijmlaag aangemaakt waar de eicel zich in kan nestelen indien bevrucht. Als de eicel niet is bevrucht sterft het af, samen met het slijmvlies.

Het lichaam ruimt deze onnodige voorzienin- gen op. Het slijmlaagje breekt los en samen met wat bloed verlaat dit het lichaam via de schede. Dit noemen we menstruatie, maand- stonden, ongesteld zijn of regels hebben.

(13)

Maandstonden zijn een natuurlijk verschijnsel dat hoort bij het volwassen zijn van een vrouw. Bij de meeste vrouwen komt de menstruatie ongeveer om de 28 dagen terug.

Gewoonlijk beginnen meisjes te menstrueren rond de leeftijd van 11-12 jaar. Sommigen beginnen al vanaf 9 of andere pas rond 15. Ongesteld zijn duurt meestal drie tot acht dagen en is in het begin meestal onregel- matig. Later wordt dit elke vier weken.

Om het slijmvlies en bloed op te vangen gebruiken ze maandverbanden of tampons.

Geen paniek! Maandstonden zijn natuurlijk.

Je moeder, grote zus of vriendin zullen er steeds voor je zijn als je vra- gen hebt.

Om voorbereid te zijn op de volgende menstruatie houden vele vrouwen dit op een kalendertje bij. Een app op je smartphone of tablet is ook een handige optie.

Zo vermijd je een onaangename verassing.

1. de eicel in de eierstok

2. de eicel in de eileider

3. de eicel in de baarmoeder

4. het losbreken van het slijmvlies in de baarmoeder

5. de menstruatie Voor de belangrijkste bezigheden

maakt het weinig uit of een meis- je ongesteld is. Ze kan fietsen, sporten, zwemmen en alles wat ze anders doet.

Sommige meisjes en vrouwen hebben tijdens de maandstonden last van buikpijn of hoofdpijn, anderen zijn humeurig,…

Dit komt door het samentrekken van de spieren van de baarmoe- der. Een beetje pijn is niets om ongerust over te worden. Bij hevi- ge pijn kan je steeds een arts raadplegen.

maandverband

een tampon een menstruatiekalender

Met de groei van je lichaam groeit ook de aantrekkings- kracht die van je uitgaat. Anderen vinden je tof of zijn misschien verliefd. Misschien willen ze ook dicht bij je komen, je strelen en zoenen.

Durf nee zeggen als je iets niet wenst. Je lichaam en je gevoelens zijn van jou alleen!

(14)

Bij jongens start de lichamelijke verandering tussen de leeftijd van 10 en 17 jaar. Gedurende 6 jaar krijgen ze stilaan de lichamelijke kenmerken van een man.

Het skelet wordt langer en steviger, de spieren verdikken.

Het kinderlijk uitzicht verdwijnt.

Er verschijnt beharing. De baardgroei begint, onder de oksel verschijnt oksel- haar en in de schaamstreek het schaamhaar.

De stem van de jongens wordt zwaarder en dieper: ‘Baard in de keel’.

De eerste jeugdpuistjes verschijnen door de extra productie van huidsmeer.

Die verdwijnen later meestal vanzelf.

De productie van sperma.

De penis wordt groter. In de balzak zijn de teelballen of zaadballen nu duide- lijk zichtbaar.

Jongens in de puberteit

In de teelballen ontwikkelen zich daar nu zaadcellen. Die worden via de zaadleiders naar de kliertjes gebracht waar de zaadcellen vermengd worden met dikke, witte vloeistof. Deze mengeling noemt met zaadvloeistof of sperma.

Het sperma bevat miljoenen zaadcellen.

Geen paniek! ‘s Morgens kan de penis stevig en hard zijn. Niks om over ongerust te zijn.

Het kan ook gebeuren dat sperma onverwachts het lichaam verlaat.

Dit noemen we een zaaduitstorting.

Met de groei van je lichaam groeit ook de aantrekkingskracht die van je uitgaat. Anderen vinden je tof of zijn mis- schien verliefd. Misschien willen ze ook dicht bij je komen, je strelen en zoenen.

(15)

Liefde is...

De manier waarop mensen met elkaar omgaan vertelt vaak veel meer dan een heleboel woorden. Het lichaam vertelt wat er vanbinnen leeft. Bij verliefden valt de tederheid op in alles wat ze voor elkaar doen. Ze laten aan elkaar zien hoe ze zich voelen en wat ze voor elkaar voelen. Ze geven elkaar wel eens een tedere zoen en tonen dat ze verliefd zijn op elkaar.

Verliefd zijn geeft een spannend en warm gevoel. Verliefden ondervinden dat hun lichaam reageert op gevoelens van tederheid, genegenheid en warmte.

Bij de man wordt soms extra bloed naar de zwellichaampjes van de penis gepompt. Die wordt dan hard en stijf.

De man krijgt een erectie. Bij de vrouw wordt de schede losser en soepel door afscheiding van vocht.

Als ze dan met elkaar naar bed gaan en vrijen, glijdt de penis van de man in de schede van de vrouw. Tijdens dit intieme moment kan een zaaduitstorting plaatsvinden. Dit noemt men geslachtsgemeenschap. Dit is de natuurlij- ke manier waarop mensen zich voortplanten.

Waar kom ik vandaan?

5

Niet elke geslachtsgemeenschap zorgt voor het bevruchten van een eicel door een zaadcel. Onze planeet anders zou een heel drukke plaats wor- den. Volwassen mensen doen dit op de eerste plaats uit liefde. De manne- lijke en vrouwelijke geslachtsorganen zijn heel gevoelig en geven genot.

Om bevruchting te voorkomen maken geliefden gebruik van voorbehoeds- middelen (anticonceptie) zoals een mannencondoom, een vrouwencon-

doom, de pil, een spiraaltje, natuurlijke anticonceptie enz. een mannencondoom

de pil een spiraaltje

(16)

Tijdens de geslachtsdaad wordt het sperma met miljoenen zaadcellen in het lichaam van de vrouw gebracht.

Wanneer één van die zaadcellen samensmelt met de eicel van de vrouw, kan daaruit een kindje groeien.

Door de schede en de baarmoeder trekken de zaadcellen naar de eileider. Daar gaan ze op zoek naar een gerijpte eicel. De zaadcel die het eerst de eicel bereikt, dringt naar binnen…

Uit die samensmelting van één eicel en één zaadcel ontstaat een bevruchte eicel. De bevruchting gebeurt dus in de eileider.

Vanuit de eileider daalt de bevruchte eicel naar de baarmoeder. Tijdens die korte reis deelt ze zich verschillende keren: eerst in twee, dan in vieren, acht, … Het wordt net een bolletje met veel kleine cellen.

Als de verzameling cellen in de baarmoeder aankomt, nestelt het zich in het slijmvlies. Daar vindt het voorlopig alles wat het nodig heeft voor een verblijf van negen maanden in de warme veilige beschutting van de baarmoeder.

een embryo

Gedurende de eerste twee maanden na de bevruchting noemt met het nieuwe leven een embryo. Het zweeft in baarmoeder in een met vocht gevulde zak. Het is daar goed beschermd te- gen ziekten en schokken.

Het nieuwe mensje heeft zuurstof en voedsel nodig. De natuur zelf zorgt daarvoor via de moederkoek of placenta die in de baarmoeder gebouwd wordt tegen de baarmoederwand.

0-2

placenta of moederkoek navelstreng embryo een met vocht gevulde zak

De placenta is als een klein fabriekje dat de noodzakelijk stoffen uit het bloed van de moeder haalt.

(17)

Zwangere vrouwen gaan regelmatig op controle. De dokter onderzoekt of alles goed verloopt.

Via een echografie(foto) en luisteren naar het hart kunnen ze zien of alles in orde is.

Stilaan wordt die veilige omgeving te klein. De baby verlaat de beschermende buik pas als hij of zij er klaar voor is. Dit is meestal negen maand na de bevruchting.

De bevallingen gebeuren meestal in de kraamafdeling van een zie- kenhuis.

Net voor de geboorte draait de baby zich met het hoofd naar bene- den.

De geboorte kondigt zich meestal aan met weeën. De spieren van de baarmoeder trekken zich samen om het kindje naar buiten te drijven. Het kindje komt steeds met het hoofd eerst door de elasti- sche schede. Daarna wordt de navelstreng doorgeknipt.

een foetus

doorknippen van de navelstreng

Vanaf de derde maand van de zwangerschap noemt met het ongeboren kind een foetus. Vanaf nu toont het al gelijkenissen met een volwassen exemplaar.

Het kan binnenin de baarmoeder al armen, hoofd en benen bewegen. Het is echter nog kleiner dan een kippenei.

Vanaf de vijfde maand laat de baby voelen dat hij er is. Hij of zij begint al aardig te bewegen en schrikt op van luide en onverwachte geluiden. Nu kan iedereen ook zien dat de moeder zwanger is. De buik wordt vlug dik- ker en de baby wordt snel zwaarder.

Na zeven maand is de vrucht oud genoeg om buiten de baarmoeder te overleven. Ze is echter nog kwetsbaar en blijft het best nog twee maand in de warme en beschermende omgeving van de baarmoeder.

3-9

De eerste weken kan de kleine baby nog niet veel behalve grijpen met de handen. Het is volledig afhankelijk van de ouders. Vanaf de zesde week kan de baby gezichten herkennen en lachen.

(18)

een baby in een couveuse

Een baby kan ook te vroeg geboren worden. Het gewicht is dan meestal te laag om zonder de bescherming van baarmoeder in leven te blijven. Deze kinderen worden onmiddellijk in een couveuse gelegd.

Een couveuse vervangt de beschermende baarmoeder door de temperatuur constant te houden, de vochtigheid en zuur- stoftoevoer te regelen.

een baby krijgt zuurstof toegediend.

Een baby kan ook worden geboren via een keizersnede. Als bevallen via de natuurlijke weg niet mogelijk is, wordt de foetus via een operatie uit de baarmoeder gehaald. Dit heeft geen gevolgen voor de baby. De moeder houdt er een litteken op de onderbuik aan over.

(19)

Naast de vele planten die zich ongeslachtelijk voortplanten is er een grote groep die zich geslachtelijk voortplant. Dit zijn bloemen met vrouwelijke en/of mannelijke voortplantingsorganen.

Een grote groep bloemen is zelfs tweeslachtig, heeft dus beide voortplantingsorganen. Tweeslachtige bloemen kunnen zich in sommige gevallen zelf bevruchten om nakomelingen te krijgen.

Voortplanting van planten met bloemen

6

De mannelijke voortplantingsorganen bij bloemen zijn de meeldra- den. Op het uiteinde liggen de stuifmeelkorrels. Een stuifmeelkorrel heeft slechts de helft van het genoom of DNA bij.

Het vrouwelijke geslachtsorgaan is de stamper. Die staat meestal centraal in de bloem, middenin de meeldraden.

De bestuiving (bevruchting bij planten) vindt plaats als een stuifmeel- korrel van dezelfde soort op de stamper terecht komt kan de groei in het vruchtbeginsel starten.

Een plant met bloemen heeft dus steeds insecten nodig voor de be- vruchting. Om die te lokken heeft een plant enkele technieken:

Bloemen nemen felle opvallende kleuren aan.

Bloemen produceren geuren.

Ze produceren nectar.

Nectar is een suikerrijke vloeistof die de bloem aanmaakt om specifieke insecten te lokken. De bloem is daar zelf niets mee.

Als een bij, vlinder of hommel door de fleurige en geurige bloem wordt aangetrokken en komt snoepen van de nectar raakt die steeds de meeldraden aan. De stuifmeelkorrels komen zo van de bloem op het kleine diertje te- recht. Als een stuifmeelkorrel van dezelfde soort dan ook nog op de stamper terecht komt spreken we van een bestuiving.

(20)

kroonbladeren stamper

meeldraden met stuifmeelkorrels vruchtbeginsel

kelkbladeren

Na de bestuiving begint de vrucht (of vruchten) te groeien in het vruchtbeginsel. De blaadjes van de bloem sterven af, de meeldraden ver- schrompelen en in het vruchtbeginsel start de groei van een vrucht.

De overbodige bloemdelen sterven af. In het vruchtbeginsel groeit in dit voor- beeld een appel. De resten van de kelkbladeren zien we nog steeds.

Nu is de plant klaar voor de volgende stap. De nakomelingen (vruchten) bevatten zaden om een nieuwe plant te laten groeien. Nu moeten die nog op een goede plaats terecht komen. Ook hiervoor doet de plant beroep op de natuur.

Vogels en knaagdieren eten de vrucht van een plant. Het zaadje wordt niet ver- teerd en belandt iets later op een andere plaats. Op een vruchtbare plaats kan dit uitgroeien tot een nieuwe plant.

De vruchten van sommige planten zijn heel licht en zijn voorzien van hulpmiddelen om door de wind meegenomen te worden.

Vruchten die niet gegeten worden vallen als ze rijp zijn van de boom. De vrucht rot en de zaadjes vallen in de aarde. Dit is handig gebruik maken van de zwaartekracht.

De bloemen zijn niet meer nodig en in de plaats komt een vrucht. Dit kan een bes zijn, een noot in zijn omhulsel, een stuk fruit enz.

In de vrucht zit een zaad of meestal vele zaden. Dit is nodig voor de volgende stap in de voortplanting.

De bes bevat een zaadje. Deze zaden rekenen op de wind om een Hopelijk verliest deze eekhoorn

(21)

Vooraleer we het onderwerp van bacteriën en virussen aansnijden, duiken we even in ons lichaam met behulp van een microscoop. De zaken waarover we het vanaf nu zullen hebben zijn enorm klein, niet zichtbaar voor het blote oog.

Ongeveer de helft van ons bloed bestaat uit bloedplasma. Dit bevat de voedingsstoffen die we uit onze voeding halen. Het bloed transporteert dit over ons gehele lichaam.

De andere helft van ons bloed bestaat uit rode bloedcellen. Deze transporteren zuur- stof en koolstofdioxide naar alle delen van ons lichaam. In de longen worden deze stoffen uitgewisseld.

Een klein aandeel van ons bloed vormen de bloedplaatjes. Deze cellen zorgen dat ons bloed stolt als er een opening ontstaat.

Dan rest er ons nog de witte bloedcellen. Ondanks hun kleine aantal in ons bloed zijn die ook van groot belang. Deze vormen de bescherming van ons lichaam tegen indringers zoals virussen en bacteriën.

Cellen die niet huis horen op een bepaalde plaats worden door deze cellen

‘opgegeten’ en opgeruimd. Witte bloedcellen herkennen indringers of ze leren nieuwe indringers kennen nadat het even mis gaat. In dit extraatje hebben we het vooral over deze witte bloedcellen.

In de kijker: Bacteriën en virussen

6

Bacteriën zijn hele kleine levende wezens. Ze bestaan maar uit één cel en planten zich voort door zichzelf te delen.

Ze zijn overal te vinden in de natuur, in de lucht, op de grond, in de zee enz.

Bacteriën kunnen allerlei ziekten veroorzaken. Ook besmettelijke ziekten zoals tuberculose, de pest en cholera. Je kan je beschermen tegen bacteriën door je goed te wassen (vooral je handen), zonlicht, inenten en ontsmettings- middelen.

Gelukkig zijn de meeste bacteriën goede bacteriën. Wij hebben ze nodig om gezond te blijven. Zo zitten onze darmen vol bacteriën die ons voedsel helpen verteren. Bacteriën produceren ook vitamines voor ons lichaam.

Ze vechten ook tegen bacteriën die niet ons lichaam thuishoren.

Bacteriën

Een gemiddeld persoon draagt één tot 2,3 kilogram aan bacteriën met zich mee, afhankelijk van je lengte.

Bacteriën vermenigvuldigen zich heel snel. Uit één enkele bacterie kunnen binnen één dag 70 miljoen nieuwe bacteriën ontstaan.

(22)

Een virus is een microscopisch kleine ziekteverwekker zichzelf niet kan delen zoals andere levende cellen dat doen. Ze dringen een cel binnen en nemen de boel daar over. Virussen infecteren alle bekende levensvormen, van dieren en planten tot bacteriën. Ze zijn overal te vinden in de natuur, in de lucht, op de grond, in de zee enz.

Een vaccin is middel dat mens of dier langdurig beschermt tegen virussen (hoofdzakelijk).

In een vaccin zitten onschadelijke versies van een virus of stoffen die op een bepaald virus lijken. Ons lichaam denkt na de inenting dat er een inval van virussen aan de gang is en bereidt de witte bloedcellen voor. Die witte bloedcellen kunnen nu een bepaalde indringer heel snel herkennen en vernietigen.

Als je dan wordt besmet met de echte versie van dit virus is je li- chaam paraat. De witte bloedcellen pakken dit virus sneller dan ooit tevoren aan.

Virussen

Kinderen in Vlaanderen krijgen heel wat vaccins om zich te beschermen te- gen virussen en bacteriën. Denk maar aan je bezoekjes aan het CLB (Medisch Onderzoek).

Zo ben je nu beschermd tegen polio, tetanus, het rotavirus, kinkhoest, difterie, bof, rodehond, mazelen, meningokokken, pneumokokken, Hepatitis B,...

Omdat virussen zichzelf niet kunnen delen zoeken ze een bestaande gezonde cel. Ze ka- pen als het ware die cel voor hun eigen nut.

Ze sturen de werking van die cel helemaal in de war waardoor die allemaal nieuwe virussen maakt. Op een gegeven moment barst de cel open en daar stromen duizenden nieuwe ko- pieën uit.

Zo krijg je in geen tijd een enorme invasie van virusdelen in je lichaam.

Gelukkig heeft je lichaam zijn eigen leger om je te beschermen tegen de virussen. Deze witte bloedcellen zijn heel slim, want ze kunnen het virus opzoeken en vernietigen. Als ze dat hebben gedaan, onthouden ze welk virus het was. Als hetzelfde virus weer binnen weet te dringen, wordt hij veel sneller verwijderd. De tweede keer zijn de witte bloedcellen er beter op voorbereid. Ze hebben als het ware een foto van de indringer opgeslagen.

Virussen zijn gemiddeld 100 keer kleiner dan bacteriën.

Vaccins

Bijwerkingen?

Milde bijwerkingen zoals lokale roodheid en (spier)pijn ter plekke van de vaccinatie of koorts treden soms op bij een vaccinatie. Slechts heel zelden (0,00001%) treden vlak na de vaccinatie ernstige verschijnselen op zoals een allergische reactie, waarbij het ingrijpen van een arts noodzakelijk is. Daarom is er altijd een dokter in buurt bij

(23)

Studiewijzer

De bouwstenen van levende wezens

1

Ik kan de onderdelen van een cel opnoemen en aanduiden op een tekening.

Ik ken de betekenis van volgende moeilijke woorden: DNA, genoom, chromosomen, klonen.

Ik ken voorbeelden van nuttig gebruik van DNA.

Ik weet waarom men het DNA van bepaalde organismen wil aanpassen.

Ik kan de voor– en nadelen van ongeslachtelijke voortplanting opnoemen.

Ik ken de betekenis van volgende moeilijke woorden: Stekken, delen, vertakken.

Ik kan met eigen woorden beschrijven wat er bij het delen van cellen gebeurt.

Ik kan de voor– en nadelen van geslachtelijke voortplanting opnoemen.

De voortplanting

2

Mannelijk of vrouwelijk, net iets anders

3

De puberteit

4

Waar kom ik vandaan?

5

Voortplanting van planten met bloemen

6

In de kijker: Bacteriën en virussen

7

Ik kan de verschillende delen van de geslachtsorganen herkennen en benoemen op een tekening.

Ik kan de functie van die verschillende delen met eigen woorden uitleggen.

Ik kan de veranderingen bij jongens en meisjes in de puberteit beschrijven.

Ik kan de verschillende stappen in de menstruatiecyclus geven.

Ik kan volgende begrippen verklaren: erectie, voorbehoedsmiddelen, placenta, navelstreng, keizersnede.

Ik kan enkele voorbeelden van voorbehoedsmiddelen geven.

Ik kan het verschil geven tussen een embryo en een foetus.

Ik kan uitleggen wat een couveuse is en wat er allemaal in geregeld wordt.

Ik kan de mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen bij planten benoemen en aanduiden.

Ik kan met eigen woorden beschrijven wat de bestuiving is en hoe die gebeurt.

Ik kan de verschillende technieken van planten om insecten te lokken, beschrijven.

Ik ken het verschil tussen bacteriën en virussen.

Ik kan de werking van een vaccin beschrijven.

Ik ken de verschillende bestanddelen van ons bloed en hun functie.

(24)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(Dat de Britse artsen deze vraag niet centraal achten bij de andere vormen van het verwer- ven van een kind, kan overigens ingegeven zijn door de medische blik die die andere vormen

Kan ook ten gevolge van hymen imperforata of Syndroom van Mayer-Kokitanski- Küster (een primaire amenorroe), of nadat er wel een 'normale' regelmatige cyclus is geweest

Bladeren zijn niet langwerpig -> ga naar vraag 8 8a.. Bladrand als van

Tijdens de verdere embryonale ontwikkeling komt deze met vocht gevulde holte tussen de twee vruchtvliezen te liggen. Deze

Tijdens de verdere embryonale ontwikkeling komt deze met vocht gevulde holte tussen de twee vruchtvliezen te liggen. Deze

 actief transport van assimilatieproducten (afkomstig van de fotosynthese zoals glucose en sacharose) van het blad naar alle delen van de plant (organische

De puberteit (of pubescentie) is de periode waarin zowel meisjes als jongens zich van kind tot volwassene ontwikkelen, waarbij zich grote veranderingen in het lichaam voltrekken..

Tussen het innemen van twee opeenvolgende dragees mogen namelijk niet meer dan 36 uur zijn verstreken, anders bent u niet meer zeker van de bescherming tegen zwangerschap. Als u